Besluit van 31 januari 2012, houdende wijziging van het Besluit bezoldiging politie en het Besluit algemene rechtspositie politie in verband met de invoering van het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 28 oktober 2011, nr. 5712461/11/6;

Gelet op artikel 50, eerste lid, van de Politiewet 1993;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 16 november 2011, nr. W03.11.0467/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 23 januari 2012, nr. 5717523/11/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit bezoldiging politie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel r. komt te luiden:

r. functie:

het samenstel van werkzaamheden door de ambtenaar te verrichten krachtens en overeenkomstig hetgeen hem door het daartoe bevoegde gezag is opgedragen, of het samenstel van door de ambtenaar te verrichten opgedragen werkzaamheden, zoals vastgelegd in het LFNP;.

2. Onder vervanging van de punt door een punt komma aan het eind van onderdeel uu. wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

vv. LFNP:

Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie: het door Onze Minister vastgestelde geheel van functiebeschrijvingen, onderverdeeld naar vakgebieden, inclusief de waardering, en de aan het gebouw verbonden en omschreven werkterreinen, aandachtsgebieden en specifieke functionaliteiten.

B

Artikel 1, eerste lid, onderdeel r., komt te luiden:

r. functie:

het samenstel van door de ambtenaar te verrichten opgedragen werkzaamheden, zoals vastgelegd in het LFNP;.

C

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

De toekenning, de intrekking, de verhoging onderscheidenlijk de vermindering van het salaris, de toelagen, de vergoedingen, de uitkeringen, de tegemoetkoming in de representatiekosten, het salaris van de aspirant, en de gratificatie geschieden door het bevoegd gezag.

D

Artikel 6, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de functies en de bij de functies behorende waardering. Tevens worden regels gesteld over de overgang van ambtenaren naar een functie die is opgenomen in het LFNP.

E

Artikel 6, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de functies en de bij de functies behorende waardering.

F

Artikel 6, negende lid, komt te luiden:

  • 9. De ambtenaar kan bij het bevoegd gezag een aanvraag indienen om, indien de feitelijke opgedragen werkzaamheden ten minste één jaar afwijken van een hem in de periode vanaf 31 december 2009 tot en met 31 maart 2011 opgedragen functie, de werkzaamheden en de functie met elkaar in overeenstemming te brengen. Bij ministeriële regeling worden regels vastgesteld over de behandeling van deze aanvraag.

G

Artikel 6, negende lid, komt te luiden:

  • 9. De ambtenaar kan een aanvraag indienen bij het bevoegd gezag wanneer zijn feitelijke werkzaamheden ten minste één jaar wezenlijk afwijken van zijn huidige, aan hem opgedragen LFNP functie, om de feitelijke werkzaamheden overeen te laten komen met een andere LFNP functie. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld.

H

Aan artikel 6 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 11. De regeling bedoeld in het tweede lid is ook van toepassing in het kader van het vaststellen van de salarisschaal van passende arbeid bij arbeidsongeschiktheid. Hierbij is de eigen of een andere functie uit het LFNP, of een deel van één of meerdere functies uit het LFNP bepalend.

I

Artikel 7, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De ambtenaar die zich niet kan verenigen met de waardering van een hem in de periode vanaf 31 december 2009 tot en met 31 maart 2011 opgedragen functie, bedoeld in artikel 6, tweede lid, kan het bevoegd gezag verzoeken deze waardering in heroverweging te nemen.

J

Artikel 7 komt te vervallen.

K

Na artikel 48 worden de volgende artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 48a

Voor aanvragen om de werkzaamheden en functie met elkaar in overeenstemming te brengen, verzonden uiterlijk 23 mei 2011, waarop nog geen onherroepelijke beslissing is genomen, blijven artikel 1, eerste lid, onderdeel r. en artikel 6, negende lid, van het Besluit bezoldiging politie, zoals die golden op de dag voor inwerkingtreding van dit artikel, van toepassing.

Artikel 48b

Voor aanvragen over de heroverweging van de waardering van de functie waarop nog geen onherroepelijke beslissing is genomen, blijven artikel 1, eerste lid, onderdeel r. en artikel 7, eerste lid, van het Besluit bezoldiging politie, zoals die golden op de dag voor inwerkingtreding van dit artikel, van toepassing.

ARTIKEL II

Het Besluit algemene rechtspositie politie wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel gg. door een punt komma, worden aan artikel 1, eerste lid, de volgende onderdelen toegevoegd, luidende:

hh. functie:

het samenstel van werkzaamheden door de ambtenaar te verrichten krachtens en overeenkomstig hetgeen hem door het daartoe bevoegde gezag is opgedragen, of het samenstel van door de ambtenaar te verrichten opgedragen werkzaamheden, zoals vastgelegd in het LFNP;

ii. LFNP:

Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie: het door Onze Minister vastgestelde geheel van functiebeschrijvingen, onderverdeeld naar vakgebieden, inclusief de waardering, en de aan het gebouw verbonden en omschreven werkterreinen, aandachtsgebieden en specifieke functionaliteiten;

jj. vakgebied:

een clustering van in essentie gelijkgerichte activiteiten, resultaten en beoogde effecten op basis van voor dat vakgebied geldende processen;

kk. werkterrein:

een verbijzondering van het vakgebied, waarvoor een specifieke inzet en inbreng geldt. Voor deze inzet kunnen nadere opleiding- en certificeringeisen worden gesteld;

ll. aandachtsgebied:

een verbijzondering van een werkterrein, dat wordt gekenmerkt door een grote verscheidenheid aan onderwerpen, waarvoor een specifieke inzet en inbreng geldt. Voor deze inzet kunnen nadere opleiding- en certificeringeisen worden gesteld;

mm. specifieke functionaliteit:

een verbijzondering van een vakgebied door – direct in operationeel verband toe te passen – vereiste expliciete specialistische inzet en inbreng door gebruikmaking van specifieke (hulp)middelen of geweldsmiddelen waarbij uitgesproken specialistische vaardigheden en deskundigheid aan de orde is.

B

Artikel 1, eerste lid, onderdeel hh. komt te luiden:

hh. functie:

het samenstel van door de ambtenaar te verrichten opgedragen werkzaamheden, zoals vastgelegd in het LFNP;.

C

Artikel 10, eerste lid, onderdeel c., komt te luiden:

  • c. de functie waarin de ambtenaar wordt aangesteld, met indien van toepassing één of meerdere werkterreinen, aandachtsgebieden of specifieke functionaliteiten.

D

Aan artikel 49b, eerste lid, wordt aan het eind de volgende zin toegevoegd: In het kader van het vaststellen van passende arbeid is de eigen of een andere functie uit het LFNP, of een deel van één of meerdere functies uit het LFNP bepalend.

ARTIKEL III

Indien het bij Koninklijke boodschap van 21 november 2006 ingediende voorstel van wet tot vaststelling van een nieuwe Politiewet (Politiewet 200.) (Kamerstukken 30 880) tot wet wordt verheven en artikel 47, eerste lid, van die wet in werking treedt, berust dit besluit op artikel 47, eerste lid, van die wet.

ARTIKEL IV

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 31 december 2009.

  • 2. In afwijking van het eerste lid treden artikel I, onderdelen B, C, E, G, J en K, en artikel II, onderdelen B en C, in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 31 januari 2012

Beatrix

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

Uitgegeven de zevende februari 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

In het Arbeidsvoorwaardenakkoord 2008–2010 is vastgelegd dat voor politie Nederland één functiegebouw, genaamd Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP) zal worden ingevoerd. Daarnaast is afgesproken en eveneens in dit Arbeidsvoorwaardenakkoord vastgelegd, dat een nieuw functiewaarderingssysteem wordt ontwikkeld waarmee de functies uit het LFNP worden gewaardeerd. Momenteel is sprake van ruim 7000 functies met daarbij behorende functiebenamingen binnen de politie die gewaardeerd zijn op basis van een verouderde waarderingssystematiek met verouderde parameters. Inmiddels is een stelsel van ongeveer 90 functies met daarbij behorende functiebenamingen ontwikkeld, voorzien van een waardering per functie. Dit geheel wordt aangeduid als het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP).

Dit Landelijk Functiegebouw is een stelsel van functies. Het bevoegd gezag is verplicht uitsluitend deze functies te gebruiken bij de inrichting van zijn organisatie. Hij bepaalt welke functies hij uit dit functiegebouw gebruikt.

Daarmee komt een einde aan de mogelijkheid voor de organisaties om zelf functies te beschrijven en aan de hand van de huidige systematiek met referentiefuncties een zelf ontwikkelde functie te waarderen en te koppelen aan een salarisschaal. De achtergrond voor deze wijzigingen is gelegen in de wens om landelijke mobiliteit en loopbaanbeleid mogelijk te maken.

Deze omzetting leidt tot wijzigingen in het Besluit bezoldiging politie en het Besluit algemene rechtspositie politie.

Het LFNP had in 2009 gereed moeten zijn zodat per 1 januari 2010 toekenning van de functies aan politieambtenaren had kunnen plaatsvinden. Dit is niet gelukt.

Sindsdien is tussen de minister en de politievakorganisaties een implementatietraject afgesproken om invoering alsnog te doen plaatsvinden. De implementatie liep van april 2011 tot en met de dag voor inwerkingtreding van een deel van dit besluit bij koninklijk besluit. In april 2011 ontving elke politieambtenaar een overzicht (uitgangspositie genaamd) van de functies die hij heeft bekleed vanaf 31 december 2009 (een dag voordat het LFNP had moeten worden ingevoerd) tot en met 31 maart 2011. Iedere wijziging na 31 maart 2011 vastgelegd bij besluit wordt gezien als gewijzigde uitgangspositie. De politieambtenaar heeft de mogelijkheid gekregen om onder voorwaarden functieonderhoud te vragen voor één functie uit dit overzicht. In het najaar van 2011 ontving de politieambtenaar een besluit ter vaststelling van deze uitgangspositie(s). Vervolgens is het proces van matching in de korpsen begonnen waarin de functie(s) die als uitgangspositie(s) waren vastgesteld werden gematcht met de functies uit het LFNP. Na de matching ontvangt de ambtenaar een besluit overgang naar een LFNP functie.

Over de inhoud van deze algemene maatregel van bestuur is overeenstemming bereikt met de vakorganisaties.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A en B

Door de invoering van het LFNP voldeed de oude definitie van het begrip functie niet meer. Deze is nu aangepast in overeenstemming met de invoering van het nieuwe LFNP. Ook het begrip LFNP is gedefinieerd. Tijdens de invoering van het LFNP zullen er twee begrippen functie naast elkaar bestaan. De eerste is het begrip functie dat betrekking heeft op de formele functie en het begrip functie dat fictief is voor de voorbereiding van de invoering van het LFNP. In de invoeringstijd zijn beide definities naast elkaar nodig. Uit individuele besluiten blijkt om welke van beide definities het gaat.

Onderdeel C

Aan een functie is in het LFNP een bijbehorende salarisschaal gekoppeld. Hierdoor is het niet meer aan het bevoegd gezag om de waardering van de functie en de daaraan gekoppelde salarisschaal vast te stellen. Daarom is dat deel uit artikel 2 gehaald.

Onderdeel D

Dit artikel is terminologisch aangepast aan het LFNP.

Met dit functiegebouw is voor de sector politie een uniform stelstel van functies en salarisschalen bepaald zodat er geen verschillen bestaan in inhoud van functies en waardering.

De uitwerking van dit LFNP wordt neergelegd in een ministeriële regeling. Ook wordt er een grondslag gecreëerd om aan te geven hoe de overgang naar een LFNP functie in zijn werk zal gaan.

Onderdeel E

De oude formulering van artikel 6, tweede lid, had een tweede volzin die een grondslag creëerde voor een regeling waarin de overgang van de ambtenaren naar een LFNP functie werd geregeld. Na invoering van het LFNP is de noodzaak voor de grondslag van bovengenoemde regeling vervallen en artikel 6, tweede lid, wordt daarop aangepast. De nieuwe formulering vormt de grondslag voor de ministeriële regeling waarin de ongeveer 90 functies die de politie kent, worden neergelegd inclusief de daarbij horende salarisschaal.

Onderdeel F

Het negende lid wordt aangepast met het oog op de invoering van het LFNP. Het bevat daarom een grondslag voor een tijdelijke regeling om de overgang naar het LFNP mogelijk te maken. Met de politievakorganisaties is afgesproken dat een politieambtenaar in de periode van 31 december 2009 tot en met 31 maart 2011 eenmaal functieonderhoud mag aanvragen voor een functie die hij binnen dit tijdvak vervulde, mits de feitelijk opgedragen werkzaamheden wezenlijk afwijken van zijn functie en hij de desbetreffende functie ten minste een jaar had vervuld. Daarbij is afgezien van de eis dat de ambtenaar op het moment van aanvraag van functieonderhoud de desbetreffende functie daadwerkelijk vervulde (LJN;BK9642, Centrale Raad van Beroep, datum uitspraak 31-12-2009). Voor een LFNP functie kan dus geen functieonderhoud worden aangevraagd.

Dit artikel heeft terugwerkende kracht omdat het LFNP al per 1 januari 2010 ingevoerd had moeten zijn.

Onderdeel G

In dit lid wordt de grondslag gegeven voor de regeling die na invoering van het LFNP de opvolger is van de Regeling functieonderhoud politie. Onder het LFNP kan de ambtenaar niet langer vragen om de functiebeschrijving in overeenstemming te brengen met de feitelijke werkzaamheden. Hij kan door middel van deze nieuwe regeling wel vragen om een andere functie uit het LFNP. Deze regeling zal zijn aangepast aan de uitgangspunten en bedoeling van het LFNP. Dit kan niet leiden tot wijziging in het stelsel als zodanig en evenmin in de functies.

Onderdeel H

De bepaling van de salarisschaal die ontstaat door de verplichting tot het aanbieden van passende arbeid in geval van arbeidsongeschiktheid van een ambtenaar vindt plaats op de wijze zoals omschreven in de regeling op grond van artikel 6, tweede lid, van dit besluit.

Onderdeel I

Het eerste lid van artikel 7 wordt aangepast met het oog op de invoering van het LFNP. Een ambtenaar mag op grond van dit artikel het bevoegd gezag vragen de opgedragen functie in de periode van 31 december 2009 tot en met 31 maart 20011 te herwaarderen. Dit artikel heeft terugwerkende kracht omdat het LFNP al per 1 januari 2010 ingevoerd had moeten zijn.

Onderdeel J

Na inwerkingtreding van de nieuwe formuleringen van artikel 6, tweede en negende lid, wordt de inhoud van artikel 7 overbodig en komt te vervallen.

Onderdeel K

Omdat het niet ondenkbaar is dat er na de overgang naar het LFNP nog aanvragen lopen in verband met functiewaarderingen gebaseerd op het oude systeem terwijl het LFNP in werking treedt en daar een ander artikel 6, negende lid, en artikel 7, eerste lid, voor gaat gelden, is in deze artikelen bepaald dat het oude artikel 6, negende lid, en het oude artikel 7, eerste lid, voor de aanvragen gedaan uiterlijk 23 mei 2011 (voor onderdeel A) of voor het vervallen van artikel 7 (onderdeel B) nog blijft gelden. Ook is in beide onderdelen opgenomen dat in die gevallen de oude definitie van functie nog geldt.

Artikel II

Onderdelen A en B

Aangezien het begrip LFNP door de wijzigingen in het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) meerdere malen gebruikt wordt, is de definitie opgenomen. Aangezien in de definitie zelf en in diverse andere definities het begrip vakgebied deel uitmaakt van de tekst, is ook de definitie van vakgebied toegevoegd aan de definities in het Barp.

De definities van werkterrein, aandachtsgebied en specifieke functionaliteit zijn aan artikel 1 toegevoegd, aangezien zij door de wijziging van artikel 10, eerste lid, onderdeel c., deel uit gaan maken van het aanstellingsbesluit. Hierdoor is het noodzakelijk om aan te geven wat er onder deze begrippen wordt verstaan.

In het Barp wordt veelvuldig het begrip functie gebruikt maar is daar geen definitie van gegeven. Met de invoering van het LFNP is het voor de duidelijkheid wenselijk om in het Barp en het Bbp over dezelfde invulling van het begrip te spreken. Daarom wordt het begrip functie opgenomen in artikel 1, eerste lid, onderdeel l. Tijdens de invoering van het LFNP zullen er twee begrippen functie naast elkaar bestaan. De eerste is het begrip functie dat betrekking heeft op de formele functie en het begrip functie dat fictief is voor de voorbereiding van de invoering van het LFNP. In de invoeringstijd zijn beide definities naast elkaar nodig. Uit individuele besluiten blijkt om welke van beide definities het gaat.

Onderdeel C

In artikel 10, eerste lid, staat aangegeven wat er in de akte van aanstelling wordt opgenomen. Met de invoering van het LFNP kan het zijn dat aan een functie, indien van toepassing, werkterreinen, aandachtsgebieden en specifieke functionaliteiten worden toegevoegd. Als dit het geval is, is afgesproken dat dit opgenomen wordt in de akte van aanstelling. Daartoe zijn deze begrippen ook opgenomen in de opsomming.

Onderdeel D

De Wet Poortwachter verplicht tot het aanbieden van passende arbeid aan een ambtenaar die ziek of arbeidsongeschikt is en niet, of niet langer in volle omvang zijn LFNP functie kan vervullen, Bij de invulling van de passende arbeid moet worden aangesloten bij de bestaande functies in het LFNP. Dit betekent dus dat passende arbeid inhoudt de eigen of een andere functie uit het LFNP of een deel van een of meerdere functies uit het LFNP. Het is niet toegestaan zelf nieuwe functies te creëren.

Artikel III

Dit artikel is opgenomen om te voorkomen dat, indien de Politiewet 200. eerder in werking treedt dan de artikelen van dit besluit die bij koninklijk besluit in werking treden, die artikelen niet in werking kunnen treden door een onjuiste grondslag. Dit artikel regelt dat de grondslag van dit besluit dan wordt aangepast.

Artikel IV

De AMvB heeft grotendeels betrekking op het creëren van een regelgevend kader voor de invoering van het LFNP. De afspraak was dat de invoering per 1 januari 2010 zou zijn. Vandaar dat die artikelen die betrekking hebben op de invoering van het LFNP terugwerkende kracht hebben. Dit heeft geen negatieve gevolgen voor de politieambtenaar.

Artikel I, onderdelen B, C, E, G, J en K, en artikel II, onderdelen B en C maken deel uit van het nieuwe systeem (het LFNP zelf) dat per bij koninklijk besluit te bepalen datum van start gaat en treden daarom vanaf dat moment in werking.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbij behorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

Naar boven