Besluit van 24 april 2012 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel III, onderdeel B, en artikel VI van de Wet OM-afdoening, en tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit van 5 april 2012, houdende wijziging van het Besluit OM-afdoening en enkele andere besluiten in verband met de invoering van de bestuurlijke strafbeschikking (Stb. 2012, 150)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 23 april 2012, directie Wetgeving, nr. 252822;

Gelet op artikel XXII van de Wet OM-afdoening en artikel VI van het Besluit van 5 april 2012, houdende wijziging van het Besluit OM-afdoening en enkele andere besluiten in verband met de invoering van de bestuurlijke strafbeschikking (Stb. 2012, 150);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel III, onderdeel B, en artikel VI van de Wet OM-afdoening en het Besluit van 5 april 2012, houdende wijziging van het Besluit OM-afdoening en enkele andere besluiten in verband met de invoering van de bestuurlijke strafbeschikking (Stb. 2012, 150) treden in werking met ingang van 1 mei 2012.

Onze Minister van Veiligheid en Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 april 2012

Beatrix

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

Uitgegeven de zesentwintigste april 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

Naar boven