Besluit van 16 januari 2012 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een bepaling van de Wet van 7 juli 2010 tot wijziging van de Wet kinderopvang, de Wet op het onderwijstoezicht, de Wet op het primair onderwijs en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid (Stb. 296)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 10 januari 2012, nr. KO/2011/24053,

Gelet op artikel XII van de Wet van 7 juli 2010 tot wijziging van de Wet kinderopvang, de Wet op het onderwijstoezicht, de Wet op het primair onderwijs en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid (Stb. 296);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel I, onderdeel SS, voor wat betreft artikel 2.20, van de Wet van 7 juli 2010 tot wijziging van de Wet kinderopvang, de Wet op het onderwijstoezicht, de Wet op het primair onderwijs en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid (Stb. 296) treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 16 januari 2012

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H. G. J. Kamp

Uitgegeven de twintigste januari 2012

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven

NOTA VAN TOELICHTING

In het Besluit van 12 december 2011 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enkele bepalingen van de Wet van 7 juli 2010 tot wijziging van de Wet kinderopvang, de Wet op het onderwijstoezicht, de Wet op het primair onderwijs en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid en tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Verzamelwet kinderopvang 2012 (Stb. 2011, 617) is abusievelijk bepaald dat artikel 2.10 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in werking treedt met ingang van 1 januari 2012 in plaats van artikel 2.20. Artikel 2.10 was echter al in werking getreden met ingang van 1 augustus 2010 (Stb. 2010, 297). De inwerkingtreding van artikel 2.20 wordt daarom met dit besluit alsnog geregeld.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H. G. J. Kamp

Naar boven