Besluit van 23 maart 2012 tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 februari 2010, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 18 juni 2009 tot wijziging van de Wet explosieven voor civiel gebruik (Stb. 62)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 20 maart 2012, nr. IenM/BSK-2012/38883, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel II van de wet van 18 juni 2009 tot wijziging van de Wet explosieven voor civiel gebruik ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2008/43/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 4 april 2008 tot instelling van een systeem voor de identificatie en de traceerbaarheid van explosieven voor civiel gebruik overeenkomstig Richtlijn 93/15/EEG van de Raad betreffende harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik (PbEG L 127) (Stb. 298);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Het enig artikel van het koninklijk besluit van 2 februari 2010, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 18 juni 2009 tot wijziging van de Wet explosieven voor civiel gebruik (Stb. 62), komt te luiden:

Enig artikel

De wet van 18 juni 2009 tot wijziging van de Wet explosieven voor civiel gebruik ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2008/43/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 4 april 2008 tot instelling van een systeem voor de identificatie en de traceerbaarheid van explosieven voor civiel gebruik overeenkomstig Richtlijn 93/15/EEG van de Raad betreffende harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik (PbEG L 127) (Stb. 2009, 298) treedt in werking met ingang van 5 april 2013, met uitzondering van artikel I, onderdeel C, voor zover het betreft de in artikel 3, derde lid, opgenomen zinsnede «en distributeurs die explosieven opnieuw verpakken», en artikel I, onderdeel D, die in werking treden met ingang van 5 april 2015.

Onze Minister van Infrastructuur en Milieu is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 23 maart 2012

Beatrix

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. Atsma

Uitgegeven de derde april 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Dit koninklijk besluit voorziet in een wijziging van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 18 juni 2009 tot wijziging van de Wet explosieven voor civiel gebruik (Stb. 298).

Die wet strekt ter implementatie van richtlijn nr. 2008/43/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 4 april 2008 tot instelling van een systeem voor de identificatie en de traceerbaarheid van explosieven voor civiel gebruik overeenkomstig Richtlijn 93/15/EEG van de Raad betreffende harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik (PbEG L 127).

De hiervoor bedoelde richtlijn is bij richtlijn nr. 2012/4/EU van 22 februari 2012 gewijzigd (PbEU L 50). Laatstbedoelde richtlijn omvat onder meer een wijziging van artikel 15 van richtlijn 2008/43/EG, waarin is vastgelegd wanneer de lidstaten de bepalingen uit richtlijn 2008/43/EG moeten toepassen. In richtlijn 2008/43/EG was de datum hiervoor vastgesteld op 5 april 2012. In richtlijn 2012/4/EU is deze datum voor de meeste bepalingen uit richtlijn 2008/43/EG verschoven naar 5 april 2013. Voor de bepalingen uit richtlijn 2008/43/EG die nodig zijn om te voldoen aan artikel 3, zesde lid, van die richtlijn, alsmede voor de artikelen 13 en 14 van die richtlijn is deze datum zelfs verschoven naar 5 april 2015.

Het koninklijk besluit van 2 februari 2010, dat voorziet in het tijdstip van inwerkingtreding van de hiervoor bedoelde wet, is dienovereenkomstig aangepast.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. Atsma

Naar boven