Besluit van 9 maart 2012 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enige onderdelen van de wet van 16 december 2010 tot wijziging van de Spoorwegwet, de Wet personenvervoer 2000 en de Wet op de economische delicten ter implementatie van de richtlijnen 2007/58/EG, 2007/59/EG, 2008/57/EG en 2008/110/EG (Stb. 2011, 218), van het Besluit spoorwegpersoneel 2011 (Stb. 2011, 240) en van het besluit van 23 augustus 2011, houdende wijziging van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur in verband met de uitvoering van het kabinetsstandpunt naar aanleiding van de evaluatie van de spoorwetgeving en wijziging van het Besluit spoorverkeer in verband met subdelegatie van regelgevende bevoegdheid over enkele technische onderwerpen (Stb. 2011, 438)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 5 maart 2012, nr. IenM/BSK-2012/28517, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel VI van de wet van 16 december 2010 tot wijziging van de Spoorwegwet, de Wet personenvervoer 2000 en de Wet op de economische delicten ter implementatie van de richtlijnen 2007/58/EG, 2007/59/EG, 2008/57/EG en 2008/110/EG (Stb. 2011, 218), artikel 27 van het Besluit spoorwegpersoneel 2011 (Stb. 2011, 240) en artikel III, tweede lid, van het besluit van 23 augustus 2011, houdende wijziging van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur in verband met de uitvoering van het kabinetsstandpunt naar aanleiding van de evaluatie van de spoorwetgeving en wijziging van het Besluit spoorverkeer in verband met subdelegatie van regelgevende bevoegdheid over enkele technische onderwerpen (Stb. 2011, 438);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • 1. Met ingang van 1 april 2012 treden in werking:

    • a. artikel I, onderdelen A, B, D tot en met M, R tot en met EE, MM, NN, OO, en PP tot en met SS, artikel III en artikel IV van de wet van 16 december 2010 tot wijziging van de Spoorwegwet, de Wet personenvervoer 2000 en de Wet op de economische delicten ter implementatie van de richtlijnen 2007/58/EG, 2007/59/EG, 2008/57/EG en 2008/110/EG (Stb. 2011, 218);

    • b. de artikelen 24 en 26 van het Besluit spoorwegpersoneel 2011 (Stb. 2011, 240);

    • c. artikel II van het besluit van 23 augustus 2011, houdende wijziging van het Besluit capaciteitsverdeling hoofdspoorweginfrastructuur in verband met de uitvoering van het kabinetsstandpunt naar aanleiding van de evaluatie van de spoorwetgeving en wijziging van het Besluit spoorverkeer in verband met subdelegatie van regelgevende bevoegdheid over enkele technische onderwerpen (Stb. 2011, 438).

  • 2. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 maart 2012, treden de in het eerste lid genoemde onderdelen en artikelen in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Infrastructuur en Milieu is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 9 maart 2012

Beatrix

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de tweeëntwintigste maart 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten

Naar boven