Wet van 27 januari 2011, houdende wijziging van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2010 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de noodzaak is gebleken van een wijziging van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2010, vastgesteld bij de wet van 28 januari 2010, Stb. 70, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 30 september 2010, Stb. 751;

Zo is het, dat Wij, met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2010 wordt gewijzigd, zoals blijkt uit de bij deze wet behorende staat.

Artikel 2

De vaststelling van de in artikel 1 bedoelde begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 3

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 december van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na de datum van 1 december, dan treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 december van het onderhavige begrotingsjaar.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 27 januari 2011

Beatrix

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de tweeëntwintigste februari 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Wijziging van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2010(wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Suppletoire begrotingsstaat (Najaarsnota) behorende bij de Wet van 27 januari 2011,Stb. 77

Begroting 2010

Infrastructuurfonds

Bedragen in EUR 1 000

  

(1)

(2)

(3)

Art.

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+ of –) eerste suppletoire begroting

Mutaties (+ of –) tweede suppletoire begroting

  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

TOTAAL

 

8 629 523

8 629 523

 

393 399

393 399

 

– 240 056

– 30 525

           

11

Hoofdwatersystemen

809 659

1 045 470

52 349

5 288

26 959

14 205

– 20 491

– 252 991

– 22 827

12

Hoofdwegennet

2 482 746

2 909 261

153 119

0

– 474 792

– 42 311

2 773 995

804 830

73 682

13

Spoorwegen

2 823 197

2 975 622

125 000

– 562

712 049

117 036

– 431 040

–1 045 450

– 224 261

14

Regionale, lokale infrastructuur

107 616

275 193

0

– 42 475

136 562

0

266 583

– 144 475

 

15

Hoofdvaarwegennet

1 049 573

908 542

41 895

62 454

– 110 261

15 514

– 105 947

45 454

3 232

16

Megaprojecten niet-Verkeer en Vervoer

315 501

364 641

209

– 57 734

– 7 927

4 832

– 39 106

– 186 269

– 841

17

Megaprojecten Verkeer en Vervoer

59 183

97 762

0

– 322

107 075

0

196 305

– 40 464

 

18

Overige uitgaven en ontvangsten

50 815

53 032

34 966

0

3 734

372 025

593 533

579 309

589 063

19

Bijdragen andere begrotingen Rijk

  

8 221 985

  

– 87 902

  

– 448 573


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 32 565 A

Naar boven