Besluit van 16 december 2011 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 12 december 2011, nr. IenM/BSK-2011/122516, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Gelet op artikel 3.6 van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening treedt met uitzondering van de artikelen 2.3.6, 2.6.9, 3.2 en 3.5 en titel 2.13 in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Infrastructuur en Milieu is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 16 december 2011

Beatrix

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de negenentwintigste december 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Op 26 augustus 2011 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (hierna: Barro) gepubliceerd in het Staatsblad. Artikel 3.6 van het Barro bepaalt dat het tijdstip van inwerkingtreding van het Barro bij koninklijk besluit plaatsvindt. Dit besluit strekt ertoe het tijdstip van inwerkingtreding van het Barro vast te stellen op de dag na publicatie van dit koninklijk besluit in het Staatsblad. Enkele bepalingen zijn hier echter van uitgezonderd. Deze hebben betrekking op provinciaal medebewind en op ontheffingsmogelijkheden en kunnen pas in werking treden op het moment waarop het bij koninklijke boodschap van 22 juni 2011 ingediende voorstel tot wijziging van de Wet ruimtelijke ordening en enige andere wetten (voorzien in een wettelijke grondslag voor provinciaal medebewind en voor de mogelijkheid tot afwijking van algemene regels) (Kamerstukken 32 821) tot wet is verheven en in werking is getreden. Voor een nadere uitleg zij verwezen naar de memorie van toelichting, behorende bij voornoemd wetsvoorstel, en de nota van toelichting, behorend bij het Barro (Stb. 2011, 391). Vanwege de samenhang tussen de artikelen van titel 2.13 van het Barro is ervoor gekozen de hele titel van inwerkingtreding uit te zonderen.

Voorts wordt artikel 2.6.9 van inwerkingtreding uitgezonderd. Het beleid inzake de verstoring van militaire radars is op het moment van inwerkingtreding van het Barro nog in ontwikkeling. Zodra de inhoud van de ministeriële regeling die daartoe op grond van artikel 2.6.9 van het Barro zal worden opgesteld vaststaat, kan voornoemd artikel in werking treden. Tot dat moment blijft het bestaande beleidskader ten aanzien van radarverstoringsgebieden, neergelegd in een brief van de Staatssecretaris van Defensie van 27 oktober 2006 (Stcrt. 2006, 226) van kracht. Zie ook de pagina’s 77, 78 en 79 van de nota van toelichting, behorend bij het Barro.

Ten overvloede zij opgemerkt dat de inhoud van het Barro eveneens te raadplegen is op www.ruimtelijkeplannen.nl.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven