Maximaal toelaatbare hoogte objecten in omgeving luchtvaartterreinen en radars

27 oktober 2006

Nr. DRMV 2006021602

Bekendmaking van nadere uitwerking van beleid over obstakelvrije vlakken en verstoringsgebieden rond militaire luchtvaartterreinen en radars

In het Structuurschema Militaire Terreinen (SMT) is het beleid geformuleerd over obstakelvrije vlakken rond de militaire luchtvaartterreinen waaraan maximaal toelaatbare hoogtes zijn verbonden voor objecten in de omgeving. Medio vorig jaar heeft de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat met een brief provincies en gemeenten geïnformeerd over dergelijke vlakken rond burgerluchthavens, radars en bakens. Met deze brief geef ik een nadere uitwerking van het beleid over de obstakelvrije vlakken en verstoringsgebieden rond de militaire luchtvaartterreinen en radars.

Voor het veilig afwikkelen van vliegverkeer in de omgeving van een luchtvaartterrein gelden in een bepaald gebied rond het luchtvaartterrein maximaal toelaatbare hoogtes voor objecten, zoals woon- en kantoorgebouwen, antennemasten, windmolens en bomen. De maximaal toelaatbare hoogtes en de ligging en omvang van het gebied worden bepaald door de ligging van de start- en landingsbanen en berusten op internationaal vastgelegde afspraken. Het is van belang dat in de gebieden van deze obstakelvrije vlakken de maximaal toelaatbare hoogtes niet worden overschreden.

Voor het begeleiden van vliegtuigen van en naar een luchtvaartterrein zijn op het luchtvaartterrein navigatiehulpmiddelen aanwezig. De goede werking van deze apparatuur kan worden verstoord door objecten in een bepaald gebied rond deze apparatuur. De afmetingen van het gebied zijn vastgelegd in internationale afspraken. Het is van belang dat bouwplannen in deze verstoringsgebieden worden getoetst op eventuele verstoringseffecten.

Het gezamenlijke gebied rond een luchtvaartterrein dat wordt gevormd door de obstakelvrije vlakken en de verstoringsgebieden wordt het obstakelbeheergebied genoemd.

Voor de beveiliging van het nationale luchtruim en voor de veilige afhandeling van het militaire en het burgerluchtverkeer staan verspreid over Nederland (soms op of nabij een luchtvaartterrein) een aantal militaire- en burgerradarstations. Het merendeel van deze radarstations is opgenomen in een netwerk. Dit netwerk wordt door zowel de militaire- als de burgerluchtverkeersleidingsinstanties gebruikt. Objecten in een gebied rond een radarstation kunnen aanleiding geven tot verstoring van het radarbeeld dat de gezamenlijke radarstations opbouwen. Voor nieuwe objecten wordt in opdracht van het Ministerie van Defensie door TNO onderzocht wat de invloed is op het radarbeeld. Het is van belang dat bouwplannen in dit radarverstoringsgebied worden getoetst op eventuele verstoringseffecten.

De obstakelbeheergebieden van de militaire luchtvaartterreinen en de radarverstoringsgebieden behorende bij de verspreid over Nederland geplaatste radarstations hebben gevolgen voor het ruimtelijk beleid van de provincies en gemeenten. Om die reden is er al veelvuldig contact met het Ministerie van Defensie. De gevolgen voor de ruimtelijke ordening kunnen als volgt worden beschreven:

- Bestaande objecten die hoger zijn dan de maximaal toelaatbare hoogtes zijn strijdig met de geldende criteria en resulteren in restricties op het vliegen of verstoring van apparatuur. Bestaande te hoge bouwwerken zullen evenwel worden gerespecteerd.

- Bouwplannen waarvoor een onherroepelijke bouwvergunning is verkregen en bestemmingsplannen waarin mogelijkheden zijn vastgelegd voor bouwwerken met een hoogte die hoger is dan de maximaal toelaatbare hoogte zullen worden gerespecteerd. Ik verzoek u evenwel mogelijkheden te verkennen om de bouwhoogtes in overeenstemming te brengen met de maximaal toelaatbare hoogtes.

- Nieuwe strijdigheden met de maximaal toelaatbare hoogte kunnen niet worden toegestaan, tenzij wat betreft de verstoringsgebieden uit een toetsing door het Ministerie van Defensie blijkt dat er geen sprake is van een onaanvaardbare verstoring van de desbetreffende apparatuur. Om dit te zeker te stellen verzoek ik u de maximaal toelaatbare hoogtes op te nemen in de betreffende bestemmingsplannen.

In bijlage 1 bij deze brief is algemene informatie over het beleid ten aanzien van de obstakelbeheergebieden en radarverstoringsgebieden opgenomen. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van de luchtvaartterreinen en radars met obstakel- en verstoringsgebieden. In bijlage 3 is een overzicht opgenomen van de provincies en gemeenten die te maken hebben met deze gebieden. Per provincie en gemeente is aangegeven om welke gebieden het gaat.

Voor de volledigheid merk ik op dat deze brief niet gaat over andere vormen van indirect ruimtebeslag van Defensie-activiteiten, zoals de geluidszones, laagvliegroutes en -gebieden en (munitie-)veiligheidszones, munitiezones, vogelbeperkingsgebieden en de eventuele noodzaak tot het aanbrengen van verlichting op objecten.

In een afzonderlijke brief die u binnenkort zal ontvangen van een van de regionale directeuren van de Dienst Vastgoed Defensie (DVD) zal u detailinformatie voor de uitvoering van dit beleid worden aangeboden over de specifiek voor u van belang zijnde gebieden. In die brief zal u ook het bijbehorende kaartmateriaal worden aangeboden.

Voor nadere toelichting en voor overleg mag ik u verwijzen naar de contactpersoon die in de brief van de DVD wordt opgenomen.

’s-Gravenhage, 27 oktober 2006.
De Staatssecretaris van Defensie,
C. van der Knaap

De bekendmaking is als brief met de bijbehorende drie bijlagen gezonden aan provincies en gemeenten die te maken hebben met de obstakel- en verstoringsgebieden. De brief met bijlagen staat op de website van het Ministerie van Defensie: http://www.defensie.nl/service/publicaties/beleid/index.aspx

Naar boven