Besluit van 22 december 2011 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (Stb. 650)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 december 2011, nr. IVV/I/2011/22916;

Gelet op artikel XXXV van de Wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (Stb. 650);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • 1. De artikelen van de Wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (Stb. 650) treden in werking met ingang van 1 januari 2012, met uitzondering van het in artikel I, onderdeel E, opgenomen artikel 7, derde lid, onderdeel a, het in artikel I, onderdeel L, opgenomen artikel 13, tweede lid, onderdeel c, het in artikel I, onderdeel AG, opgenomen artikel 41, vijfde en zevende lid, artikel III, onderdeel A, en artikel IV, onderdeel A.

  • 2. Het in artikel I, onderdeel E, opgenomen artikel 7, derde lid, onderdeel a, het in artikel I, onderdeel L, opgenomen artikel 13, tweede lid, onderdeel c, en het in artikel I, onderdeel AG, opgenomen artikel 41, vijfde en zevende lid, treden in werking met ingang van 1 juli 2012.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 22 december 2011

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

P. de Krom

Uitgegeven de negenentwintigste december 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel XXXV van de Wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Wet werk en bijstand en samenvoeging van die wet met de Wet investeren in jongeren gericht op bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt en vergroting van de eigen verantwoordelijkheid van uitkeringsgerechtigden (Stb. 650) (hierna: de wet) voorziet in de mogelijkheid dat de artikelen van die wet in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. In het onderhavige besluit wordt van die mogelijkheid gebruik gemaakt.

De artikelen van de wet, met uitzondering van een aantal onderdelen van de artikelen I, III en IV, treden met ingang van 1 januari 2012 in werking.

In de artikelen III, onderdeel A, en IV, onderdeel A, werd geregeld dat de definitie van startkwalificatie in de artikelen 4a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) respectievelijk 4a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) vervallen. Nu het begrip startkwalificatie na het overnemen van het gewijzigd amendement van het lid Dijkgraaf (kamerstukken II 2010/11, 32 815, nr. 32) wel gebruikt wordt in artikel 38 van de IOAW en de IOAZ moet de definitie van startkwalificatie niet vervallen in artikel 4a van de IOAW en de IOAZ. Om die reden treden de artikelen III, onderdeel A, en IV, onderdeel A, niet in werking.

Het in artikel I, onderdeel E, opgenomen artikel 7, derde lid, onderdeel a, het in artikel I, onderdeel L, opgenomen artikel 13, tweede lid, onderdeel c, en het in artikel I, onderdeel AG, opgenomen artikel 41, vijfde en zevende lid, treden pas met ingang van 1 juli 2012 in werking. In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel is dit aangekondigd. Als reden hiervoor werd genoemd de aansluiting op een voorgenomen wijziging van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) per schooljaar 2012/2013. De inwerkingtreding van de voorgenomen wijziging van de WEB wordt inmiddels een jaar later voorzien. Het is ongewenst onderhavige bepalingen ook pas halverwege 2013 in werking te laten treden. In verband met bij colleges en burgers gewekte verwachtingen is besloten onderhavige bepalingen conform de aankondiging in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel per 1 juli 2012 in werking te laten treden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

P. de Krom

Naar boven