Besluit van 1 december 2011, houdende wijziging van het Besluit zorgaanspraken AWBZ, het Zorgindicatiebesluit en het Uitvoeringsbesluit Wtzi in verband met het treffen van een overgangregeling voor een tijdelijke aanspraak op ADL-assistentie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 november 2011, Z/VU-3089591;

Gelet op de artikelen 6, tweede lid, en 9a, eerste lid, van de AWBZ en de artikelen 1, derde lid, en 5, eerste lid, van de Wet toelating zorginstellingen;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 16 november 2011, no. W13.11.0480/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 25 november 2011, Z/VU-3093547;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Na artikel 33 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 34

  • 1. In dit artikel wordt verstaan onder:

    a. ADL:

    algemene dagelijkse levensverrichtingen;

    b. ADL-woning:

    woning die deel uitmaakt van een aantal bij elkaar horende rolstoeldoorgankelijke sociale huurwoningen die tot stand zijn gekomen met behulp van subsidie uit de Regeling Geldelijke Steun Huisvesting Gehandicapten of het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten;

    c. ADL-assistentie:

    gedurende het gehele etmaal direct oproepbare persoonlijke assistentie bij algemene dagelijkse levensverrichtingen in en om de ADL-woning.

  • 2. Een verzekerde die in een ADL-woning woont, en voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 2.9.3, eerste lid, onderdelen a tot en met d, van de Regeling subsidies AWBZ, zoals dat artikel luidde voor 1 januari 2012, heeft tot 1 januari 2014 aanspraak op ADL-assistentie.

  • 3. Dit artikel vervalt met ingang van 1 januari 2014.

ARTIKEL II

In artikel 2, aanhef, van het Zorgindicatiebesluit wordt «en 13, tweede lid,» vervangen door: 13, tweede lid, en 34.

ARTIKEL III

Het Uitvoeringsbesluit Wtzi wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 1.2 wordt na onderdeel 19 een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 20. ADL-assistentie.

B

In artikel 2.2 wordt «14 en 24» vervangen door: 14, 20 en 24.

ARTIKEL IV

  • 1. Artikel I en II treden in werking met ingang van 1 januari 2012.

  • 2. Artikel III treedt in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en werkt terug tot en met 1 januari 2012.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 1 december 2011

Beatrix

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner

Uitgegeven de dertiende december 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

1.1. Inleiding

Met dit besluit is aan het Besluit zorgaanspraken AWBZ (Bza) een nieuw artikel 34 toegevoegd. Artikel 34 is een overgangsbepaling voor verzekerden die in een ADL-woning wonen. Zij ontvangen tot 1 januari 2014 ADL-assistentie zoals die tot 1 januari 2012 werd gesubsidieerd op grond van de op grond van artikel 44, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vastgestelde Regeling subsidies AWBZ. Met het treffen van een overgangsbepaling wordt uitvoering gegeven aan de toezegging die gedaan is in de brief van 9 september 20111 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Deze toezegging is gedaan om de motie Wolbert c.s. uit te voeren2. Op 27 september 2011 is de Kamer nader geïnformeerd3.

Tevens zijn in verband met deze overgangsregeling het Zorgindicatiebesluit en het Besluit Wtzi gewijzigd.

1.2. Overgangsregeling ADL

De overgangregeling wordt getroffen omdat met ingang van 1 januari 2012 de subsidiëring van ADL-assistentie vervalt. ADL betekent algemene dagelijkse levensverrichtingen. ADL-assistentie is gedurende het gehele etmaal direct oproepbare persoonlijke assistentie bij algemene dagelijkse levensverrichtingen in en om de ADL-woning.

Het vervallen van de subsidiëring is het gevolg van het beleid dat in 2004 in gang is gezet om het aantal subsidieregelingen drastisch te verminderen en, daar waar gewenst, voor de gesubsidieerde activiteiten een structurele oplossing te zoeken. Het nieuwe subsidiebeleid is met ingang van 1 januari 2006 in de AWBZ verankerd. Voor zorg die op grond van artikel 44, eerste lid, onderdeel a, van de AWBZ kan worden gesubsidieerd, geldt dat subsidie alleen tijdelijk mogelijk is voor zorg waarvan het voornemen bestaat deze te doen opnemen in de aanspraken op grond van de AWBZ.

De ADL-assistentie betreft hulp bij algemene dagelijkse levensverrichtingen op verzoek en aanwijzing van de ADL-bewoner in- en om de ADL-woning, zoals hulp bij eten of drinken (serveren van voedsel op bed en op tafel en hulp bij eten/drinken), verplaatsen, persoonlijke hulp en toilet maken (mondverzorging, haarverzorging, scheren, nagels knippen, kleden, hulp bij baden en toiletbezoek) en verpleegtechnische en medische assistentie (zoals het geven van medicijnen, het aanleggen van verbanden en spalken, huidverzorging bij decubitus, aan- en uitdoen van een prothese en het aanleggen van een draagurinaal). Daarnaast vallen onder de ADL-assistentie ook andere hulp en diensten. Het gaat daarbij om ongeveer vijftien procent van de geleverde uren. Dat kunnen zeer wisselende zaken zijn: bijvullen van printerpapier, het smeren van een boterham, het vervangen van een batterij, het opruimen van een omgevallen glas melk of het openmaken van een fles wijn.

Het bijzondere van ADL-assistentie is dat deze zorg vierentwintig uur per dag op afroep beschikbaar is. Bij levensbedreigende situaties (bijvoorbeeld bij thuisbeademing) is ADL-assistentie binnen enkele minuten met alarmopvolging beschikbaar.

Oorspronkelijk was het de bedoeling dat met de beëindiging van de subsidie voor ADL-assistentie, ADL-bewoners, net als andere AWBZ-verzekerden, beroep zouden doen op de gewone AWBZ-zorg te weten persoonlijke verzorging, verpleging en begeleiding. Voor de extra hulp en diensten zou tijdelijk een overgangsbepaling in het Besluit zorgaanspraken AWBZ geregeld worden4. De alarmopvolging zou via een toeslag op de tarieven mogelijk gemaakt worden.

Uit gesprekken en reactie van cliënten is echter gebleken dat deze wijze van regelen als een te grote breuk met de huidige situatie wordt ervaren. Bewoners blijken meer zekerheid nodig te hebben dat de huidige ADL-hulp als integraal pakket vierentwintig uurszorg behouden blijft. Het gaat hier om mensen met zware lichamelijke beperkingen. Zij hebben ondanks hun lichamelijke beperkingen toch bereikt dat zij autonoom op velerlei manieren participeren in de samenleving. Hun lichamelijke beperking gaat niet over en zij zijn hun hele leven afhankelijk van anderen. Zij zijn afhankelijk van hulp voor eten en drinken, naar de wc gaan, wassen en soms ook ademhalen. Deze mensen leveren dagelijks strijd voor een goede uitvoering van dingen die voor niet-gehandicapten vanzelfsprekend zijn. Als die ondersteuning niet juist wordt gegeven, zoals bij ademhaling, kan die soms levensbedreigend zijn.

Gelet op deze aspecten heeft het kabinet besloten het pakket vierentwintig uurszorg met alarmopvolging als aparte AWBZ-aanspraak te gaan regelen. Het kabinet wil dat dan niet beperken tot bewoners van ADL-woningen in de zin van het onderhavige besluit. Voor de uitwerking hiervan zal het College voor zorgverzekeringen (CVZ) een uitvoeringstoets gevraagd worden. Het is belangrijk dat de aanspraak op deze zorg zo wordt ingericht dat die ook in de toekomst houdbaar blijft. Daar is tijd mee gemoeid. De bedoeling is deze nieuwe aanspraak per 1 januari 2014 in te gaan voeren.

Voor de tussenliggende periode is de ADL-assistentie zoals die tot 1 januari 2012 gesubsidieerd is, met het onderhavige besluit als AWBZ-aanspraak geregeld in een overgangsbepaling in het Bza.

1.3. Administratieve lasten

Dit besluit heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en de burger.

1.4. Financiële paragraaf

Aangezien de vierentwintiguurs zorg essentieel is voor de doelgroep verloopt de overgang naar de AWBZ per 2012 met de nodige zekerheden. De overheveling van de ADL-assistentie van de Regeling subsidies AWBZ naar de aanspraken op grond van de AWBZ gaat niet gepaard met een financiële taakstelling. Het geld dat nu omgaat in de subsidieregeling blijft beschikbaar voor het leveren van zorg in de ADL-woningen. De beschikbare middelen in 2011 bedragen € 76 884 000. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) krijgt de opdracht om het macrokader voor ADL-assistentie voor twee jaar te garanderen. Daarmee kunnen de huidige aanbieders 24-uurs zorg leveren conform het budget dat eerder werd ontvangen vanuit de subsidieregeling. Hiermee is de continuïteit van de 24-uurs zorg gewaarborgd totdat de NZa op basis van kostprijsonderzoek een onderbouwd tarief heeft vastgesteld voor 24-uurs zorg op afroep. In de brief van 22 juni 2011 zijn voor dat onderzoek al de nodige uitgangspunten aangegeven. Het huidige maximum uurtarief in de subsidieregeling bedraagt € 57,04. Binnen de garantieperiode kan het uurtarief voor vierentwintiguurs zorg voorlopig worden vastgesteld, waarbij de NZa rekening houdt met de hoogte van het huidige tarief in de subsidieregeling. Per 1 januari 2014 kan de NZa dan, op basis van een kostprijsonderzoek, een definitief tarief vaststellen.

2. Artikelgewijs

Artikel I

Met deze bepaling is aan het Bza een nieuw artikel 34 toegevoegd. Artikel 34 is een overgangsbepaling voor verzekerden die in een ADL-woning wonen. Zij krijgen de ADL-assistentie zoals die tot 1 januari 2012 werd gesubsidieerd op grond van de op grond van artikel 44, eerste lid, onderdeel a, van de AWBZ geregelde Regeling subsidies AWBZ. Zij hebben tot 1 januari 2014 op grond van artikel 34 aanspraak op deze hulp als zij voldoen aan de voorwaarden zoals die in artikel 2.9.3, eerste lid, onderdelen a tot en met d, van de Regeling subsidies AWBZ waren geregeld. Deze voorwaarden zijn dat de verzekerde:

  • a. een lichamelijke handicap of een somatische aandoening of beperking heeft;

  • b. is aangewezen op een rolstoeldoorgankelijke woning;

  • c. is aangewezen op ten minste vijf uur ADL-assistentie per week;

  • d. voldoende sociaal zelfredzaam is om zelfstandig te wonen en om zelfstandig zorg op te roepen.

Naar de voorwaarde die geregeld was in artikel 2.9.3, eerste lid, onderdeel e, van de Regeling subsidies AWBZ is niet verwezen, omdat de ADL-assistentie met dit besluit geregeld is als aanspraak en onder de werking van het Zorgindicatiebesluit is gebracht.

De overgangsregeling geldt zowel voor verzekerden die op 31 december 2011 in een ADL-woning wonen als voor verzekerden die daar na die datum komen te wonen. Daarbij gaat het tevens zowel om bestaande ADL-woningen als om nieuwe ADL-woningen die nog met subsidie vanuit het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten tot stand komen. Het betreft hier ADL-woningen waarvoor het CVZ tot 2009 bouwsubsidie heeft verstrekt.

Met ingang van 1 januari 2014 zal de aanspraak op deze zorgvorm structureel in het Bza geregeld zijn. In het derde lid is daarom geregeld dat dit artikel met ingang van 1 januari 2014 vervalt. De nieuwe aanspraak zal per 1 januari 2014 met een nieuw besluit tot wijziging van het Bza geregeld zijn.

Artikel II

Het nieuwe artikel 34 Bza vergt tevens wijziging van artikel 2 van het Zorgindicatiebesluit. Voor de bewoners van ADL-woningen heeft dit geen praktische gevolgen. Zoals in de brief van 22 juni 2011 is aangegeven, heeft het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor de oplossing die in die brief was aangegeven het overgrote deel van de bewoners geherindiceerd. De afgegeven indicatiebesluiten zullen door het CIZ administratief omgezet worden in een indicatiebesluit voor ADL-assistentie en, voor zover relevant, AWBZ-zorg buiten de woning.

Nieuwe bewoners moeten een indicatiebesluit bij het CIZ aanvragen.

Artikel III

Dit artikel betreft een technische wijziging van het Uitvoeringsbesluit Wtzi.

Artikel IV

Het tweede lid strekt ter voldoening aan artikel 65 van de Wet toelating zorginstellingen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner


X Noot
1

Kamerstukken II 2010/11, 30 597, nr. 203.

X Noot
2

Kamerstukken II 2010/11, 30 597, nr. 181.

X Noot
3

Kamerstukken II 2011/12, 30 597, nr. 212.

X Noot
4

Kamerstukken II 2010/11, 30 597, nr. 195.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid jo vijfde lid van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven