Besluit van 28 november 2011, houdende wijziging van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (introductie abonnementen GBA)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 14 oktober 2011, nr. 2011-2000453653, DCB/CZW/WBI;

Gelet op artikel 5 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 16 november 2011, No. W04.11.0438/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 november 2011, nr. 20011-2000522678;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

  • 1. Onze Minister stelt elk jaar de abonnementsstructuur vast die hij in het volgende jaar zal hanteren. De abonnementsstructuur bestaat uit verschillende abonnementsklassen met daarbij behorende bandbreedten van aantallen netwerkberichten en het daarbij behorende tarief in euro’s.

  • 2. Onze Minister bepaalt de abonnementsstructuur, gelet op:

    • a. de voor het volgende jaar te verwachten kosten als bedoeld in artikel 4, verminderd met het saldo over het vorige jaar;

    • b. het voor het volgende jaar te verwachten aantal netwerkberichten dat ten laste van de betrokkenen komt.

  • 3. Het saldo over het vorige jaar wordt gevonden door de in artikel 7, eerste tot en met derde lid, bedoelde bijdragen over dat jaar te verminderen met de kosten, bedoeld in artikel 4, in dat jaar.

  • 4. Onze Minister deelt de abonnementsstructuur in september van elk jaar mede aan de betrokkenen.

B

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7

  • 1. De bijdrage van een betrokkene bestaat uit een jaarlijkse betaling. Hiertoe brengt Onze Minister het abonnementstarief voor het lopende jaar in rekening dat behoort bij de abonnementsklasse waarin de betrokkene valt, gelet op het aantal netwerkberichten dat in het voorafgaande jaar ten laste van hem kwam.

  • 2. Indien het aantal netwerkberichten over het lopende jaar dat ten laste van de betrokkene komt, valt in een hogere abonnementsklasse dan de in het eerste lid bedoelde klasse, brengt Onze Minister, in afwijking van het eerste lid, het abonnementstarief voor het lopende jaar in rekening dat behoort bij die hogere klasse.

  • 3. Onze Minister stelt het jaarlijks in rekening te brengen bedrag voor een betrokkene op nul vast, voor zover een voorziening is getroffen in de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken die in plaats treedt van de bijdrage van de betrokkene.

C

Artikel 98a komt te luiden:

Artikel 98a

  • 1. Voor de toepassing van artikel 6 wordt wat betreft het vaststellen van de abonnementsstructuur voor het jaar 2012 onder «het volgende jaar» verstaan «het jaar 2012» en onder «het vorige jaar»: het jaar 2010.

  • 2. In afwijking van artikel 6, vierde lid, deelt Onze Minister de abonnementsstructuur voor het jaar 2012 mee aan betrokkenen in januari 2012.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2012.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 28 november 2011

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de zevende december 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

§ 1. Inleiding

In artikel 5, tweede lid, van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Wet GBA) is bepaald dat door betrokkenen bijdragen worden verstrekt in de kosten in verband met de uitvoering van deze wet. In het Besluit GBA worden de grondslagen bepaald van de bijdragen van de betrokkenen in de kosten. Met de onderhavige wijziging van het Besluit GBA wordt voor organisaties waarvoor geen middelen zijn overgeboekt naar de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) ter bekostiging van de GBA, het systeem van jaarabonnementen ingevoerd met ingang van 1 januari 2012. Hiermee komt het systeem van tarieffinanciering te vervallen en wordt het vervangen door een systeem met jaarabonnementen.

Sinds 2008 worden twee berekeningswijzen gehanteerd voor de vaststelling van de bijdragen in de kosten voor de uitvoering van de Wet GBA: de systematiek van tarieffinanciering en de systematiek van budgetfinanciering. Bij de tarieffinanciering werd aan een netwerkbericht een berichtprijs gekoppeld die jaarlijks door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werd vastgesteld. Gemeenten, afnemers (bestuursorganen) en derden werden iedere maand een bijdrage in rekening gebracht die werd bepaald op basis van het aantal verzonden en ontvangen netwerkberichten, vermenigvuldigd met de vastgestelde berichtprijs.

De per 1 januari 2008 geïntroduceerde budgetfinanciering gaat niet uit van een maandelijkse facturering aan betrokkenen, maar van een lumpsum bedrag dat structureel door departementen wordt overgeboekt naar de BZK-begroting ten behoeve van aan hen gelieerde organisaties. Tussentijdse aanpassingen van dit bedrag worden in beginsel slechts gedaan indien nieuwe organisaties toetreden tot de afspraken die met dat departement zijn gemaakt dan wel indien reeds toegetreden organisaties nieuwe taken gaan uitvoeren waardoor ze gebruik gaan maken van de basisregistratie. Voorbeelden van organisaties waarvoor budgetfinanciering werd ingevoerd zijn de Belastingdienst en GGD’s. Voor gemeenten is een vergelijkbare regeling getroffen met een jaarlijkse uitname uit het gemeentefonds. De systematiek van de budgetfinanciering is ingevoerd om het doelmatige gebruik van de GBA te stimuleren doordat betrokkenen binnen de systematiek van budgetfinanciering vrij gebruik kunnen maken van de GBA nadat een lumpsumbedrag voor meerdere jaren is overgeboekt naar de begroting van BZK. Voor betrokkenen binnen het systeem van tarieffinanciering ging deze stimulans niet op omdat per netwerkbericht werd betaald.

Van het systeem van jaarabonnementen gaat wel een stimulerende werking uit voor een ruimer gebruik van de GBA voor deze groep betrokkenen. Immers zij kunnen binnen de bandbreedte van een bepaalde abonnementsklasse vrij gebruik maken van de GBA, daar waar binnen het systeem van tarieffinanciering per netwerkbericht werd betaald. Daarnaast wordt er meer flexibiliteit gecreëerd. In het geval een betrokkene tijdens het lopende jaar uiteindelijk meer berichten verbruikt dan in de abonnementsklasse die voor hem geldt is toegestaan, dan geldt voor de betrokkene automatisch voor dat gehele jaar een hogere abonnementsklasse, met het daarbij behorende tarief. Tevens nemen de bestuurlijke lasten af omdat slechts één keer per jaar wordt gefactureerd, in plaatst van de maandelijkse facturering in het kader van de tarieffinanciering. Dit scheelt administratieve handelingen. Zo wordt gewerkt aan een meer efficiënte overheid.

§ 2. Kern van de nieuwe regelgeving

Het systeem van jaarabonnementen wordt ingevoerd voor organisaties waarvoor geen middelen zijn overgeboekt naar de begroting van het Ministerie van BZK. Voor hen wordt ieder jaar een abonnementenstructuur opgesteld met verschillende abonnementsklassen met bijbehorende bandbreedtes en tarieven. De bandbreedtes lopen per abonnementsklasse op van kleine tot grotere hoeveelheden berichten. De tarieven lopen eveneens op per abonnementsklasse. De verschillende abonnementsklassen en bandbreedtes worden indien nodig elk jaar bijgesteld aan de hand van het totale verwachte aantal te verzenden en ontvangen berichten. Voor deze inschatting wordt het aantal in het voorgaande jaar verzonden en ontvangen berichten gebruikt. De abonnementstarieven worden indien nodig elk jaar bijgesteld aan de hand van de verwachte kosten voor de exploitatie van de GBA voor het volgende jaar. Deze kosten worden verdeeld over de verschillende abonnementsklassen, zodat de dekking van de kosten van de uitvoering van de Wet GBA in principe is gegarandeerd. Het geheel van abonnementsklassen, bijbehorende bandbreedtes en abonnementstarieven vormt de abonnementenstructuur die jaarlijks door de Minister van BZK zal worden vastgesteld. Beslissingen over de abonnementenstructuur worden jaarlijks in september door de Minister van BZK genomen, na bespreking in het GBA-gebruikersoverleg.

Na vaststelling van de algemene abonnementenstructuur kan op basis daarvan worden bepaald welke jaarlijkse bijdrage in beginsel voor een individuele betrokkene geldt. De jaarlijkse bijdrage van een betrokkene wordt bepaald door het abonnementstarief dat hoort bij de abonnementsklasse die voor de betrokkene geldt. Voor een betrokkene geldt in beginsel de abonnementsklasse met de bandbreedte waarbinnen het totale verwachte aantal door hem in het in rekening te brengen jaar te verzenden en ontvangen netwerkberichten valt dat ten laste van hem komt. Voor deze inschatting van het verwachte aantal te verzenden en ontvangen berichten dat ten laste van hem komt worden de realisatiecijfers van het voorgaande jaar gebruikt. Het aantal netwerkberichten dat in het voorgaande jaar ten laste van de betrokkene komt is dus in beginsel bepalend voor de abonnementsklasse en het bijbehorende tarief dat voor een gebruiker zal gelden in het daaropvolgende jaar. Enkel op deze wijze kan voorafgaande aan een jaar een redelijke inschatting worden gemaakt van het tarief en de bijdrage die voor dat jaar voor een betrokkene zullen gelden. Een betrokkene kan deze inschatting bijvoorbeeld gebruiken ten behoeve van het opstellen van zijn begroting voor het komende jaar.

In het geval een betrokkene tijdens het lopende jaar uiteindelijk meer berichten verbruikt dan in de abonnementsklasse die voor hem geldt is toegestaan, dan geldt voor de betrokkene automatisch voor dat gehele jaar een hogere abonnementsklasse, met het daarbij behorende tarief. Voor deze uitwerking is gekozen, omdat door de toename van het aantal verzonden en ontvangen berichten ten opzichte van de eerdere verwachtingen aanvullende kosten zullen moeten worden gemaakt in het kader van de exploitatie van de GBA. Gedacht kan worden aan aanvullende investeringen ten behoeve van de technische infrastructuur of de personele inzet. Deze kosten kunnen middels deze opzet verrekend worden met de betrokkene die deze kosten veroorzaakt. In het geval een betrokkene in het lopende jaar uiteindelijk minder berichten verbruikt dan in het begin van het jaar was verwacht, dan geldt voor deze betrokkene uiteindelijk geen lager tarief dat hoort bij een lagere abonnementsklasse. Het gedurende een lopend jaar overgaan naar een lagere abonnementsklasse is dus niet mogelijk. Hiervoor is gekozen, omdat reeds aan het begin van het jaar op basis van verwachtingen over het aantal te verzenden berichten beslissingen moeten worden genomen over de noodzakelijke investeringen ten behoeve van de exploitatie van het stelsel van de GBA. Reeds op dat moment worden kosten gemaakt in het kader van de investeringen voor dat lopende jaar, waar gedurende het jaar nog maar beperkt wijzigingen in kunnen worden aangebracht. Gedacht kan wederom worden aan investeringen ten behoeve van de technische infrastructuur of de personele inzet. Deze kosten kunnen met deze opzet alsnog verrekend worden. Indien nu blijkt dat een betrokkene feitelijk structureel minder gebruik maakt van de GBA dan dat eerder was verwacht, zal hij in het daaropvolgende jaar worden ingedeeld in een lagere abonnementsklasse met een passende bandbreedte. Vanaf dat volgende jaar geldt voor de betrokkene dan een lager abonnementstarief dat hoort bij de lagere abonnementsklasse.

Aan betrokkene wordt jaarlijks het abonnementstarief in rekening gebracht dat aan de abonnementsklasse is verbonden dat voor dat jaar geldt. Het in rekening te brengen bedrag voor een betrokkene wordt op nul vastgesteld, in het geval voor die betrokkene middelen zijn overgeboekt naar de BZK-begroting. Dit is conform het systeem van budgetfinanciering. Het gaat hier om de uitwerking van de afspraken die in 2008 in het kader van de budgetfinanciering zijn gemaakt. Het is aan de departementen om te bepalen of zij een organisatie onder de budgetfinanciering willen brengen of de budgetfinanciering voor een bepaalde organisatie willen beëindigen.

§ 3. Administratieve lasten

Het model voor het vaststellen van de bijdragen in de kosten van de uitvoering van de Wet GBA brengt geen nieuwe administratieve lasten voor betrokkenen met zich mee. Er worden ten opzichte van het vorige model geen nieuwe activiteiten geïntroduceerd waar administratieve lasten mee zijn verbonden. De onderhavige wijziging van het Besluit GBA heeft derhalve geen gevolgen voor de administratieve lasten voor burgers, bedrijven of medeoverheden.

§ 4. Financiële gevolgen

De financiële gevolgen van het nieuwe model gebaseerd op jaarabonnementen zijn beperkt. Er zijn geen gevolgen voor de Rijksbegroting. De overstap naar het nieuwe model is namelijk budgetneutraal voor het Rijk. Het model is gericht op het verkrijgen van dekking voor de kosten die samenhangen met het beheer van het stelsel van de GBA, alsmede het berichtenverkeer. Deze kosten, alsmede de dekking die daarvoor wordt gevonden middels het model veranderen in beginsel niet met de invoering van het nieuwe model. De overstap is budgetneutraal.

Er zijn geen financiële gevolgen voor organisaties waarvoor een voorziening is getroffen in de begroting van het Ministerie van BZK die in plaats treedt van de bijdrage. Er worden geen wijzigingen aangebracht in de afspraken die in 2008 in het kader van de budgetfinanciering zijn gemaakt.

Voor organisaties waarvoor geen middelen zijn overgeboekt naar de begroting van het Ministerie van BZK zal het systeem van jaarabonnementen alleen dan nadelige financiële gevolgen met zich brengen indien voor betrokkene een abonnementsklasse gaat gelden met een hoger tarief dan voor betrokkene gold op grond van het systeem van tarieffinanciering (op grond van de vastgestelde prijs per netwerkbericht). Voor het merendeel van de betrokkenen geldt echter dat zij geen of enkel positieve financiële consequenties zullen ondervinden van de overstap naar het systeem van jaarabonnementen. Over de financiële gevolgen is binnen het GBA-gebruikersoverleg overleg gevoerd.

§ 5. Inwerkingtreding, consultatie en adviezen

Het besluit treedt – conform het kabinetsstandpunt Vaste VeranderMomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309) – met ingang van 1 januari 2012 in werking. Van de invoeringstermijn van minimaal 2 maanden die geldt op grond van de Vaste Verandermomenten bij de wijziging van wet- en regelgeving wordt in dit geval afgeweken in verband met de publieke nadelen van een vertraging van de invoering van het nieuwe systeem van jaarabonnementen. Het systeem van jaarabonnementen is namelijk in sterke mate verbonden met de jaarindeling van het begrotings- en of boekjaar. Een inwerkingtreding gedurende het jaar zou dit verband doorkruisen. Er heeft vooraf overleg plaatsgevonden met de doelgroep van betrokkenen, via het GBA-gebruikersoverleg. Verder kan worden opgemerkt dat het ontwerpbesluit ter consultatie is aangeboden aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Nederlandse Vereniging van Burgerzaken (NVVB), naar aanleiding waarvan geen aanpassingen nodig waren.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

De Minister van BZK bepaalt de abonnementsstructuur, gelet op de voor het volgende jaar te verwachten kosten, verminderd met het saldo over het vorige jaar en het voor het volgende jaar te verwachten aantal netwerkberichten dat ten laste van de betrokkenen komt. Betrokkenen kunnen binnen de bandbreedte van een bepaalde abonnementsklasse in beginsel vrij gebruik maken van de GBA. Aan elke abonnementsklasse is een bepaald tarief verbonden.

Onderdeel B

In dit onderdeel wordt geregeld dat betrokkenen nu slechts een keer per jaar een bijdrage in rekening wordt gebracht, in tegenstelling tot de maandelijkse verrekening op grond van het oude artikel 7. In het eerste lid is bepaald dat de gebruiker jaarlijks een bijdrage in rekening wordt gebracht voor het vastgestelde tarief dat aan de abonnementsklasse is verbonden. Om te bepalen welke abonnementsklasse en bijbehorend tarief voor een betrokkene geldt, wordt in beginsel gelet op de realisatiecijfers van het voorgaande jaar. Indien het aantal netwerkberichten over het lopende jaar dat ten laste van de betrokkene komt, valt in een hogere abonnementsklasse, brengt de Minister van BZK het abonnementstarief voor het lopende jaar in rekening dat behoort bij die hogere klasse. Deze abonnementsklasse geldt dan voor hem gedurende het gehele lopende jaar. Het gedurende het lopende jaar overstappen naar een lagere klasse is niet mogelijk. Het derde lid regelt dat het in rekening te brengen bedrag voor een gebruiker op nul wordt vastgesteld, voor zover voor die gebruiker door een departement middelen zijn overgeboekt naar de begroting van BZK.

Onderdeel C

In verband met de inwerkingtreding met ingang van 1 januari 2012, deelt de Minister van BZK de abonnementsstructuur voor het jaar 2012 in januari in plaats van september mede aan betrokkenen. Om verwarring te voorkomen is tevens bepaald dat voor de toepassing van artikel 6 voor wat betreft het vaststellen van de abonnementsstructuur voor het jaar 2012 onder «het volgende jaar» verstaan wordt: «het jaar 2012» en onder «het vorige jaar»: het jaar 2010.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven