Wet van 13 december 2010 tot herstel van wetstechnische gebreken en leemten alsmede aanbrenging van andere wijzigingen van ondergeschikte aard in diverse wetsbepalingen op het terrein van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Reparatiewet BZK 2010)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in een aantal wettelijke bepalingen op het terrein van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en op enige aanverwante terreinen enkele wetstechnische gebreken te herstellen alsmede daarin andere wijzigingen van ondergeschikte aard aan te brengen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan het slot van artikel 1:1, derde lid, wordt toegevoegd: , met uitzondering van een voor het leven benoemde ambtenaar werkzaam bij de Raad van State en zijn afdelingen en de Algemene Rekenkamer.

B

In artikel 3:29, derde lid, onderdeel c, wordt «de onderdelen b en c» vervangen door: de onderdelen a en b.

C

In artikel 9:5 wordt «dit hoofdstuk» vervangen door: deze titel.

D

In artikel 9:24, eerste lid, onderdeel b, wordt «artikel 9:11» vervangen door: wettelijk voorschrift.

ARTIKEL II

De Ambtenarenwet wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 2, eerste lid, wordt na «de leden van zelfstandige bestuursorganen aan wie» ingevoegd: een bezoldiging dan wel.

ARTIKEL III

De Financiële-verhoudingswet wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 17b, derde lid, onder b, wordt «krachtens het tweede lid» vervangen door: krachtens het derde lid.

ARTIKEL IV

De Garantiewet burgerlijk overheidspersoneel Indonesië wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 7, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Onze Minister kan het bepaalde in artikel 7, tweede lid, buiten toepassing laten, of daarvan afwijken, zo nodig onder het stellen van voorwaarden, voor zover toepassing ervan zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, gelet op het uitgangspunt van het bieden van waarborgen van het Rijk jegens bepaalde groepen overheidsdienaren, gewezen overheidsdienaren en hun nagelaten betrekkingen.

ARTIKEL V

De Garantiewet militairen K.N.I.L. wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 6, vierde lid, komt te luiden:

  • 4. Onze Minister kan het bepaalde in artikel 6, eerste en tweede lid, buiten toepassing laten, of daarvan afwijken, zo nodig onder het stellen van voorwaarden, voor zover toepassing ervan zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard, gelet op het belang van het bieden van waarborgen van het Rijk ten gunste van de betrokken militairen, beroepsmilitairen, gewezen militairen en hun nagelaten betrekkingen.

ARTIKEL VI

De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 82, vijfde lid, komt te luiden:

  • 5. De artikelen 19 en 21 tot en met 23 zijn van overeenkomstige toepassing op een vergadering van een raadscommissie, met dien verstande dat in artikel 19 voor «burgemeester» wordt gelezen «voorzitter van de raadscommissie» en in artikel 23, vijfde lid, voor «artikel 25» wordt gelezen «artikel 86».

B

In artikel 139, tweede lid, onderdeel b en in artikel 140 wordt «de gemeentesecretarie» vervangen door: het gemeentehuis.

C

Artikel 154f vervalt.

D

In artikel 184a wordt «Rekenkamer» vervangen door: rekenkamer.

E

In artikel 198, tweede lid, wordt «dat de in de jaarrekening opgenomen baten» vervangen door: dat in de jaarrekening opgenomen baten.

F

In artikel 257 vervalt de zinsnede «, zo nodig afwijkende, ».

G

De bijlage, bedoeld in artikel 299, tweede lid, vervalt.

ARTIKEL VII

De Invoeringswet Financiële-verhoudingswet wordt ingetrokken.

ARTIKEL VIII

De Kieswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel H 3, eerste lid, derde volzin, komt te luiden:

De inleveraar doet aan de voorzitter van het hoofdstembureau of het door deze aangewezen lid van dat bureau blijk van zijn identiteit door middel van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

B

Artikel H 4, derde lid, tweede volzin, komt te luiden:

De kiezer overhandigt aan de burgemeester of de ambtenaar een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

C

In artikel H 6, tweede lid, tweede volzin, vervalt in de zinsnede «dat ten hoogste tachtig zetels bedraagt» het woord «zetels».

D

In artikel H 9, derde lid, wordt «geldig legitimatiebewijs» vervangen door: document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

E

Artikel J 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid wordt voor «stembureaus» het woord «de» ingevoegd.

2. Het vijfde lid komt te luiden:

  • 5. Een stembureau als bedoeld in het derde lid is, met uitzondering van een stembureau als bedoeld in artikel J 4a, op de dag van de stemming ten minste acht uur aaneengesloten geopend.

F

In artikel J 7, derde en vierde volzin, wordt na «Onze Minister» telkens ingevoegd: van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

G

In artikel J 7a, derde lid, wordt «bevat» vervangen door: bevatten.

H

Artikel J 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, eerste volzin, wordt «kan worden gedaan» vervangen door: dient te zijn ontvangen.

2. In het derde lid, tweede volzin, vervalt «eerste».

3. In het derde lid, derde volzin, wordt «14» vervangen door: veertien.

4. In het vierde lid wordt «identificatiemiddel» vervangen door: document.

I

In artikel J 20, eerste lid, vervalt de tweede volzin.

J

Artikel J 25 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het zevende lid, tweede volzin, vervalt de zinsnede «neemt het tweede lid van het stembureau de stempas in en».

2. In het elfde lid wordt na «niet echt» toegevoegd: of ongeldig.

K

In artikel K 7 wordt de komma aan het eind van de tweede volzin vervangen door een punt.

L

In artikel L 17, tweede lid, wordt «volmachtnemer» vervangen door: gemachtigde.

M

In artikel N 2, eerste lid, onderdeel b, wordt de zinsnede «die niet voldoen aan de echtheidskenmerken» vervangen door: die niet echt zijn.

N

Artikel N 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De burgemeester stelt tevens het aantal uitgebrachte blanco stemmen en het aantal uitgebrachte ongeldige stemmen vast.

2. Het tweede vierde lid wordt vernummerd tot vijfde lid.

O

In artikel P 20, eerste lid, wordt na de eerste volzin een volzin ingevoegd, luidende:

Het centraal stembureau stelt tevens het aantal uitgebrachte blanco stemmen en het aantal uitgebrachte ongeldige stemmen vast.

P

In artikel Q 6, derde lid, vervalt «en in plaats van «tweede of derde lid van artikel H 3» wordt gelezen: eerste of tweede lid van artikel R 7».

Q

In artikel R 8, derde lid, wordt «geldig legitimatiebewijs» vervangen door: document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.

R

In artikel S 1, vierde lid, wordt «op het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties» vervangen door: bij het centraal stembureau.

S

In artikel V 13, eerste lid, wordt «gedeputeerde staten» vervangen door «de voorzitter van provinciale staten», en wordt «burgemeester en wethouders» vervangen door: de voorzitter van de gemeenteraad.

T

Artikel Y 12, tweede volzin, komt te luiden:

De inlevering van de lijsten geschiedt bij het centraal stembureau bij de voorzitter van het centraal stembureau of bij het door deze aan te wijzen lid van dat bureau.

U

In artikel Y 15, derde lid, wordt «derde lid» vervangen door «vijfde lid» en wordt na «indien de in het eerste lid» ingevoegd: , eerste volzin,.

V

In artikel Y 16 wordt «op het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties» vervangen door: bij het centraal stembureau.

W

De tabel, bedoeld in artikel E 1, eerste lid, van de Kieswet, wordt gewijzigd als volgt:

1. In het gestelde onder kieskring nummer 6 wordt «Kesteren, Maasdriel, Millingen aan de Rijn, Neerijnen, Nijmegen, Tiel, Ubbergen, Lingewaal» vervangen door: Lingewaal, Maasdriel, Millingen aan de Rijn, Neder-Betuwe, Neerijnen, Nijmegen, Tiel, Ubbergen.

2. In het gestelde onder kieskring nummer 17 vervalt «Made,» en wordt na «Dongen,» toegevoegd: Drimmelen,.

ARTIKEL VIIIa

1. Indien het bij koninklijke boodschap van 29 oktober 2009 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Kieswet houdende verhoging van de voorkeurdrempel, beperking van de mogelijkheid tot het aangaan van lijstencombinaties alsmede vaststelling van het tijdstip van de stemming voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer (32 191), tot wet is of wordt verheven, en die wet eerder in werking is getreden of treedt dan onderscheidenlijk op dezelfde datum in werking treedt als deze wet, wordt artikel VIII van deze wet als volgt gewijzigd:

A

Na onderdeel L wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

La

In artikel M 17 vervalt na «Onze Minister van Defensie» het aanhalingsteken.

B

Na onderdeel P worden drie onderdelen ingevoegd, luidende:

Pa

Artikel R 2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin wordt tussen «lijst» en «overgelegd» ingevoegd: wordt.

2. In de tweede volzin wordt «deze verklaringen» vervangen door: deze verklaring.

Pb

In artikel R 5 vervalt na «die voor eenzelfde provincie zijn ingeleverd» het aanhalingsteken.

Pc

In artikel R 7, derde lid, wordt «de door deze aangewezen lid» vervangen door: het door deze aangewezen lid.

C

Na onderdeel Q wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Qa

In het opschrift van hoofdstuk S vervalt: de verbinding,.

D

Na onderdeel R wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ra

Artikel S 3, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. waarbij niet is overgelegd een verklaring als bedoeld in artikel R 2, eerste lid, van een lid van provinciale staten van deze provincie, waarbij buiten beschouwing blijven de verklaringen van een lid van provinciale staten dat meer dan één verklaring heeft ondertekend;

2. Indien het bij koninklijke boodschap van 29 oktober 2009 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Kieswet houdende verhoging van de voorkeurdrempel, beperking van de mogelijkheid tot het aangaan van lijstencombinaties alsmede vaststelling van het tijdstip van de stemming voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer (32 191), tot wet is of wordt verheven, en die wet later in werking treedt dan deze wet, wordt artikel I van die wet als volgt gewijzigd:

A

In onderdeel Ad vervalt na «Onze Minister van Defensie» het aanhalingsteken.

B

In onderdeel Ai wordt artikel R 2 als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin wordt tussen «lijst» en «overgelegd» ingevoegd: wordt.

2. In de tweede volzin wordt «deze verklaringen» vervangen door: deze verklaring.

C

In onderdeel Ba vervalt na «die voor eenzelfde provincie zijn ingeleverd» het aanhalingsteken.

D

In onderdeel Bb wordt «de door deze aangewezen lid» vervangen door: het door deze aangewezen lid.

E

Na onderdeel Bg wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Bh

In het opschrift van hoofdstuk S vervalt: de verbinding,.

F

Onderdeel Cb, derde onderdeel, komt te luiden:

3. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. waarbij niet is overgelegd een verklaring als bedoeld in artikel R 2, eerste lid, van een lid van provinciale staten van deze provincie, waarbij buiten beschouwing blijven de verklaringen van een lid van provinciale staten dat meer dan één verklaring heeft ondertekend;

ARTIKEL IX

De Politiewet 1993 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 47a, zesde lid, laatste volzin, vervalt de zinsnede «, zo nodig afwijkende».

B

In de bijlage, bedoeld in artikel 21, eerste lid, onder het kopje Limburg-Noord, wordt «Posterholt» vervangen door: Ambt Montfort.

ARTIKEL X

De Provinciewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 80, vijfde lid, komt als volgt te luiden:

  • 5. De artikelen 19 en 21 tot en met 23 zijn van overeenkomstige toepassing op een vergadering van een statencommissie, met dien verstande dat in artikel 19 voor «commissaris» wordt gelezen «voorzitter van de statencommissie» en in artikel 23, vijfde lid, voor «artikel 25» wordt gelezen «artikel 91».

B

In artikel 182, eerste lid, onderdeel c vervalt na «artikel 116»: , eerste lid.

C

In artikel 185a wordt «Rekenkamer» vervangen door: rekenkamer.

D

Artikel 228d vervalt.

E

De bijlage, bedoeld in artikel 291, tweede lid, vervalt.

ARTIKEL XI

De Wet financiële voorzieningen privatisering ABP wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 66 wordt «De militair als bedoeld in artikel 28, eerste lid, onderdeel b, onder 3°,» vervangen door: De militair, bedoeld in artikel 28, eerste lid, onderdeel b, onder 2°.

ARTIKEL XII

De Wet gemeenschappelijke regelingen wordt als volgt gewijzigd:

A

De aanhef van artikel 25, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Het algemeen bestuur kan aan een commissie als bedoeld in het eerste lid bevoegdheden van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam overdragen, tenzij de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet. Het algemeen bestuur kan in ieder geval niet overdragen de bevoegdheid tot:

B

In artikel 26, derde lid, wordt «, tweede en derde lid» vervangen door: en tweede lid.

C

De artikelen 33, derde lid, 46, derde lid, 50e, derde lid, 57, vierde lid, 66, vierde lid, 79, vierde lid, en 89, vierde lid, vervallen.

D

Artikel 34a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. de in artikel 17b, derde lid, van de Financiële-verhoudingswet bedoelde opschorting betrekking heeft op de betalingen op grond van artikel 15, eerste lid, Financiële-verhoudingswet aan de gemeenten die aan de regeling deelnemen.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De ingevolge artikel 186, tweede lid, aanhef en onder b, en derde lid, van de Gemeentewet gestelde regels, alsmede het vierde tot en met het achtste lid van dat artikel, zijn van overeenkomstige toepassing op het openbaar lichaam, met dien verstande dat:

    • a. voor het college wordt gelezen: het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam;

    • b. de in artikel 186, achtste lid, van de Gemeentewet bedoelde opschorting betrekking heeft op de betalingen op grond van artikel 15, eerste lid, Financiële-verhoudingswet aan de gemeenten die aan de regeling deelnemen.

E

Artikel 47a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. de in artikel 17b, derde lid, van de Financiële-verhoudingswet bedoelde opschorting betrekking heeft op de betalingen op grond van artikel 15, eerste lid, Financiële-verhoudingswet aan de provincies die aan de regeling deelnemen.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De ingevolge artikel 190, tweede lid, aanhef en onder b, en derde lid, van de Provinciewet gestelde regels, alsmede het vierde tot en met het achtste lid van dat artikel, zijn van overeenkomstige toepassing op het openbaar lichaam, met dien verstande dat:

    • a. voor gedeputeerde staten wordt gelezen: het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam;

    • b. de in artikel 190, achtste lid, van de Provinciewet bedoelde opschorting betrekking heeft op de betalingen op grond van artikel 15, eerste lid, Financiële-verhoudingswet aan de provincies die aan de regeling deelnemen.

F

Artikel 58a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. de in artikel 17b, derde lid, van de Financiële-verhoudingswet bedoelde opschorting betrekking heeft op de betalingen op grond van artikel 15, eerste lid, Financiële-verhoudingswet aan de provincies en gemeenten die aan de regeling deelnemen.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De ingevolge artikel 186, tweede lid, aanhef en onder b, en derde lid, van de Gemeentewet gestelde regels, alsmede het vierde tot en met het achtste lid van dat artikel, zijn van overeenkomstige toepassing op het openbaar lichaam, met dien verstande dat:

    • a. voor het college wordt gelezen: het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam;

    • b. de in artikel 186, achtste lid, van de Gemeentewet bedoelde opschorting betrekking heeft op de betalingen op grond van artikel 15, eerste lid, Financiële-verhoudingswet aan de provincies en gemeenten die aan de regeling deelnemen.

G

Artikel 103f, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Bezwaar of beroep tegen een besluit tot oplegging kan geen grond vinden in bezwaar of beroep tegen het aanwijzingsbesluit.

ARTIKEL XIII

De Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vernummering van het achtste, negende en tiende lid tot het zevende, achtste en negende lid, vervalt het zevende lid van artikel 123.

B

Artikel 125, derde lid, vervalt.

C

Onder vernummering van het vijfde, zesde en zevende lid tot het vierde, vijfde en zesde lid, vervalt het vierde lid van artikel 127.

ARTIKEL XIV

De Wet op de lijkbezorging wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 28, zevende lid, wordt «twintig jaar» telkens vervangen door: tien jaar.

B

Artikel 32 komt te luiden:

Artikel 32

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent de wijze van begraven, de inrichting van het graf, de afstand van de graven onderling, het ruimen van de graven, het verwijderen van grafmonumenten en de teraardebestelling van de overblijfselen der lijken.

C

In artikel 32a wordt na «geplaatst» ingevoegd: of op het gebouw of werk waarin het graf zich bevindt, dan wel, indien is begraven in een grafkelder, op hetgeen daarin of daarop is geplaatst.

D

In artikel 81 komt in onderdeel 1° de tekst tussen «10,» en «, 20» te luiden: 12a, eerste en tweede lid.

E

In artikel 84a worden de jaartallen 2009, 2024 en 2029 vervangen door respectievelijk 2010, 2025 en 2030.

F

Na artikel 84a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 84b

Indien een graf op het tijdstip van inwerkingtreding van dit artikel niet ingevolge deze wet mag worden geruimd, gaat op dat tijdstip hetgeen op dat graf is geplaatst, of het gebouw of werk waarin het graf zich bevindt, dan wel, indien is begraven in een grafkelder, hetgeen daarin of daarop is geplaatst, en door toepassing van artikel 20, eerste lid, aanhef en onder e en f, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek voor de oorspronkelijke rechthebbende verloren is gegaan, over op die oorspronkelijk rechthebbende of diens rechtverkrijgenden onder algemene titel, en is vanaf dat tijdstip artikel 32a daarop van toepassing. Er ontstaat geen verplichting tot vergoeding van enig door deze overgang veroorzaakt vermogensrechtelijk nadeel.

ARTIKEL XV

Indien het bij koninklijke boodschap van 6 juni 2006 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Wet op de Raad van State in verband met de herstructurering van de Raad van State (30 585) tot wet is of wordt verheven en eerder in werking is getreden of treedt dan onderscheidenlijk gelijktijdig in werking treedt met deze wet, wordt de Wet op de Raad van State als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5, eerste lid, onderdeel c, vervalt «, procureur».

B

In artikel 26, derde lid, wordt «Daarbij worden mede openbaar gemaakt het nader rapport en, in voorkomend geval, de aan de Afdeling advisering voorgelegde tekst alsmede het koninklijk besluit» vervangen door: Daarbij worden, in voorkomend geval, mede openbaar gemaakt het nader rapport en de aan de Afdeling advisering voorgelegde tekst alsmede het koninklijk besluit.

C

In artikel 27c, eerste lid, wordt «De vice-president» vervangen door: De voorzitter.

D

In artikel 30a, vierde lid, wordt «raad van state» vervangen door: Raad van State.

ARTIKEL XVI

Indien het bij koninklijke boodschap van 6 juni 2006 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Wet op de Raad van State in verband met de herstructurering van de Raad van State (30 585) tot wet is of wordt verheven en later in werking treedt dan deze wet, wordt die wet als volgt gewijzigd:

Artikel I, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 5, eerste lid, onderdeel c, vervalt «, procureur».

2. In artikel 26, derde lid, wordt «Daarbij worden mede openbaar gemaakt het nader rapport en, in voorkomend geval, de aan de Afdeling advisering voorgelegde tekst alsmede het koninklijk besluit» vervangen door: Daarbij worden, in voorkomend geval, mede openbaar gemaakt het nader rapport en de aan de Afdeling advisering voorgelegde tekst alsmede het koninklijk besluit.

3. In artikel 27c, eerste lid, wordt «De vice-president» vervangen door: De voorzitter.

4. In artikel 30a, vierde lid, wordt «raad van state» vervangen door: Raad van State.

ARTIKEL XVII

De Wet Incompatibiliteiten Staten-Generaal en Europees Parlement wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 4, vierde lid, komt te luiden:

  • 4. Onze betrokken Minister kan, in overeenstemming met Onze betrokken Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, voor betrekkingen die geleidelijk worden opgegeven, ten aanzien van het bedrag dat door toepassing van deze wet wordt aangenomen als de laatstelijk in het ambt genoten bezoldiging, het tweede lid van dit artikel buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de regeling tot betaling van de non-activiteitswedde, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

ARTIKEL XVIII

De Wet op het LSOP en het politieonderwijs wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 22, tweede lid, vervalt de zinsnede «, zo nodig afwijkende».

ARTIKEL XIX

In artikel 11b, tweede lid, onderdeel b, van de Wet Nationale ombudsman wordt «de Tweede Kamer» vervangen door: de beide Kamers der Staten-Generaal.

ARTIKEL XX

De Wet NV SDU wordt ingetrokken.

ARTIKEL XXI

De Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 10, derde lid, 14, vierde lid, 24, vijfde lid, 29, tweede lid, 39, 42, vijfde lid, en 46 vervalt de zinsnede «en, zo nodig, tijdelijk afwijkende».

B

In artikel 41, eerste lid, na onderdeel e, vervalt: «Deze nadere regels kunnen, zo nodig, tijdelijk van de artikelen 3 tot en met 38, de ZW, de WAO, de WW, de Coördinatiewet Sociale Verzekering en de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen afwijken met betrekking tot de wijze waarop het in artikel 4, eerste lid, bedoelde ziekengeld op grond van de ZW, de in artikel 13, eerste of tweede lid, of artikel 23, eerste lid, bedoelde uitkering op grond van de WAO, dan wel de in artikel 20, tweede lid, of artikel 28, tweede lid, bedoelde loonsuppletie of reïntegratie-uitkering op grond van de WAO, dan wel de in artikel 31, eerste, tweede of derde lid, bedoelde uitkering op grond van de WW, wordt vastgesteld.»

C

In artikel 83, vierde lid, vervalt de zinsnede «en, zo nodig, tijdelijk van de Ziektewet of Werkloosheidswet afwijkende».

ARTIKEL XXII

Artikel 12 van de Wet veiligheidsonderzoeken komt te luiden:

Artikel 12

  • 1. Artikel 4, tweede lid, is niet van toepassing in gevallen waarin een persoon met een vertrouwensfunctie wordt belast in het kader van de vervulling van werkelijke dienst in de zin van paragraaf 5 van hoofdstuk 1 van de Kaderwet dienstplicht.

  • 2. In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, wordt het veiligheidsonderzoek niet eerder ingesteld dan twaalf weken voordat de betrokkene dient op te komen voor het vervullen van werkelijke dienst in de zin van paragraaf 5 van hoofdstuk 1 van de Kaderwet dienstplicht. Van het instellen van een veiligheidsonderzoek wordt vooraf mededeling gedaan aan de betrokkene.

ARTIKEL XXIII

Artikel XXI van de Aanpassingswet veiligheidsregio’s wordt als volgt gewijzigd:

A

Onderdeel B komt te luiden:

B

In artikel 5.29, tweede lid, van de Waterwet wordt «crisisplannen» vervangen door: crisisplannen als bedoeld in artikel 16 van de Wet veiligheidsregio’s.

B

Onderdeel C vervalt.

ARTIKEL XXIV

Indien artikel XXI van de Aanpassingswet veiligheidsregio’s eerder in werking is getreden dan deze wet, wordt in artikel 5.29, tweede lid, van de Waterwet «crisisplannen» vervangen door: crisisplannen als bedoeld in artikel 16 van de Wet veiligheidsregio’s.

ARTIKEL XXV

Indien artikel 8 van de Wet ambulancezorg later dan of op hetzelfde tijdstip als dit artikel in werking treedt, wordt artikel XXXIII van de Aanpassingswet veiligheidsregio’s als volgt gewijzigd:

A

In onderdeel B wordt «artikel 5» vervangen door: artikel 6.

B

In de aanhef van onderdeel C wordt «Artikel 27» vervangen door: Artikel 33.

C

In de aanhef van onderdeel D wordt «Artikel 29» vervangen door: Artikel 35.

D

In onderdeel E wordt «artikel 45, vierde lid» vervangen door: artikel 51, vierde lid.

ARTIKEL XXVI

Indien artikel 8 van de Wet ambulancezorg eerder dan dit artikel in werking treedt, wordt de Wet veiligheidsregio’s als volgt gewijzigd:

A

In artikel 6 wordt «de ambulancevervoerders» vervangen door: de Regionale Ambulancevoorziening.

B

Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en derde lid wordt «ambulancevervoerders» telkens vervangen door: Regionale Ambulancevoorzieningen.

2. In het tweede lid vervalt «, ambulancevervoerders» en wordt na «veiligheidsregio» ingevoegd: , de Regionale Ambulancevoorziening.

C

Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «het ambulancevervoer» vervangen door «de ambulancezorg» en wordt na «met dien verstande dat» ingevoegd: de Regionale Ambulancevoorziening zorg draagt voor het in stand houden van de meldkamer voor de daadwerkelijke ambulancezorg, als onderdeel van de meldkamer, en dat.

2. In het tweede lid wordt «het ambulancevervoer» vervangen door: de daadwerkelijke ambulancezorg.

3. In het derde lid, wordt na «overleg met» ingevoegd: het bestuur van de Regionale Ambulancevoorziening en» en wordt «de meldkamer functioneert» vervangen door: uitvoering wordt gegeven aan de eisen, bedoeld in het vierde lid.

4. Onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot vijfde en zesde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. Het bestuur van de veiligheidsregio stelt de eisen vast waaraan de Regionale Ambulancevoorziening met betrekking tot de meldkamer voor de daadwerkelijke ambulancezorg moet voldoen, en brengt deze ter kennis van Onze minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Die eisen hebben betrekking op de locatie, het beleid en beheer, de financiën, de prestaties, de ondersteunende systemen, de voorbereiding op en het daadwerkelijk optreden bij ongevallen, rampen en crises en de samenwerking van ambulancezorg met brandweer, geneeskundige hulpverlening en politie in de meldkamer.

5. In het vijfde lid wordt «ambulancevervoer» vervangen door: ambulancezorg.

6. In het zesde lid wordt «ambulancevervoerders» vervangen door: Regionale Ambulancevoorzieningen.

D

In artikel 51, vierde lid, wordt «de ambulancevervoerders» vervangen door «de Regionale Ambulancevoorziening» en wordt «ambulance-auto’s» vervangen door: ambulances.

ARTIKEL XXVII

De Wet veiligheidsregio’s wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 49, vierde lid, wordt na «toepassing» ingevoegd: , voor zover die gegevens een vertrouwelijk karakter hebben.

B

In artikel 53, tweede lid, wordt «de voorzitter van de veiligheidsregio» vervangen door «de burgemeesters» en vervalt: of de crisisbeheersing.

C

In artikel 45, derde lid, wordt na «rampen» toegevoegd: en crises.

ARTIKEL XXVIII

In artikel 15, tweede lid, van de Uitvoeringswet EGTS-verordening wordt «het register, bedoeld in artikel 10» vervangen door: het register, bedoeld in artikel 11.

ARTIKEL XXIX

  • 1. De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

  • 2. Artikel XXVI werkt terug tot en met het tijdstip waarop artikel 8 van de Wet ambulancezorg in werking is getreden.

ARTIKEL XXX

Deze wet wordt aangehaald als: Reparatiewet BZK 2010.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 13 december 2010

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de elfde januari 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 32 456

Naar boven