Besluit van 8 augustus 2011, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van enkele onderdelen van de wet van 26 februari 2011 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt (Stb. 130) en houdende de toepassing van artikel 37 van de Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 7 juli 2011, nr. WJZ / 11101142;

Gelet op artikel VII van de wet van 26 februari 2011 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt (Stb. 130) en artikel 37 van de Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1. De artikelen I, onderdelen B, onder 1 en 5, C, J, artikelen 26aa tot en met 26ad en 26ah, K, V en Y, en II, onderdelen B, C, E, artikelen 13a tot en met 13d en13h, J en T, van de wet van 26 februari 2011 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt (Stb. 130) treden in werking met ingang van 1 januari 2012.

  • 2. De artikelen I, onderdeel L, en II, onderdeel D, van de wet van 26 februari 2011 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt (Stb. 130) treden in werking met ingang van 1 januari 2013.

  • 3. De artikelen I, onderdelen B, onder 4, G, H, W en Z, en II, onderdelen G, I, L, N, van de wet van 26 februari 2011 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt (Stb. 130) treden in werking met ingang van 1 april 2013.

Artikel 2

Het tijdstip, bedoeld in artikel 37 van de Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie, is 1 januari 2012.

Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 8 augustus 2011

Beatrix

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen

Uitgegeven de drieëntwintigste augustus 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Enkele onderdelen van de wet van 26 februari 2011 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet ter verbetering van de werking van de elektriciteits- en gasmarkt (Stb. 130) (hierna: wet marktmodel) zijn per 1 juli 2011 in werking getreden. Dit besluit ziet op de inwerkingtreding van de overige onderdelen van de wet marktmodel op verschillende momenten. De wet marktmodel is gewijzigd door een novelle (Stb. 2011, 131). De novelle is reeds in werking getreden, maar doordat de novelle uitsluitend de wet marktmodel wijzigt hebben de wijzigingen pas materieel effect als de wet marktmodel in werking treedt. Door de wet marktmodel in werking te laten worden zowel de ongewijzigde als de gewijzigde bepalingen van de wet marktmodel geldend recht.

Op grond van artikel 1, eerste lid, treden de onderdelen van de wet marktmodel met betrekking tot op afstand uitleesbare meetinrichtingen per 1 januari 2012 in werking. Hiermee samenhangend wordt per 1 januari 2012 toepassing gegeven aan artikel 37 van de Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie (artikel 2). De Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie kent enkele bepalingen die zien op meetinrichtingen van kleinverbruikers. Door de inwerkingtreding van de bepalingen over op afstand uitleesbare meters uit de wet marktmodel zou er een overlap in de regelgeving ontstaan. Door toepassing te geven aan artikel 37 van de Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie wordt de werking van die wet beperkt tot grootverbruikers van elektriciteit en gas, waardoor dubbele regulering wordt voorkomen.

Door de starten met de uitrol van op afstand uitleesbare meetinrichtingen kunnen de eerste stappen worden gezet naar de op grond van Europese regelgeving verplichte dekkingsgraad van 80% in 2020. Tevens geeft de periode tot 1 januari 2012 de energiebedrijven de gelegenheid om zich voor te bereiden op de uitrol van op afstand uitleesbare meetinrichtingen.

Voorts treden enkele onderdelen van de wet marktmodel in werking die zien op de wettelijke taak van netbeheerders bij het ter beschikking stellen en beheren van meetinrichtingen voor gas. Door de wettelijke taak voor netbeheerders van gas te introduceren wordt het mogelijk om vanaf 1 januari 2012 het tarief te reguleren op grond van de Regeling meettarieven. Bij elektriciteit is er reeds een gereguleerd tarief op basis van de Regeling meettarieven.

Tot slot treedt het verplichte leveranciersmodel bij kleinverbruiker van elektriciteit en gas per 1 april 2013 in werking. Het leveranciersmodel verbetert de werking van de kleinverbruikersmarkt door het creëren van een gelijk speelveld voor leveranciers ten opzichte van netbeheerders, en door leveranciers zoveel mogelijk het primaire aanspreekpunt te maken voor vragen en klachten van kleinverbruikers. De periode tot 1 april 2013 geeft de energiebedrijven de gelegenheid om de vereiste aanpassingen in hun werkprocessen en hun onderlinge communicatie door te voeren. Er is niet voor inwerkingtreding op 1 januari gekozen, omdat op die datum veel andere administratieve handelingen gedaan moeten worden in verband met klanten die naar een andere leverancier overstappen en eindafrekeningen. Tot de inwerkingtreding van het verplichte leveranciersmodel is het ook van belang dat er zo veel mogelijk een gelijk speelveld is. In dat licht is artikel V van de wet marktmodel van belang. Artikel V van de wet marktmodel bepaalt dat elke organisatie, anders dan de netbeheerder, die de facturering en inning van de aan de netbeheerder verschuldigde bedragen verzorgt richting de afnemer (zijnde in ieder geval Shared Service Centra en leveranciers), een gelijke vergoeding ontvangt van deze netbeheerder.

Bij de inwerkingtreding van de onderdelen van de wet marktmodel betreffende het leveranciersmodel wordt afgeweken van het beleid inzake de vaste verandermomenten. De wet marktmodel is wel binnen de vereiste termijn van twee maanden voor de inwerkingtreding gepubliceerd, maar de onderdelen treden niet op 1 januari of 1 juli in werking. De redenen hiervoor zijn hierboven toegelicht. Afwijking van de vaste verandermomenten is in dit geval toegestaan, omdat het overwegende voordelen voor afnemers, energiebedrijven of de overheid heeft terwijl er geen nadelen zijn aan het afwijken van de vaste verandermomenten (uitzonderingsgrond 1).

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen

Naar boven