Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Financiën | Staatsblad 2011, 357 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Financiën | Staatsblad 2011, 357 | Wet |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat richtlijn nr. 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) (herschikking) (PbEU L 302) en de daarbij behorende uitvoeringsrichtlijnen in Nederland dienen te worden geïmplementeerd;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In alfabetische volgorde worden zeven definities ingevoegd, luidende:
een fusie tussen instellingen voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland indien ten minste een van de betrokken beheerders op grond van artikel 2:123, vijfde lid, rechten van deelneming kan aanbieden in een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland in een andere lidstaat;
een instelling voor collectieve belegging in effecten die ten minste 85 procent van het beheerd vermogen belegt in rechten van deelneming in een master-instelling voor collectieve belegging in effecten;
een fusie tussen
a. een instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland en een instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in een andere lidstaat; of
b. instellingen voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland die opgaan in een nieuw op te richten instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in een andere lidstaat;
richtlijn nr. 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) (PbEU L 302);
een instelling voor collectieve belegging in effecten die:
a. ten minste een feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten onder haar deelnemers heeft;
b. zelf geen feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten is; en
c. niet belegt in rechten van deelneming in een feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten;
een administratief afgescheiden gedeelte van het vermogen van een beleggingsinstelling waarvoor een separaat beleggingsbeleid wordt gevoerd en waarin specifiek voor dat gedeelte ter collectieve belegging gevraagde of verkregen gelden of andere goederen zijn of worden opgenomen teneinde de deelnemers in de opbrengst van de beleggingen te doen delen onder specifiek voor dat gedeelte geldende voorwaarden;
verordening (EU) nr. 584/2010 van de Europese Commissie van 1 juli 2010 tot uitvoering van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie wat betreft de vorm en inhoud van de gestandaardiseerde kennisgeving en icbe-verklaring, het gebruik van elektronische communicatie tussen bevoegde autoriteiten voor kennisgevingsdoeleinden, alsook procedures voor onderzoeken en verificaties ter plaatse en de uitwisseling van informatie tussen bevoegde autoriteiten (PbEU L 176);
2. In de definitie van deposito wordt «artikel 22, vierde lid, van de richtlijn beleggingsinstellingen» vervangen door: artikel 52, vierde lid, van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen.
2a. De definitie van financiële dienst wordt als volgt gewijzigd:
1. De onderdelen c tot en met h worden geletterd d tot en met i.
2. Er wordt na onderdeel b een onderdeel ingevoegd, luidende:
c. beheren van een instelling voor collectieve belegging in effecten.
3. De definitie van instelling voor collectieve belegging in effecten komt te luiden:
a. een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen;
b. een feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten; of
c. een master-instelling voor collectieve belegging in effecten die ten minste twee feeder-instellingen voor collectieve belegging in effecten als deelnemer heeft en waarvan de rechten van deelneming verhandelbaar zijn en op verzoek van de deelnemers ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald;.
4. De definitie van richtlijn beleggingsinstellingen vervalt.
B
Artikel 1:12 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt de zinsnede «4:26, eerste en zesde lid» vervangen door: 4:26, eerste en achtste lid.
2. Onder vernummering van het vierde tot en met zevende lid tot vijfde tot en met achtste lid, wordt na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:
4. Het eerste lid is niet van toepassing op master-instellingen voor collectieve belegging in effecten die ten minste twee feeder-instellingen voor collectieve belegging in effecten als deelnemer hebben en waarvan de rechten van deelneming verhandelbaar zijn en op verzoek van de deelnemers ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald.
3. In het achtste lid (nieuw) wordt de zinsnede «vierde en vijfde lid» vervangen door: vijfde en zesde lid.
C
Artikel 1:13 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt na «2:71,» ingevoegd: 2:72,.
2. Het vierde lid komt te luiden:
4. De zetel van een beleggingsfonds, niet zijnde een instelling voor collectieve belegging in effecten, bevindt zich in de staat van de zetel van zijn beheerder.
3. Na het vijfde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Het ingevolge deze wet bepaalde ten aanzien van een beleggingsinstelling of een beleggingsfonds is van overeenkomstige toepassing op een subfonds.
D
In artikel 1:14, onderdeel a, wordt «richtlijn beleggingsinstellingen» telkens vervangen door: herziene richtlijn beleggingsinstellingen.
D1
In artikel 1:25a, tweede lid, wordt «1:56, eerste, tweede en vierde lid» vervangen door «1:56, eerste, tweede en vijfde lid» en wordt «1:58, eerste tot en met derde lid» vervangen door: 1:58, eerste tot en met vierde lid.
E
In artikel 1:47, tweede lid, onderdeel c, wordt «artikel 1:58, tweede lid» vervangen door: artikel 1:58, tweede en derde lid.
F
Artikel 1:51 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt de zinsnede «het verzoek betrekking heeft op een beleggingsonderneming» vervangen door: het verzoek betrekking heeft op een beheerder van een instelling voor collectieve belegging in effecten, een beleggingsonderneming of een instelling voor collectieve belegging in effecten.
2. In het vierde lid wordt de zinsnede «haar met redenen omklede besluit» vervangen door: haar met redenen omklede beslissing.
G
Na artikel 1:51a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De toezichthouder verstrekt eigener beweging aan de betrokken toezichthoudende instanties van andere lidstaten onverwijld alle informatie die voor de vervulling van de taak van die toezichthoudende instanties op grond van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen nodig is.
2. De Autoriteit Financiële Markten verstrekt onverwijld aan de toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de instelling voor collectieve belegging in effecten informatie over onregelmatigheden bij de beheerder met zetel in Nederland, die van wezenlijke invloed kunnen zijn op een goede taakuitoefening door de beheerder met betrekking tot de instelling voor collectieve belegging in effecten en over het niet voldoen door de beheerder aan hetgeen ingevolge deze wet is bepaald.
3. De Autoriteit Financiële Markten verstrekt onverwijld aan de toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de beheerder informatie over onregelmatigheden bij de instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland, die van wezenlijke invloed kunnen zijn op een goede taakuitoefening door de beheerder met zetel in een andere lidstaat of op het door de beheerder kunnen voldoen aan de eisen van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen.
4. De Autoriteit Financiële Markten stelt de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat in kennis van wijzigingen van de gegevens, bedoeld in artikel 2:122, tweede lid, of van een wijziging van het beleggerscompensatiestelsel.
H
In artikel 1:55 wordt, onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:
3. Indien de toezichthouder ten behoeve van het toezicht op een beheerder van een instelling voor collectieve belegging in effecten of een instelling voor collectieve belegging in effecten, gegevens of inlichtingen wenst te verifiëren of een onderzoek wenst te verrichten bij een in een andere lidstaat gevestigde onderneming kan zij in overeenstemming met de artikelen 6 tot en met 11 van de uitvoeringsverordening instellingen voor collectieve belegging in effecten:
a. de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat verzoeken om bij die onderneming gegevens of inlichtingen te verifiëren of te onderzoeken; of
b. na instemming van de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat zelf bij die onderneming gegevens of inlichtingen verifiëren of doen verifiëren of een onderzoek verrichten of doen verrichten.
I
In artikel 1:56 wordt, onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot vierde tot en met zesde lid, een lid ingevoegd, luidende:
3. Indien een toezichthoudende instantie van een andere lidstaat ten behoeve van het toezicht op de naleving van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen bij een in Nederland gevestigde onderneming gegevens of inlichtingen wenst te verifiëren of een onderzoek te verrichten, kan zij de Autoriteit Financiële Markten verzoeken dat te doen. De Autoriteit Financiële Markten geeft aan dit verzoek gevolg of geeft de toezichthoudende instantie gelegenheid gegevens of inlichtingen te verifiëren, te doen verifiëren of een onderzoek te verrichten of doen verrichten.
J
Artikel 1:56b, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «tot een beleggingsonderneming» vervangen door: tot een beheerder van een instelling voor collectieve belegging in effecten, een beleggingsonderneming of een instelling voor collectieve belegging in effecten.
2. In het tweede lid wordt de zinsnede «haar met redenen omklede besluit» vervangen door: haar met redenen omklede beslissing.
K
Artikel 1:58 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede «beheerder van een instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in een andere lidstaat» vervangen door: beheerder met zetel in een andere lidstaat van een instelling voor collectieve belegging in effecten.
2. Onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot vierde tot en met zesde lid, wordt na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:
3. De toezichthouder kan, onverminderd de artikelen 1:79 en 1:80, en na de toezichthoudende instantie van de lidstaat waar de beheerder zijn zetel heeft daarvan in kennis te hebben gesteld, het besluit nemen dat de betrokken beheerder niet langer een bepaalde instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland mag beheren, indien deze niet voldoet aan hetgeen ingevolge deze wet is bepaald:
a. in weerwil van de maatregelen, getroffen door de toezichthoudende instantie van de lidstaat waar de beheerder zijn zetel heeft;
b. in het geval deze maatregelen ontoereikend zijn; of
c. in het geval de toezichthoudende instantie, bedoeld in onderdeel a, geen maatregelen heeft getroffen.
3. Het vierde lid (nieuw) komt te luiden:
4. De toezichthouder doet van een op grond van het tweede en derde lid genomen besluit mededeling in de Staatscourant zodra de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep is ingesteld, zodra onherroepelijk op het beroep is beslist.
4. In het vijfde lid (nieuw) wordt onder verlettering van de onderdelen b en c tot c en d, een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
b. betaaldienstverleners, met dien verstande dat onder bijkantoor mede wordt verstaan betaaldienstagent of persoon aan wie werkzaamheden zijn uitbesteed;.
5. Het zesde lid (nieuw) vervalt.
K1
In de artikelen 1:58a, derde lid, 1:58b, derde lid, en 1:58c, vierde lid, wordt telkens «artikel 1:58, derde lid» vervangen door: artikel 1:58, vierde lid.
K2
In artikel 1:58d, tweede lid, wordt «artikel 1:58, tweede en derde lid» vervangen door: artikel 1:58, tweede en vierde lid.
L
Na artikel 1:59 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De Autoriteit Financiële Markten stelt een feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland onverwijld in kennis van de genomen besluiten, getroffen maatregelen en geconstateerde overtredingen van hetgeen ingevolge de artikelen 4:57a tot en met 4:57c, 4:61, 4:61a en 4:61b, is bepaald en alle meldingen op grond van artikel 4:27 die betrekking hebben op de master-instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland waarin de feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten deelneemt of, indien van toepassing, de beheerder, bewaarder of accountant van de master-instelling voor collectieve belegging in effecten.
2. De Autoriteit Financiële Markten doet aan de toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten onverwijld mededeling van de genomen besluiten, getroffen maatregelen en geconstateerde overtredingen van hetgeen ingevolge de artikelen 4:57a tot en met 4:57c, 4:61, 4:61a en 4:61b, is bepaald en alle meldingen op grond van artikel 4:27 die betrekking hebben op de master-instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland of, indien van toepassing, haar accountant, beheerder, of bewaarder. De Autoriteit Financiële Markten zendt een afschrift van de mededeling aan de feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten.
M
Na artikel 1:60 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De Autoriteit Financiële Markten raadpleegt de toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de beheerder alvorens zij besluit niet in te stemmen met de aanvraag, bedoeld in artikel 2:72, tweede lid.
2. De Autoriteit Financiële Markten verstrekt binnen tien werkdagen op verzoek van de toezichthoudende instantie van de lidstaat waar een beheerder met zetel in Nederland voornemens is een instelling voor collectieve belegging in effecten te beheren nadere informatie met betrekking tot:
a. de reikwijdte van de verleende vergunning aan de beheerder;
b. afspraken met betrekking tot het uitbesteden van werkzaamheden, bedoeld in artikel 4:16; of
c. de overeenkomst inzake beheer en bewaring, bedoeld in artikel 4:43.
N
In artikel 1:61 worden onder vernummering van het tweede lid tot vijfde lid, drie leden ingevoegd, luidende:
2. De Autoriteit Financiële Markten raadpleegt de toezichthoudende instantie van de lidstaat waar de beheerder met zetel in Nederland vanuit een bijkantoor of via het verrichten van diensten zijn werkzaamheden verricht alvorens de vergunning van de beheerder, bedoeld in artikel 2:65, in te trekken.
3. De Autoriteit Financiële Markten stelt de toezichthoudende instantie van de lidstaat waar de beheerder vanuit een bijkantoor of via het verrichten van diensten zijn werkzaamheden verricht, in kennis van een wijziging van de aan de beheerder verleende vergunning en van eventuele beperkingen met betrekking tot de typen instellingen voor collectieve belegging in effecten die de beheerder mag beheren.
4. De Autoriteit Financiële Markten stelt de toezichthoudende instantie van de lidstaat waar rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland vanuit een bijkantoor of door middel van het verrichten van diensten worden aangeboden en, indien de beheerder van een instelling voor collectieve belegging in effecten zijn zetel in een andere lidstaat heeft, de toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de beheerder in kennis van de intrekking van een verleende vergunning als bedoeld in artikel 2:65 en van andere maatregelen die jegens de instelling voor collectieve belegging in effecten zijn genomen.
N1
In artikel 1:66, tweede lid, wordt «artikel 1:58, tweede en derde lid» vervangen door: artikel 1:58, tweede en vierde lid.
N2
In artikel 1:67, tweede lid, wordt «artikel 1:58, derde lid» vervangen door: artikel 1:58, vierde lid.
O
Artikel 1:71, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt na «als bedoeld in artikel» ingevoegd: 2:72,.
2. Onderdeel c komt te luiden:
c. het aantal en de aard van de gevallen waarin hij een besluit heeft genomen als bedoeld in artikel 1:58, tweede en derde lid, ten aanzien van een beheerder van een instelling voor collectieve belegging in effecten of een beleggingsonderneming of kredietinstelling die een bijkantoor in Nederland heeft.
P
In artikel 1:94 wordt «artikel 1:58, tweede lid» vervangen door: artikel 1:58, tweede en derde lid.
Q
Artikel 1:97, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «artikel 1:58, tweede lid» vervangen door: artikel 1:58, tweede en derde lid.
2. In onderdeel c wordt «4:60, vijfde lid» vervangen door: 4:60, vierde lid.
R
Artikel 1:102 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
4. In afwijking van het derde lid beslist de toezichthouder binnen acht weken op een aanvraag van een vergunning voor een instelling voor collectieve belegging in effecten.
S
In artikel 1:107, tweede lid, onderdeel a, onder 5°, wordt «artikel 1:58, tweede lid» vervangen door: artikel 1:58, tweede en derde lid.
T
Na artikel 1:109a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De Autoriteit Financiële Markten publiceert op haar website in een taal die in de internationale financiële kringen gebruikelijk is:
a. de informatie, bedoeld in artikel 30 van de richtlijn 2010/42/EU van de Europese Commissie van 1 juli 2010 tot uitvoering van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie ten aanzien van sommige bepalingen betreffende fusies van fondsen, master-feeder constructies en de kennisgevingsprocedure (PbEU L 176); en
b. alle actuele regelgeving, administratieve procedures en overige informatie die relevant is voor het aanvragen van een vergunning voor een instelling voor collectieve belegging in effecten en het aanbieden van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging in effecten.
2. De Autoriteit Financiële Markten publiceert de informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, in de vorm van een verhalende beschrijving en een reeks van referenties of links naar brondocumenten.
U
Artikel 2:66, derde lid, komt te luiden:
3. Artikel 2:65, eerste en tweede lid, is niet van toepassing op het aanbieden van rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in een andere lidstaat indien is voldaan aan artikel 93 van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen en de beheerder of instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in een andere lidstaat een mededeling van de toezichthoudende instantie van de desbetreffende lidstaat heeft ontvangen als bedoeld in artikel 93, derde lid, van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen.
V
In artikel 2:67, tweede lid, onderdeel c, wordt «artikel 4:57» vervangen door: artikel 4:57, eerste lid,.
W
Artikel 2:68, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel c wordt «artikel 4:57» vervangen door: artikel 4:57, eerste lid,.
2. Onderdeel f vervalt.
3. Onder verlettering van de onderdelen g, h en i, tot onderdelen f, g en h wordt in onderdeel f «artikel 4:60, vierde lid» vervangen door: artikel 4:60, derde lid.
X
Artikel 2:69, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel e wordt «artikel 4:57» vervangen door: artikel 4:57, eerste lid,.
2. Onderdeel h vervalt.
3. Onder verlettering van onderdeel i tot onderdeel h, wordt in onderdeel h «artikel 4:60, vierde lid» vervangen door: artikel 4:60, derde lid.
Y
Artikel 2:70 komt te vervallen.
Z
Artikel 2:71, eerste lid, komt te luiden:
1. Een beheerder met zetel in een andere lidstaat kan overgaan tot het voor de eerste maal vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor beheren van een instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland of het aanbieden van rechten van deelneming in een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in een andere lidstaat:
a. onmiddellijk na ontvangst van de mededeling daartoe van de Autoriteit Financiële Markten; of
b. twee maanden na ontvangst van de mededeling van de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat van doorzending van de kennisgeving van het voornemen aan de Autoriteit Financiële Markten.
AA
Artikel 2:72 komt te luiden:
1. Onverminderd de artikelen 2:65, eerste lid, aanhef en onderdeel a, of tweede lid, 2:67, tweede lid, en 2:69 met betrekking tot de aanvraag van een vergunning voor een instelling voor collectieve belegging in effecten gaat een beheerder met zetel in een andere lidstaat die voornemens is een instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland te beheren, daartoe slechts over nadat de Autoriteit Financiële Markten met het voornemen heeft ingestemd.
2. De aanvraag van instemming geschiedt onder opgave van:
a. de overeenkomst met de bewaarder inzake beheer en bewaring, bedoeld in de artikelen 23, vijfde lid, en 33, vijfde lid, van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen; en
b. gemaakte afspraken met betrekking tot het uitbesteden van de werkzaamheden, bedoeld in bijlage II van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen.
3. Indien de beheerder, bedoeld in het eerste lid, al een zelfde soort instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland beheert, volstaat een verwijzing naar de reeds verstrekte gegevens.
4. De Autoriteit Financiële Markten stemt, na ontvangst van de gegevens, bedoeld in het tweede lid, in met een voornemen als bedoeld in het eerste lid, tenzij:
a. de beheerder geen vergunning heeft voor het beheer van de desbetreffende instelling voor collectieve belegging in effecten; of
b. de beheerder of de instelling voor collectieve belegging in effecten niet zal kunnen voldoen aan het ingevolge het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen bepaalde.
AB
Artikel 2:122 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Een beheerder die een vergunning als bedoeld in artikel 2:65, eerste lid, aanhef en onderdeel a, of tweede lid, heeft en voornemens is voor de eerste maal vanuit een in een andere lidstaat gelegen bijkantoor een instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in de desbetreffende lidstaat te beheren of rechten van deelneming in door hem beheerde instellingen voor collectieve belegging in effecten in die lidstaat aan te bieden, gaat daartoe slechts over indien de Autoriteit Financiële Markten met het voornemen heeft ingestemd.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Een beheerder kan overgaan tot het vanuit het bijkantoor beheren van een instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in de desbetreffende lidstaat of het aanbieden van rechten van deelneming in door hem beheerde instellingen voor collectieve belegging in effecten onmiddellijk na ontvangst van een mededeling van de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat of twee maanden na ontvangst van het afschrift van het besluit tot instemming van de Autoriteit Financiële Markten, bedoeld in artikel 2:124, derde lid.
AC
Na artikel 2:122 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Een beheerder die een vergunning als bedoeld in artikel 2:65, eerste lid, aanhef en onderdeel a, of tweede lid, heeft en voornemens is voor de eerste maal door middel van het verrichten van diensten een instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in een andere lidstaat te beheren of rechten van deelneming in door hem beheerde instellingen voor collectieve belegging in effecten in een andere lidstaat aan te bieden, gaat daartoe slechts over indien hij van dit voornemen kennis heeft gegeven aan de Autoriteit Financiële Markten.
2. De kennisgeving geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
3. De Autoriteit Financiële Markten doet binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving van het voornemen daarvan mededeling aan de toezichthoudende instantie van de lidstaat waar de beheerder voornemens is de werkzaamheden te verrichten. De Autoriteit Financiële Markten zendt een afschrift van de mededeling aan de beheerder.
4. De mededeling, bedoeld in het derde lid, bevat tevens:
a. gegevens omtrent de toepasselijkheid van het beleggerscompensatiestelsel;
b. een verklaring dat de beheerder over een vergunning beschikt op grond van de artikelen 6, 7 en 8 van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen; en
c. een beschrijving van de reikwijdte van de vergunning en eventuele beperkingen met betrekking tot de typen instellingen voor collectieve belegging in effecten die de beheerder mag beheren of waarvan hij rechten van deelneming mag aanbieden.
AD
Artikel 2:123 komt te luiden:
1. Een beheerder die een vergunning als bedoeld in artikel 2:65, eerste lid, aanhef en onderdeel a, of tweede lid, heeft en voornemens is rechten van deelneming in een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland in een andere lidstaat aan te bieden gaat daartoe slechts over indien hij van dit voornemen kennis heeft gegeven aan de Autoriteit Financiële Markten.
2. De kennisgeving geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens en op de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen wijze.
3. De beheerder houdt de gegevens, bedoeld in het tweede lid, en eventuele vertalingen daarvan beschikbaar op een website en actualiseert de gegevens zodra daartoe aanleiding bestaat. De beheerder stelt de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat in kennis van de website waar de gegevens zijn te raadplegen en zorgt ervoor dat de desbetreffende toezichthoudende instantie toegang tot die website heeft.
4. De kennisgeving en de gegevens, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden opgesteld in een taal die in de internationale financiële kringen gebruikelijk is of in een officiële taal van de betrokken lidstaten indien de Autoriteit Financiële Markten en de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat daarmee instemmen.
5. De beheerder kan overgaan tot het aanbieden van rechten van deelneming in een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging in effecten na ontvangst van de mededeling, bedoeld in artikel 2:124a, derde lid.
AE
Artikel 2:124 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:
De zinsnede «rechten van deelneming in door hem beheerde instellingen voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland aan te bieden» wordt vervangen door: een instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in de desbetreffende lidstaat te beheren of rechten van deelneming in door hem beheerde instellingen voor collectieve belegging in effecten aan te bieden.
2. Het vierde lid komt te luiden:
4. De mededeling, bedoeld in het derde lid, bevat tevens:
a. gegevens omtrent de toepasselijkheid van het beleggerscompensatiestelsel;
b. een verklaring dat de beheerder over een vergunning beschikt op grond van de artikelen 6, 7 en 8 van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen; en
c. een beschrijving van de reikwijdte van de vergunning en eventuele beperkingen met betrekking tot de typen instellingen voor collectieve belegging in effecten die de beheerder mag beheren.
3. Het vijfde lid vervalt.
AF
Na artikel 2:124 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De Autoriteit Financiële Markten zendt binnen tien werkdagen na ontvangst van de kennisgeving en de gegevens, bedoeld in artikel 2:123, tweede lid, deze gegevens door naar de toezichthoudende instantie van de lidstaat waar de beheerder voornemens is rechten van deelneming in een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging in effecten aan te bieden. De doorzending geschiedt op de in de artikelen 3, 4 en 5 van de uitvoeringsverordening instellingen voor collectieve belegging in effecten voorgeschreven wijze.
2. De Autoriteit Financiële Markten voegt bij de kennisgeving en de gegevens een verklaring dat de instelling voor collectieve belegging in effecten voldoet aan de herziene richtlijn beleggingsinstellingen. De verklaring wordt opgesteld op de in artikel 2 van de uitvoeringsverordening instellingen voor collectieve belegging in effecten voorgeschreven wijze, en in een taal die in de internationale financiële kringen gebruikelijk is of in de officiële taal van de betrokken lidstaten indien de Autoriteit Financiële Markten en de toezichthoudende instantie van de andere lidstaat daarmee instemmen.
3. De Autoriteit Financiële Markten doet onverwijld na de doorzending, bedoeld in het eerste lid, daarvan mededeling aan de beheerder van de instelling voor collectieve belegging in effecten.
4. De Autoriteit Financiële Markten beschikt over een e-mailadres ten behoeve van de ontvangst van de kennisgeving en de gegevens, bedoeld in artikel 2:123, tweede lid, en wijzigingen in de gegevens, bedoeld in artikel 93, tweede lid, van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen.
AG
Artikel 3:17, derde lid, komt te luiden:
3. Onverminderd artikel 4:14 is het tweede lid, aanhef en onderdeel c, van overeenkomstige toepassing op beheerders van een beleggingsinstelling, niet zijnde een instelling voor collectieve belegging in effecten, met zetel in Nederland die rechten van deelneming in Nederland aanbiedt, beheerders met zetel in Nederland van een instelling voor collectieve belegging in effecten, beleggingsinstellingen met zetel in Nederland die rechten van deelneming in Nederland aanbieden, beleggingsondernemingen met zetel in Nederland die beleggingsdiensten verlenen of beleggingsactiviteiten verrichten in Nederland en bewaarders die zijn verbonden aan een beleggingsinstelling met zetel in Nederland die rechten van deelneming in Nederland aanbiedt.
AH
Artikel 3:53, eerste lid, komt te luiden:
1. Een beheerder van een beleggingsinstelling, niet zijnde een instelling voor collectieve belegging in effecten, met zetel in Nederland die rechten van deelneming in Nederland aanbiedt, een beheerder met zetel in Nederland van een instelling voor collectieve belegging in effecten, een beleggingsonderneming met zetel in Nederland die beleggingsdiensten verleent of beleggingsactiviteiten verricht in Nederland, een betaalinstelling, een bewaarder die is verbonden aan een beleggingsinstelling met zetel in Nederland waarvan rechten van deelneming in Nederland worden aangeboden, een clearinginstelling, een entiteit voor risico-acceptatie, kredietinstelling, pensioenbewaarder, premiepensioeninstelling of verzekeraar met zetel in Nederland beschikt over een minimumbedrag aan eigen vermogen.
AI
In artikel 3:57, eerste lid, wordt de zinsnede «Een beheerder van een instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland die rechten van deelneming in Nederland aanbiedt» vervangen door: Een beheerder met zetel in Nederland van een instelling voor collectieve belegging in effecten.
AJ
Artikel 4:8 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. beheerders met zetel in een andere lidstaat die geen instellingen voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland beheren of rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging in effecten in Nederland aanbieden, instellingen voor collectieve belegging in effecten met zetel in een andere lidstaat en de eventueel aan die instellingen verbonden bewaarders;.
2. Onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot vierde tot en met zesde lid, worden na het eerste lid twee leden ingevoegd, luidende:
2. Deze afdeling, met uitzondering van artikel 4:11, is niet van toepassing op beheerders met zetel in een andere lidstaat die vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor instellingen voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland beheren of rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging in effecten in Nederland aanbieden.
3. Deze afdeling is niet van toepassing op beheerders met zetel in een andere lidstaat die via het verrichten van diensten instellingen voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland beheren of rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging in effecten in Nederland aanbieden.
AK
Artikel 4:12 wordt als volgt gewijzigd:,
1. Het eerste lid, aanhef en onderdeel a, komt te luiden:
1. De artikelen 4:13, 4:14, 4:16 en 4:17 zijn niet van toepassing op:
a. beheerders met zetel in een andere lidstaat van een instelling voor collectieve belegging in effecten die geen instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland beheren of rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging in effecten in Nederland aanbieden, instellingen voor collectieve belegging in effecten met zetel in een andere lidstaat en de eventueel aan die instellingen verbonden bewaarders;.
2. Na het vijfde lid worden twee leden toegevoegd, luidende:
6. De artikelen 4:13, 4:14, 4:16 en 4:17 zijn niet van toepassing op beheerders met zetel in een andere lidstaat die via het verrichten van diensten instellingen voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland beheren of rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging in effecten in Nederland aanbieden.
7. Artikel 4:13 is niet van toepassing op beheerders met zetel in een andere lidstaat die vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor instellingen voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland beheren of rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging in effecten in Nederland aanbieden.
AL
Artikel 4:17, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid, onderdeel a, vervalt.
2. Het tweede lid, onderdelen b en c, worden vernummerd tot onderdelen a en b.
AM
Artikel 4:26 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. Een beheerder of beleggingsonderneming meldt wijzigingen met betrekking tot onderwerpen waarover ingevolge artikel 2:122, tweede lid, 2:122a, tweede lid, 2:127, tweede lid, of 2:129, eerste lid, verstrekking van gegevens is voorgeschreven aan de Autoriteit Financiële Markten en aan de toezichthoudende instantie van de lidstaat waar die financiële onderneming financiële diensten verleent.
2. Onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot vijfde tot en met achtste lid, worden na het tweede lid twee leden ingevoegd, luidende:
3. Een beheerder meldt wijzigingen met betrekking tot onderwerpen waarover ingevolge artikel 2:72, tweede lid, verstrekking van gegevens is voorgeschreven aan de Autoriteit Financiële Markten.
4. Een beheerder meldt wijzigingen met betrekking tot onderwerpen waarover ingevolge artikel 2:123, tweede lid, verstrekking van gegevens is voorgeschreven aan de toezichthoudende instantie van de lidstaat waar de beheerder financiële diensten verleent.
AN
Artikel 4:38 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Deze paragraaf, met uitzondering van de artikelen 4:53, aanhef en onderdeel b, en 4:62, is niet van toepassing op beheerders met zetel in een andere lidstaat die via het verrichten van diensten instellingen voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland beheren of rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging in effecten in Nederland aanbieden, instellingen voor collectieve belegging in effecten met zetel in een andere lidstaat en de eventueel aan die instellingen verbonden bewaarders.
2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
2. Deze paragraaf, met uitzondering van de artikelen 4:53, aanhef en onderdeel b, 4:59a tot en met 4:59e en 4:62, is niet van toepassing op beheerders met zetel in een andere lidstaat die vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor instellingen voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland beheren of rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging in effecten in Nederland aanbieden.
AO
Artikel 4:41 komt te luiden:
AP
Aan artikel 4:44 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Het tweede lid is niet van toepassing op subfondsen.
AQ
Aan artikel 4:45 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Het eerste tot en met vierde lid zijn niet van toepassing op beleggingsmaatschappijen waarop richtlijn nr. 1977/91/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 13 december 1976 betreffende de oprichting van de naamloze vennootschap, als ook de instandhouding en wijziging van haar kapitaal (PbEG L 26) van toepassing is.
AR
In artikel 4:47, vierde en vijfde lid, wordt telkens de zinsnede «drie maanden zijn verstreken» vervangen door: een maand is verstreken.
AS
In artikel 4:49 wordt, onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot vierde tot en met zevende lid, na het tweede lid een lid ingevoegd, luidende:
3. Indien een beleggingsinstelling bestaat uit subfondsen, neemt de beheerder de specifiek voor een subfonds geldende voorwaarden op in het prospectus van de beleggingsinstelling.
AT
Artikel 4:51 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het vierde tot en met zesde lid tot vijfde tot en met zevende lid, wordt na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:
4. Indien een beleggingsinstelling bestaat uit subfondsen, neemt de beheerder of de beleggingsinstelling de relevante financiële gegevens met betrekking tot de subfondsen op in de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens, bedoeld in het eerste lid, en de halfjaarcijfers, bedoeld in het tweede lid, van de beleggingsinstelling.
2. In het zesde lid (nieuw) wordt de zinsnede «of van het op grond van het vierde lid bepaalde» vervangen door: of van het op grond van het vijfde lid bepaalde.
3. In het zevende lid (nieuw) wordt de zinsnede «Het eerste tot en met het vijfde lid» vervangen door: Het eerste tot en met het zesde lid.
AU
Na artikel 4:55a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Indien een beheerder van een master-instelling voor collectieve belegging in effecten de inkoop, terugbetaling of inschrijving van rechten van deelneming in een door hem beheerde master-instelling voor collectieve belegging in effecten tijdelijk opschort, kan een beheerder van een feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten onverminderd artikel 4:55 besluiten in dezelfde periode de inkoop, terugbetaling of inschrijving van rechten van deelneming in de door hem beheerde feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten op te schorten.
AV
Artikel 4:57 komt te luiden:
1. Een bewaarder van een instelling voor collectieve belegging in effecten heeft zijn zetel in Nederland of een in Nederland gelegen bijkantoor.
2. De bewaarder verstrekt op verzoek van de Autoriteit Financiële Markten alle informatie die de bewaarder bij de uitoefening van zijn taken heeft verworven en die de Autoriteit Financiële Markten redelijkerwijs nodig heeft ten behoeve van het toezicht op de naleving van het ingevolge deze wet bepaalde door de instelling voor collectieve belegging in effecten.
AW
Na artikel 4:57 worden drie artikelen ingevoegd, luidende:
1. Een bewaarder van een master-instelling voor collectieve belegging in effecten meldt aan de Autoriteit Financiële Markten, de feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten of, indien van toepassing, de beheerder en bewaarder van de feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten de onregelmatigheden waarvan zij bij de uitvoering van haar werkzaamheden ten aanzien van de master-instelling voor collectieve belegging in effecten kennis heeft gekregen en die geacht worden een negatief effect op de feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten te zullen hebben.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de onregelmatigheden, bedoeld in het eerste lid.
1. Indien een master-instelling voor collectieve belegging in effecten en een feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten verschillende bewaarders hebben, sluiten de bewaarders een overeenkomst tot uitwisseling van informatie.
2. Een feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten verstrekt aan haar bewaarder alle informatie over de master-instelling voor collectieve belegging in effecten die de bewaarder nodig heeft voor de uitvoering van haar taken.
3. Een bewaarder als bedoeld in het eerste lid is niet aansprakelijk voor een beperking van informatieverstrekking aan de andere bewaarder vanwege een contractuele beperking die voortvloeit uit een overeenkomst met derden of ingevolge de wet is bepaald.
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid.
1. Indien een master-instelling voor collectieve belegging in effecten en een feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten verschillende accountants hebben, sluiten de accountants een overeenkomst tot uitwisseling van informatie.
2. Een accountant van een feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten betrekt in zijn accountantsverslag het accountantsverslag van de master-instelling voor collectieve belegging in effecten. Indien de afsluitingsdatum van het boekjaar van de master-instelling voor collectieve belegging in effecten afwijkt van de afsluitingsdatum van het boekjaar van de feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten stelt de accountant van de master-instelling voor collectieve belegging in effecten een ad hoc-verslag op, waarvan de afsluitingsdatum gelijk is aan de afsluitingsdatum van het boekjaar van de feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten.
3. Een accountant van een feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten vermeldt in zijn accountantsverslag:
a. de door hem geconstateerde onregelmatigheden in het accountantsverslag van de master-instelling voor collectieve belegging in effecten; en
b. de gevolgen van deze onregelmatigheden voor de feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten.
4. Een accountant als bedoeld in het eerste lid is niet aansprakelijk voor een beperking van de informatieverstrekking aan de andere accountant vanwege een contractuele beperking die voortvloeit uit een overeenkomst met derden of ingevolge de wet is bepaald.
5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid.
AX
Artikel 4:59, eerste lid, komt te luiden:
1. Een beheerder van een instelling voor collectieve belegging in effecten heeft zijn zetel in een lidstaat.
AY
Na artikel 4:59 worden vier artikelen ingevoegd, luidende:
1. Een beheerder van een instelling voor collectieve belegging in effecten voert een adequaat beleid ter zake van het voorkomen van belangenconflicten.
2. Een beheerder van een instelling voor collectieve belegging in effecten zorgt ervoor dat de door hem beheerde instellingen voor collectieve belegging in effecten en de deelnemers van de door hem beheerde instellingen voor collectieve belegging in effecten op billijke wijze worden behandeld in het geval dat een belangenconflict onvermijdelijk blijkt te zijn.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het beleid, bedoeld in het eerste lid.
1. Een beheerder van een instelling voor collectieve belegging in effecten zet zich op eerlijke, billijke en professionele wijze in voor de door hem beheerde instellingen voor collectieve belegging in effecten en de deelnemers van de door hem beheerde instellingen voor collectieve belegging in effecten en onthoudt zich van gedragingen die schadelijk zijn voor de integriteit van de markt.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de verwerking van orders, het verstrekken van informatie aan deelnemers over de uitgevoerde opdrachten tot inschrijving, inkoop of terugbetaling van rechten van deelneming en het verschaffen of ontvangen van een beloning of vergoeding, in welke vorm dan ook, in verband met het beheer van beleggingen en de administratie.
1. Bij het uitvoeren van orders namens instellingen voor collectieve belegging in effecten neemt een beheerder alle redelijke maatregelen om het best mogelijke resultaat voor de door hem beheerde instellingen voor collectieve belegging in effecten te behalen, rekening houdend met de prijs, de kosten, de snelheid, de waarschijnlijkheid van uitvoering en afwikkeling, de omvang en de aard van de order en alle andere voor de uitvoering van de order relevante aspecten.
2. Bij de bepaling van het relatieve gewicht van de factoren, bedoeld in het eerste lid, neemt de beheerder de volgende aspecten in aanmerking:
a. de doelstellingen, beleggingsstrategie en risico’s met betrekking tot de instellingen voor collectieve belegging in effecten, zoals opgenomen in het prospectus, de statuten of het fondsreglement van de desbetreffende instellingen voor collectieve belegging in effecten;
b. de kenmerken van de order;
c. de kenmerken van de financiële instrumenten waarop de order betrekking heeft; en
d. de kenmerken van de plaatsen van uitvoering waar de order kan worden geplaatst.
3. Teneinde te voldoen aan het eerste lid stelt een beheerder adequate regelingen vast en ziet hij toe op de naleving van deze regelingen. Een beheerder stelt in ieder geval een beleid vast dat hem in staat stelt om bij de uitvoering van orders voor de door hem beheerde instellingen voor collectieve belegging in effecten het best mogelijke resultaat te behalen.
4. Met de uitvoering van een order wordt pas een begin gemaakt na instemming van de beleggingsmaatschappij met het orderuitvoeringsbeleid.
5. Een beheerder stelt de deelnemers van de instellingen voor collectieve belegging in effecten in kennis van het orderuitvoeringsbeleid en over wezenlijke veranderingen daarvan.
6. Een beheerder ziet periodiek toe op de doeltreffendheid van zijn uitvoeringsregelingen en orderuitvoeringsbeleid om tekortkomingen te achterhalen en te corrigeren. Het orderuitvoeringsbeleid wordt jaarlijks geëvalueerd. Een dergelijke evaluatie wordt ook telkens verricht wanneer zich een wezenlijke verandering voordoet in de mogelijkheden van de beheerder om het best mogelijke resultaat te behalen voor de door hem beheerde instellingen voor collectieve belegging in effecten.
7. Een beheerder zorgt ervoor dat hij kan aantonen dat de orders die hij namens de instelling voor collectieve belegging in effecten heeft uitgevoerd in overeenstemming zijn met het orderuitvoeringsbeleid.
1. Een beheerder neemt alle redelijke maatregelen om het best mogelijke resultaat voor de door hem beheerde instellingen voor collectieve belegging in effecten te behalen bij het plaatsen van orders met betrekking tot financiële instrumenten bij derden. Daarbij rekening houdend met de factoren, bedoeld in artikel 4:59c, eerste lid, en het relatieve gewicht van deze factoren dat wordt bepaald aan de hand van de criteria, bedoeld in artikel 4:59c, tweede lid.
2. De beheerder stelt een beleid vast dat hem in staat stelt te voldoen aan het eerste lid. In het beleid worden voor alle categorieën van financiële instrumenten de derden genoemd bij wie de orders worden geplaatst. De genoemde derden moeten beschikken over orderuitvoeringsregelingen die de beheerder in staat stelt aan zijn verplichtingen uit hoofde van dit artikel te voldoen wanneer hij orders ter uitvoering plaatst bij deze derden.
3. De beheerder verstrekt de deelnemers van de instellingen voor collectieve belegging in effecten voldoende informatie over het overeenkomstig het tweede lid vastgestelde beleid en over wezenlijke veranderingen daarvan.
4. De beheerder houdt periodiek toezicht op de doeltreffendheid van het beleid, bedoeld in het tweede lid, en met name op de uitvoeringskwaliteit van de in het beleid genoemde derden en corrigeert in voorkomend geval eventuele tekortkomingen.
5. De beheerder evalueert jaarlijks het vastgestelde beleid, bedoeld in het tweede lid, en gaat daarbij met name de kwaliteit van uitvoering van orders van instellingen voor collectieve belegging in effecten door de in dit beleid genoemde derden na en corrigeert eventuele tekortkomingen in het beleid.
Een dergelijke evaluatie wordt ook telkens verricht wanneer zich een wezenlijke verandering voordoet in de mogelijkheden van de beheerder om steeds het best mogelijke resultaat voor de door hem beheerde instellingen voor collectieve belegging in effecten te behalen.
6. De beheerder zorgt ervoor dat hij kan aantonen dat de orders die hij namens de instelling voor collectieve belegging in effecten heeft geplaatst, in overeenstemming zijn met het beleid, bedoeld in het tweede lid.
1. Een beheerder past procedures en regelingen toe die een onmiddellijke, billijke en vlotte uitvoering van orders namens de instellingen voor collectieve belegging in effecten garanderen.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de procedures en regelingen, bedoeld in het eerste lid.
AZ
Artikel 4:60 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid vervalt onder vernummering van het vierde tot en met zevende lid tot derde tot en met zesde lid.
2. In het vierde lid (nieuw) wordt «eerste tot en met vierde lid» vervangen door: eerste tot en met derde lid.
3. In het vijfde lid (nieuw) wordt «vijfde lid» vervangen door: vierde lid.
BA
Na artikel 4:61 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
1. Een master-instelling voor collectieve belegging in effecten maakt een voornemen tot liquidatie bekend aan haar deelnemers en aan de toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten.
2. De master-instelling voor collectieve belegging in effecten wordt niet geliquideerd voordat drie maanden zijn verstreken na de bekendmaking, bedoeld in het eerste lid.
3. Indien een master-instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland of met zetel in een andere lidstaat wordt geliquideerd, wordt een feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten eveneens geliquideerd, tenzij de Autoriteit Financiële Markten instemt met een belegging van de feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten als bedoeld in het vierde lid.
4. Indien een master-instelling voor collectieve belegging in effecten wordt geliquideerd kan een feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten na instemming van de Autoriteit Financiële Markten:
a. ten minste 85 procent van haar beheerd vermogen beleggen in rechten van deelneming in een andere master-instelling voor collectieve belegging in effecten; of
b. haar statuten of fondsreglement zodanig wijzigen dat zij wordt omgezet in een instelling voor collectieve belegging in effecten niet zijnde een feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten.
5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de te volgen procedure voor het verkrijgen van instemming, bedoeld in het vierde lid.
1. Indien een master-instelling voor collectieve belegging in effecten fuseert met een andere instelling voor collectieve belegging in effecten of wordt gesplitst in twee of meer instellingen voor collectieve belegging in effecten, wordt een feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten geliquideerd tenzij de Autoriteit Financiële Markten instemt met het voornemen van de feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten om:
a. ten minste 85 procent van haar beheerd vermogen te beleggen in rechten van deelneming in een master-instelling voor collectieve belegging in effecten of een andere instelling voor collectieve belegging in effecten ontstaan als gevolg van de fusie of splitsing;
b. ten minste 85 procent van haar beheerd vermogen te beleggen in rechten van deelneming in een master-instelling voor collectieve belegging in effecten die niet is ontstaan als gevolg van de fusie of splitsing; of
c. haar statuten of fondsreglement zodanig te wijzigen dat zij wordt omgezet in een instelling voor collectieve belegging in effecten, niet zijnde een feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten.
2. Indien de feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten een besluit neemt als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b of c, stelt de master-instelling voor collectieve belegging in effecten de feeder-instelling voor collectieve belegging in effecten in de gelegenheid om voor het ingaan van de fusie of splitsing de rechten van deelneming in de master-instelling voor collectieve belegging in effecten ter inkoop of terugbetaling aan de master-instelling voor collectieve belegging in effecten aan te bieden.
3. Een verdwijnende master-instelling voor collectieve belegging in effecten verstrekt zestig dagen voor de beoogde ingangsdatum van de fusie of splitsing informatie over de voorgenomen fusie, met inachtneming van het ingevolge artikel 4:62g, eerste lid, bepaalde onderscheidenlijk daarmee vergelijkbare informatie over de voorgenomen splitsing aan haar deelnemers en aan de toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van haar feeder-instellingen voor collectieve belegging in effecten.
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de te volgen procedure voor het verkrijgen van instemming met het voornemen, bedoeld in het eerste lid.
BB
Artikel 4:62 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Een beheerder die in Nederland rechten van deelneming aanbiedt in een door hem beheerde instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in een andere lidstaat stelt in Nederland de gegevens en bescheiden met betrekking tot die instelling voor collectieve belegging in effecten die hij openbaar dient te maken overeenkomstig de regels, gesteld door de andere lidstaat, beschikbaar. De gegevens en bescheiden worden verstrekt op de wijze zoals ingevolge deze wet is bepaald.
2. Na het eerste lid worden, onder vernummering van het tweede lid tot vierde lid, twee leden ingevoegd, luidende:
2. De essentiële beleggersinformatie, bedoeld in artikel 78, eerste lid, van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen, wordt verstrekt in de Nederlandse of een andere door de Autoriteit Financiële Markten goedgekeurde taal.
3. De gegevens en bescheiden, bedoeld in het eerste lid, met uitzondering van de essentiële beleggersinformatie, worden verstrekt in de Nederlandse taal, een andere door de Autoriteit Financiële Markten goedgekeurde taal of in een taal die in de internationale financiële kringen gebruikelijk is.
BC
Na artikel 4:62 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
Een binnenlandse en grensoverschrijdende fusie kan plaatsvinden door een rechtshandeling van twee of meer instellingen voor collectieve belegging in effecten waarbij:
a. een bestaande instelling voor collectieve belegging in effecten onder algemene titel alle activa en passiva van de verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten verkrijgt en waarbij de deelnemers van de verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten rechten van deelneming verkrijgen in de verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten, eventueel met een bijbetaling van maximaal tien procent van de intrinsieke waarde van deze rechten van deelneming;
b. door twee of meer instellingen voor collectieve belegging in effecten een nieuwe instelling voor collectieve belegging in effecten wordt opgericht die onder algemene titel alle activa en passiva verkrijgt van de verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten en waarbij de deelnemers van de verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten rechten van deelneming verkrijgen in de op te richten instelling voor collectieve belegging in effecten, eventueel met een bijbetaling van maximaal tien procent van de intrinsieke waarde van deze rechten van deelneming; of
c. een verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten blijft bestaan totdat haar schulden zijn voldaan en haar netto activa worden samengevoegd met die van een verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten en waarbij de deelnemers van de verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten rechten van deelneming verkrijgen in de verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten.
1. Een verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland stelt de Autoriteit Financiële Markten in kennis van een voorgenomen fusie met een verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten.
2. De verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten geeft geen uitvoering aan de voorgenomen fusie voordat de Autoriteit Financiële Markten daarmee heeft ingestemd.
3. De kennisgeving van de voorgenomen fusie geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens en in de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen taal.
4. De Autoriteit Financiële Markten beoordeelt de mogelijke gevolgen van de voorgenomen fusie voor de deelnemers van de betrokken instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland teneinde na te gaan of aan de deelnemers de juiste informatie zal worden verstrekt.
5. De Autoriteit Financiële Markten kan aan de verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland voorschrijven dat de te verstrekken informatie aan haar deelnemers wordt verduidelijkt.
6. Indien de door de verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten, bedoeld in het eerste lid, ingediende gegevens onvolledig zijn, stelt de Autoriteit Financiële Markten de instelling voor collectieve belegging in effecten hiervan binnen tien werkdagen na ontvangst van de gegevens, bedoeld in het derde lid, op de hoogte en stelt zij haar binnen een redelijke termijn in de gelegenheid om de gegevens aan te vullen.
7. Indien de gegevens, bedoeld in het derde lid volledig zijn, verstrekt de Autoriteit Financiële Markten bij een grensoverschrijdende fusie een afschrift van die gegevens aan de toezichthoudende instantie van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in een andere lidstaat.
1. Bij een grensoverschrijdende fusie kan de Autoriteit Financiële Markten aan de verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland voorschrijven dat de te verstrekken informatie aan haar deelnemers wordt aangepast binnen vijftien werkdagen na ontvangst van de volledige informatie, bedoeld in artikel 39, tweede lid, van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen van de toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten. De Autoriteit Financiële Markten doet hiervan mededeling aan de toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten.
2. De Autoriteit Financiële Markten deelt de toezichthoudende instantie van de lidstaat van de zetel van de verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten binnen twintig werkdagen na ontvangst van de door de verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten aangepaste informatie mede of de informatie adequaat is aangepast.
1. De Autoriteit Financiële Markten stemt in met een voorgenomen binnenlandse fusie indien:
a. de voorgenomen fusie voldoet aan het ingevolge de artikelen 4:62b, 4:62e en 4:62f bepaalde;
b. de beheerder van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten op grond van artikel 2:123, vijfde lid, rechten van deelneming kan aanbieden in de lidstaten waar de verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten haar rechten van deelneming mag aanbieden; en
c. de te verstrekken informatie aan de deelnemers van de verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten en de verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten volledig is.
2. De Autoriteit Financiële Markten stemt in met een voorgenomen grensoverschrijdende fusie indien:
a. de voorgenomen fusie voldoet aan het ingevolge de artikelen 4:62b, 4:62c, 4:62e en 4:62f bepaalde;
b. de verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten op grond van artikel 93 van de herziene richtlijn beleggingsinstellingen rechten van deelneming in Nederland mag aanbieden of in de andere lidstaten waar de verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten haar rechten van deelneming mag aanbieden; en
c. de te verstrekken informatie aan de deelnemers volledig is.
3. De Autoriteit Financiële Markten stelt binnen twintig werkdagen, na ontvangst van de volledige informatie, de aanvrager in kennis van haar besluit om al dan niet in te stemmen met de voorgenomen fusie.
4. In geval van een grensoverschrijdende fusie als bedoeld in het tweede lid stelt de Autoriteit Financiële Markten de toezichthoudende instantie van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten in kennis van haar besluit om al dan niet in te stemmen met de voorgenomen fusie.
1. De verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten en de verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten stellen een gemeenschappelijk fusievoorstel op.
2. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de inhoud van het gemeenschappelijk fusievoorstel en de controle van de juistheid van de in het gemeenschappelijk fusievoorstel opgenomen gegevens.
1. Een verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten vraagt een accountant om onderzoek te doen naar de juistheid van de volgende gegevens:
a. de criteria voor de waardering van de activa en, indien van toepassing, de passiva voor de berekening van de ruilverhouding;
b. de intrinsieke waarde per recht van deelneming;
c. de berekeningsmethode voor de ruilverhouding van de rechten van deelneming; en
d. de feitelijke ruilverhouding.
2. De accountant stelt van het onderzoek naar de juistheid van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, een verslag op.
3. Een afschrift van het verslag van de accountant wordt door de beheerder van de verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten of van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten op verzoek kosteloos verstrekt aan de deelnemers van de bij de fusie betrokken instellingen voor collectieve belegging in effecten, de Autoriteit Financiële Markten en de betrokken toezichthoudende instanties.
1. Een verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten en een verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten verstrekken hun deelnemers kosteloos correcte en nauwkeurige informatie over de voorgenomen fusie.
2. De informatie, bedoeld in het eerste lid, wordt aan de deelnemers verstrekt nadat de Autoriteit Financiële Markten en indien van toepassing de betrokken toezichthoudende instantie met de fusie heeft ingestemd.
3. De informatie wordt aan de deelnemers verstrekt ten minste dertig dagen voor de laatste dag waarop de deelnemers hun rechten van deelneming kunnen laten inkopen, terugbetalen of zo mogelijk omzetten in rechten van deelneming in een andere instelling voor collectieve belegging in effecten.
4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de inhoud, de vorm en de wijze waarop de informatie over de voorgenomen fusie wordt verstrekt.
1. Nadat de deelnemers van een verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten en een verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten in kennis zijn gesteld van de voorgenomen fusie ingevolge artikel 4:62g worden de deelnemers door de betrokken instelling voor collectieve belegging in effecten in de gelegenheid gesteld hun rechten van deelneming zonder andere kosten dan de kosten ter dekking van de desinvesteringskosten in de situaties zoals omschreven in de prospectussen van de betrokken instellingen voor collectieve belegging in effecten, in te laten kopen, terug te laten betalen of zo mogelijk om te laten zetten in rechten van deelneming in een andere instelling voor collectieve belegging in effecten met een soortgelijk beleggingsbeleid dat wordt beheerd door dezelfde beheerder of door een andere beheerder waarmee de beheerder is verbonden door een gezamenlijke bedrijfsvoering, een gezamenlijke zeggenschapsuitoefening of door een gekwalificeerde deelneming.
2. De deelnemers kunnen op grond van het eerste lid hun rechten van deelneming zonder kosten in laten kopen, terug laten betalen of zo mogelijk om laten zetten in rechten van deelneming in een andere instelling voor collectieve belegging in effecten tot vijf werkdagen voor de dag waarop de verhouding voor de omruiling van de rechten van deelneming wordt bepaald op grond van artikel 4:62j, eerste of tweede lid.
3. Onverminderd het eerste en tweede lid kan een beheerder van een instelling voor collectieve belegging in effecten, in afwijking van artikel 4:55, een inschrijving op of, de inkoop of terugbetaling van de rechten van deelneming tijdelijk opschorten na instemming van de Autoriteit Financiële Markten indien dit in het belang is van de deelnemers.
Een instelling voor collectieve belegging in effecten die een aparte beheerder heeft, brengt de juridische kosten, administratiekosten of advieskosten in verband met de voorbereiding en de afronding van een fusie in rekening bij de beheerder.
1. In geval van een binnenlandse fusie, wordt de verhouding voor de omruiling van rechten van deelneming in de verdwijnende instelling voor collectieve belegging in effecten tegen rechten van deelneming in de verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten en de relevante intrinsieke waarde bij betaling in contanten bepaald op de dag waarop de fusie van kracht wordt.
2. Indien de verhouding voor de omruiling van rechten van deelneming en de bepaling van de intrinsieke waarde, bedoeld in het eerste lid, op de dag waarop de fusie van kracht wordt niet mogelijk is, wordt deze bepaald voor de eerst volgende dag waarop de verhandeling van de rechten van deelneming in de verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten mogelijk is.
3. In geval van een grensoverschrijdende fusie zijn het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing op een verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland.
4. De beheerder van een verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten met zetel in Nederland maakt de ingangsdatum van de fusie bekend in een advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad alsmede op zijn website. Gelijktijdig met de bekendmaking van de ingangsdatum van de fusie stelt de beheerder tevens de Autoriteit Financiële Markten hiervan in kennis.
5. Een van kracht geworden binnenlandse of grensoverschrijdende fusie kan niet meer worden vernietigd. Artikel 323 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing.
In geval van een fusie op grond van artikel 4:62a stelt de beheerder van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten de bewaarder van de verkrijgende instelling voor collectieve belegging in effecten in kennis van de overdracht van de activa en in voorkomend geval van de passiva.
BD
De bijlage behorend bij artikel 1:79 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de opsomming van de artikelen uit het Algemeen deel wordt «1:12, vierde en vijfde lid» vervangen door «1:12, vijfde en zesde lid» en wordt «1:58, tweede lid» vervangen door «1:58, tweede en derde lid».
2. In de opsomming van de artikelen uit het Deel Markttoegang financiële ondernemingen wordt «2:72, eerst tot en met derde lid» vervangen door «2:72, eerste lid», wordt «2:122, eerste lid» vervangen door «2:122, eerste en vierde lid» en wordt «2:123, eerste lid» vervangen door «artikel 2:123, eerste, derde tot en met vijfde lid» en wordt in numerieke volgorde ingevoegd «2:122a, eerste lid».
3. In de opsomming van de artikelen uit het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen wordt «4:26, eerste tot en met vijfde lid» vervangen door «4:26, eerste tot en met zevende lid», wordt «4:49, eerste tot en met derde lid» vervangen door «4:49, eerste tot en met vierde lid», wordt «4:51, eerste tot en met vierde lid» vervangen door «4:51, eerste tot en met vijfde lid», wordt «4:60, eerste tot en met vijfde lid» vervangen door «4:60, eerste tot en met vierde lid», wordt «4:62, eerste en tweede lid» vervangen door «4:62, eerste tot en met vierde lid» en worden in numerieke volgorde ingevoegd «4:57a, eerste en tweede lid», «4:57b, eerste, tweede en vierde lid», «4:57c, eerste tot en met derde en vijfde lid», «4:59a, eerste tot en met derde lid», «4:59b, eerste en tweede lid», «4:59c, eerste tot en met zevende lid», «4:59d, eerste tot en met zesde lid», «4:59e, eerste en tweede lid», «4:61a, eerste tot en met vijfde lid», «4:61b, eerste tot en met vierde lid», «4:62b, eerste en tweede lid», «4:62e, eerste en tweede lid», «4:62f, eerste tot en met derde lid», «4:62g, eerste lid», «4:62h, eerste en tweede lid», «4:62i», «4:62j, eerste tot en met vierde lid», en «4:62k».
BE
De bijlage behorend bij artikel 1:80 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de opsomming van de artikelen uit het Algemeen deel wordt «1:12, vierde en vijfde lid» vervangen door «1:12, vijfde en zesde lid» en wordt «1:58, tweede lid» vervangen door «1:58, tweede en derde lid».
2. In de opsomming van de artikelen uit het Deel Markttoegang financiële ondernemingen wordt «2:72, eerst tot en met derde lid» vervangen door «2:72, eerste lid», wordt «2:122, eerste lid» vervangen door «2:122, eerste en vierde lid» en wordt «2:123, eerste lid» vervangen door «artikel 2:123, eerste, derde tot en met vijfde lid» en wordt in numerieke volgorde ingevoegd «2:122a, eerste lid».
3. In de opsomming van de artikelen uit het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen wordt «4:26, eerste tot en met zesde lid» vervangen door «4:26, eerste tot en met achtste lid», wordt «4:49, eerste tot en met derde lid» vervangen door «4:49, eerste tot en met vierde lid», wordt «4:51, eerste tot en met vierde lid» vervangen door «4:51, eerste tot en met vijfde lid», wordt «4:60, eerste tot en met vijfde lid» vervangen door «4:60, eerste tot en met vierde lid», wordt «4:62, eerste en tweede lid» vervangen door «4:62, eerste tot en met vierde lid» en worden in numerieke volgorde ingevoegd «4:57a, eerste en tweede lid», «4:57b, eerste, tweede en vierde lid», «4:57c, eerste tot en met derde en vijfde lid», «4:59a, eerste tot en met derde lid», «4:59b, eerste en tweede lid», «4:59c, eerste tot en met zevende lid», «4:59d, eerste tot en met zesde lid», «4:59e, eerste en tweede lid», «4:61a, eerste tot en met vijfde lid», «4:61b, eerste tot en met vierde lid», «4:62b, eerste en tweede lid», «4:62e, eerste en tweede lid», «4:62f, eerste tot en met derde lid», «4:62g, eerste tot en met vierde lid», «4:62h, eerste tot en met derde lid», «4:62i», «4:62j, eerste tot en met vierde lid», en «4:62k».
Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 317 wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Indien het een fusie van een rechtspersoon betreft die beleggingsinstelling is als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht waarvan het doel is de collectieve belegging van uit het publiek aangetrokken kapitaal met toepassing van het beginsel van risicospreiding en waarvan de rechten van deelneming ten laste van de activa van de beleggingsinstelling op verzoek van de houders direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald, mogen de statuten voor het besluit tot fusie niet meer dan drie vierden van de uitgebrachte stemmen vereisen. Met inkopen of terugbetalingen als bedoeld in de eerste zin wordt gelijkgesteld ieder handelen van een dergelijke beleggingsinstelling om te voorkomen dat de waarde van haar deelnemingsrechten ter beurze aanzienlijk afwijkt van de intrinsieke waarde.
B
Aan artikel 330, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:
Indien het een fusie van een vennootschap betreft die beleggingsinstelling is als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht waarvan het doel is de collectieve belegging van uit het publiek aangetrokken kapitaal met toepassing van het beginsel van risicospreiding en waarvan de rechten van deelneming ten laste van de activa van de vennootschap op verzoek van de houders direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald, mag de vereiste meerderheid niet meer dan drie vierden bedragen. Met inkopen of terugbetalingen als bedoeld in de eerste zin wordt gelijkgesteld ieder handelen van een dergelijke beleggingsinstelling om te voorkomen dat de waarde van haar deelnemingsrechten ter beurze aanzienlijk afwijkt van de intrinsieke waarde.
In artikel 1, onder 2°, van de Wet economische delicten wordt in de zinsnede met betrekking tot de Wet op het financieel toezicht «4:49, eerste tot en met derde lid,» vervangen door 4:49, eerste tot en met vierde lid, en wordt «4:60, vijfde lid» vervangen door: 4:59c, vierde lid, 4:60, vierde lid.
In de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt aan artikel 4 een lid toegevoegd, luidende:
4. Een instelling voor collectieve belegging in effecten als bedoeld in artikel 1 van Richtlijn nr. 2009/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende instellingen voor collectieve belegging in effecten (PbEU L 302/32), wordt geacht te zijn gevestigd in de lidstaat of staat waarvan de bevoegde autoriteit de instelling overeenkomstig artikel 5 van die richtlijn heeft toegelaten.
In de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt in artikel 28, tweede lid, onderdeel c, onder 2°, «niet zijnde een beleggingsinstelling als bedoeld in de aanhef van dit onderdeel» vervangen door: niet zijnde een beleggingsinstelling als bedoeld in de aanhef van dit onderdeel of een instelling voor collectieve belegging in effecten als bedoeld in artikel 4, vierde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
In artikel 2, vijfde lid, van de Wet giraal effectenverkeer wordt «Artikel 1:30» vervangen door: Artikel 1:40.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot
Gegeven te ’s-Gravenhage, 8 juli 2011
Beatrix
De Minister van Financiën,
J. C. de Jager
De Minister van Veiligheid en Justitie,
I. W. Opstelten
Uitgegeven de eenentwintigste juli 2011
De Minister van Veiligheid en Justitie,
I. W. Opstelten
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2011-357.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.