Wet van 6 juni 2011 tot wijziging van de Ziektewet om een andere vorm van verrekening van inkomsten te introduceren en enige andere wijzigingen van de Ziektewet en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet wijziging verrekening inkomsten met ziekengeld)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de wijze van verrekening van inkomsten in de Ziektewet te herzien en in de Ziektewet en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen de mogelijkheid te introduceren van verlenging van de loondoorbetalingsperiode voor en van verhaal van ziekengeld op de werkgever van personen die aanspraak maken op ziekengeld op grond van de Ziektewet;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

[Vervallen]

ARTIKEL II WIJZIGING VAN DE ZIEKTEWET

De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 29, tiende lid, en 63a, eerste lid, wordt «artikel 26, derde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen» vervangen door: artikel 26, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.

Aa

In de artikelen 38, derde lid, 38a, achtste lid, en 63c wordt «45a, derde, vierde en zesde lid» vervangen door: 45a, derde, vierde en vijfde lid.

B

Artikel 31, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Op het ziekengeld wordt in mindering gebracht:

    p/100 x A x B/C waarbij:

    • p staat voor het percentage van het dagloon dat de verzekerde als ziekengeld ontvangt;

    • A staat voor het inkomen;

    • B staat voor het dagloon waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering is berekend;

    • C staat voor het dagloon waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering zou zijn berekend indien dat niet gemaximeerd zou zijn op het in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen bedoelde bedrag met betrekking tot een loontijdvak van een dag.

C

Artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, wordt «€ 454» vervangen door «€ 455» en wordt «de verplichting, bedoeld in de eerste zin van het tweede lid,» vervangen door: «de verplichting, bedoeld in het eerste lid, of in de eerste zin van het tweede lid,».

2. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Dit artikel is, met uitzondering van de tweede, derde en vierde zin van het tweede lid en het zesde en zevende lid, niet van toepassing op de verzekerde, die aanspraak maakt op ziekengeld op grond van artikel 29, tweede lid, onderdeel e, f of g, en de werkgever van die verzekerde. Bij de toepassing van het zesde en zevende lid wordt voor «de behandeling van de aangifte, bedoeld in het tweede lid» gelezen «de beoordeling, bedoeld in de vierde zin van het tweede lid».

D

Na artikel 96 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 97

Ten aanzien van verzekerden die aanspraak maken op ziekengeld op grond van artikel 29, tweede lid, onderdeel e, f of g, wier eerste dag van ongeschiktheid tot het verrichten van hun arbeid wegens ziekte is gelegen voor de dag van inwerkingtreding van artikel II, onderdeel C, onder 2, van de Wet wijziging verrekening inkomsten met ziekengeld en de werkgevers van die verzekerden is artikel 38, vierde lid, zoals dat luidde op de dag voor inwerkingtreding van artikel II, onderdeel C, onder 2, van de Wet wijziging verrekening inkomsten met ziekengeld, van toepassing.

ARTIKEL III WIJZIGING VAN DE WET WERK EN INKOMEN NAAR ARBEIDSVERMOGEN

De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 26 vervalt het tweede lid onder vernummering van het derde en vierde lid tot tweede en derde lid.

B

[Vervallen]

C

Artikel 64 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het zevende lid wordt «artikel 26, derde lid, tweede zin» vervangen door: artikel 26, tweede lid, tweede zin.

2. In het achtste lid, onderdelen a en c, wordt «artikel 26, derde lid» vervangen door: artikel 26, tweede lid.

D

Artikel 65 wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede «en de personen, bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, van die wet» wordt vervangen door: en de personen, bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b, c, e, f en g van die wet.

2. De laatste zin vervalt.

E

In artikel 102, derde lid, wordt «26, derde lid, tweede zin» vervangen door: 26, tweede lid, tweede zin.

F

In artikel 123b, eerste lid, wordt «26, derde lid» vervangen door: 26, tweede lid.

G

Artikel 133c komt te luiden:

Artikel 133c. Overgangsrecht in verband met de inwerkingtreding van de Wet van 12 december 2007, houdende regels tot bevordering van de activering van personen die aanspraak maken op een uitkering op grond van de Ziektewet (Stb. 553) en de Wet wijziging verrekening inkomsten met ziekengeld

Ten aanzien van personen van wie de eerste dag van de wachttijd is gelegen:

  • a. voor 1 januari 2008, is artikel 26, zoals dat luidde op 31 december 2007, van toepassing;

  • b. voor de dag van inwerkingtreding van artikel III, onderdeel A, van de Wet wijziging verrekening inkomsten met ziekengeld, is artikel 26, tweede lid, zoals dat luidde op de dag voor inwerkingtreding van artikel III, onderdeel A, van de Wet wijziging verrekening inkomsten met ziekengeld, van toepassing.

ARTIKEL IV GRONDSLAG REGELING PROCESGANG EERSTE EN TWEEDE ZIEKTEJAAR VOOR VANGNETTERS ZONDER WERKGEVER

Na de inwerkingtreding van artikel III van de Wet wijziging verrekening inkomsten met ziekengeld berust de Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar voor vangnetters zonder werkgever op artikel 26, derde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.

ARTIKEL V INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

ARTIKEL VI CITEERTITEL

Deze wet wordt aangehaald als: Wet wijziging verrekening inkomsten met ziekengeld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 6 juni 2011

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. G. J. Kamp

Uitgegeven de drieëntwintigste juni 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 32 464

Naar boven