Wet van 6 juni 2011 tot wijziging van de Ambtenarenwet, de Militaire Ambtenarenwet 1931 alsmede de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met het uitsluitend elektronisch verzenden van berichten die betrekking hebben op de rechtspositie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is mogelijk te maken dat berichten die betrekking hebben op de rechtspositie van de ambtenaar uitsluitend elektronisch worden verzonden en daartoe de Ambtenarenwet, de Militaire Ambtenarenwet 1931 alsmede de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet wordt als volgt gewijzigd:

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel m door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • n. de gevallen waarin berichten inzake de rechtspositie van de ambtenaar in afwijking van artikel 2:14, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitsluitend elektronisch verzonden behoeven te worden en de voorwaarden die daarbij in acht worden genomen.

ARTIKEL II

Artikel 12 van de Militaire Ambtenarenwet 1931 wordt als volgt gewijzigd:

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel p door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • q. de gevallen waarin berichten inzake de rechtspositie van de ambtenaar in afwijking van artikel 2:14, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitsluitend elektronisch verzonden behoeven te worden en de voorwaarden die daarbij in acht worden genomen.

ARTIKEL IIA

Artikel 54 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen i en j worden geletterd j en k.

2. Na onderdeel h wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • i. de gevallen waarin berichten inzake de rechtspositie van de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding in afwijking van artikel 2:14, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitsluitend elektronisch verzonden behoeven te worden en de voorwaarden die daarbij in acht worden genomen.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 6 juni 2011

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de eenentwintigste juni 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 32 416

Naar boven