Besluit van 28 april 2011, houdende vaststelling van een gewijzigd tijdstip van inwerkingtreding van een aantal onderdelen van de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 21 april 2011, nr. WJZ/295819 (6283), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 16.1, eerste lid, van de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In afwijking van artikel 3, onderdeel a van het koninklijk besluit van 3 februari 2011, Stb. 34 treedt artikel 10.2a van de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Artikel 2

In afwijking van artikel 3, onderdeel d van het koninklijk besluit van 3 februari 2011, Stb. 34 treedt artikel 10.13, onderdeel artikel 20, tweede lid in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Artikel 3

In afwijking van artikel 3, onderdeel f van het koninklijk besluit van 3 februari 2011, Stb. 34 treedt artikel 10.16, onderdeel artikel 46, tweede lid in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 28 april 2011

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Uitgegeven de twintigste mei 2011

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Gebleken is dat een aantal artikelen van de BES wetten op onderwijsterrein eerder in werking moeten treden dan voorzien in het koninklijk besluit van 3 februari 2011, Stb. 34. (1 augustus 2011) Het onderhavige besluit voorziet daarin.

Het betreft de volgende punten:

  • 1. Het College voor de examens.

    Dit college moet al voor de komende examens in Caribisch Nederland verantwoordelijk worden. Dit vereist een zo spoedig mogelijk inwerkingtreding van de in de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba opgenomen wijziging van de Wet College voor examens (artikel 1 van het kb).

  • 2. De grondslag voor het vaststellen van de periode van de grote vakantie voor het PO en het VO.

    Om ook de begindatum van de periode van de grote vakantie in 2011, die op 1 juli begint, te kunnen vaststellen, moet de inwerkingtreding van het de artikelen die de grondslag voor de vaststelling bieden, plaatsvinden voor dat tijdstip (de artikelen 2 en 3 van het kb).

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven