Besluit van 13 december 2010, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een aantal onderdelen van de wet van 4 maart 2010 (Stb. 130) tot wijziging van de Wet op de architectentitel (beroepservaring, bij- en nascholingsregeling voor stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten, wijzigingen in verband met de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, alsmede enige andere wijzigingen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 7 december 2010, nr. BJZ2010031787, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op artikel VIII van de wet van 4 maart 2010 (Stb. 130) tot wijziging van de Wet op de architectentitel (beroepservaring, bij- en nascholingsregeling voor stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten, wijzigingen in verband met de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, alsmede enige andere wijzigingen);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

  • 1. De wet van 4 maart 2010 (Stb. 130) tot wijziging van de Wet op de architectentitel (beroepservaring, bij- en nascholingsregeling voor stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten, wijzigingen in verband met de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, alsmede enige andere wijzigingen) treedt, met uitzondering van artikel I, onderdeel L, voor zover het artikel 12c van de Wet op de architectentitel betreft, en behoudens het tweede lid, in werking met ingang van 1 januari 2011.

  • 2. In afwijking van het eerste lid treden van de in dat lid eerstgenoemde wet met ingang van 1 januari 2012 in werking:

    • a. artikel I, onderdeel L, voor zover het de artikelen 12a en 12b van de Wet op de architectentitel betreft;

    • b. artikel I, onderdelen Y, Z en CC, en

    • c. artikel I, onderdeel EE, voor zover het de zinsnede «Hoofdstuk VIIA» en artikel 30 van de Wet op de architectentitel betreft.

Onze Minister van Infrastructuur en Milieu is belast met de uitvoering van dit besluit dat met daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 december 2010

Beatrix

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de negenentwintigste december 2010

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Het onderhavige besluit regelt een gefaseerde inwerkingtreding van de wet van 4 maart 2010 (Stb. 130) tot wijziging van de Wet op de architectentitel (beroepservaring, bij- en nascholingsregeling voor stedenbouwkundigen, tuin- en landschapsarchitecten en interieurarchitecten, wijzigingen in verband met de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, alsmede enige andere wijzigingen).

Het in artikel I, onderdeel L, opgenomen artikel 12c van de Wet op de architectentitel treedt nog niet in werking. Het tijdstip van inwerkingtreding van laatstgenoemd artikel zal worden bepaald op het tijdstip waarop de regels, bedoeld in artikel 12e, tweede lid, van de Wet op de architectentitel van kracht worden.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven