Besluit van 23 december 2010, houdende wijziging van het Besluit Wfsv in verband met de inwerkingtreding van de Wet harmonisatie en vereenvoudiging socialezekerheidswetgeving

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 sepember 2010, nr. IVV/I/2010/18286, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Financiën;

Gelet op artikelen 28, tweede lid, en 38, vierde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 6 oktober 2010, No. W12.10.0474/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 december 2010, nr. IVV/FB/2010/22438, uitgebracht in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit Wfsv wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 2.1, onderdeel b, en 2.10, eerste lid, onderdeel b, wordt «premiebetalingstijdvak» telkens vervangen door: kalenderjaar.

B

In de artikelen 2.6, eerste lid, onderdelen b en c, en tweede lid, 2.7, eerste lid, 2.8, eerste lid, 2.9, tweede en derde lid, 2.13 en 2.14, tweede lid, wordt «premiebetalingstijdvak» telkens vervangen door: kalenderjaar waarvoor de premie wordt vastgesteld.

C

Aan artikel 2.3 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Uitsluitend ten aanzien van de premie die het UWV betaalt aan de werkgever op grond van artikel 11, tweede lid, van de Werkloosheidswet, artikel 11, derde lid, van de Ziektewet of artikel 10, derde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering is het sectorpremiepercentage, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, van toepassing.

D

In artikel 2.4, eerste lid, wordt «wordt vastgesteld op het gewogen gemiddelde van de sectorpremiepercentages van alle sectoren in het kalenderjaar voorafgaand aan het premiebetalingstijdvak» vervangen door: wordt in het kalenderjaar van vaststelling bepaald op het gewogen gemiddelde van de sectorpremiepercentages van alle sectoren in het daaraan voorafgaande kalenderjaar.

E

Hoofdstuk 2, paragraaf 2, vervalt.

F

In artikel 2.6, vierde lid, wordt «artikel 117 van de Wfsv» vervangen door: «artikel 117 van de Wfsv, zoals dat luidde op de dag voor de inwerkingtreding van artikel IV, onderdeel G, van de Wet harmonisatie en vereenvoudiging socialezekerheidswetgeving,» en wordt «artikel 117b» vervangen door: artikel 117b van de Wfsv.

G

Artikel 2.9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt «artikel 117 van de Wfsv» vervangen door: artikel 117 van de Wfsv, zoals dat luidde op de dag voor de inwerkingtreding van artikel IV, onderdeel G, van de Wet harmonisatie en vereenvoudiging socialezekerheidswetgeving,.

2. In het derde lid, onderdeel a, en zesde lid wordt «artikel 117 van de Wfsv» vervangen door: artikel 117 van de Wfsv, zoals dat luidde op de dag voor de inwerkingtreding van artikel IV, onderdeel G, van de Wet harmonisatie en vereenvoudiging socialezekerheidswetgeving.

3. In het tiende lid wordt «artikel 117, eerste lid, aanhef, van de Wfsv» vervangen door: artikel 117, eerste lid, aanhef, van de Wfsv, zoals dat luidde op de dag voor de inwerkingtreding van artikel IV, onderdeel G, van de Wet harmonisatie en vereenvoudiging socialezekerheidswetgeving.

H

Hoofdstuk 2, paragraaf 3a, vervalt.

ARTIKEL II

Indien het bij koninklijke boodschap van 17 juni 2010 ingediende voorstel van wet tot wijziging van verschillende wetten in verband met harmonisatie en vereenvoudiging van deze wetten ten behoeve van de uitvoering van die wetten door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Wet harmonisatie en vereenvoudiging sociale zekerheidswetten) (Kamerstukken 2009/2010, 32 421 nr. 1) tot wet is verheven en die wet in werking treedt, treedt dit besluit op hetzelfde tijdstip in werking.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 23 december 2010

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. G. J. Kamp

Uitgegeven de negenentwintigste december 2010

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

De voorgestelde wijzigingen van het Besluit Wfsv betreffen hoofdzakelijk technische aanpassingen naar aanleiding van de Wet harmonisatie en vereenvoudiging socialezekerheidswetgeving, waarbij o.a. de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) is gewijzigd. De wijzigingen in het Besluit Wfsv zijn afhankelijk van de wetswijziging. In verband hiermee treedt het wijzigingsbesluit gelijktijdig in werking met de inwerkingtreding van de wetswijziging.

Artikelsgewijs

Onderdelen A, B en D

Deze wijzigingen houden verband met het schrappen van de definitie van het begrip «premiebetalingstijdvak» in artikel 1, onderdeel v, van de Wfsv bij de Wet harmonisatie en vereenvoudiging socialezekerheidswetgeving. In de wet wordt overal het «kalenderjaar» gebruikt.

Onderdeel C

Thans vergoedt het UWV, indien het UWV de uitkering betaalt aan de werkgever (een zogenaamde werkgeversbetaling), over een uitkering de werkelijk door de werkgever verschuldigde premies. Het UWV houdt rekening met de hoogte van de premie van werkgevers die behoren tot die sectoren waarin risicopremiegroepen in de WW zijn ingesteld.

Met deze wijziging in het Besluit Wfsv, die reeds is aangekondigd in het artikelsgewijze deel van de memorie van toelichting bij de Wet harmonisatie en vereenvoudiging socialezekerheidswetgeving, wordt geregeld dat het UWV in geval van een werkgeversbetaling aan een werkgever behorende tot een sector met differentiatie naar premiegroep, over een uitkering de voor de sector lage premie vergoedt die op grond van het eerste lid van artikel 28 van de Wfsv is vastgesteld. Werkgeversbetalingen aan de risicogroepen met contracten korter dan een jaar zijn uitzonderlijk, vandaar ter vereenvoudiging het voorstel van vergoeding van de lage sectorpremie. Voor de uitzonderlijke situatie waarin de werkgever werkgeversbetalingen doet aan werknemers met korte contracten zal het voorstel een lastenverzwaring opleveren. Het voordeel hiervan is dat het UWV kan volstaan met de vergoeding van de lage sectorpremie en geen rekening meer behoeft te houden met individuele omstandigheden. Voor de premieafdracht door de werkgever wijzigt deze wijziging van het Besluit Wfsv niets. De werkgever blijft over de uitkering de gedifferentieerde sectorpremie verschuldigd en hoeft dus geen afwijkende loonaangifte te doen. De wijziging betekent dus dat niet wordt gekeken naar de precieze bedragen van de premies die de werkgever zelf verschuldigd is over het loon van deze werknemer. Hiermee wordt bewerkstelligd dat de premievergoeding door het UWV bij werkgeversbetalingen niet afhankelijk is van kenmerken van individuele dienstverbanden.

Onderdeel E

Artikel 2.5 is geschrapt aangezien bij de Wet harmonisatie en vereenvoudiging socialezekerheidswetgeving de Arbeidsongeschiktheidskas, bedoeld in artikel 113 van de Wfsv, is opgeheven en daarmee ook de vaststelling van de uniforme premie ten behoeve van de Arbeidsongeschiktheidskas, bedoeld in artikel 37 van de Wfsv.

Onderdeel F

Voor de vaststelling of een werkgever een grote of een kleine werkgever is, wordt uitgegaan van het premieplichtig loon in het tweede kalenderjaar vóór het actuele kalenderjaar. In het vierde lid van artikel 2.6 is bepaald dat via de werkgever betaalde arbeidsongeschiktheidsuitkeringen die ten laste van de Arbeidsongeschiktheidskas (Aok) komen en WGA-uitkeringen die ten laste van de Werkhervattingskas komen, hierbij buiten aanmerking worden gelaten. De laatste WAO-uitkeringen zijn in 2004 toegekend en nog in beperkte mate in 2005. Gelet op artikel 117, eerste lid, Wfsv, komen de lasten van de WAO-uitkeringen gedurende de eerste vijf jaar vanaf het moment waarop de uitkering is ingegaan, ten laste van de Aok. In het kalenderjaar 2009 en 2010 kunnen derhalve nog WAO-uitkeringen ten laste van het Aok zijn gebracht, die voor de jaren 2011 en 2012 voor de bepaling van het premieplichtig loon buiten aanmerking worden gelaten. Met de voorgestelde wijziging wordt hiermee rekening gehouden.

Onderdeel G

Op grond van artikel 2.9 wordt bij de vaststelling van de individuele gedifferentieerde premie ten bate van de Werkhervattingskas (Whk) voor de Werkhervattingsregeling gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) rekening gehouden met betaalde WAO-uitkeringen die in het tweede kalenderjaar vóór het actuele kalenderjaar zijn betaald. De laatste WAO-uitkeringen zijn in 2004 toegekend en nog in beperkte mate in 2005. Gelet op artikel 117, eerste lid, Wfsv, komen de lasten van de WAO-uitkeringen gedurende de eerste vijf jaar vanaf het moment waarop de uitkering is ingegaan, ten laste van de Aok. In het kalenderjaar 2009 en 2010 kunnen derhalve nog WAO-uitkeringen ten laste van het Aok zijn gebracht, die worden meegenomen in de premie voor de Whk. Met de voorgestelde wijzigingen wordt hiermee rekening gehouden.

Onderdeel H

Bij besluit van 31 oktober 2009, Stb. 471, is een nieuwe paragraaf 3a met artikel 2.15a (verzoek eigenrisicodragen) in het Besluit Wfsv ingevoegd. Aangezien het hierbij ging om een tijdelijke voorziening voor de aanvraag om eigenrisicodrager te worden en thans is uitgewerkt, is deze bepaling geschrapt.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. G. J. Kamp


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven