Besluit van 21 december 2010, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 24 juni 2010 tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met aanpassing van het accreditatiestelsel (Stb. 2010, 293) en van inwerkingtreding van artikel 10.2, derde lid, in onderdeel DJ, en onderdeel EO van Artikel I van de Wet van 4 februari 2010 tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten onder meer in verband met de verbetering van het bestuur bij de instellingen voor hoger onderwijs, de collegegeldsystematiek en de rechtspositie van studenten (versterking besturing) (Stb. 2010, 119)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 16 december 2010, nr. WJZ/251751(6272), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel IV van de Wet van 24 juni 2010 tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met aanpassing van het accreditatiestelsel (Stb. 2010, 293) en artikel VII van de Wet van 4 februari 2010 tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten onder meer in verband met de verbetering van het bestuur bij de nstellingen voor hoger onderwijs, de collegegeldsystematiek en de rechtspositie van studenten (versterking besturing) (Stb. 2010, 119);

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

De Wet van 24 juni 2010 tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met aanpassing van het accreditatiestelsel (Stb. 2010, 293) treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

ARTIKEL II

Artikel 10.2, derde lid, in onderdeel DJ, en onderdeel EO van Artikel I van de Wet van 4 februari 2010 tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten onder meer in verband met de verbetering van het bestuur bij de instellingen voor hoger onderwijs, de collegegeldsystematiek en de rechtspositie van studenten (versterking besturing) (Stb. 2010, 119) treden in werking met ingang van 1 januari 2011.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 21 december 2010

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

H. Zijlstra

Uitgegeven de negenentwintigste december 2010

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Het onderhavige besluit voorziet in inwerkingtreding van de Wet van 24 juni 2010 tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met aanpassing van het accreditatiestelsel (Stb. 2010, 293) (hierna Wet aanpassing accreditatiestelsel). De Wet aanpassing accreditatiestelsel voorziet ook in wijziging van een aantal bepalingen opgenomen in de Wet van 4 februari 2010 tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten onder meer in verband met de verbetering van het bestuur bij de instellingen voor hoger onderwijs, de collegegeldsystematiek en de rechtspositie van studenten (Stb. 2010, 119) (hierna Wet versterking besturing). Het betreft bepalingen met betrekking tot de studentassessor, die worden vervangen door een versterkt initiatiefrecht voor de medezeggenschap, naast enkele verbeteringen in de regeling van de medezeggenschap bij de Open Universiteit. De Wet aanpassing accreditatiestelsel treedt in werking op 1 januari 2011.

Het besluit voorziet daarnaast in inwerkingtreding van twee onderdelen van de Wet versterking besturing met ingang van 1 januari 2011. Het betreft artikel 10.2, derde lid, in onderdeel DJ en onderdeel EO in artikel I van deze wet. Artikel I, onderdeel Oe, van de Wet aanpassing accreditatiestelsel bevat een wijziging van het derde lid van artikel 10.2 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW), die alleen kan slagen als artikel 10.2, derde lid, in onderdeel DJ van artikel I van de Wet versterking besturing in werking is getreden. Met onderdeel EO van artikel I van de Wet versterking besturing komen artikel 11.14 en artikel 11.15 van de WHW te vervallen. Het nieuwe artikel 11.13, opgenomen in artikel I, onderdeel On van de Wet aanpassing accreditatiestelsel, maakt deze artikelen overbodig.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

H. Zijlstra

Naar boven