Wet van 3 december 2009 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de herziening van de functie- en bezoldigingstructuur voor rechterlijke ambtenaren

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het stelsel van functies en bezoldiging voor rechterlijke ambtenaren te herzien;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel e, vervalt «, met inbegrip van de daarbij behorende rang».

B

Artikel 2 wordt gewijzigd als volgt:

a. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De benoeming in het ambt van president van, vice-president van, raadsheer in of raadsheer in buitengewone dienst bij de Hoge Raad, senior raadsheer, raadsheer of raadsheer-plaatsvervanger in een gerechtshof, senior rechter A, senior rechter, rechter of rechter-plaatsvervanger in een rechtbank, of procureur-generaal, plaatsvervangend procureur-generaal, advocaat-generaal of advocaat-generaal in buitengewone dienst bij de Hoge Raad, geschiedt bij koninklijk besluit op voordracht van Onze Minister voor het leven.

b. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De benoeming in het ambt van procureur-generaal, deel uitmakend van het College van procureurs-generaal, hoofdadvocaat-generaal, plaatsvervangend hoofdadvocaat-generaal, senior advocaat-generaal of advocaat-generaal bij een ressortsparket of het parket-generaal, dan wel hoofdofficier, fungerend hoofdofficier, plaatsvervangend hoofdofficier, senior officier van justitie A, senior officier van justitie, officier van justitie of substituut-officier van justitie bij een arrondissementsparket, het landelijk parket, het functioneel parket of het parket-generaal geschiedt bij koninklijk besluit op voordracht van Onze Minister.

c. In het derde lid wordt «de functie» vervangen door: het ambt.

d. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. In afwijking van het derde lid kan het College van procureurs-generaal een hoofdadvocaat-generaal, plaatsvervangend hoofdadvocaat-generaal, senior advocaat-generaal of advocaat-generaal bij een ressortsparket of het parket-generaal benoemen tot plaatsvervangend officier van justitie bij een arrondissementsparket, het landelijk parket, het functioneel parket of het parket-generaal.

e. Het vijfde tot en met zevende lid wordt vernummerd tot zesde tot en met achtste lid.

f. Na het vierde lid wordt een lid ingevoegd luidende:

  • 5. In afwijking van het derde lid kan het College van procureurs-generaal een hoofdofficier, fungerend hoofdofficier, plaatsvervangend hoofdofficier, senior officier van justitie A, senior officier van justitie, officier van justitie of substituut-officier van justitie bij een arrondissementsparket, het landelijk parket, het functioneel parket of het parket-generaal benoemen tot plaatsvervangend advocaat-generaal bij een ressortsparket of het parket-generaal.

g. In het zesde lid (nieuw) wordt «de functie van gerechtsauditeur» vervangen door: het ambt van senior-gerechtsauditeur of gerechtsauditeur.

h. In het zevende en achtste lid (nieuw) wordt «de functie» vervangen door: het ambt.

C

Artikel 3 vervalt.

D

In artikel 5a, eerste lid, wordt «de functie» telkens vervangen door: het ambt.

E

Artikel 5b wordt gewijzigd als volgt:

a. In het eerste lid wordt «de artikelen 2, eerste en vijfde lid, en 3, vierde lid,» vervangen door: artikel 2, eerste en zesde lid,.

b. In het tweede lid wordt «artikelen 2, tweede en derde lid, en 3, eerste tot en met derde lid,» vervangen door: artikel 2, tweede en derde lid,.

F

In artikel 5c, eerste lid, wordt «een plaats van coördinerend vice-president, vice-president, raadsheer, raadsheer-plaatsvervanger, rechter of rechter-plaatsvervanger» vervangen door: een plaats van senior raadsheer, raadsheer, raadsheer-plaatsvervanger, senior rechter A, senior rechter, rechter of rechter-plaatsvervanger.

G

Artikel 5d wordt gewijzigd als volgt:

a. In het eerste lid wordt «een functie als bedoeld in artikel 2, tweede tot en met zesde lid» vervangen door: een ambt als bedoeld in artikel 2, tweede tot en met zevende lid.

b. In het tweede lid wordt «een functie als bedoeld in artikel 2, zevende lid» telkens vervangen door: een ambt als bedoeld in artikel 2, achtste lid.

H

In artikel 5e, onderdeel b, wordt «de functie» vervangen door: het ambt.

I

Artikel 7, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Voor de bepaling van hun salaris worden de rechterlijke ambtenaren en de rechterlijke ambtenaren in opleiding, bedoeld in het eerste lid, ingedeeld in de volgende categorieën:

    categorie 1: president van en procureur-generaal bij de Hoge Raad;

    categorie 2: vice-president van en plaatsvervangend procureur-generaal bij de Hoge Raad;

    categorie 3: raadsheer in en advocaat-generaal bij de Hoge Raad; procureur-generaal, lid van het College van procureurs-generaal; hoofdofficier bij de arrondissementsparketten te Amsterdam, ’s-Gravenhage en Rotterdam; hoofdofficier bij het landelijk parket; hoofdofficier bij het functioneel parket;

    categorie 4: hoofdofficier bij de arrondissementsparketten te Arnhem, Breda, ’s-Hertogenbosch, Groningen, Haarlem, Maastricht, Utrecht en Zwolle-Lelystad;

    categorie 5: hoofdadvocaat-generaal; hoofdofficier bij de overige parketten;

    categorie 6: fungerend hoofdofficier; plaatsvervangend hoofdofficier bij het arrondissementsparket te Rotterdam; plaatsvervangend hoofdofficier bij het landelijk parket; plaatsvervangend hoofdofficier bij het functioneel parket;

    categorie 7: senior raadsheer in een gerechtshof; senior rechter A in een rechtbank; plaatsvervangend hoofdadvocaat-generaal; senior advocaat-generaal; plaatsvervangend hoofdofficier bij de overige parketten; senior officier van justitie A;

    categorie 8: raadsheer in een gerechtshof; senior rechter in een rechtbank, advocaat-generaal bij een ressortsparket of het parket-generaal; senior officier van justitie;

    categorie 9: rechter in een rechtbank; officier van justitie;

    categorie 10: griffier van de Hoge Raad; gerechtsauditeur, tevens raadsheer-plaatsvervanger in het gerechtshof waarbij hij is aangesteld; gerechtsauditeur, tevens rechter-plaatsvervanger in de rechtbank waarbij hij is aangesteld; substituut-officier van justitie; officier enkelvoudige zittingen; senior-gerechtsauditeur;

    categorie 11: gerechtsauditeur; substituut-griffier van de Hoge Raad;

    categorie 12: rechterlijk ambtenaar in opleiding.

J

Artikel 9 wordt gewijzigd als volgt:

a. In het derde lid, onderdeel b, wordt «in of een vice-president van» vervangen door: of senior rechter in.

b. In het derde lid, onderdeel d, wordt «substituut-officier of met een officier» vervangen door: substituut-officier van justitie of een officier van justitie».

K

In artikel 41, vierde lid, wordt «arrondissementsparket» vervangen door: parket.

L

In artikel 46k, derde lid, wordt «een functie» vervangen door: een ambt.

ARTIKEL II

De Wet op de rechterlijke organisatie wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

a. Onderdeel b, onder 2° en 3°, komt te luiden:

  • 2°. de senior raadsheren, de raadsheren en de raadsheren-plaatsvervangers in de gerechtshoven;

  • 3°. de senior rechters A, de senior rechters, de rechters en de rechters-plaatsvervangers in de rechtbanken;

b. Onderdeel b, onder 6°, 7° en 8° komt te luiden:

  • 6°. de hoofdadvocaten-generaal, de plaatsvervangende hoofdadvocaten-generaal, de senior advocaten-generaal, de advocaten-generaal en de plaatsvervangende advocaten-generaal bij de ressortsparketten en het parket-generaal;

  • 7°. de hoofdofficieren, de fungerende hoofdofficieren, de plaatsvervangende hoofdofficieren, de senior officieren van justitie A, de senior officieren van justitie, de officieren van justitie, de substituut-officieren van justitie, de plaatsvervangende officieren van justitie, de officieren enkelvoudige zittingen en de plaatsvervangende officieren enkelvoudige zittingen bij de arrondissementsparketten, het landelijk parket, het functioneel parket en het parket-generaal;

  • 8°. de senior-gerechtsauditeurs en gerechtsauditeurs bij de gerechten;

B

In de artikelen 7, derde lid, 12, 13, 22, eerste lid, 41, vijfde lid, en 59, vijfde lid, wordt «gerechtsauditeurs» telkens vervangen door: senior-gerechtsauditeurs en gerechtsauditeurs.

C

Artikel 14 wordt gewijzigd als volgt:

a. In het tweede lid wordt «gerechtsauditeurs» vervangen door: senior-gerechtsauditeurs, gerechtsauditeurs.

b. In het derde lid wordt «en gerechtsauditeurs» vervangen door: , senior-gerechtsauditeurs en gerechtsauditeurs

c. In het vierde lid wordt «rechterlijk ambtenaar in opleiding of gerechtsauditeur» vervangen door: rechterlijk ambtenaar in opleiding, senior-gerechtsauditeur of gerechtsauditeur.

d. In het zevende lid wordt «gerechtsauditeur» vervangen door: senior-gerechtsauditeur, gerechtsauditeur.

D

In artikel 16, eerste lid, wordt na de eerste volzin een volzin ingevoegd, luidende: Na het verstrijken van een benoemingsduur van ten minste zes aaneengesloten jaren ontvangt de voorzitter onderscheidenlijk de sectorvoorzitter, met ingang van de datum waarop hij zijn werkzaamheden als zodanig beëindigt, gedurende drie jaren een toelage op het salaris dat hij als rechterlijk ambtenaar geniet.

E

In artikel 22, derde lid, wordt na «gerechtsambtenaren,» ingevoegd: senior-gerechtsauditeurs,.

F

Artikel 40, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, werkzaam bij de rechtbanken zijn:

    • a. senior rechters A;

    • b. senior rechters;

    • c. rechters;

    • d. rechters-plaatsvervangers.

G

Artikel 58, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, werkzaam bij de gerechtshoven zijn:

    • a. senior raadsheren;

    • b. raadsheren;

    • c. raadsheren-plaatsvervangers.

H

In artikel 119, eerste lid, wordt «functie» vervangen door: ambt.

I

Artikel 125 wordt vervangen door twee artikelen, luidende:

Artikel 125

De taken en bevoegdheden van het openbaar ministerie worden, op de wijze bij of krachtens de wet bepaald, uitgeoefend door:

  • a. het College van procureurs-generaal; en

  • b. rechterlijke ambtenaren, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 6° en 7°.

Artikel 125a

  • 1. Indien bij of krachtens een wet een bevoegdheid wordt toegekend aan de officier van justitie, kan deze bevoegdheid worden uitgeoefend door de rechterlijke ambtenaren, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 7°, van de wet, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt of de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet.

  • 2. Indien bij of krachtens een wet een bevoegdheid wordt toegekend aan de advocaat-generaal, kan deze bevoegdheid worden uitgeoefend door de rechterlijke ambtenaren, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, onder 6°, tenzij de regeling waarop de bevoegdheid steunt of de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet.

J

Artikel 126, eerste en tweede lid, komen te luiden:

  • 1. De uitoefening van een of meer bevoegdheden van de hoofdofficier, de fungerend hoofdofficier, de plaatsvervangend hoofdofficier, de senior officier van justitie A, de senior officier van justitie, de officier van justitie, de substituut-officier van justitie, de officier enkelvoudige zittingen, de hoofdadvocaat-generaal, de plaatsvervangend hoofdadvocaat-generaal, de senior advocaat-generaal en de advocaat-generaal kan worden opgedragen aan een andere bij het parket werkzame ambtenaar voor zover het hoofd van het parket daarmee heeft ingestemd.

  • 2. De opgedragen bevoegdheid wordt in naam en onder verantwoordelijkheid van de rechterlijk ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, uitgeoefend.

K

Artikel 135 wordt gewijzigd als volgt:

a. Het tweede en derde lid komen te luiden:

  • 2. Bij het parket-generaal kunnen hoofdadvocaten-generaal, plaatsvervangende hoofdadvocaten-generaal, senior advocaten-generaal, advocaten-generaal, plaatsvervangende advocaten-generaal, hoofdofficieren, fungerend hoofdofficieren, plaatsvervangende hoofdofficieren, senior officieren van justitie A, senior officieren van justitie, officieren van justitie, substituut-officieren van justitie, plaatsvervangende officieren van justitie, officieren enkelvoudige zittingen en plaatsvervangende officieren enkelvoudige zittingen werkzaam zijn.

  • 3. Een in het tweede lid bedoelde hoofdadvocaat-generaal, plaatsvervangend hoofdadvocaat-generaal, senior advocaat-generaal of advocaat-generaal is van rechtswege plaatsvervangend advocaat-generaal bij de ressortsparketten.

b. Het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot vijfde en zesde lid.

c. Na het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. Een in het tweede lid bedoelde hoofdofficier, fungerend hoofdofficier, plaatsvervangend hoofdofficier, senior officier van justitie A, senior officier van justitie, officier van justitie of substituut-officier van justitie onderscheidenlijk officier enkelvoudige zittingen is van rechtswege plaatsvervangend officier van justitie onderscheidenlijk plaatsvervangend officier enkelvoudige zittingen bij de arrondissementsparketten, het functioneel parket en het landelijk parket.

L

Artikel 136 wordt gewijzigd als volgt:

a. Het eerste en tweede lid wordt vervangen door:

  • 1. Bij een arrondissementsparket zijn werkzaam:

    • a. een hoofdofficier;

    • b. officieren van justitie;

    • c. plaatsvervangende officieren van justitie;

    • d. officieren enkelvoudige zittingen;

    • e. plaatsvervangende officieren enkelvoudige zittingen;

    • f. andere ambtenaren.

  • 2. Bij een arrondissementsparket kunnen werkzaam zijn:

    • a. een fungerend hoofdofficier;

    • b. een plaatsvervangend hoofdofficier;

    • c. senior officieren van justitie A;

    • d. senior officieren van justitie;

    • e. substituut-officieren van justitie;

    • f. rechterlijke ambtenaren in opleiding.

b. De eerste volzin van het derde lid komt te luiden:

Aan het hoofd van een arrondissementsparket staat de hoofdofficier met de titel hoofd van het arrondissementsparket.

c. De eerste volzin van het vierde lid wordt vervangen door:

Indien in het arrondissement twee politieregio’s gelegen zijn, is bij het arrondissementsparket een fungerend hoofdofficier werkzaam. Bij de overige arrondissementsparketten is een plaatsvervangend hoofdofficier werkzaam.

d. Het vijfde lid komt te luiden:

  • 5. De hoofdofficieren, fungerend hoofdofficieren, plaatsvervangend hoofdofficieren, senior officieren van justitie A, senior officieren van justitie, officieren van justitie, substituut-officieren van justitie onderscheidenlijk officieren enkelvoudige zittingen zijn van rechtswege plaatsvervangend officier van justitie onderscheidenlijk plaatsvervangend officier enkelvoudige zittingen bij de overige arrondissementsparketten, bij het landelijk parket, bij het functioneel parket en bij het parket-generaal.

M

Artikel 137, eerste tot en met vierde lid, komen te luiden:

  • 1. Bij het landelijk parket zijn werkzaam:

    • a. een hoofdofficier;

    • b. een plaatsvervangend hoofdofficier;

    • c. officieren van justitie;

    • d. plaatsvervangende officieren van justitie

    • e. officieren enkelvoudige zittingen;

    • f. plaatsvervangende officieren enkelvoudige zittingen;

    • g. andere ambtenaren.

  • 2. Bij het landelijk parket kunnen werkzaam zijn:

    • a. senior officieren van justitie A;

    • b. senior officieren van justitie;

    • c. substituut-officieren van justitie;

    • d. rechterlijke ambtenaren in opleiding.

  • 3. Aan het hoofd van het landelijk parket staat de hoofdofficier met de titel hoofd van het landelijk parket. Hij kan algemene en bijzondere aanwijzingen geven aan de bij zijn parket werkzame ambtenaren betreffende de uitoefening van de taken en bevoegdheden van het parket. In geval van afwezigheid, belet of ontstentenis van het hoofd van het landelijk parket wordt hij vervangen door de plaatsvervangend hoofdofficier.

  • 4. De hoofdofficier, plaatsvervangend hoofdofficier, senior officieren van justitie A, senior officieren van justitie, officieren van justitie, substituut-officieren van justitie onderscheidenlijk officieren enkelvoudige zittingen zijn van rechtswege plaatsvervangend officier van justitie onderscheidenlijk plaatsvervangend officier enkelvoudige zittingen bij de arrondissementsparketten, bij het functioneel parket en bij het parket-generaal.

N

Artikel 137a, eerste tot en met vierde lid, komen te luiden:

  • 1. Bij het functioneel parket zijn werkzaam:

    • a. een hoofdofficier;

    • b. een plaatsvervangend hoofdofficier;

    • c. officieren van justitie;

    • d. plaatsvervangende officieren van justitie;

    • e. officieren enkelvoudige zittingen;

    • f. plaatsvervangende officieren enkelvoudige zittingen

    • g. andere ambtenaren.

  • 2. Bij het functioneel parket kunnen werkzaam zijn:

    • a. senior officieren van justitie A;

    • b. senior officieren van justitie;

    • c. substituut-officieren van justitie;

    • d. rechterlijke ambtenaren in opleiding.

  • 3. Aan het hoofd van het functioneel parket staat de hoofdofficier met de titel hoofd van het functioneel parket. Hij kan algemene en bijzondere aanwijzingen geven aan de bij zijn parket werkzame ambtenaren betreffende de uitoefening van de taken en bevoegdheden van het parket. In geval van afwezigheid, belet of ontstentenis van het hoofd van het functioneel parket wordt hij vervangen door de plaatsvervangend hoofdofficier.

  • 4. De hoofdofficier, plaatsvervangend hoofdofficier, senior officieren van justitie A, senior officieren van justitie, officieren van justitie, substituut-officieren van justitie onderscheidenlijk officieren enkelvoudige zittingen zijn van rechtswege plaatsvervangend officier van justitie onderscheidenlijk plaatsvervangend officier enkelvoudige zittingen bij de arrondissementsparketten, bij het landelijk parket en bij het parket-generaal.

O

Artikel 138, eerste tot en met vierde lid, komen te luiden:

  • 1. Bij een ressortsparket zijn werkzaam:

    • a. een hoofdadvocaat-generaal;

    • b. een plaatsvervangend hoofdadvocaat-generaal;

    • c. advocaten-generaal;

    • d. plaatsvervangende advocaten-generaal;

    • e. andere ambtenaren.

  • 2. Bij een ressortsparket kunnen senior advocaten-generaal werkzaam zijn.

  • 3. Aan het hoofd van een ressortsparket staat een hoofdadvocaat-generaal met de titel hoofd van het ressortsparket. Hij kan algemene en bijzondere aanwijzingen geven aan de bij zijn parket werkzame ambtenaren betreffende de uitoefening van de taken en bevoegdheden van het parket. In geval van afwezigheid, belet of ontstentenis van het hoofd van het ressortsparket wordt hij vervangen door de plaatsvervangend hoofdadvocaat-generaal.

  • 4. De hoofdadvocaten-generaal, plaatsvervangende hoofdadvocaten-generaal, senior advocaten-generaal en advocaten-generaal zijn van rechtswege plaatsvervangend advocaat-generaal bij de overige ressortsparketten en bij het parket-generaal.

ARTIKEL III

De Beroepswet wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 2, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De leden met rechtspraak belast, werkzaam bij de Centrale Raad van Beroep zijn:

    • a. senior raadsheren;

    • b. raadsheren;

    • c. raadsheren-plaatsvervangers.

B

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

a. In onderdeel a wordt «onderdelen a tot en met c» vervangen door: onderdelen a en b.

b. De onderdelen c tot en met h worden geletterd d tot en met i.

c. Na onderdeel b wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • c. de voorzitter onderscheidenlijk een ander lid met rechtspraak belast, bedoeld in onderdeel a, na het verstrijken van een benoemingsduur van ten minste zes aaneengesloten jaren, met ingang van de datum waarop hij zijn werkzaamheden als zodanig beëindigt, gedurende drie jaren een toelage ontvangt op het salaris dat hij overeenkomstig de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren geniet, waarvan het bedrag gelijk is aan het verschil tussen dat salaris en de bij algemene maatregel van bestuur voor de functie van voorzitter onderscheidenlijk lid van het bestuur vast te stellen salarishoogte.

C

Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:

a. In eerste lid, onderdeel c, wordt «coördinerend vice-president, vice-president» vervangen door: senior raadsheer.

b. In het tweede lid, aanhef en onderdeel c, wordt «gerechtsauditeurs» telkens vervangen door: senior-gerechtsauditeurs en gerechtsauditeurs.

c. In het derde lid wordt «en gerechtsauditeurs» vervangen door: , senior-gerechtsauditeurs en gerechtsauditeurs.

ARTIKEL IV

De Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 3, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De leden met rechtspraak belast, werkzaam bij het College zijn:

    • a. senior raadsheren;

    • b. raadsheren;

    • c. raadsheren-plaatsvervangers.

B

Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:

a. In onderdeel a wordt «onderdelen a tot en met c» vervangen door: onderdelen a en b.

b. De onderdelen c tot en met h worden geletterd d tot en met i.

c. Na onderdeel b wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • c. de voorzitter onderscheidenlijk de andere leden met rechtspraak belast, bedoeld in onderdeel a, na het verstrijken van een benoemingsduur van ten minste zes aaneengesloten jaren, met ingang van de datum waarop hij zijn werkzaamheden als zodanig beëindigt, gedurende drie jaren een toelage ontvangt op het salaris dat hij overeenkomstig de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren geniet, waarvan het bedrag gelijk is aan het verschil tussen dat salaris en de bij algemene maatregel van bestuur voor de functie van voorzitter onderscheidenlijk lid van het bestuur vast te stellen salarishoogte.

C

Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt:

a. In eerste lid, onderdeel c, wordt «coördinerend vice-president, vice-president» vervangen door: senior raadsheer.

b. In het tweede lid, aanhef en onderdeel c, wordt «gerechtsauditeurs» telkens vervangen door: senior-gerechtsauditeurs en gerechtsauditeurs.

c. In het derde lid wordt «en gerechtsauditeurs» vervangen door: , senior-gerechtsauditeurs en gerechtsauditeurs.

ARTIKEL IVA

Indien het bij koninklijke boodschap van 14 december 2004 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met enkele aanvullingen op de regeling inzake de nevenbetrekkingen van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding gedurende de binnenstage (29 937) nadat het tot wet is verheven, in werking treedt of is getreden, wordt de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren als volgt gewijzigd:

A

In artikel 44, eerste lid, vervalt «, procureur».

B

In artikel 46c, eerste lid, onderdeel b, vervalt «, procureurs».

ARTIKEL IVB

Indien de Wet van 11 december 2008 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de flexibilisering en verduidelijking alsmede enkele aanvullingen van de regeling van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding (Stb. 2009, 8) in werking treedt of is getreden, komt artikel 46n, derde lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren te luiden:

  • 3. Op de uitkering zijn voor het overige de Werkloosheidswet en het krachtens artikel 54 bepaalde ter zake van voorzieningen in geval van werkloosheid van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL V

  • 1. De benoemingen van degenen, die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet als coördinerend vice-president of vice-president van een gerechtshof, de Centrale Raad van Beroep onderscheidenlijk het College van Beroep voor het bedrijfsleven zijn benoemd, worden van rechtswege gewijzigd in een benoeming als senior raadsheer in het desbetreffende college. Zij worden als zodanig niet beëdigd of geïnstalleerd.

  • 2. De benoemingen van degenen, die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet als coördinerend vice-president van een rechtbank zijn benoemd, worden van rechtswege gewijzigd in een benoeming als senior rechter A van een rechtbank. Zij worden als zodanig niet beëdigd of geïnstalleerd.

  • 3. De benoemingen van degenen, die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet tot vice-president van een rechtbank zijn benoemd, worden van rechtswege gewijzigd in een benoeming tot senior rechter van een rechtbank. Zij worden als zodanig niet beëdigd of geïnstalleerd.

  • 4. In afwijking van artikel 7, tweede lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren worden de coördinerend vice-presidenten die ingevolge het eerste lid worden benoemd tot senior raadsheer in een gerechtshof, de Centrale Raad van Beroep onderscheidenlijk het College van Beroep voor het bedrijfsleven, voor de bepaling van hun salaris ingedeeld in de in dat artikel vermelde categorie 6, voor zolang zij zijn benoemd als senior raadsheer.

ARTIKEL VI

De benoemingen van degenen, die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, als officier van justitie in de rang officier eerste klasse zijn benoemd, worden van rechtswege gewijzigd in een benoeming als senior officier van justitie. Zij worden als zodanig niet beëdigd of geïnstalleerd.

ARTIKEL VII

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 3 december 2009

Beatrix

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de eenendertigste december 2010

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 31 822

Naar boven