Wet van 16 december 2010 tot tweede aanpassing van wetten in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam binnen Nederland – A (Tweede Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba – A)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat met de eilandgebieden Bonaire, Sint Eustatius en Saba is overeengekomen dat zij een staatsrechtelijke positie krijgen binnen het Nederlandse staatsbestel en het in verband hiermee wenselijk is wetten en de Nederlands-Antilliaanse regelingen, die ingevolge de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba als wet van toepassing blijven in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, die nog niet zijn meegenomen in de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Indien het bij koninklijke boodschap van 26 mei 2009 ingediende voorstel van wet tot aanpassing van wetten in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam binnen Nederland (Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba) (Kamerstukken II 2009/10, 31959, nr. 2) tot wet wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:

A

[vervallen]

B

[vervallen]

C

[vervallen]

D

Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan Titel 5 wordt een afdeling toegevoegd, luidende:

AFDELING 7 BUITEN DE OPENBARE LICHAMEN VOLTROKKEN HUWELIJKEN EN GEREGISTREERDE PARTNERSCHAPPEN

Artikel 80a

Een huwelijk, voltrokken op grond van het in het Europese deel van Nederland geldende Burgerlijk Wetboek, heeft in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba de rechtsgevolgen die het Europees Nederlandse burgerlijk recht aan het betreffende huwelijk verbindt, ongeacht de wettelijke regelingen en voorschriften die van toepassing zijn in deze lichamen. De artikelen 5 tot en met 7 van de Wet conflictenrecht huwelijk zijn van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel 80b

Een geregistreerd partnerschap, voltrokken op grond van het in het Europese deel van Nederland geldende Burgerlijk Wetboek, heeft in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba de rechtsgevolgen die het Europees Nederlandse burgerlijk recht aan het geregistreerd partnerschap verbindt, ongeacht de wettelijke regelingen en voorschriften die van toepassing zijn in deze lichamen. In de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba is de Wet conflictenrecht geregistreerd partnerschap van toepassing op een buiten het Koninkrijk aangegaan geregistreerd partnerschap.

2. Na het opschrift van Titel 12 wordt ingevoegd:

AFDELING 1 ADOPTIE IN DE OPENBARE LICHAMEN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA

3. Na artikel 232 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:

AFDELING 2 IN HET EUROPESE DEEL VAN NEDERLAND UITGESPROKEN ADOPTIES

Artikel 232a

Een in het Europese deel van Nederland uitgesproken adoptie heeft in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba de rechtsgevolgen die het Europees Nederlandse burgerlijk recht aan de adoptie verbindt, ongeacht de wettelijke regelingen en voorschriften die van toepassing zijn in deze lichamen.

4. Artikel 238 komt te luiden:

Artikel 238

  • 1. Er is een voogdijraad.

  • 2. De taak en bevoegdheden van de voogdijraad worden bij wet bepaald.

  • 3. De samenstelling, werkwijze, taken en de bevoegdheden van de voogdijraad worden bij algemene maatregel van bestuur bepaald.

5. Artikel 239 vervalt.

6. Artikel 240 komt te luiden:

Artikel 240

  • 1. De voogdijraad zorgt voor, en treedt zonodig op ten behoeve van, de minderjarigen die hun krachtens enig wettelijk voorschrift door de rechter of het Openbaar Ministerie voorlopig zijn toevertrouwd.

  • 2. De voogdijraad zorgt, dat de gelden die hem ten behoeve van het onderhoud van minderjarigen worden uitgekeerd, aan de daarop rechthebbende worden uitbetaald, en ziet toe dat zij overeenkomstig hun bestemming worden besteed.

7. In artikel 241, eerste en tweede lid, vervallen de woorden «in eerste aanleg».

8. Artikel 243 komt te luiden:

Artikel 243

  • 1. De bestuurscolleges en ambtenaren van de burgerlijke stand verschaffen de voogdijraad alle inlichtingen, en verstrekken hun kosteloos alle afschriften en uittreksels uit hun registers, die deze ter uitvoering van hun taak van hen vraagt; de te verstrekken afschriften en uittreksels zijn vrij van zegel.

  • 2. Alle verzoeken die de voogdijraad ter uitvoering van zijn taak tot de rechter richten, worden kosteloos behandeld; de grossen, afschriften en uittreksels, die hij daartoe aanvraagt, zijn vrij van zegel en worden door de griffiers vrij van alle kosten uitgereikt.

  • 3. Alle stukken en exploiten, die van de voogdijraad uitgaan, zijn vrij van zegel en worden, voor zover hun registratie vereist is, gratis geregistreerd.

ARTIKEL II

Indien het bij koninklijke boodschap van 26 mei 2009 ingediende voorstel van wet tot invoering van de regelgeving met betrekking tot de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba) Kamerstukken II 2009/10, 31957, nr. 2) tot wet wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:

A0

In artikel 2, tweede lid, wordt «zoals deze bij besluit van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 15 september 2009 of 15 december 2009 zijn vastgesteld» vervangen door: zoals deze bij besluit van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 6 oktober 2010 zijn vastgesteld.

A

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

  • 1. De Algemene wet bestuursrecht, met uitzondering van hoofdstuk 9, is niet van toepassing op besluiten en handelingen van bestuursorganen die hun zetel hebben in het Europese deel van Nederland, ter uitvoering van:

    • a. een wettelijke regeling die uitsluitend in de openbare lichamen van toepassing is;

    • b. een wettelijke regeling die op grond van artikel 2, tweede lid, mede van toepassing is in de openbare lichamen, voor zover het besluit of de handeling gericht is tot een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die ten tijde van het nemen van het besluit of het verrichten van de handeling ingezetene is van onderscheidenlijk gevestigd is in de openbare lichamen.

  • 2. De hoofdstukken 6 tot en met 8 van de Algemene wet bestuursrecht zijn niet van toepassing op besluiten en handelingen van bestuursorganen die hun zetel hebben in het Europese deel van Nederland, ter uitvoering van een wettelijk voorschrift als bedoeld in artikel 2, derde lid, voor zover het desbetreffende besluit of de handeling gericht is tot een natuurlijk persoon of een rechtspersoon die ten tijde van het nemen van het besluit of het verrichten van de handeling ingezetene is van onderscheidenlijk gevestigd is in de openbare lichamen.

  • 3. Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht is tevens van toepassing op gedragingen van in artikel 1a, eerste lid, onder d en e, van de Wet Nationale ombudsman bedoelde bestuursorganen met een zetel in de openbare lichamen.

  • 4. In de gevallen, bedoeld in het eerste en tweede lid, is de Wet administratieve rechtspraak BES van toepassing voor zover sprake is van een beschikking in de zin van die wet.

  • 5. Indien een beroepschrift tegen een beschikking op grond van een wettelijke regeling als bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend bij een onbevoegde administratieve rechter, wordt het, nadat daarop de datum van ontvangst is aangetekend, zo spoedig mogelijk doorgezonden aan het bevoegde orgaan, onder gelijktijdige mededeling hiervan aan de afzender. Artikel 6:15, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

  • 6. Het tweede lid is niet van toepassing op besluiten en handelingen ten aanzien van ambtenaren als bedoeld in artikel 1 van de Ambtenarenwet als zodanig, die hun werkzaamheden verrichten in de openbare lichamen.

  • 7. Het eerste en tweede lid zijn evenmin van toepassing op de heffing en inning van belastingen of van rechten bij invoer.

B

Na hoofdstuk 2 wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 2a PUBLIEKRECHTELIJKE RECHTSGEVOLGEN HUWELIJK EN GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

Artikel 4a

In wettelijke regelingen en voorschriften zoals deze van toepassing zijn in de openbare lichamen wordt geen onderscheid gemaakt ten aanzien van de publiekrechtelijke rechtsgevolgen van huwelijken of geregistreerd partnerschappen voltrokken op grond van het in het Europese deel van Nederland geldende Burgerlijk Wetboek, en huwelijken, gesloten op grond van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek BES in een van de openbare lichamen.

C

Na artikel 4a wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 2b DE TAAL IN HET BESTUURLIJK VERKEER

§ 1 Algemene bepalingen
Artikel 4b
  • 1. Dit hoofdstuk is van toepassing op:

    • a. de eilandsraden en de bestuursorganen van de openbare lichamen;

    • b. de Rijksvertegenwoordiger;

    • c. personen die in de openbare lichamen werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de centrale overheid.

  • 2. In dit hoofdstuk worden onder «de organen van de openbare lichamen» en «de Rijksvertegenwoordiger» mede begrepen de onder hun onderscheidenlijk zijn verantwoordelijkheid werkzame personen.

Artikel 4c
  • 1. De in artikel 4b, eerste lid, bedoelde organen en personen gebruiken de Nederlandse taal, tenzij bij of krachtens dit hoofdstuk anders is bepaald.

  • 2. Zij kunnen een andere taal gebruiken dan bij of krachtens dit hoofdstuk is bepaald, indien het gebruik daarvan doelmatiger is en de belangen van derden daardoor niet onevenredig worden geschaad.

§ 2 Het bestuurlijk verkeer tussen de overheid en particulieren
Artikel 4d
  • 1. Een ieder kan de Nederlandse taal gebruiken in het verkeer met de in artikel 4b, eerste lid, bedoelde organen en personen.

  • 2. Een ieder kan:

    • a. het Papiaments gebruiken in het verkeer met de organen van het openbaar lichaam Bonaire;

    • b. het Engels gebruiken in het verkeer met de organen van het openbaar lichaam Sint Eustatius of Saba.

  • 3. Een ieder kan het Papiaments ofwel het Engels gebruiken in het verkeer met de Rijksvertegenwoordiger en met personen die in de openbare lichamen werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de centrale overheid.

  • 4. Het tweede en derde lid gelden niet, indien het orgaan of de persoon heeft verzocht de Nederlandse taal te gebruiken op de grond, dat het gebruik van het Papiaments of het Engels tot een onevenredige belasting van het bestuurlijk verkeer zou leiden.

Artikel 4e
  • 1. De organen van het openbaar lichaam Bonaire kunnen in het mondeling verkeer met een ieder het Papiaments gebruiken.

  • 2. De organen van het openbaar lichaam Sint Eustatius of Saba kunnen in het mondeling verkeer met een ieder het Engels gebruiken.

  • 3. De Rijksvertegenwoordiger en personen die in de openbare lichamen werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de centrale overheid kunnen in het mondeling verkeer met een ieder het Papiaments en het Engels gebruiken indien de wederpartij hierom heeft verzocht.

  • 4. Het eerste en tweede lid gelden niet, indien de wederpartij heeft verzocht de Nederlandse taal te gebruiken op de grond, dat het gebruik van het Papiaments of het Engels tot een onbevredigend verloop van het mondeling verkeer zou leiden.

§ 3 Het bestuurlijk verkeer bij de overheden en tussen hen onderling
Artikel 4f
  • 1. De in artikel 4b, eerste lid, bedoelde organen en personen maken in hun onderling schriftelijk verkeer en in het schriftelijke verkeer met in het Europese deel van Nederland gevestigde organen alleen gebruik van het Nederlands.

  • 2. Indien het gebruik daarvan doelmatiger is en de belangen van derden daardoor niet onevenredig worden geschaad kunnen in afwijking van het eerste lid:

    • a. de organen van het openbare lichaam Bonaire in hun onderling schriftelijk verkeer het Papiaments gebruiken;

    • b. de organen van de openbare lichamen Sint Eustatius of Saba in hun onderling schriftelijk verkeer het Engels gebruiken.

  • 3. De in artikel 4b, eerste lid, bedoelde organen en personen kunnen in hun onderling mondeling verkeer alleen gebruik van het Papiaments ofwel het Engels maken indien het gebruik daarvan doelmatiger is en de belangen van derden daardoor niet onevenredig worden geschaad.

Artikel 4g
  • 1. Een ieder kan in vergaderingen van de eilandsraad van het openbaar lichaam Bonaire dan wel van het openbaar lichaam Sint Eustatius of Saba het Papiaments onderscheidenlijk het Engels gebruiken.

  • 2. Hetgeen in het Papiaments dan wel in het Engels is gezegd, wordt in het Papiaments onderscheidenlijk het Engels genotuleerd.

§ 4 Bijzondere bepalingen inzake schriftelijke stukken van de overheid
Artikel 4h

Onverminderd artikel 4f kan:

  • a. de eilandsraad van het openbaar lichaam Bonaire dan wel van het openbaar lichaam Sint Eustatius of Saba bij eilandsverordening regels stellen over het gebruik van het Papiaments onderscheidenlijk het Engels in schriftelijke stukken;

  • b. Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de Rijksvertegenwoordiger regels stellen over het gebruik van het Papiaments ofwel het Engels in schriftelijke stukken;

  • c. Onze Minister wie het aangaat voor personen die in de openbare lichamen werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van de centrale overheid, regels stellen over het gebruik van het Papiaments ofwel het Engels in schriftelijke stukken.

Artikel 4i
  • 1. Indien een schriftelijk stuk in het Papiaments ofwel het Engels is opgesteld, verstrekken de in artikel 4b, eerste lid, bedoelde organen en personen daarvan op verzoek van een natuurlijk persoon of rechtspersoon die ingezetene is van of gevestigd is in de openbare lichamen een vertaling in de Nederlandse taal, tenzij het verstrekken tot een onevenredige belasting van het bestuurlijk verkeer zou leiden.

  • 2. Het orgaan of de persoon kan voor het vertalen een vergoeding van ten hoogste de kosten verlangen.

  • 3. Voor het vertalen kan geen vergoeding worden verlangd, indien het schriftelijk stuk:

    • a. de notulen van de vergadering van de eilandsraad inhoudt, en het belang van de verzoeker rechtstreeks bij het genotuleerde is betrokken, dan wel de notulen van de vergadering van de eilandsraad inhoudt, en de vaststelling van een eilandsverordening of beleidsregels betreft, of

    • b. een besluit of andere handeling inhoudt waarbij de verzoeker belanghebbende is.

Artikel 4j
  • 1. Een schriftelijk stuk in het Papiaments of in het Engels wordt tevens in de Nederlandse taal opgesteld, indien het:

    • a. algemeen verbindende voorschriften of beleidsregels inhoudt, of

    • b. is opgesteld ter directe voorbereiding van de onder a genoemde voorschriften of regels.

  • 2. De bekendmaking, mededeling of terinzagelegging van een schriftelijk stuk als bedoeld in het eerste lid geschiedt in ieder geval ook in de Nederlandse taal, tenzij redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen behoefte bestaat.

D

Aan het slot van artikel 5 wordt als een zin toegevoegd, luidende:

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen dienaangaande en over de erkenning van vonnissen, bevelen en authentieke akten van andere landen nadere regels worden gegeven.

E

[vervallen]

ARTIKEL III

  • 1. De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

  • 2. In afwijking van het eerste lid treedt artikel II, onderdeel A0, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 10 oktober 2010 om 00:00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba en om 06:00 uur in het Europese deel van Nederland.

ARTIKEL IV

Deze wet wordt aangehaald als: Tweede Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba – A.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 16 december 2010

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de vierentwintigste december 2010

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 32 368

Naar boven