Besluit van 15 december 2010, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 2 december 2010 tot wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in verband met onder meer niet-indexering normbedragen voor 2011 en 2012 en aanpassing aanvullende beurs (Stb. 2010, 807)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 13 december 2010, nr. WJZ/256185 (6278), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel III van de Wet van 2 december 2010 tot wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in verband met onder meer niet-indexering normbedragen voor 2011 en 2012 en aanpassing aanvullende beurs (Stb. 2010, 807);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De artikelen I, onderdelen B tot en met E, II en IIA van de Wet van 2 december 2010 tot wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in verband met onder meer niet-indexering normbedragen voor 2011 en 2012 en aanpassing aanvullende beurs (Stb. 2010, 807) treden in werking met ingang van 1 januari 2011.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 15 december 2010

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

H. Zijlstra

Uitgegeven de vierentwintigste december 2010

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Het merendeel van de artikelen van de Wet van 2 december 2010 tot wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in verband met onder meer niet-indexering normbedragen voor 2011 en 2012 en aanpassing aanvullende beurs (Stb. 2010, 807) treedt met dit besluit in werking met ingang van 1 januari 2011.

In artikel III van voormelde wet is voor artikel I, onderdeel A, een afwijkende inwerkingtredingsbepaling opgenomen. Dit onderdeel legt vast dat de periode gedurende welke een student staat ingeschreven aan een hoger-onderwijsopleiding in het buitenland niet meetelt voor de toepassing van de 3 uit 6-maatregel, zoals opgenomen in artikel 2.14 van de Wet studiefinanciering 2000.

Artikel I, onderdeel A, van voormelde wet van 2 december 2010 treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin die wet wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2007. Daarmee sluit dit onderdeel aan bij de datum van invoering van de meeneembare studiefinanciering voor studenten in het hoger onderwijs.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

H. Zijlstra

Naar boven