Besluit van 14 december 2010, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 25 november 2010 tot wijziging van de Winkeltijdenwet met het oog op inkadering van de bevoegdheid om vrijstelling te verlenen of een ontheffingsbevoegdheid toe te kennen in verband met de toeristische aantrekkingskracht van een gemeente (Stb. 2010, 796)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 9 december 2010, nr. WJZ / 10172959;

Gelet op artikel III van de Wet van 25 november 2010 tot wijziging van de Winkeltijdenwet met het oog op inkadering van de bevoegdheid om vrijstelling te verlenen of een ontheffingsbevoegdheid toe te kennen in verband met de toeristische aantrekkingskracht van een gemeente (Stb. 2010, 796);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 25 november 2010 tot wijziging van de Winkeltijdenwet met het oog op inkadering van de bevoegdheid om vrijstelling te verlenen of een ontheffingsbevoegdheid toe te kennen in verband met de toeristische aantrekkingskracht van een gemeente (Stb. 2010, 796) treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 december 2010

Beatrix

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen

Uitgegeven de tweeëntwintigste december 2010

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Dit koninklijk besluit regelt de inwerkingtreding van de Wet van 25 november 2010 tot wijziging van de Winkeltijdenwet met het oog op inkadering van de bevoegdheid om vrijstelling te verlenen of een ontheffingsbevoegdheid toe te kennen in verband met de toeristische aantrekkingskracht van een gemeente (Stb. 2010, 796).

Hoewel de systematiek van de vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309) niet van toepassing is omdat de voorbereiding van de wet is gestart geruime tijd vóór 1 januari 2009, is wel aansluiting gezocht bij deze systematiek. De wet treedt in werking op 1 januari 2011. Deze datum is in overeenstemming met de volgens bovengenoemde systematiek geldende vaste data (1 januari of 1 juli) voor de inwerkingtreding van wetten. De invoeringstermijn – dat wil zeggen de termijn tussen publicatie in het Staatsblad en de inwerkingtreding van de wet – is korter dan in de systematiek van vaste verandermomenten is voorzien. De reden hiervoor is het gestand doen van de door de toenmalige Minister van Economische Zaken gedane toezegging aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal het wetsvoorstel nadat het tot wet verheven zou zijn zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 1 januari 2011 in werking te laten treden. Overigens wordt er in dit verband aan herinnerd dat de wet voorziet in een overgangstermijn van één jaar voor gemeenten die op 1 januari 2011 reeds een toeristische regime hadden ingesteld om hun besluitvorming aan de wetswijziging aan te passen.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen

Naar boven