Besluit van 18 november 2010 tot wijziging van het Kiesbesluit in verband met de invoering van inlevering bij het centraal stembureau van kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 1 oktober 2010, 2010-0000582090, BZK/CZW/WSG;

Gelet op de artikelen R 1, R 2, R 7 en R 8 van de Kieswet;

Gezien het advies van de Kiesraad van 26 augustus 2010, nr. 2010-0000500287;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 13 oktober 2010, nr. W04.10.0479/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 november 2010, nr. 2010-0000651002;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel R 1 van het Kiesbesluit komt te luiden:

Artikel R 1

De formulieren voor de kandidatenlijsten, bedoeld in artikel R 1, derde lid, van de Kieswet, en voor de verklaringen, bedoeld in de artikelen R 2, eerste lid, R 7, vierde lid, en R 8, vierde lid, van de Kieswet, zijn gedurende drie weken vóór en op de dag van de kandidaatstelling verkrijgbaar bij het centraal stembureau.

ARTIKEL II

Indien het bij koninklijk boodschap van 29 oktober 2009 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Kieswet houdende verhoging van de voorkeurdrempel, beperking van de mogelijkheid tot het aangaan van lijstencombinaties alsmede vaststelling van het tijdstip van de stemming voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer (Kamerstukken 32 191) tot wet is verheven en die wet in werking treedt, treedt dit besluit op hetzelfde tijdstip in werking.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 18 november 2010

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de eerste december 2010

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Het Kiesbesluit is gewijzigd met het oog op de wijziging van de Kieswet houdende verhoging van de voorkeurdrempel, beperking van de mogelijkheid tot het aangaan van lijstencombinaties alsmede vaststelling van het tijdstip van de stemming voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer (Kamerstukken 32 191). Bij tweede nota van wijziging (Kamerstukken II 2009/10, 32 191, nr. 9) is de mogelijkheid gecreëerd tot centrale inlevering van kandidatenlijsten voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer bij de Kiesraad, fungerend als centraal stembureau.

Voorheen moesten politieke groeperingen op de dag van de kandidaatstelling in iedere provincie waarin zij deelnamen een zelfstandige kandidatenlijst indienen. Daarnaast moest de kandidatenlijst worden ondertekend door een lid van provinciale staten. De kandidatenlijst werd ingeleverd bij de commissaris van de Koningin, die op zijn beurt de kandidatenlijsten direct doorstuurde naar de Kiesraad, fungerend als centraal stembureau. De omvangrijke administratie die dit met zich bracht, was meestal overbodig, omdat in de praktijk is gebleken dat in alle kieskringen precies dezelfde lijsten worden ingeleverd.

Met de mogelijkheid van centrale inlevering hoeft slechts één keer de procedure van kandidaatstelling te worden verricht en is er één contactpersoon, de inleveraar, die het herstel van eventuele verzuimen voor de groepering kan coördineren.

De regeling dat een kandidatenlijst moet worden ondertekend door een lid van provinciale staten, wordt vervangen door het principe van de ondersteuningsverklaring. Zo wordt voorkomen dat op één kandidatenlijst van alle provincies waarvoor de lijst is ingediend, de handtekening van een lid van provinciale staten moet staan.

De formulieren voor de kandidatenlijsten alsmede voor de verklaringen, bedoeld in de artikelen R 7 en R 8 van de Kieswet, zijn verkrijgbaar bij het centraal stembureau. Dit geldt ook voor de ondersteuningsverklaringen. Op grond van artikel R 2, vierde lid, van de Kieswet, dient bij algemene maatregel van bestuur geregeld te worden waar en wanneer de formulieren voor de verklaring van ondersteuning voor de leden van provinciale staten verkrijgbaar zijn.

Voorheen was in het Kiesbesluit opgenomen dat de genoemde formulieren verkrijgbaar zijn ter provinciale griffie. Ten behoeve van de eenduidigheid van de regeling is dit gewijzigd in het centraal stembureau, aangezien de inlevering van de formulieren ook daar geschiedt. Dit staat er overigens niet aan in de weg dat ook de provinciale griffies deze documenten kunnen blijven aanbieden. Voorts zijn in artikel R 1 van het Kiesbesluit de verwijzingen aangepast in verband met vernummeringen in de Kieswet.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven