Besluit van 8 februari 2010 tot vaststelling van een eenmalige uitkering 2009 en tot wijziging van enige besluiten in het kader van de arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor de sector Defensie over de periode 1 maart 2009 tot en met 28 februari 2010

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van de Staatssecretaris van Defensie van 19 november 2009, nr. P/2009017614;

Gelet op artikel 125, eerste lid, onder a, c, d en e, van de Ambtenarenwet alsmede op de artikelen 12, onder a, g, h en m, en 12quinquies, onder a van de Militaire Ambtenarenwet 1931;

De Raad van State gehoord (advies van 16 december 2009, nr. WO7.09.0507/II);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Defensie van 2 februari 2010, nr. BS/20100000605;

Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1 TOEKENNING VAN EEN EENMALIGE UITKERING 2009 AAN HET DEFENSIEPERSONEEL

Artikel 1

  • 1. De volgende betrokkenen hebben aanspraak op een eenmalige uitkering 2009 ter grootte van 0,35% van het twaalfvoud van de voor hen geldende berekeningsbasis:

    • a. de militair aangesteld bij het beroepspersoneel met een lagere rang dan vice-admiraal of luitenant-generaal die op 1 augustus 2009 in werkelijke dienst was alsmede de ambtenaar die op 1 augustus 2009 was aangesteld in burgerlijke openbare dienst om bij de krijgsmacht als geestelijk verzorger doorlopend werkzaam te zijn;

    • b. de militair aangesteld bij het reservepersoneel die in de periode 1 januari 2009 tot en met 31 augustus 2009 met aanspraak op bezoldiging in werkelijke dienst is geweest;

    • c. de ambtenaar aangesteld in burgerlijke openbare dienst die op 1 augustus 2009 in dienst was van het Ministerie van Defensie;

    • d. de gewezen militair met een lagere rang dan vice-admiraal of luitenant-generaal en de gewezen ambtenaar, die op 1 augustus 2009 in het genot waren van wachtgeld ingevolge artikel 18, zesde lid, van het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Defensie;

    • e. de gewezen militair die op 1 augustus 2009 een uitkering genoot op grond van de Uitkeringswet gewezen militairen alsmede de gewezen ambtenaar die op 1 augustus 2009 een uitkering genoot op grond van het Besluit uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag burgerlijke ambtenaren defensie;

    • f. de gewezen militair en de gewezen ambtenaar, die op 1 augustus 2009 aanspraak hebben op een suppletie op grond van de Suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector Defensie.

  • 2. De berekeningsbasis, bedoeld in het eerste lid, bedraagt:

    • a. voor de betrokkenen bedoeld in het eerste lid, onder a, de over de maand augustus van het jaar 2009 genoten bezoldiging volgens hetgeen daaronder wordt verstaan in het Inkomstenbesluit militairen;

    • b. voor de betrokkenen bedoeld in het eerste lid, onder b, één-twaalfde gedeelte van de over de periode 1 januari 2009 tot en met 31 augustus 2009 genoten bezoldiging volgens hetgeen daaronder wordt verstaan in het Inkomstenbesluit militairen;

    • c. voor de betrokkenen bedoeld in het eerste lid, onder c, het over de maand augustus van het jaar 2009 genoten salaris volgens hetgeen daaronder wordt verstaan in het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie;

    • d. voor de betrokkenen bedoeld in het eerste lid, onder d, het over de maand augustus 2009 genoten wachtgeld, na toepassing van de krachtens het in het eerste lid, onder d, genoemde artikel 18, zesde lid geldende vermindering wegens inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf;

    • e. voor de betrokkenen bedoeld in het eerste lid, onder e, de over de maand augustus 2009 genoten uitkering, na toepassing van de krachtens het Besluit uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag burgerlijke ambtenaren defensie, geldende vermindering wegens inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf;

    • f. voor de betrokkenen bedoeld in het eerste lid, onder f, één-achtste gedeelte van de over de periode 1 januari 2009 tot en met 31 augustus 2009 genoten suppletie na toepassing van de krachtens de Suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector Defensie geldende vermindering wegens inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf.

  • 3. De eenmalige uitkering 2009 wordt niet gerekend tot de bezoldiging in de zin van het Inkomstenbesluit militairen noch maakt zij deel uit van de pensioengrondslag of het inkomen in de zin van de Uitkeringswet gewezen militairen dan wel de Kaderwet militaire pensioenen.

  • 4. De eenmalige uitkering 2009 maakt voor de ambtenaar aangesteld in burgerlijke openbare dienst, alsmede voor de gewezen ambtenaar, die aanspraak heeft op deze uitkering, deel uit van de pensioengrondslag.

HOOFDSTUK 2 OVERIGE WIJZIGINGEN

Artikel 2

Het Algemeen militair ambtenarenreglement wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 5a, derde lid wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede «vijftien jaar» wordt vervangen door: twaalf jaar.

2. Aan het slot van het derde lid wordt een zin toegevoegd, luidende:

Indien de gegadigde reeds eerder gedurende een periode van ten minste twee jaar was aangesteld als militair bij het beroepspersoneel wordt de periode van twaalf jaar beperkt tot een periode van tien jaar.

B. Artikel 54d wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de aanhef «De militair kan bij de commandant een aanvraag indienen om zijn arbeidsduur gedurende een kalenderjaar met 2 uren per week te verlengen wanneer:» vervangen door: De militair kan bij de commandant eenmaal per kalenderjaar een aanvraag indienen om zijn arbeidsduur gedurende het resterende deel van dat kalenderjaar met 2 uren per week te verlengen wanneer:.

2. In onderdeel c van het eerste lid wordt de zinsnede «in dat kalenderjaar» vervangen door: in het resterende deel van dat kalenderjaar.

3. Het tweede lid vervalt.

4. Onder vernummering van het derde lid tot tweede lid, wordt een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Een toegestane verlenging van de arbeidsduur gaat in op de eerste dag van de maand, volgend op de maand waarin de verlenging is toegestaan.

5. In het vierde lid, onderdeel a en onderdeel b, vervalt de zinsnede «vóór 1 oktober voorafgaande aan het desbetreffende kalenderjaar».

6. Het vijfde lid komt te luiden:

  • 5. Indien de militair een andere functie wordt toegewezen vervalt met ingang van de datum waarop hij de nieuwe functie gaat vervullen de verlenging van de arbeidsduur. In dat geval kan de militair bij zijn nieuwe commandant een aanvraag als bedoeld in het eerste lid indienen.

C. Artikel 54e wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de aanhef «De militair kan bij de commandant een aanvraag indienen om zijn arbeidsduur gedurende een kalenderjaar met 2 uren per week te verkorten wanneer:» vervangen door: De militair kan bij de commandant eenmaal per kalenderjaar een aanvraag indienen om zijn arbeidsduur gedurende het resterende deel van dat kalenderjaar met 2 uren per week te verkorten wanneer:.

2. In onderdeel c van het eerste lid wordt de zinsnede «in dat kalenderjaar» vervangen door: in het resterende deel van dat kalenderjaar.

3. Het derde lid vervalt.

4. Onder vernummering van het vierde lid tot derde lid, wordt een nieuw vierde lid ingevoegd, luidende:

  • 4. Een toegestane verkorting van de arbeidsduur gaat in op de eerste dag van de maand, volgend op de maand waarin de verkorting is toegestaan.

5. In het vijfde lid, onderdeel a en onderdeel b, vervalt de zinsnede «vóór 1 oktober voorafgaande aan het desbetreffende kalenderjaar».

6. Het zesde lid komt te luiden:

  • 6. Indien de militair een andere functie wordt toegewezen vervalt met ingang van de datum waarop hij de nieuwe functie gaat vervullen de verkorting van de arbeidsduur. In dat geval kan de militair bij zijn nieuwe commandant een aanvraag als bedoeld in het eerste lid indienen.

D. Artikel 80, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Niet verleend vakantieverlof, waaronder eventueel van vorige jaren overgeboekt vakantieverlof, wordt overgeboekt naar het volgende kalenderjaar tot een maximum van het aantal uren per jaar, te berekenen volgens artikel 73, verminderd met het in artikel 76, tweede lid, bedoelde aantal verplicht te verlenen uren.

E. Artikel 87d komt te luiden:

Artikel 87d Ouderschapsverlof
  • 1. Wanneer aan de militair door de commandant ouderschapsverlof, als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Wet arbeid en zorg, wordt verleend, behoudt hij over de eerste periode van het ouderschapsverlof, die overeenkomt met dertien maal de voor de militair geldende arbeidsduur per week, 75% van zijn bezoldiging. Over de resterende periode van het verleende ouderschapsverlof, ontvangt de militair over de ouderschapsverlofuren geen bezoldiging.

  • 2. De militair kan door de commandant worden verplicht tot terugbetaling van de tijdens het ouderschapsverlof genoten inkomsten wanneer hem tijdens de verlofperiode of binnen één jaar na afloop van het ouderschapsverlof ontslag wordt verleend op zijn aanvraag dan wel op grond van aan de militair te wijten omstandigheden. Indien binnen één jaar na afloop van het ouderschapsverlof ontslag wordt verleend, wordt de verplichting tot terugbetaling naar evenredigheid beperkt. Indien het ontslag verband houdt met een aanstelling als burgerlijk ambtenaar bij het Ministerie van Defensie of indiensttreding bij een andere overheidssector bestaat geen verplichting tot terugbetaling.

  • 3. De militair meldt het voornemen om ouderschapsverlof op te nemen ten minste zes maanden voor het tijdstip van ingang van het verlof schriftelijk aan de commandant.

  • 4. De commandant kan bepalen dat de aanspraak op ouderschapsverlof op grond van zwaarwegend dienstbelang wordt opgeschort tot een later tijdstip, waarbij kan worden afgeweken van de datum, waarop op grond van artikel 6:4 van de Wet arbeid en zorg geen recht bestaat op ouderschapsverlof.

Artikel 3

Artikel 7 van het Besluit dienstreizen defensie wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Indien de dienstreiziger voor de dienstreis gebruik maakt van een abonnement voor reizen met openbaar vervoer waarvoor eigen kosten zijn gemaakt, worden de gedurende de looptijd van dat abonnement gemaakte dienstreizen vergoed op basis van het voltarief totdat het bij ministeriële regeling te bepalen omslagpunt is bereikt van de door de dienstreiziger gemaakte kosten en eventuele vanwege het ministerie ontvangen reiskostentegemoetkomingen over de looptijd van het abonnement.

2. Onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. Onder abonnement als bedoeld in het derde lid worden zowel een NS-jaartrajectabonnement, een NS-jaarabonnement, een OV-jaarabonnement, een stad-/streekvervoerabonnement als een NS-voordeelurenabonnement verstaan.

Artikel 4

In artikel 5 van het Besluit personenchauffeurs defensie wordt «€ 139,50» vervangen door: € 140,89.

Artikel 5

Het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 8a, eerste lid, wordt de zinsnede «die voor de vaststelling van de salarisschaal is ingedeeld in hoofdgroep IV of hoger van bijlage A van het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie» vervangen door: waaraan schaal 9 of hoger van bijlage A van het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie is verbonden.

B. Artikel 30da wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «De ambtenaar kan bij de commandant een aanvraag indienen om zijn arbeidsduur gedurende een kalenderjaar met 2 uren per week te verlengen wanneer het rooster van de ambtenaar in dat kalenderjaar» vervangen door: De ambtenaar kan bij de commandant eenmaal per kalenderjaar een aanvraag indienen om zijn arbeidsduur gedurende het resterende deel van dat kalenderjaar met 2 uren per week te verlengen wanneer het rooster van de ambtenaar gedurende het resterende deel van dat kalenderjaar.

2. Het tweede lid vervalt.

3. Onder vernummering van het derde lid tot tweede lid, wordt een nieuw derde lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Een toegestane verlenging van de arbeidsduur gaat in op de eerste dag van de maand, volgend op de maand waarin de verlenging is toegestaan.

4. In het vierde lid, onderdeel a en onderdeel b, vervalt de zinsnede «vóór 1 oktober voorafgaande aan het desbetreffende kalenderjaar».

5. Het vijfde lid komt te luiden:

  • 5. Indien de ambtenaar in een andere functie wordt tewerkgesteld vervalt met ingang van de datum van tewerkstelling de verlenging van de arbeidsduur. In dat geval kan de ambtenaar bij zijn nieuwe commandant een aanvraag als bedoeld in het eerste lid indienen.

C. Artikel 30db wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «De ambtenaar kan bij de commandant een aanvraag indienen om zijn arbeidsduur gedurende een kalenderjaar met 2 uren per week te verkorten wanneer het rooster van de ambtenaar in dat kalenderjaar» vervangen door: De ambtenaar kan bij de commandant eenmaal per kalenderjaar een aanvraag indienen om zijn arbeidsduur gedurende het resterende deel van dat kalenderjaar met 2 uren per week te verkorten wanneer het rooster van de ambtenaar gedurende het resterende deel van dat kalenderjaar.

2. Het derde lid vervalt.

3. Onder vernummering van het vierde lid tot derde lid, wordt een nieuw vierde lid ingevoegd, luidende:

  • 4. Een toegestane verkorting van de arbeidsduur gaat in op de eerste dag van de maand, volgend op de maand waarin de verkorting is toegestaan.

4. In het vijfde lid, onderdeel a en onderdeel b, vervalt de zinsnede «vóór 1 oktober voorafgaande aan het desbetreffende kalenderjaar».

5. Het zesde lid komt te luiden:

  • 6. Indien de ambtenaar in een andere functie wordt tewerkgesteld vervalt met ingang van de datum van tewerkstelling de verkorting van de arbeidsduur. In dat geval kan de ambtenaar bij zijn nieuwe commandant een aanvraag als bedoeld in het eerste lid indienen.

D. Artikel 33, achtste lid, komt te luiden:

  • 8. Niet opgenomen vakantieverlof, waaronder eventueel van vorige jaren overgeboekt vakantieverlof, wordt overgeboekt naar het volgende kalenderjaar tot een maximum van het aantal uren per jaar, te berekenen volgens artikel 32, verminderd met het in het derde lid bedoelde aantal verplicht op nemen uren.

E. Artikel 47 komt te luiden:

Artikel 47 Ouderschapsverlof
  • 1. Wanneer aan de ambtenaar door de commandant ouderschapsverlof als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Wet arbeid en zorg wordt verleend, behoudt hij over de eerste periode van het ouderschapsverlof, die overeenkomt met dertien maal de voor de ambtenaar geldende arbeidsduur per week, 75% van zijn bezoldiging. Over de resterende periode van het verleende ouderschapsverlof, ontvangt de ambtenaar over de ouderschapsverlofuren geen bezoldiging.

  • 2. De ambtenaar kan door de commandant worden verplicht tot terugbetaling van de tijdens het ouderschapsverlof genoten inkomsten wanneer hem tijdens de verlofperiode of binnen één jaar na afloop van het ouderschapsverlof ontslag wordt verleend op zijn aanvraag dan wel op grond van aan de ambtenaar te wijten omstandigheden of, wanneer hij is aangesteld in tijdelijke dienst voor bepaalde tijd, ter zake van het eindigen van de tijd waarvoor de aanstelling is geschied. Indien binnen één jaar na afloop van het ouderschapsverlof ontslag wordt verleend, wordt de verplichting tot terugbetaling naar evenredigheid beperkt. Indien het ontslag verband houdt met een aanstelling als militair bij het Ministerie van Defensie of indiensttreding bij een andere overheidssector bestaat geen verplichting tot terugbetaling.

Artikel 6

Het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 43, tweede lid, wordt «€ 147,38» vervangen door: € 148,85.

B. Artikel 44 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt «3,5%» vervangen door: 5,0%.

2. Het vijfde lid komt te luiden:

  • 5. In afwijking van artikel 6 wordt de eindejaarsuitkering over de periode december van het voorgaande jaar tot en met november van het lopende jaar uitbetaald in de maand november. Bij ontslag van de ambtenaar vindt de uitbetaling van de tot de datum van het ontslag opgebouwde uitkering zo snel mogelijk na het ontslag plaats.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. In afwijking van het vijfde lid wordt de eindejaarsuitkering in het jaar 2009 over de periode januari 2009 tot en met november 2009 uitbetaald in de maand november. Bij ontslag van de ambtenaar vindt de uitbetaling van de tot de datum van het ontslag opgebouwde uitkering zo snel mogelijk na het ontslag plaats.

C. In artikel 44a wordt «€ 122,70» vervangen door: € 123,93.

D. In artikel 49a wordt de zinsnede «28 februari 2009» vervangen door: 28 februari 2010.

E. De bijlagen A, B en C worden vervangen door de bijlagen A, B en C, opgenomen als bijlagen 1, 2 en 3 bij dit besluit.

Artikel 7

Het Inkomstenbesluit militairen wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 5a vervalt.

B. In het eerste lid van artikel 11a wordt de zinsnede «, die voor onbepaalde tijd is aangesteld» vervangen door: in fase twee of drie.

C. Na artikel 11a wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11b Vaste vergoeding extra beslaglegging
  • 1. Ter zake van extra beslaglegging ontvangt de militair een maandelijkse toelage, bestaande uit een percentage van de voor hem geldende bezoldiging.

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt voor de militair die aanspraak heeft op een afwijkende bezoldiging de toelage verminderd overeenkomstig de mate waarin die bezoldiging afwijkt van de bezoldiging bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Het percentage bedoeld in het eerste lid, wordt bepaald aan de hand van het maandbedrag van de bezoldiging, volgens onderstaande tabel:

    bezoldiging

    percentage

    t/m

    € 2.825,82

     

    9,3%

    van

    € 2.825,83 t/m

    € 3.230,44

    8,8%

    van

    € 3.230,45 t/m

    € 3.786,58

    7,7%

    van

    € 3.786,59 t/m

    € 6.285,04

    6,3%

    vanaf

    € 6.285,05

     

    4,6%

  • 4. Onder een afwijkende bezoldiging bedoeld in het tweede lid wordt verstaan de bezoldiging in geval van:

    • a. ongeoorloofde afwezigheid;

    • b. vermissing;

    • c. verlof;

    • d. ziekte;

    • e. schorsing, vrijheidsstraf of voorlopige hechtenis.

D. Artikel 14, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het minimumbedrag per maand van de vakantie-uitkering is voor de militair:

    • a. met salarisnummer 0: € 103,39;

    • b. met salarisnummer 1: € 118,16;

    • c. met salarisnummer 2: € 132,93;

    • d. met salarisnummer 3 of hoger: € 147,70.

E. In artikel 15 wordt «3,5%» vervangen door: 5,0%.

F. In het tweede lid van artikel 23 wordt de zinsnede «20 procent» vervangen door: 30 procent.

G. Artikel 23a, eerste lid, onderdeel k, komt te luiden:

  • k. een op grond van artikel 26 van dit besluit dan wel een voor 1 januari 2009 op grond van artikel 115 van het Algemeen militair ambtenarenreglement toegekende schadeloosstelling, vergoeding of tegemoetkoming, voor zover deze, naar het oordeel van Onze Minister, een vast onderdeel van zijn inkomen vormt;

H. De bijlagen A en B worden vervangen door de bijlagen A en B, opgenomen als bijlagen 4 en 5 bij dit besluit.

Artikel 8

Artikel 10 van het Verplaatsingskostenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid worden de onderdelen a en b geletterd b en c.

2. Er wordt een onderdeel a ingevoegd, luidende:

  • a. een bedrag voor de reis- en verblijfkosten bij een verplaatsing naar een land buiten Nederland, die voor de ambtenaar en zijn levenspartner zijn verbonden aan een reis ter bezichtiging van onder meer woonruimte en scholen.

3. Het derde lid komt als volgt te luiden:

  • 3. Onze Minister kan regels stellen ten aanzien van de berekening van de bedragen, bedoeld in de vorige leden, alsmede de maximale duur van de reis, bedoeld in het eerste lid, onder a.

Artikel 9

Het Verplaatsingskostenbesluit militairen wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst van het artikel wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Artikel 1, eerste lid, onderdeel l, sub 1, komt te luiden:

  • de militair in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel c, ten eerste, van het Algemeen militair ambtenarenreglement, daaronder begrepen hij die is aangesteld in burgerlijke openbare dienst om in de krijgsmacht als geestelijk verzorger doorlopend werkzaam te zijn;

3. Er wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Aan dit besluit kunnen geen aanspraken worden ontleend door militairen op wie voorzieningen ter zake van verblijf in het buitenland van toepassing zijn die overeenkomen met aanspraken op grond van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken.

B. Artikel 9 komt te luiden:

  • 1. De militair die aanspraak heeft op een tegemoetkoming in de verhuiskosten en die naar of binnen een buiten Nederland gelegen gebied verhuist, dan wel vanuit een buiten Nederland gelegen gebied naar Nederland verhuist, heeft aanspraak op tijdelijke onderbrenging van hemzelf en zijn eventuele gezinsleden indien:

    • a. hij nog niet over een woning kan beschikken;.

    • b. hij ten gevolge van de verscheping van de inboedel daarover niet kan beschikken.

  • 2. De militair als bedoeld in het eerste lid, die zonder gezinsleden verhuist, heeft de mogelijkheid om in plaats van tijdelijke onderbrenging voor huisvesting van rijkswege te kiezen.

  • 3. Indien de militair die met gezinsleden is verhuisd, buiten Nederland blijft geplaatst, terwijl zijn gezinsleden naar Nederland terugkeren, kan op aanvraag van de militair onder toepassing van de voorwaarden bedoeld in het eerste lid, aanspraak worden verleend op tijdelijke onderbrenging van zijn gezinsleden. Als gevolg hiervan vervalt de aanspraak op tijdelijke onderbrenging voor de militair en kan hij enkel aanspraak maken op huisvesting van rijkswege.

  • 4. Indien niet over de woning, bedoeld in het eerste lid, onder a, kan worden beschikt, zijn de eventuele kosten van opslag van de inboedel voor rekening van het Rijk.

  • 5. Teneinde de duur van de aanspraak te beperken is de militair gehouden al het mogelijke te doen om een woning te verkrijgen.

  • 6. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de duur, de aard, de kosten en de eigen bijdrage van de tijdelijke onderbrenging als mede omtrent de opslag van de inboedel.

C. Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst van het artikel wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. De onderdelen b tot en met f worden geletterd c tot en met g.

3. Er wordt een nieuw onderdeel b ingevoegd, luidende:

  • b. de reis- en verblijfkosten bij een verplaatsing naar een land buiten Nederland, die voor de militair en zijn echtgenote zijn verbonden aan een reis ter bezichtiging van onder meer woonruimte en scholen.

4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Bij ministeriële regeling worden nadere voorwaarden vastgesteld omtrent de maximale duur van de reis, bedoeld in het eerste lid, onder b.

D. Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt de zinsnede «20-voets container» vervangen door: 40-voets container.

2. In het tweede lid, onderdeel g, wordt de volgende zinsnede toegevoegd:

Voorwaarde hierbij is dat het te vervoeren voertuig in rijdende staat verkeert en tezamen met de inboedel binnen de maximale afmetingen van een standaard 40-voets container dan wel indien het voertuig separaat vervoerd wordt binnen de maximale afmetingen van een standaard 20-voets container geladen kan worden;

3. Onderdeel h komt te luiden:

  • h. de aanschaf ter plaatse van een personenauto of motorrijwiel, indien bij een verplaatsing naar een land buiten Europa geen kosten als bedoeld onder g in rekening worden gebracht.

4. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De tegemoetkoming, bedoeld in het tweede lid, onder h, wordt vastgesteld bij ministeriële regeling.

E. Artikel 21 komt te luiden:

Artikel 21 Aanspraak op een tegemoetkoming in de reiskosten voor militairen die geen eigen huishouding voeren

De militair die geen eigen huishouding voert, heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de kosten van het reizen over de afstand tussen de woning en de plaats van tewerkstelling, van:

  • a. eenmaal per periode van twee weken, indien de plaats van tewerkstelling en de woning beide in Nederland zijn gelegen en aan de militair huisvesting van rijkswege is verleend, òf

  • b. vier maal per periode van vier weken, indien de plaats van tewerkstelling en de woning beide in Nederland zijn gelegen en aan de militair geen huisvesting van rijkswege is verleend, òf

  • c. eenmaal per periode van vier weken, indien de plaats van tewerkstelling en de woning beide zijn gelegen in Europa, terwijl het gestelde onder a of b niet van toepassing is, òf

  • d. eenmaal per plaatsingsperiode van negen maanden, indien de plaats van tewerkstelling is gelegen buiten Europa.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst met dien verstande dat:

  • a. artikel 7, onderdeel B terugwerkt tot en met 1 januari 2008;

  • b. artikel 1, artikel 2, onderdelen A, D en E, de artikelen 3 en 4, artikel 5, onderdelen A, D en E, artikel 6, artikel 7, onderdelen A tot en met E en onderdelen G en H alsmede de artikelen 8 en 9, onderdelen A, B, C, D, onder 3 en 4, en E terugwerken tot en met 1 maart 2009;

  • c. artikel 9, onderdeel D, onder 1 en 2 terugwerken tot en met 1 april 2009.

  • d. artikel 2, onderdelen B en C alsmede artikel 5, onderdelen B en C terugwerken tot en met 1 juli 2009.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 8 februari 2010

Beatrix

De Staatssecretaris van Defensie,

J. G. de Vries

Uitgegeven de tweede maart 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

De staatssecretaris van Defensie heeft met de centrales van overheidspersoneel in de Sectorcommissie Defensie overeenstemming bereikt over een pakket maatregelen betreffende het arbeidsvoorwaardenbeleid voor de sector Defensie voor de periode 1 maart 2009 tot en met 28 februari 2010. Voor zover deze maatregelen leiden tot wijzigingen van regelingen op het niveau van algemene maatregel van bestuur, zijn deze in dit besluit opgenomen.

2. Het arbeidsvoorwaardenbeleid

Hieronder volgt een beknopte opsomming van de belangrijkste maatregelen uit het op 31 maart 2009 gesloten Arbeidsvoorwaardenakkoord:

Per 1 maart 2009 wordt het salaris verhoogd met 1,0%. In navolging van afspraken in het arbeidsvoorwaardenakkoord over de periode 1 maart 2007 tot en met 28 februari 2009 over het streven naar een op termijn volledige dertiende maand, wordt de eindejaarsuitkering in 2009 met 1,5% verhoogd tot 5,0% van het jaarsalaris. Daarbij is afgesproken dat de eindejaarsuitkering voortaan wordt uitbetaald in de maand november en dat de opbouw derhalve geschiedt over de maanden december van het voorgaande jaar tot en met november van het jaar van uitbetaling. De hiervoor beschreven salarisverhogingen werken door naar de ontslaguitkeringen zoals wachtgelden, uitkeringen op grond van functioneel leeftijdsontslag (FLO), uitkeringen op grond van de Uitkeringswet gewezen militairen (UKW) en suppletie, van het gewezen defensiepersoneel.

Daarnaast krijgen het defensiepersoneel, gewezen militairen met een uitkering ingevolge de UKW, gewezen ambtenaren met een uitkering ingevolge het Besluit uitkering wegens functioneel leeftijdsontslag (FLO’ers), wachtgelders en gewezen defensiepersoneel met een suppletie een eenmalige uitkering van 0,35% in 2009.

Overige maatregelen die zijn afgesproken, worden hierna artikelsgewijs toegelicht.

3. Artikelsgewijs

Artikel 1

Anders dan bijvoorbeeld bij een structurele eindejaarsuitkering wordt per arbeidsvoorwaardenakkoord afgesproken of er sprake is van een eenmalige uitkering en zo ja, hoeveel die uitkering bedraagt en op welke wijze hij wordt berekend. In dit artikel is de eenmalige uitkering voor het actief dienende defensiepersoneel, UKW’ers, FLO’ers, wachtgelders en defensiepersoneel met een suppletie over het jaar 2009 geregeld. Voor de reservisten geldt dat de eenmalige uitkering wordt berekend over het in de periode 1 januari 2009 tot en met augustus 2009 genoten salaris. Voor de gewezen militairen en gewezen ambtenaren met aanspraak op een suppletie wordt de eenmalige uitkering berekend als het twaalfvoud van het gemiddeld maandsalaris over de periode 1 januari 2009 tot en met augustus 2009.

Artikel 2

Onderdeel A

Verlaging van het rendementscriterium maakt het – op een krappe arbeidsmarkt – mogelijk schaarse categorieën personeel tot op een (gemiddeld) hogere leeftijd aan te nemen. Daarmee wordt de pool waaruit potentieel kan worden geput vergroot. Deze neerwaartse bijstelling is daarnaast gerechtvaardigd omdat sinds 2002 de (gemiddelde) ontslagleeftijd voor militairen is verhoogd (van gemiddeld 55 jaar naar 60 jaar) en de verblijfsduur in de uitkering daardoor is verkort.

Onderdelen B en C

Deze artikelen zijn gewijzigd met als doel aanspraak te laten ontstaan om één maal per kalenderjaar op een willekeurig moment of bij functiewisseling een aanvraag in te dienen voor flexibilisering van de arbeidsduur. Met deze wijziging vervalt de datum van 1 oktober.

Onderdeel D

Bij het streven naar meer keuzemogelijkheden bij het gebruik van de arbeidsvoorwaarden ligt het in de rede om waar mogelijk de arbeidsvoorwaarden ook zoveel mogelijk op het individu toe te snijden. De beperking van het aantal vakantieverlofuren dat naar een volgend kalenderjaar kan worden overgeboekt is nu gesteld op het gefixeerde aantal van 80 uren bij een volledige arbeidsduur. Hierbij wordt geen rekening gehouden met het gegeven dat de jaarlijkse aanspraak op vakantieverlof per defensiemedewerker kan verschillen.

Daarnaast is het van groot belang, zowel voor de medewerker als de organisatie, dat recht wordt gedaan aan de achterliggende bedoeling van vakantieverlof, namelijk dat de medewerker jaarlijks een periode vakantieverlof kan genieten. De achterliggende gedachte is neergelegd in artikel 76, tweede lid, Algemeen militair ambtenarenreglement (AMAR) onderscheidenlijk artikel 33, derde lid, Burgerlijk ambtenarenreglement defensie (BARD), waarin wordt bepaald dat de medewerker (met een volledige arbeidsduur) elk kalenderjaar ten minste 120 uur vakantieverlof moet worden verleend, waarvan ten minste 80 uur aaneengesloten. Het voorgaande is overigens niet van toepassing op militairen, ingedeeld bij de Koninklijke marine, waarvoor een apart, geleid vakantieverlofsysteem geldt. In de huidige bepalingen over de beperking ten aanzien van het overboeken naar een volgend kalenderjaar van niet genoten vakantieverlof wordt de mogelijkheid tot overboeken strikt beperkt tot 80 uren. Hiermee wordt geen relatie gelegd met het eveneens vastgelegde aantal verplicht op te nemen vakantieverlofuren. De achtergrond van deze verplichting is dat de medeweker minimaal een bepaalde periode per kalenderjaar vakantieverlof moet kunnen genieten. De nieuwe bepaling legt deze relatie wel.

Gelet op de hiervoor beschreven aspecten zijn de artikelen 80 AMAR en 33 BARD zodanig gewijzigd, dat het aantal niet genoten vakantieverlofuren dat kan worden overgeboekt naar een volgend kalenderjaar wordt beperkt tot de jaarlijkse aanspraak op vakantieverlof, verminderd met de jaarlijkse verplicht te genieten vakantieverlofuren. Dit legt druk op de medewerker en de organisatie om ervoor te zorgen dat die 120 uren ook inderdaad worden genoten in het kalenderjaar, waarin de aanspraak daarop ontstaat. Overigens blijft de mogelijkheid om in bijzondere omstandigheden van deze beperking af te wijken gehandhaafd. Het is de verantwoordelijkheid van commandanten om hier, in het belang van de medewerker en de organisatie, zorgvuldig mee om te gaan en niet al te gemakkelijk op het gebruik van deze afwijkingsmogelijkheid aan te sturen.

Onderdeel E

De wijziging van dit artikel betreft een technische wijziging. De doublures met de bepalingen ter zake in de Wet arbeid en zorg worden geschrapt. Wetgevingstechnisch is dit zuiverder en het betekent in praktische zin dat niet telkens wanneer de Wet arbeid en zorg wordt gewijzigd, tevens het AMAR moet worden gewijzigd. Enkel de met de centrales van overheidspersoneel overeengekomen en van de Wet afwijkende bepalingen zijn opgenomen in het AMAR. Tevens is het artikel aangepast naar aanleiding van de verlenging van de duur van het ouderschapsverlof van dertien naar zesentwintig weken in de Wet arbeid en zorg.

Met betrekking tot het vierde lid van dit artikel wordt benadrukt dat de commandant moet trachten om het ouderschapsverlof zo snel mogelijk aansluitend na afloop van de opschorting te laten genieten.

Artikel 3

  • 1. Per 1 maart 2007 dient men voor woon-werkverkeer gebruik te maken van een door Defensie verstrekt NS-abonnement indien men hiervoor in aanmerking komt. Voor deze datum werd aan de betreffende categorie defensieambtenaren een tegemoetkoming in de reiskosten voor openbaar vervoer toegekend. Indien men een «hoger» abonnement aanvraagt dan waar men aanspraak op heeft, is er sprake van meerkosten, die men kan inverdienen. Het derde lid, is vanwege het voorgaande aangepast.

  • 2. Inverdienen wordt tevens mogelijk gemaakt voor een NS-voordeelurenabonnement. In het vierde lid, zijn voor de duidelijkheid alle abonnementen opgenomen waarop men kan inverdienen, inclusief het NS-voordeelurenabonnement.

Artikel 4

De aanspraken op grond van dit artikel houden gelijke tred met de salarisontwikkeling van defensieambtenaren van 1,0% per 1 maart 2009.

Artikel 5

Onderdeel A

Deze wijziging hangt samen met de afschaffing van de indeling in hoofdgroepen in 2005. Aansluiting is gezocht bij de overeenkomstige salarisschaal.

Onderdelen B en C

Deze artikelen zijn gewijzigd met als doel aanspraak te laten ontstaan om één maal per kalenderjaar op een willekeurig moment of bij functiewisseling een aanvraag in te dienen voor flexibilisering van de arbeidsduur. Met deze wijziging vervalt de datum van 1 oktober.

Onderdeel D

Kortheidshalve wordt verwezen naar de toelichting bij artikel 2, onderdeel D.

Onderdeel E

De tekst van artikel 47 BARD is geactualiseerd in die zin dat verwijzingen naar de in het verleden in de Wet arbeid en zorg opgenomen bepalingen over financiering van de loopbaanonderbreking zijn geschrapt. Tevens is het artikel aangepast naar aanleiding van de verlenging van de duur van het ouderschapsverlof van dertien naar zesentwintig weken in de Wet arbeid en zorg.

Artikel 6

Onderdeel A

De aanspraken op grond van dit onderdeel houden gelijke tred met de salarisontwikkeling van defensieambtenaren van 1,0% per 1 maart 2009.

Onderdeel B

Deze wijziging hangt samen met het in 2009 verhogen van de eindejaarsuitkering met 1,5%. Tevens is geregeld dat de uitbetaling voortaan in de maand november zal plaatsvinden in plaats van in december.

Onderdeel C

De aanspraken op grond van dit onderdeel houden gelijke tred met de salarisontwikkeling van defensieambtenaren van 1,0% per 1 maart 2009.

Onderdeel D

Met dit artikel werd bij wijze van tijdelijke maatregel burgerpersoneel, dat wordt bezoldigd in de schalen 11 en 12, in aanmerking gebracht voor een overwerkvergoeding. De wijziging van dit artikel betreft een verlenging van deze tijdelijke maatregel.

Onderdeel E

De aanspraken op grond van dit onderdeel houden gelijke tred met de salarisontwikkeling van defensieambtenaren van 1,0% per 1 maart 2009.

Artikel 7

Onderdelen A en C

Deze wijziging hangt samen met het herstel van een omissie van technische aard. In 2006 is de vaste vergoeding extra beslaglegging overgebracht van de Regeling vergoeding voor overwerk, onregelmatigheid, beschikbaarheid en bereikbaarheid.(VROB) naar het Inkomstenbesluit militairen en opgenomen als artikel 5a in hoofdstuk 2 Bezoldiging. Aangezien deze vergoeding echter geen onderdeel uitmaakt van het begrip bezoldiging, wordt het artikel thans overgebracht naar Hoofdstuk 3 Andere inkomsten.

Tevens zijn de bedragen van het nieuwe artikel 11b verhoogd met 1,0% als gevolg van de salarisontwikkeling van defensieambtenaren.

Onderdeel B

Deze wijziging betreft eveneens het herstel van een omissie van technische aard. Bij de wijziging van het Inkomstenbesluit militairen in het kader van de invoering van het flexibel personeelssysteem voor de krijgsmacht (Staatsblad 2007, 576) zijn de begrippen bepaalde tijd en onbepaalde tijd vervangen door de begrippen fase één, fase twee en fase drie. Hierbij is verzuimd artikel 11a te wijzigen, hetgeen thans wordt hersteld.

Onderdeel D

De aanspraken op grond van dit onderdeel houden gelijke tred met de salarisontwikkeling van defensieambtenaren van 1,0% per 1 maart 2009.

Onderdeel E

Deze wijziging hangt samen met het in 2009 verhogen van de eindejaarsuitkering met 1,5%.

Onderdeel F

In het ‘Sociaal Akkoord 2004’ d.d. 5 november 2004 is opgenomen dat de totale ziekengelduitkering aan de werknemer over het eerste en tweede ziektejaar niet meer dan 170 procent van het laatstverdiende bruto loon zal bedragen. In lijn met deze afspraak zijn ook binnen de sector Defensie afspraken gemaakt omtrent de beperking van de loondoorbetaling bij ziekte. De burgerambtenaar of militair die op of na 1 januari 2004 ziek is geworden, heeft in het eerste ziektejaar recht op 100 procent van het laatstverdiende loon en in het tweede ziektejaar recht op 70 procent van het laatstverdiende loon. Hiervoor was het nodig de tekst van artikel 23 aan te passen. De inverdienruimte voor de werknemer in het tweede ziektejaar is gewijzigd van 20 procent naar 30 procent

Onderdeel G

Deze wijziging betreft een technische wijziging die samenhangt met de wijziging van artikel 115 AMAR in 2005.

Onderdeel H

De aanspraken op grond van dit onderdeel houden gelijke tred met de salarisontwikkeling van defensieambtenaren van 1,0% per 1 maart 2009.

Artikel 8

Hier wordt de aanspraak op een bezichtigingsreis voorafgaand aan een plaatsing in het buitenland geregeld voor de ambtenaar en zijn eventuele levenspartner. De maximale duur van deze bezichtigingsreis wordt vastgesteld bij ministeriële regeling.

Artikel 9

Onderdeel A

Militairen voor wie een voorziening geldt die is afgeleid van de voorziening die geldt voor ambtenaren van het Ministerie van Buitenlandse zaken, omdat zij op een diplomatieke post zijn tewerkgesteld of in een overeenkomstige positie verkeren, zijn uitgezonderd van de werking van dit besluit, waaraan zij derhalve geen aanspraken kunnen ontlenen. Hun aanspraken zijn geregeld bij een ministeriële regeling die is gebaseerd op artikel 16 van het Inkomstenbesluit militairen (de zogeheten DBZV-regeling).

Onderdeel B

Het artikel met betrekking tot tijdelijke onderbrenging is aangepast, zodat ook de militair zonder gezinsleden of de militair die zonder gezinsleden verhuist, beiden met aanspraak op een tegemoetkoming in de verhuiskosten, aanspraak kan maken op tijdelijke onderbrenging. Betreffende militairen hebben wel de mogelijkheid om te kiezen voor huisvesting van rijkswege in plaats van tijdelijke onderbrenging. Gelijktijdig vervalt artikel 5 van de Regeling huisvesting en voeding militairen, waarin de militair de keuze had tussen huisvesting van rijkswege of tijdelijke onderbrenging.

Bovenstaande heeft voor het (nieuwe) derde lid tot gevolg dat men niet tweemaal aanspraak heeft op tijdelijke onderbrenging. Bij eerdere terugkomst van gezinsleden, ligt de keuze dus bij de militair of hij deze aanspraak toebedeelt aan zijn gezinsleden of zelf behoudt. Indien de militair kiest voor het toebedelen van de aanspraak op tijdelijke onderbrenging aan zijn gezin, dan wordt dat gezin ondergebracht in een vakantiepark, pension, of andere accommodatie. In dat geval heeft de militair bij zijn terugkeer slechts aanspraak op huisvesting verstrekt door Defensie hetgeen in de praktijk doorgaans legering op een kazerne inhoudt.

Onderdeel C

Hier wordt de aanspraak op een bezichtigingsreis voorafgaand aan een plaatsing in het buitenland geregeld voor de militair en zijn eventuele echtgenote. De maximale duur van deze bezichtigingsreis wordt vastgesteld bij ministeriële regeling.

Onderdeel D
  • 1. Door de jaren heen zijn de inboedels van huishoudens steeds groter geworden, met name door de toenemende welvaart. Sinds de totstandkoming van het Verplaatsingskostenbesluit militairen in 1991 is de aanspraak voor verhuizing van inboedel naar landen buiten Europa echter nooit gewijzigd, deze aanspraak betreft sedertdien maximaal het vervoer van een 20-voets container. Om nu en in de toekomst beter te kunnen voldoen aan het verhuizen van de gewenste inboedels, wordt de grootte van te verhuizen inboedel gewijzigd naar maximaal het vervoer van een 40-voets container.

  • 2. Om te voorkomen dat men voertuigen voor verhuizing aanbiedt die te groot zijn om te verschepen in een standaard 20-voets container is hierover een toevoeging opgenomen.

  • 3. De tegemoetkoming voor de aanschaf ter plaatse van een auto wordt voor alle landen buiten Europa mogelijk gemaakt. Tevens is afgesproken om deze tegemoetkoming te verhogen naar een netto tegemoetkoming van maximaal € 750,– hetgeen een indexatie betreft sedert de invoering van het Verplaatsingskostenbesluit militairen, te weten 1 oktober 1991. Ten slotte is afgesproken om genoemd bedrag jaarlijks te indexeren aan de hand van de Nederlandse consumentenprijsindex voor personenauto’s. Daarnaast is, gelet op het gestelde in artikel 15, tweede lid, onderdeel g, van het besluit, toegevoegd dat deze aanspraak eveneens van toepassing is bij de aanschaf van een motorrijwiel.

  • 4. Met deze bepaling is geregeld dat het bedrag van de hiervoor onder 3 genoemde tegemoetkoming wordt vastgesteld in een ministeriële regeling.

Onderdeel E

De tegemoetkoming in de reiskosten voor woon-werkverkeer voor militairen die geen eigen huishouding voeren en tevens geen huisvesting van Defensie genieten wordt gewijzigd. Deze aanspraak wordt verhoogd van eenmaal per periode van twee weken in vier maal per periode van vier weken en is van toepassing indien zowel de plaats van tewerkstelling als de woning in Nederland zijn gelegen.

Artikel 10

Dit artikel regelt de inwerkingtreding. Gezien de aard van het arbeidsvoorwaardenbeleid en de daarin gemaakte afspraken is het noodzakelijk om aan sommige onderdelen terugwerkende kracht te verlenen. Gelet op het feit dat er slechts sprake is van uitbreiding dan wel verruiming van aanspraken, wordt deze terugwerkende kracht niet in strijd met het rechtszekerheidbeginsel geacht te zijn.

De Staatssecretaris van Defensie

J. G. de Vries

BIJLAGE 1 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 6 ONDER E

Bijlage A (IBBAD, artikel 8, tweede lid)

Bedragen met ingang van 1 maart 2009

Nr.

Salaris

SCHAAL

Nr.

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

1

1347,40

0

               

1

2

1413,49

0

              

2

3

1513,90

1

0

             

3

4

1547,22

1

1

0

            

4

5

1578,46

2

1

            

5

6

1607,65

3

2

2

0

           

6

7

1641,99

4

2

           

7

8

1677,34

5

3

3

1

           

8

9

1722,93

6

4

3

0

          

9

10

1775,69

7

5

4

2

1

          

10

11

1838,72

 

6

5

4

          

11

12

1900,18

 

7

6

5

3

2

          

12

13

1959,11

 

8

7

6

4

0

         

13

14

2017,53

  

8

7

5

3

1

         

14

15

2073,86

  

9

8

6

4

         

15

16

2130,73

  

10

9

7

5

2

         

16

17

2186,06

   

10

8

6

         

17

18

2240,86

   

11

9

7

3

0

        

18

19

2298,77

    

10

8

4

        

19

20

2354,60

    

11

9

5

1

 

0

      

20

21

2408,42

     

10

6

 

      

21

22

2466,81

     

11

7

2

0

1

      

22

23

2525,74

      

8

      

23

24

2587,21

      

9

3

1

2

      

24

25

2656,36

      

10

4

      

25

26

2720,92

      

11

5

2

3

      

26

27

2775,73

       

6

      

27

28

2836,21

       

7

3

4

      

28

29

2898,16

       

8

      

29

30

2956,08

       

9

4

5

      

30

31

3008,84

       

10

      

31

32

3062,65

        

5

6

      

32

34

3171,26

        

6

7

0

     

34

36

3293,19

        

7

8

1

     

36

38

3404,85

        

8

9

2

     

38

40

3512,46

         

10

3

     

40

42

3616,97

         

11

4

     

42

44

3733,28

         

12

5

     

44

46

3852,64

          

6

0

    

46

48

3964,31

          

7

1

    

48

50

4076,51

          

8

2

    

50

52

4188,72

          

9

3

    

52

54

4296,81

          

10

4

    

54

55

4354,71

          

11

    

55

56

4411,05

           

5

0

   

56

58

4523,27

           

6

1

   

58

60

4631,35

           

7

2

0

  

60

62

4744,07

           

8

3

1

  

62

64

4884,45

           

9

4

2

  

64

65

4953,11

           

10

  

65

66

5023,79

            

5

3

0

 

66

68

5164,70

            

6

4

1

 

68

70

5305,57

            

7

5

2

 

70

71

5373,20

            

8

 

71

72

5445,45

            

9

6

3

0

72

73

5519,72

            

10

73

74

5594,02

             

7

4

1

74

76

5746,67

             

8

5

2

76

78

5903,45

             

9

6

3

78

80

6091,48

             

10

7

4

80

82

6285,63

              

8

5

82

84

6485,96

              

9

6

84

86

6692,93

              

10

7

86

88

6906,57

               

8

88

90

7126,86

               

9

90

91

7252,90

               

10

91

Leeftijd

Sch1

Sch2

Sch3

Sch4

Sch5

J19

909,36

943,18

1059,73

1083,05

1125,36

J20

1044,10

1077,91

1211,12

1237,78

1286,12

J21

1178,85

1212,66

1362,51

1392,50

1446,89

Mij bekend,

De Staatssecretaris van Defensie,

J. G. de Vries

BIJLAGE 2 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 6 ONDER E

Bijlage B (IBBAD, artikel 13, zesde lid)

Maandsalaris burgertandartsen

Bedragen met ingang van 1 maart 2009

Aantal punten per jaar:

 

van

t/m

maandsalaris

 

11818,0

3945,00

11818,1

13167,0

4105,42

13167,1

14516,0

4329,75

14516,1

15884,0

4579,50

15884,1

17233,0

4826,25

17233,1

18582,0

5068,00

18582,1

19931,0

5253,00

19931,1

21280,0

5443,17

21280,1

22629,0

5616,33

22629,1

23978,0

5801,58

23978,1

25327,0

5908,58

25327,1

26599,9

5987,08

26600,0

en meer

6022,83

Mij bekend,

De Staatssecretaris van Defensie,

J. G. de Vries

BIJLAGE 3 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 6 ONDER E

Bijlage C (IBBAD, artikel 14, eerste lid)

Jaarsalaris burgertandartsen

Bedragen met ingang van 1 maart 2009

aantal punten per jaar

jaarsalaris

aantal punten per jaar

jaarsalaris

aantal punten per jaar

jaarsalaris

aantal punten per jaar

jaarsalaris

aantal punten per jaar

jaarsalaris

11818

47340

        

11913

47538

14858

54199

17822

60677

20767

65580

23731

70256

11989

47728

14953

54390

17898

60816

20862

65723

23807

70315

12084

47917

15029

54576

17993

60898

20938

65861

23902

70374

12160

48112

15124

54764

18069

61040

21033

65999

23978

70430

12236

48304

15200

54954

18164

61184

21109

66008

24073

70493

12331

48493

15276

55141

18240

61327

21204

66147

24149

70551

12407

48688

15371

55331

18316

61470

21280

66284

24244

70608

12502

48881

15447

55520

18411

61611

21356

66426

24320

70669

12578

49077

15542

55707

18487

61753

21451

66560

24396

70725

12673

49265

15618

55898

18582

61898

21527

66698

24491

70784

12749

49458

15713

56086

18658

62037

21622

66840

24567

70845

12844

49653

15789

56219

18753

62182

21698

66979

24662

70903

12920

49842

15884

56407

18829

62325

21793

67117

24738

70964

12996

50035

15960

56595

18924

62465

21869

67258

24833

71021

13091

50228

16036

56785

19000

62608

21964

67396

24909

71077

13167

50419

16131

56972

19076

62752

22040

67535

25004

71136

13262

50608

16207

57160

19171

62896

22116

67673

25080

71198

13338

50806

16302

57350

19247

63036

22211

67811

25156

71257

13433

50995

16378

57541

19342

63180

22287

67953

25251

71317

13509

51185

16473

57729

19418

63322

22382

68090

25327

71375

13604

51380

16549

57915

19513

63463

22458

68232

25422

71432

13680

51571

16644

58104

19589

63608

22553

68369

25498

71493

13756

51764

16720

58293

19684

63751

22629

68509

25593

71550

13851

51957

16796

58481

19760

63894

22724

68648

25669

71609

13927

52098

16891

58669

19836

64034

22800

68782

25764

71667

14022

52288

16967

58860

19931

64178

22876

68923

25840

71724

14098

52483

17062

59049

20007

64318

22971

69063

25916

71786

14193

52675

17138

59235

20102

64461

23047

69200

26011

71845

14269

52863

17233

59424

20178

64603

23142

69339

26106

71904

14364

53057

17309

59613

20273

64748

23218

69478

26182

71961

14440

53249

17404

59803

20349

64889

23313

69619

26258

72023

14516

53440

17480

59993

20444

65033

23389

69756

26353

72079

14611

53634

17556

60178

20520

65172

23484

69896

26429

72137

14687

53827

17651

60367

20596

65318

23560

70034

26524

72199

14782

54013

17727

60529

20691

65442

23636

70197

26600

72274

Mij bekend,

De Staatssecretaris van Defensie,

J. G. de Vries

BIJLAGE 4 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 7 ONDER H

Bijlage A (IBM, artikel 4)

Salarisschalen voor de militairen van de Koninklijke marine met ingang van 1 maart 2009

salarisnummer

matr3

matr2

matr1

kpl

sgt

smjr

aoo

ltz3

ltz2

ltz2oc

ltz1

kltz

ktz

cdr

sbn

vadm

ltadm

0

 894,67

 932,28

1285,08

1315,06

1355,73

            

1

1003,97

1046,65

1468,57

1502,62

1549,40

            

2

1126,98

1174,26

1652,08

1690,71

1743,07

            

3

1263,71

1317,08

1835,58

1878,30

1936,76

2021,65

2098,92

          

4

1366,40

1428,40

1901,67

1924,04

1980,98

2060,28

2137,04

          

5

1570,24

1615,47

1935,75

1971,32

2021,65

2101,46

2175,17

          

6

1588,03

1639,89

1973,34

2005,88

2060,28

2140,09

2184,81

2234,11

2336,82

        

7

1606,84

1665,29

2001,82

2040,97

2101,46

2178,22

2223,44

2341,90

2444,58

        

8

1625,66

1690,71

2029,27

2074,51

2140,09

2212,78

2263,60

2450,17

2551,84

        

9

1644,47

1715,63

2056,71

2110,10

2178,22

2250,90

2303,75

2528,44

2640,80

        

10

1663,27

1741,55

2085,20

2142,62

2212,78

2290,54

2342,90

2613,34

2724,16

        

11

1682,08

1767,46

2114,14

2175,17

2250,90

2331,22

2384,08

2699,75

2802,96

        

12

,,

,,

,,

2209,72

2290,54

2366,79

2424,23

2773,98

2885,80

        

13

,,

,,

,,

2242,25

2331,22

2401,87

2465,40

2855,82

2961,55

3144,55

       

14

,,

,,

,,

2277,84

2366,79

2424,23

2506,09

2933,08

3030,70

3218,25

       

15

,,

,,

,,

2312,42

2401,87

2464,40

2547,26

3001,70

3104,40

3295,02

       

16

,,

,,

,,

2345,96

2440,51

2504,04

2591,99

,,

3162,85

3348,38

       

17

,,

,,

2159,40

2384,08

2478,13

2544,21

2636,72

,,

3218,77

3397,19

       

18

,,

,,

,,

,,

2515,23

2588,44

2680,96

,,

3277,22

3445,47

3647,28

      

19

,,

,,

2204,13

,,

2554,38

2634,69

2719,08

,,

3329,07

3498,86

3764,21

      

20

,,

,,

,,

,,

2597,06

2675,87

2756,68

,,

3410,92

3548,18

3879,10

3987,37

     

21

,,

,,

2249,89

,,

2634,69

2715,51

2797,88

,,

3483,61

3624,42

3989,90

4127,16

     

22

,,

,,

,,

,,

2675,87

2754,64

2838,03

,,

3561,90

3708,80

4101,24

4233,92

     

23

,,

,,

,,

,,

2715,51

2795,83

2878,70

,,

,,

3789,62

4207,48

4347,27

     

24

,,

,,

,,

,,

,,

2837,51

2917,85

,,

,,

3869,44

4319,81

4458,59

     

25

,,

,,

,,

,,

,,

2878,70

2954,43

,,

,,

,,

4430,12

4565,85

     

26

,,

,,

,,

,,

,,

2918,86

3010,36

,,

,,

,,

4535,86

4677,17

     

27

,,

,,

,,

,,

,,

2956,47

3067,29

,,

,,

,,

4630,91

4788,00

     

28

,,

,,

,,

,,

,,

,,

3125,73

,,

,,

,,

4725,97

4899,31

5003,00

    

29

,,

,,

2296,15

,,

,,

,,

3184,71

,,

,,

,,

4820,53

5009,12

5273,46

    

30

,,

,,

,,

,,

,,

,,

3243,16

,,

,,

,,

4914,06

5119,92

5399,01

    

31

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

4958,28

5230,77

5525,09

    

32

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

5002,01

5312,08

5643,01

    

33

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

5123,49

5413,24

5828,02

6029,35

6923,50

  

34

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

5511,37

6015,63

6323,68

7115,65

  

35

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

5647,07

6268,26

6741,51

7459,79

  

36

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

5854,50

6529,54

6947,39

7811,06

  

37

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

6797,42

7331,20

8169,44

  

38

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

7068,89

7725,64

8537,95

8919,86

9501,91

M.i.v. 01-04-08 vadm € 9098,26 en ltadm € 9691,95

Mij bekend,

De Staatssecretaris van Defensie,

J. G. de Vries

BIJLAGE 5 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 7 ONDER H

Bijlage B (IBM, artikel 4)

Salarisschalen voor de militairen van de Koninklijke landmacht, de Koninklijke luchtmacht en de Koninklijke marechaussee met ingang van 1 maart 2009

salarisnummer

sld3

mar4

sld2

mar3

sld1

mar2

kpl/kpl1

mar1

sgt

sgt1

sm

aoo

tlnt

elnt

kap

maj

lkol

kol

bgen

genm

lgen

gen

0

 894,67

 932,28

1142,22

1142,22

1209,32

1278,96

 

1329,80

1380,63

          

1

1003,97

1046,65

1305,39

1305,39

1382,15

1461,46

 

1519,40

1577,86

          

2

1126,98

1174,26

1468,07

1468,07

1554,99

1644,47

 

1709,53

1775,10

          

3

1263,71

1317,08

1631,25

1631,25

1727,83

1826,95

1852,36

1899,65

1972,34

          

4

1366,40

1428,40

1672,93

1672,93

1779,17

1885,40

1912,35

1972,34

2051,64

          

5

1570,24

1615,47

1716,13

1716,13

1810,17

1943,87

1972,34

2021,65

2084,17

          

6

1588,03

1639,89

1761,88

1761,88

1840,68

1973,34

2021,65

2084,17

2114,14

2194,98

2268,19

        

7

1606,84

1665,29

1796,46

1796,46

1869,65

2001,82

2051,64

2114,14

2146,69

2306,81

2381,03

        

8

1625,66

1690,71

1831,02

1831,02

1900,66

2030,80

2084,17

2146,69

2178,22

2416,11

2495,42

        

9

1644,47

1715,63

1864,06

1864,06

1928,62

2059,25

2114,14

2178,22

2277,84

2495,42

2574,21

        

10

1663,27

1741,55

1898,62

1898,62

1961,15

2088,73

2146,69

2211,77

2312,42

2574,21

2663,15

        

11

1682,08

1767,46

1930,66

1930,66

1990,13

2116,18

2178,22

2243,27

2345,96

2663,15

2741,44

        

12

,,

,,

1967,26

1967,26

2017,58

2142,62

2211,77

2277,84

2384,08

2741,44

2820,22

        

13

,,

,,

1998,75

1998,75

2045,53

2175,17

2243,27

2312,42

2421,18

2820,22

2900,55

3066,78

       

14

,,

,,

,,

,,

2072,98

2209,72

2277,84

2345,96

2459,80

2900,55

2973,25

3132,35

       

15

,,

,,

,,

,,

2101,46

2242,25

2312,42

2384,08

2498,46

2973,25

3038,82

3198,95

       

16

,,

,,

,,

,,

,,

2277,84

2345,96

2421,18

2537,09

,,

3109,48

3267,58

       

17

,,

,,

,,

,,

,,

2312,42

2384,08

2459,80

2576,23

,,

3178,10

3331,62

       

18

,,

,,

,,

,,

,,

2345,96

2421,18

2498,46

2625,55

,,

3248,76

3394,63

       

19

,,

,,

,,

,,

,,

2384,08

2459,80

2537,09

2664,17

,,

3316,38

3455,65

3650,86

      

20

,,

,,

,,

,,

,,

,,

2498,46

2576,23

2705,36

,,

3378,90

3516,65

3766,75

3918,23

     

21

,,

,,

,,

,,

2146,69

,,

2537,09

2625,55

2739,93

,,

3432,78

3583,75

3880,63

4027,52

     

22

,,

,,

,,

,,

,,

,,

2576,23

2664,17

2777,03

,,

3498,86

3649,85

3990,93

4138,85

     

23

,,

,,

,,

,,

2191,43

,,

,,

2705,36

2815,66

,,

,,

3722,53

4102,76

4245,60

     

24

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

2739,93

2856,84

,,

,,

3791,65

4210,53

4358,97

     

25

,,

,,

,,

,,

2237,17

,,

,,

2777,03

2894,96

,,

,,

,,

4324,39

4470,27

     

26

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

2815,66

2956,47

,,

,,

,,

4436,22

4577,54

     

27

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

2856,84

3014,43

,,

,,

,,

4543,99

4688,87

     

28

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

2894,96

3072,87

,,

,,

,,

4656,35

4799,68

4923,20

    

29

,,

,,

,,

,,

2283,45

,,

,,

,,

3133,36

,,

,,

,,

4744,27

4928,80

5212,96

    

30

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

3192,83

,,

,,

,,

4900,85

5059,44

5354,78

    

31

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

4958,28

5189,57

5496,11

    

32

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

5002,01

5312,08

5643,01

    

33

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

5123,49

5413,24

5828,02

6029,35

6923,50

  

34

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

5511,37

6015,63

6323,68

7115,65

  

35

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

5647,07

6268,26

6741,51

7459,79

  

36

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

5854,50

6529,54

6947,39

7811,06

  

37

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

6797,42

7331,20

8169,44

  

38

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

,,

7068,89

7725,64

8537,95

8919,86

9501,91

M.i.v. 01-04-09 lgen € 9098,26 en gen € 9691,95

Mij bekend,

De Staatssecretaris van Defensie,

J. G. de Vries


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven