Wet van 28 januari 2010 tot vaststelling van de begrotingsstaat behorende bij de begroting van de Koning (I) voor het jaar 2010

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld en dat in artikel 1 van de Comptabiliteitswet 2001 wordt bepaald welke begrotingen tot die van het Rijk behoren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De bij deze wet behorende begrotingsstaat behorende bij de begroting van de Koning (I) voor het jaar 2010 wordt vastgesteld.

Artikel 2

De vaststelling van de in artikel 1 bedoelde begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 3

  • 1. Voor het jaar 2010 komt artikel 1, eerste lid, onder d, van de Comptabiliteitswet 2001 te luiden:

    • d. de begroting van de Koning.

  • 2. Voor het jaar 2010 komt artikel 8, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001 te luiden:

    • 1. De begroting van de Koning bevat de uitkeringen aan de leden van het Koninklijk Huis, alsmede de uitgaven die functioneel samenhangen met het koningschap.

Artikel 4

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het jaar waarop de vaststelling van de begroting betrekking heeft. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 28 januari 2010

Beatrix

De Minister-President,

Minister van Algemene Zaken,

J. P. Balkenende

Uitgegeven de achttiende februari 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Vaststelling van de begrotingsstaat behorende bij de begroting van de Koning (I) voor het jaar 2010

Begrotingsstaat behorende bij de Wet van 28 januari 2010,Stb. 47

Begroting 2010

De Koning (I)

Bedragen x € 1 000
 

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

  

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

TOTAAL

 

39 643

nihil

     
 

Niet-beleidsartikelen

39 643

39 643

nihil

01

Grondwettelijke uitkering aan de leden van het Koninklijk Huis

7 102

7 102

nihil

02

Functionele uitgaven van de Koning

26 818

26 818

nihil

03

Doorbelaste uitgaven van andere begrotingen

5 723

5 723

nihil


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 32 123 I

Naar boven