Besluit van 19 augustus 2010, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 1.20 in onderdeel M1 van artikel I van de Wet van 4 februari 2010 tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten onder meer in verband met de verbetering van het bestuur bij de instellingen voor hoger onderwijs, de collegegeldsystematiek en de rechtspositie van studenten (versterking besturing) (Stb. 2010, 119)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 16 augustus 2010, nr. WJZ/224061(6273), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel VII van de Wet van 4 februari 2010 tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten onder meer in verband met de verbetering van het bestuur bij de instellingen voor hoger onderwijs, de collegegeldsystematiek en de rechtspositie van studenten (versterking besturing) (Stb. 2010, 119);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel 1.20 in onderdeel M1 van artikel I van de Wet van 4 februari 2010 tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten onder meer in verband met de verbetering van het bestuur bij de instellingen voor hoger onderwijs, de collegegeldsystematiek en de rechtspositie van studenten (versterking besturing) (Stb. 2010, 119) treedt in werking met ingang van 1 september 2010.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 augustus 2010

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Uitgegeven de eenendertigste augustus 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Bij Besluit van 26 april 2010 (Stb. 2010, 168) is het tijdstip van inwerkingtreding van een aantal bepalingen vastgesteld van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (hierna WHW) en enige andere wetten, opgenomen in de Wet versterking besturing (Stb. 2010, 119) (hierna wijzigingswet). Het merendeel van de bepalingen uit de wijzigingswet treedt in werking met ingang van 1 september 2010. Voor een aantal artikelen is dat niet het geval. Onder meer is, blijkens de nota van toelichting bij het Besluit, een uitzondering gemaakt voor het nieuwe artikel 1.19 van de WHW, opgenomen in artikel I, onderdeel M1, van de wijzigingswet, dat op een nader te bepalen tijdstip in werking zal treden. In het Besluit is echter het gehele onderdeel M1 van artikel I van de wijzigingswet uitgezonderd van inwerkingtreding met ingang van 1 september 2010. Hierdoor zou, onbedoeld, naast artikel 1.19 ook het nieuwe artikel 1.20 van de WHW, eveneens opgenomen in artikel I, onderdeel M1, van de wijzigingswet, op een nader te bepalen tijdstip in werking treden. Het nieuwe artikel 1.20 WHW regelt de rechtsbescherming van de minderjarigen in het HO. Hiermee wordt deze gelijkgesteld met de rechtsbescherming van minderjarigen in PO, VO en BVE, welke in 1999 in de desbetreffende wetgeving is opgenomen. De inwerkingtreding van artikel 1.20 WHW behoeft geen uitstel en kan dus ook op 1 september 2010 in werking treden. Met het onderhavige besluit wordt dit geregeld.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven