Besluit van 9 juni 2010, houdende de overdracht van de zorg voor de Pandhuiswet 1910

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, d.d. 3 juni 2010, nr. 3092737;

Gelet op artikel 44, eerste lid, van de Grondwet;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De zorg voor de Pandhuiswet 1910, voor zover deze thans behoort tot de taak van Onze Minister van Financiën, gaat over naar Onze Minister van Economische Zaken.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2010.

Onze Minister-President, Minister van Algemene Zaken, en Onze Ministers van Financiën en van Economische Zaken zijn belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 9 juni 2010

Beatrix

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

J. P. Balkenende

Uitgegeven de vierentwintigste juni 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

De Pandhuiswet 1910 schrijft geen publiek toezicht voor. Tot op heden wordt dan ook geen publiek toezicht op de activiteiten van pandhuizen uitgeoefend. De Pandhuiswet 1910 wordt op dit moment geactualiseerd. Mede in het licht van de consumentenbescherming is het van belang dat in de herziene Pandhuiswet voldoende toezichtsbevoegdheden en handhavingsinstrumenten worden opgenomen om adequaat toezicht te kunnen houden. De Consumentenautoriteit zal deze toezichts- en handhavingsbevoegdheden gaan uitvoeren omdat dit past binnen haar reeds bestaande toezichtsbevoegdheden. Aangezien de Consumentenautoriteit een dienst is van het Ministerie van Economische Zaken, ligt het in de rede de verantwoordelijkheid voor het beleid en regelgeving ten aanzien van pandbeleningen, hetgeen momenteel zijn beslag heeft in de Pandhuiswet 1910, over te dragen van de Minister van Financiën aan de Minister van Economische Zaken. Dit besluit voorziet in deze overdracht.

De toenmalige Staatssecretaris van Economische Zaken heeft op 19 februari 2010 in de voortgangsrapportage modernisering Pandhuiswet (Kamerstukken II, vergaderjaar 2009–2010, 24 515, nr. 182) aan de Tweede Kamer geschreven dat hij de herziening van de Pandhuiswet 1910 langs de geschetste uitgangspunten verder zal vormgeven. Feitelijk is daarmee per 1 januari jl. begonnen. In aansluiting daarop werkt het besluit terug tot en met 1 januari 2010.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

J. P. Balkenende

Naar boven