Besluit van 10 mei 2010 tot wijziging van het Besluit milieu-effectrapportage 1994 en enkele andere algemene maatregelen van bestuur (technische aanpassing ten gevolge van modernisering regelgeving milieueffectrapportage)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 8 maart 2010, nr. BJZ2010006054, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Gelet op de artikelen 7.2, 7.35, zevende lid, en 8.40 van de Wet milieubeheer, de artikelen 40, tweede lid, en 49 van de Mijnbouwwet, artikel 5, eerste lid, en 10, vierde lid, van de Ontgrondingenwet, de artikelen 2.4, 3.7 en 10.8 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 8.15 van de Wet luchtvaart;

De Raad van State gehoord (advies van 31 maart 2010, no. W08.10.0081/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 3 mei 2010, nr. BJZ2010011773, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit milieu-effectrapportage 1994 wordt als volgt gewijzigd:

A

In het opschrift van hoofdstuk 2 en in artikel 2, vijfde lid, wordt «milieu-effectrapport» vervangen door «milieueffectrapport» en wordt «de artikelen 7.8a tot en met 7.8d» vervangen door: de artikelen 7.16 tot en met 7.19.

B

Hoofdstuk 3 vervalt.

C

In artikel 8 wordt na «artikel 7.35, derde lid,» ingevoegd « van de wet» en wordt «milieu-effectrapport» vervangen door: milieueffectrapport.

D

In artikel 17 en het opschrift van de bijlage wordt «Besluit milieu-effectrapportage 1994» vervangen door: Besluit milieueffectrapportage.

E

In de bijlage wordt in het opschrift van onderdeel C «milieu-effectrapportage» vervangen door: milieueffectrapportage.

F

In de bijlage wordt in het opschrift van onderdeel D «de artikelen 7.8a tot en met 7.8e» vervangen door: de artikelen 7.16 tot en met 7.20.

G

De onderdelen C en D worden als volgt gewijzigd:

In kolom 3 van de categorieën C 15.2 en de categorieën D 1.1, 2, 3, 4.1, 4.2, 8.1, 8.2, 8.3, 9, 10.1, 10.2, 10.3, 11.1, 11.2, 11.3, 11.4, 11.5, 12.1, 12.2, 13, 14, 15.1, 15.2, 15.3, 16.1, 16.2, 17.1, 17.2, 18.1, 18.2. 18.3, 18.4, 20.1, 20.2, 20.3, 21.1, 21.2, 21.3, 21.4, 21.5, 21.6. 22.1, 22.2, 22.3, 22.4, 22.5, 23, 24.1, 25.1, 25.2, 25.3, 25.4, 26, 27, 28, 29.1, 29.2, 29.3, 29.4, 30, 31, 32.1, 32.2, 32.3, 32.4, 32.5, 32.6, 32.7, 32.8, 32.9, 33, 34.1, 34.2, 34.3, 34.4, 34.5, 35, 36, 37.1, 37.2, 38.1, 38.2, 38.3, 39.1, 39.2, 40, 41.1, 41.2, 42, 43, 44, 45, 46, 47 en 48 wordt «de artikelen 2.1, 2.2, 2.3 en 5.1 van de Wet ruimtelijke ordening» telkens vervangen door: de artikelen 2.1, 2.2 en 2.3 van de Wet ruimtelijke ordening.

H

In kolom 3 van categorie D 1.2 wordt «de artikelen 2.1, 2.2 en 5.1 van de Wet ruimtelijke ordening» vervangen door: de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening.

I

In kolom 4 van de categorieën C 9, 10.1 en 10.2 alsmede D 9, 10.1 en 10.2, wordt «De vaststelling van het landinrichtingsplan, bedoeld in artikel 80, eerste lid, van de Landinrichtingswet «vervangen door: De vaststelling van het inrichtingsplan, bedoeld in artikel 17 van de Wet inrichting landelijk gebied.

J

Kolom 4 van categorie D 48 komt te luiden:

De vaststelling van het plan, bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet ruimtelijke ordening dan wel bij het ontbreken daarvan van het plan, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van die wet dat in de aanleg, wijziging of uitbreiding voorziet.

ARTIKEL II

In artikel 5, tweede lid, onder a, van het Besluit algemene regels milieu mijnbouw wordt «Besluit milieu-effectrapportage 1994» vervangen door: Besluit milieueffectrapportage.

ARTIKEL III

In artikel 3, tweede lid, van het Besluit landbouw milieubeheer wordt «milieu-effectrapport» vervangen door: milieueffectrapport.

ARTIKEL IV

In artikel 5, tweede lid, onder a, van het Besluit ontgrondingen in rijkswateren wordt «Besluit milieu-effectrapportage 1994» vervangen door: Besluit milieueffectrapportage.

ARTIKEL V

In de artikelen 1.3.1, eerste lid, 3.1.6, tweede lid, en 5.1.3, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening wordt «milieu-effectrapport» vervangen door: milieueffectrapport.

ARTIKEL VI

In artikel 4A.3, tweede lid, van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol wordt «Besluit milieu-effectrapportage 1994» vervangen door: Besluit milieueffectrapportage.

ARTIKEL VII

In de artikelen 94, vierde lid, en 95 van het Mijnbouwbesluit wordt «Besluit milieu-effectrapportage 1994» vervangen door «Besluit milieueffectrapportage» en wordt «milieu-effectrapport» vervangen door: milieueffectrapport.

ARTIKEL VIII

Het recht zoals dat gold onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit blijft van toepassing op een verzoek als bedoeld in artikel 5, eerste of tweede lid, van het Besluit milieu-effectrapportage 1994 dat is ingediend voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit.

ARTIKEL IX

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 10 mei 2010

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. C. Huizinga-Heringa

Uitgegeven de zesentwintigste mei 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Inleiding

Het onderhavige besluit, uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, betreft een technische aanpassing van het Besluit milieu-effectrapportage 1994 en enkele andere algemene maatregelen van bestuur naar aanleiding van de wet van 17 december 2009, Stb. 2010, 20, tot wijziging van de Wet milieubeheer en enkele daarmee verband houdende wetten (modernisering van de regelgeving over de milieueffectrapportage). Er wordt naar gestreefd deze wet op 1 juli 2010 in werking te laten treden. Doel van de modernisering is te komen tot minder en eenvoudiger regels en meer samenhang in het systeem van milieubeoordelingen voor plannen en projecten. In verband met de modernisering van de regelgeving over de milieueffectrapportage wordt een aantal artikelen van hoofdstuk 7 Wet milieubeheer vernummerd. Daarnaast vinden er wijzigingen plaats in de terminologie. Deze aanpassingen noodzaken tot het aanpassen van enkele algemene maatregelen van bestuur. Het onderhavige besluit voorziet daarin.

Voorts zijn nog enkele technische aanpassingen aangebracht, die hierna zullen worden toegelicht.

Terminologie

Overeenkomstig de wet modernisering van de regelgeving over de milieueffectrapportage worden de termen «milieu-effectrapport» en «milieu-effectrapportage» vervangen door respectievelijk «milieueffectrapport» en «milieueffectrapportage».

De aanpassingen in de andere algemene maatregelen van bestuur vloeien voort uit de aanpassing van de citeertitel van het Besluit milieu-effectrapportage 1994, alsmede de wijzigingen van de termen «milieueffectrapport» en «milieueffectrapportage» (de woorden met streepje worden gewijzigd in woorden zonder streepje).

Hoofdstuk 3 van het Besluit milieu-effectrapportage 1994

Hoofdstuk 3 van het Besluit milieu-effectrapportage 1994, dat nadere regels gaf omtrent de indiening en behandeling van een verzoek om een ontheffing van de verplichting tot het maken van een milieueffectrapport, komt te vervallen, nu het nieuwe artikel 7.21 van de Wet milieubeheer dat handelt over ontheffing, geen verdere uitwerking behoeft. De belangrijkste bepalingen van hoofdstuk 3 van het Besluit milieu-effectrapportage 1994 zijn thans in genoemd artikel 7.21 neergelegd.

Overige technische aanpassingen

Bij het Invoeringsbesluit Wet ruimtelijke ordening (Stb. 2008, 159), in werking getreden op 1 juli 2008, is het Besluit milieu-effectrapportage 1994 gewijzigd.

Het betrof hier een technische aanpassing waarbij de verschillende verwijzingen naar de artikelen uit de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening één op één waren omgezet naar de corresponderende artikelen van de huidige Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro). Hierbij was abusievelijk verwezen naar de structuurvisies, bedoeld in artikel 5.1 van de Wro, welk artikel niet meer bestaat. Dat is gecoorigeerd bij het besluit van 22 januari 2009, Stb. 90. Bij die correctie was echter een deel van de categorieën die moesten worden genoemd, weggevallen. Dat wordt nu alsnog hersteld.

Tevens werd in kolom 4 van onderdeel D nog gedeeltelijk verwezen naar de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening. Dat wordt hierbij eveneens gecorrigeerd.

Tenslotte werd in de categorieën C 9, 10.1, 10.2 alsmede, D 9, 10.1 en 10.2 nog verwezen naar de inmiddels vervallen Landinrichtingswet. Dat wordt thans vervangen door een verwijzing naar de Wet inrichting landelijk gebied.

Aan het besluit verbonden lasten

Aan dit besluit zijn geen administratieve lasten verbonden. Het besluit is om die reden niet voorgelegd aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal). In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel tot modernisering van de regelgeving over de milieueffectrapportage wordt reeds ingegaan op de gevolgen van de modernisering voor de administratieve lasten, de bestuurlijke lasten, het milieu, alsmede voor de handhaafbaarheid en de uitvoerbaarheid. Volledigheidshalve wordt daarnaar verwezen1.

Wijzigingen in het besluit ten opzichte van het ontwerpbesluit

Het ontwerp-besluit is ingevolge artikel 21.6, vierde lid, op 14 januari 2010 overgelegd aan beide kamers der Staten-Generaal en op 22 januari 2010 gepubliceerd in de Staatscourant (Stcrt. 2010, 901) met de mogelijkheid voor een ieder om gedurende vier weken opmerkingen over het ontwerp te maken. Van de mogelijkheid om opmerkingen te maken is geen gebruik gemaakt. Wel is door de vaste commissie voor VROM van de Tweede Kamer de vraag gesteld of het volledig buiten kijf staat dat er geen administratieve lasten aan het besluit zijn verbonden. Die vraag is bij brief van 19 februari aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, bevestigend beantwoord.

Wel zijn in artikel I enkele onjuistheden in de bijlage bij het besluit gecorrigeerd. Deze zijn hiervoor genoemd onder het kopje Overige technische wijzigingen.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A en F

In het wetsvoorstel modernisering van de regelgeving over de milieueffectrapportage worden de artikelen 7.8a tot en met 7.8e gewijzigd in de artikelen 7.16 tot en met 7.20. De wijziging van het Besluit milieu-effectrapportage 1994 is van gelijke strekking.

Artikel VIII

Artikel VIII bevat een bepaling van overgangsrecht.

Deze bepaling bewerkstelligt dat het oude recht (het recht zoals dat gold voor inwerkingtreding van het onderhavige besluit) van toepassing blijft op een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 5 van het Besluit milieu-effectrapportage 1994, dat voor dat tijdstip is ingediend. Dit verzoek zal dus conform het oude recht dienen te worden afgehandeld.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. C. Huizinga-Heringa


XNoot
1

Kamerstukken II 2008–2009, 31 755, nr. 3, p. 11–13.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven