Besluit van 20 februari 2010 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit BTW-compensatiefonds

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 14 januari 2010, kenmerk BZ2010 – 35U, Directoraat-Generaal van de Rijksbegroting, Directie Begrotingszaken;

Gelet op artikel 4, tweede lid, van de wet op het BTW-compensatiefonds;

De Raad van State gehoord (advies van 3 februari 2010, no. W06.10.0020/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 9 februari 2010, kenmerk BZ2010-60U, Directoraat-Generaal van de Rijksbegroting, Directie Begrotingszaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Onder vernummering van artikel 3 tot artikel 2 (nieuw), vervalt artikel 2 (oud) van het Uitvoeringsbesluit BTW-compensatiefonds.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Lech, 20 februari 2010

Beatrix

De Minister van Financiën,

J. C. de Jager

Uitgegeven de twaalfde mei 2010

De Minister van Justitie a.i.,

A. Rouvoet

NOTA VAN TOELICHTING

De aanleiding voor de wijziging van het Uitvoeringsbesluit BTW-compensatiefonds is gelegen in de intrekking van het artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op het BTW-compensatiefonds (vastgesteld bij Wet van 4 april 2008, Stb. 2008, 258).

Deze intrekking heeft tot gevolg dat aan artikel 2 van het Uitvoeringsbesluit BTW-compensatiefonds geen betekenis meer toekomt en derhalve kan komen te vervallen.

Dit wijzigingsbesluit heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten van burgers en bedrijven en heeft ook geen andere bedrijfseffecten (nalevingskosten).

De Minister van Financiën,

J. C. de Jager


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven