Besluit van 21 december 2009 tot vaststelling van het tijdstip van intrekking van de Tijdelijke wet mediaconcentraties

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 18 december 2009, nr. WJZ-178488 (8272), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 15, eerste lid, van de Tijdelijke wet mediaconcentraties;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Tijdelijke wet mediaconcentraties wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2012.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 21 december 2009

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk

Uitgegeven de negenentwintigste december 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Sinds medio 2007 vervangt de Tijdelijke wet mediaconcentraties (TWM) de cross-ownershipregeling 1 uit de (vorige) Mediawet. In de TWM is bepaald dat zij met ingang van 1 januari 2010 vervalt, tenzij bij koninklijk besluit een later tijdstip wordt vastgesteld.

De TWM is begin 2009 geëvalueerd 2. In die evaluatie heeft het kabinet aangegeven te neigen naar verlenging van de wet, omdat in het licht van de alsmaar toenemende concentraties van mediabedrijven de aanhoudende zorg van de overheid voor opiniemacht gerechtvaardigd is.

Tijdens de behandeling van de Mediabegroting voor 2010 is een motie ingediend, waarbij het kabinet de keuze kreeg voorgelegd: ofwel de Tijdelijke wet mediaconcentraties niet verlengen ofwel het percentage dat als maximum geldt voor concentraties op de dagbladmarkt verhogen van 35% naar 50%. Deze motie is op 8 december 2009 door de Tweede Kamer aangenomen.3

Het kabinet beraadt zich hoe met deze motie om te gaan en zal de Tweede Kamer daar op korte termijn over berichten. Het vervallen van de TWM vindt het kabinet ongewenst, omdat aanhoudende zorg en oplettendheid van de overheid voor opiniemacht gerechtvaardigd zijn. Dat was destijds ook één van de overwegingen die aan de TWM ten grondslag lag.

Derhalve heeft het kabinet besloten om de TWM te verlengen. Het kabinet kiest daarbij voor een verlenging met twee jaar, dus tot 1 januari 2012. Deze termijn is ook genoemd tijdens het debat over de Mediabegroting.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk


XNoot
1

Zie voor dit begrip en de regeling: kamerstukken II 2006–2007, 30 921, nr. 3, pag’s. 1, 2 en 4.

XNoot
2

Kamerstukken II 2008–2009, 30 921, nr. 9.

XNoot
3

Kamerstukken II 2009–2010, 32 123 VIII, nr. 74.

Naar boven