Besluit van 11 december 2009 tot wijziging van een aantal inkomensbesluiten in verband met enige technische wijzigingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 september 2009, Directie Inkomensverzekeringen en -voorzieningen, IVV/I/2009/20375;

Gelet op de artikelen 10, tweede lid, van de Algemene nabestaandenwet, 6, tweede lid, van de Toeslagenwet, 35aa, tweede lid, van de Werkloosheidswet, 8, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, 8, derde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, 2:6 van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten en 52, vijfde lid, 60, vijfde lid, en 61, negende lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

De Raad van State gehoord (advies van 30 september 2009, nr. W12.09.0362/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 december 2009, Directie Inkomensverzekeringen en -voorzieningen, nr. IVV/I/2009/22664;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I WIJZIGING VAN HET INKOMENSBESLUIT IOAW

Het Inkomensbesluit IOAW wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5a vervalt.

B

Artikel 6, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Onder winst als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt verstaan de belastbare winst uit onderneming, bedoeld in paragraaf 3.2.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001, vermeerderd met de ondernemersaftrek, bedoeld in paragraaf 3.2.4 van die wet, en de MKB-winstvrijstelling, bedoeld in paragraaf 3.2.5 van die wet, met dien verstande dat de bestanddelen van de winst, bedoeld in artikel 3.78, derde lid, onderdelen a, b en c, van die wet, niet geacht worden te behoren tot die winst.

C

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervallen, onder verlettering van de onderdelen p tot en met r tot k tot en met m, de onderdelen k tot en met o.

2. In tweede lid vervallen, onder verlettering van de onderdelen f en h tot en met j tot e en f tot en met h, de onderdelen e en g.

ARTIKEL II WIJZIGING VAN HET INKOMENSBESLUIT IOAZ

Het Inkomensbesluit IOAZ wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. de opbrengst van arbeid als bedoeld in de artikelen 3, 4, 5 en 9a van het Inkomensbesluit IOAW;.

B

Artikel 3, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:

  • a. de belastbare wist uit onderneming, bedoeld in paragraaf 3.2.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001, vermeerderd met de ondernemersaftrek, bedoeld in paragraaf 3.2.4 van die wet, en de MKB-winstvrijstelling, bedoeld in paragraaf 3.2.5 van die wet, indien de gewezen zelfstandige het bedrijf of beroep heeft uitgeoefend in de vorm van een éénmanszaak, maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap;.

ARTIKEL III WIJZIGING VAN HET INKOMENSBESLUIT TOESLAGENWET

Het Inkomensbesluit Toeslagenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5a vervalt.

B

Artikel 6, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Onder winst als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt verstaan de belastbare winst uit onderneming, bedoeld in paragraaf 3.2.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001, vermeerderd met de ondernemersaftrek, bedoeld in paragraaf 3.2.4 van die wet, en de MKB-winstvrijstelling, bedoeld in paragraaf 3.2.5 van die wet, met dien verstande dat de bestanddelen van de winst, bedoeld in artikel 3.78, derde lid, onderdelen a, b en c, van die wet, niet geacht worden te behoren tot die winst.

C

Artikel 7 wordt als volgt aangepast:

1. In het eerste lid vervallen, onder verlettering van de onderdelen p tot en met s tot k tot en met n, de onderdelen k tot en met o.

2. In het tweede lid vervallen, onder verlettering van de onderdelen k tot h, de onderdelen h, i en j.

ARTIKEL IV WIJZIGING VAN HET INKOMSTENBESLUIT WERKLOOSHEIDSWET

Het Inkomstenbesluit Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1, onderdeel c, wordt na «Wet financiering sociale verzekeringen» toegevoegd: en de vrijwillige werknemersverzekeringen, bedoeld in artikel 2, onderdeel d, van de Wet financiering sociale verzekeringen.

B

Artikel 2, eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. de belastbare winst uit onderneming, bedoeld in paragraaf 3.2.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001, vermeerderd met de ondernemersaftrek, bedoeld in artikel 3.74 van die wet, en de MKB-winstvrijstelling, bedoeld in paragraaf 3.2.5 van die wet, met dien verstande dat de bestanddelen van de winst, bedoeld in artikel 3.78, derde lid, van die wet, niet geacht worden te behoren tot die winst;.

ARTIKEL V WIJZIGING VAN HET INKOMENSBESLUIT WET WERK EN ARBEIDSONDERSTEUNING JONGGEHANDICAPTEN

In artikel 4, tweede lid, van het Inkomensbesluit Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten vervalt de zinsnede «met uitzondering van het belastbaar loon, het belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden en de belastbare winst uit onderneming, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen c en d,».

ARTIKEL VI WIJZIGING VAN HET INKOMENSBESLUIT WET WIA

Het Inkomensbesluit Wet WIA wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. het belastbaar loon of het belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden, bedoeld in paragraaf 3.3.1 onderscheidenlijk paragraaf 3.4.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001, voor zover de verzekerde geen werknemer is als bedoeld in de onderdeel a en b en behoudens voor zover het een werkzaamheid betreft als bedoeld in de artikelen 3.91, eerste lid, onderdelen a en b, en 3.92 van die wet;.

B

Artikel 2, eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

  • d. de belastbare winst uit onderneming, bedoeld in paragraaf 3.2.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001, vermeerderd met de ondernemersaftrek, bedoeld in paragraaf 3.2.4 van die wet, en de MKB-winstvrijstelling, bedoeld in paragraaf 3.2.5 van die wet, met dien verstande dat de bestanddelen van de winst, bedoeld in artikel 3.78, derde lid, onderdelen a, b en c, van die wet, niet geacht worden te behoren tot die winst.

ARTIKEL VII WIJZIGING VAN HET INKOMENS- EN SAMENLOOPBESLUIT ANW

Het Inkomens- en samenloopbesluit Anw wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 5a, eerste lid, vervalt, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel e door een punt, onderdeel f.

B

Artikel 6, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Onder winst als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt verstaan de belastbare winst uit onderneming, bedoeld in paragraaf 3.2.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001, vermeerderd met de ondernemersaftrek, bedoeld in paragraaf 3.2.4 van die wet, en de MKB-winstvrijstelling, bedoeld in paragraaf 3.2.5 van die wet, met dien verstande dat de bestanddelen van de winst, bedoeld in artikel 3.78, derde lid, onderdelen a, b en c, van die wet, niet geacht worden te behoren tot die winst.

ARTIKEL VIII INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2010, met dien verstande dat artikel V in werking treedt op het tijdstip waarop artikel I, onderdeel D, van de Wet van 3 december 2009 tot wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten in verband met het bevorderen van de participatie van jonggehandicapten door werk en arbeidsondersteuning (Stb. 580) in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 11 december 2009

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de dertigste december 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Dit besluit wijzigt enkele inkomensbesluiten die op grond van diverse socialezekerheidswetten zijn vastgesteld. In de meeste socialezekerheidswetten is bepaald dat inkomen van een uitkeringsgerechtigde – geheel of gedeeltelijk – wordt verrekend met de uitkering. In een inkomensbesluit dat op grond van de desbetreffende socialezekerheidswet is getroffen, zijn regels opgenomen met betrekking tot het inkomen en de vaststelling van dat inkomen per dag, week of maand. Gebleken is dat diverse wijzigingen in de regelgeving van de afgelopen jaren niet of niet volledig zijn verwerkt. Dit wijzigingsbesluit actualiseert de inkomensbesluiten op een aantal punten. Zo is met ingang van 1 januari 2007 de Wet werken aan winst in werking getreden waarin de MKB-winstvrijstelling wordt geïntroduceerd. Het begrip winst in de inkomensbesluiten wordt met dit besluit hierop aangepast. De overige aanpassingen betreffen met name technische wijzigingen in verband met het laten vervallen van verouderde en reeds niet meer bestaande uitkeringen of begrippen.

Op één punt is sprake van een beleidsmatige wijziging. De aanpassing betreft de oorlog- en verzetspensioenen. In de inkomensbesluiten op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW), de Toeslagenwet (TW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) wordt een deel van de oorlogs- en verzetspensioenen beschouwd als inkomen in verband met arbeid. Overigens worden in de genoemde inkomensbesluiten niet alle oorlogs- en verzetspensioenen als inkomen – uit of in verband met arbeid – beschouwd. In de brief van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1 maart 2002 is aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2001/02, 27 897, nr. 12) toegezegd dat alle uitkeringen en pensioenen in verband met de Tweede Wereldoorlog uit het Inkomensbesluit AOW 1996 worden geschrapt. Er is geen reden om met betrekking tot de andere – hierboven – genoemde wetten daar anders mee om te gaan. Alle oorlogs- en verzetspensioenen worden voor alle genoemde socialezekerheidswetten uitgezonderd van het inkomensbegrip. Overigens worden deze uitkeringen in verband met jurisprudentie in de uitvoeringspraktijk doorgaans al niet meer tot het inkomen gerekend (zie de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 21 juni 2000, LJN: ZB8843, 99/1641 AOW). Het Inkomensbesluit AOW 1996 is een ministeriële regeling. Dit inkomensbesluit wordt eveneens, inhoudelijk op identieke wijze, gewijzigd bij separate ministeriële regeling.

Bij de aanpassing met betrekking tot de oorlogs- en verzetspensioen is sprake van budgettaire gevolgen, deze zijn echter verwaarloosbaar. Er zijn in 2010 naar verwachting 1.000 personen met een oorlogs- of verzetspensioen jonger dan 65 jaar. Bij een beperkt deel daarvan zal sprake zijn van samenloop met een van de desbetreffende uitkeringen en bij een zeer beperkt deel daarvan zal de maatregel leiden tot een inkomensverbetering en dus additionele kosten voor de overheid. Omdat de meeste oorlogs- en verzetpensioenen inkomensafhankelijk zijn zal een eventuele verhoging van de een uitkering op grond van de TW of de IOAW veelal gecompenseerd worden door een verlaging van het oorlogs- of verzetspensioen.

Artikelsgewijs

De artikelen I, onderdeel A, II, onderdeel A, III, onderdeel A, en VII, onderdeel A

De artikelen 5a van het Inkomensbesluit IOAW, 5a van het Inkomensbesluit Toeslagenwet en 5a, eerste lid, onder f, van het Inkomens- en samenloopbesluit ANW vervallen omdat de financiële tegemoetkoming uit hoofdstuk 7 van de Wet arbeid en zorg («levensloopregeling»), waar deze artikelen naar verwezen, is vervallen.

Een verwijzing in artikel 2, eerste lid, van het Inkomensbesluit IOAZ naar artikel 5a van het Inkomensbesluit IOAW vervalt, omdat artikel 5a van het Inkomensbesluit IOAW is vervallen.

De artikelen I, onderdeel B, II, onderdeel B, III, onderdeel B, IV, onderdeel B, VI, onderdeel B en VII, onderdeel B

De definitie van het begrip belastbare winst uit onderneming in de artikelen 6, eerste lid, van het Inkomensbesluit IOAW, 3, eerste lid, onder a, van het Inkomensbesluit IOAZ, 6, eerste lid, van het Inkomensbesluit Toeslagenwet, 2, eerste lid, onderdeel d, van het Inkomensbesluit Wet WIA en 6, eerste lid, van het Inkomens- en samenloopbesluit Anw wordt gewijzigd. Met de inwerkingtreding van de Wet werken aan winst met ingang van 1 januari 2007 is de definitie van het begrip belastbare winst uit onderneming in de Wet inkomstenbelasting 2001 gewijzigd. Voor het bepalen van het begrip winst in het kader van de socialezekerheidswetten is aangesloten bij de Wet inkomstenbelasting 2001. In deze wet wordt bepaald wat wordt verstaan onder belastbare winst. Belastbare winst uit onderneming is het gezamenlijke bedrag van de winst die de belastingplichtige als ondernemer geniet verminderd met de ondernemersaftrek en de MKB-winstvrijstelling. De ondernemersaftrek en MKB-winstvrijstelling vormen dus een onderdeel van de herleiding van de uit onderneming genoten winst naar de belastbare winst uit onderneming. Deze aftrek en vrijstelling maken derhalve geen deel uit van de winstbepaling. In de socialezekerheidswetten wordt de winst (en dus niet de belastbare winst) gedeeltelijk verrekend met de verschillende socialezekerheidsuitkeringen. De definitie van winst uit onderneming in de inkomensbesluiten IOAW, IOAZ, Toeslagenwet, WIA en Anw is hierop aangepast.

Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat ten behoeve van het bepalen van het inkomen op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, dezelfde definitie van winst uit onderneming als hiervoor genoemd is opgenomen in het Inkomensbesluit Wet inkomensvoorziening oudere werklozen.

Artikel I, onderdeel C

Artikel 7, eerste lid, onderdelen k tot en met o, van het Inkomensbesluit IOAW komen te vervallen. Zoals hiervoor reeds aangegeven heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangegeven voornemens te zijn de oorlogsuitkeringen uit het Inkomensbesluit AOW 1996 te schrappen. Het is wenselijk dat deze lijn wordt doorgetrokken naar het Inkomensbesluit IOAW. Er is hiervoor geen overgangsrecht geregeld, omdat het niet noodzakelijk is en omdat het schrappen van de oorloguitkeringen uit de inkomensbesluiten gunstig is voor de burger die een oorlogsuitkering ontvangt.

Artikel 7, tweede lid, onderdelen e en g, van het Inkomensbesluit IOAW vervallen. Onderdeel e verwijst naar de Liquidatiewet invaliditeitswetten. Deze wet is ingetrokken met de Invoeringswet Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen. Onderdeel g verwijst naar het Reglement eenmalige silicosevergoeding oud-mijnwerkers. Deze verwijzing kan vervallen omdat de Stichting Silicose Oud-Mijnwerkers per 5 november 2004 is ontbonden en het Reglement eenmalige silicosevergoeding oud-mijnwerkers inmiddels is uitgewerkt.

Artikel III, onderdeel C

Artikel 7, eerste lid, onderdelen k tot en met o, van het Inkomensbesluit Toeslagenwet komen te vervallen. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in de brief van 1 maart 2002 (Kamerstukken II 2001/02, 27 897, nr. 12) aangegeven voornemens te zijn de oorlogsuitkeringen uit het Inkomensbesluit AOW 1996 te schrappen. Het is wenselijk dat deze lijn wordt doorgetrokken naar het Inkomensbesluit Toeslagenwet. Er is hiervoor geen overgangsrecht geregeld, omdat het niet noodzakelijk is en omdat het schrappen van de oorloguitkeringen uit de inkomensbesluiten gunstig is voor de burger die een oorlogsuitkering ontvangt.

Artikel 7, tweede lid, onder h, i en j, van het Inkomensbesluit Toeslagenwet vervallen. Onderdeel h verwijst naar de Liquidatiewet invaliditeitswetten. Deze wet is ingetrokken met de Invoeringswet Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen. Onderdeel i verwijst naar de Algemene Weduwen- en Wezenwet. Deze wet is inmiddels ingetrokken. Onderdeel j verwijst naar het Reglement eenmalige silicosevergoeding oud-mijnwerkers. Deze verwijzing kan vervallen omdat de Stichting Silicose Oud-Mijnwerkers per 5 november 2004 is ontbonden en het Reglement eenmalige silicosevergoeding oud-mijnwerkers inmiddels is uitgewerkt.

Artikel IV, onderdeel A

Het is wenselijk dat ook uitkeringen uit vrijwillige werknemersverzekeringen als inkomen worden beschouwd. Dit is abusievelijk niet eerder in het Inkomstenbesluit Werkloosheidswet geregeld. Door de vrijwillige werknemersverzekeringen, bedoeld in artikel 2, onderdeel d, van de Wet financiering sociale verzekeringen onder de definitie van werknemersverzekering te brengen, worden ook de uitkeringen voortvloeiende uit vrijwillige werknemersverzekeringen als inkomen beschouwd.

Artikel V

In het Inkomensbesluit Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Inkomensbesluit Wet Wajong) is geregeld dat als geen aanspraak bestaat op vakantiebijslag, wordt verondersteld dat een deel van het uitbetaalde inkomen wordt gereserveerd als vakantiebijslag (zie artikel 4, tweede lid, van het Inkomensbesluit Wet Wajong). Het is – gelet op het gelijkheidsbeginsel – wenselijk – dat dit geldt voor alle soorten inkomen. Derhalve dient de uitzondering die in het genoemde artikel 4 wordt gemaakt voor belastbaar loon en belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van het Inkomensbesluit Wet Wajong en de belastbare winst uit onderneming, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel d, van het Inkomensbesluit Wet Wajong, te vervallen. Artikel V strekt hiertoe.

Artikel VI, onderdeel A

Aan de definitie van het begrip belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden in het Inkomensbesluit Wet WIA wordt de uitzondering voor werkzaamheden als bedoeld in de artikelen 3.91, eerste lid, onderdelen a en b, en 3.92 van het Wet inkomstenbelasting 2001 toegevoegd. Deze uitzondering is abusievelijk niet eerder aan de definitie van het begrip belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden toegevoegd.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven