Besluit van 6 februari 2009, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 9 oktober 2008 tot wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam en het verkrijgen van gezamenlijk gezag (Stb. 2008, 410), artikel VIIL van de Wet van 11 december 2008 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de flexibilisering en verduidelijking alsmede enkele aanvullingen van de regeling van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding (Stb. 2009, 8) en de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding (Stb. 2008, 500)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 2 februari 2009, Directie Wetgeving, nr. 5583017/09/6;

Gelet op artikel III van de Wet van 9 oktober 2008 tot wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam en het verkrijgen van gezamenlijk gezag (Stb. 2008, 410), artikel X van de Wet van 11 december 2008 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de flexibilisering en verduidelijking alsmede enkele aanvullingen van de regeling van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding (Stb. 2009, 8) en artikel IV van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding (Stb. 2008, 500);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De Wet van 9 oktober 2008 tot wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam en het verkrijgen van gezamenlijk gezag (Stb. 2008, 410) en artikel VIIL van de Wet van 11 december 2008 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de flexibilisering en verduidelijking alsmede enkele aanvullingen van de regeling van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding (Stb. 2009, 8) treden in werking met ingang van 28 februari 2009.

Artikel 2

De Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding (Stb. 2008, 500) treedt in werking met ingang van 1 maart 2009.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 6 februari 2009

Beatrix

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de twaalfde februari 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven