Besluit van 15 juni 2009, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Gereserveerde aanduidingen inzake het melkvetgehalte van roomijs

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 januari 2009, VGP/VV 2902056, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en van Economische Zaken;

Gelet op artikel 8, eerste lid, onder b, van de Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 5 februari 2009, no. W13.09.0023/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 juni 2009, VGP/VV 2932739, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Warenwetbesluit Gereserveerde aanduidingen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Dit besluit is niet van toepassing op een eet- of drinkwaar die rechtmatig is vervaardigd of in de handel is gebracht in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij een tot een douane-unie strekkend Verdrag, dan wel rechtmatig is vervaardigd in een staat die partij is bij een tot een vrijhandelszone strekkend Verdrag dat Nederland bindt.

B

In artikel 6 wordt «melkvetgehalte van ten minste 8%» vervangen door: melkvetgehalte van ten minste 5%.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2009.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 15 juni 2009

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Uitgegeven de zesentwintigste juni 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Melkvetgehalte van als roomijs aangeduid consumptie-ijs

Bij artikel I, onder B, is het ten minste vereiste melkvetgehalte van een als roomijs aangeduide waar verlaagd van 8% naar 5%. Hieronder is dat nader toegelicht.

Het Warenwetbesluit Geserveerde aanduidingen stelt regels voor het gebruik van enkele zogenaamde gereserveerde aanduidingen. Het gebruik van deze aanduidingen is niet verplicht, maar indien een verhandelaar van levensmiddelen ervoor kiest één van deze aanduidingen te gebruiken, dan dient het aldus aangeduide levensmiddel te voldoen aan de desbetreffende voorschriften.

Het Warenwetbesluit Gereserveerde aanduidingen is vastgesteld in 1998, op nadrukkelijk verzoek van vertegenwoordigers van zowel de levensmiddelenindustrie en -handel als de Consumentenbond. In de nota van toelichting bij het oorspronkelijke besluit is dat nader toegelicht (Stb. 1998, 177).

Op dit moment zijn gereserveerde aanduidingen vastgesteld voor azijn, mayonaise, vruchtenwijn, roomijs, mosterd, en limonade/frisdrank. De aanduiding roomijs mocht uitsluitend gebruikt worden voor consumptie-ijs met een melkvetgehalte van ten minste 8%.

Het melkvetgehalte van roomijs is niet geharmoniseerd door de Europese Unie. Wel heeft de Europese organisatie van fabrikanten van consumptie-ijs (Euroglaces) de «Code voor consumptie-ijs» opgesteld. Daarin geldt voor roomijs een minimaal melkvetgehalte van 5%. Deze code wordt in acht genomen door producenten in Frankrijk, Denemarken en Portugal, mede omdat in die landen geen wettelijke eisen meer zijn gesteld aan het melkvetgehalte van roomijs. In andere landen gelden wél wettelijke eisen: in Ierland, Engeland, Zweden en Hongarije dient roomijs ten minste 5% melkvet te bevatten.

Bij brief van 12 november 2007 aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft de Nederlandse Vereniging van Consumptie-ijs fabrikanten (NVC) laten weten zich te willen conformeren aan bovengenoemde Code voor consumptie-ijs, en het verzoek ingediend het ten minste vereiste melkvetgehalte van een als roomijs aangeduide waar te verlagen van 8% naar 5%. Bij artikel I van dit besluit is dit verzoek ingewilligd.

Clausule van wederzijdse erkenning

Bij artikel I, onder A, is van de gelegenheid gebruik gemaakt de tekst van artikel 1, tweede lid, van het Warenwetbesluit Gereserveerde aanduidingen te actualiseren. Deze zogenaamde clausule van wederzijdse erkenning heeft nu niet alleen betrekking op eet- of drinkwaren, afkomstig uit andere lidstaten van de Europese Unie, of uit staten die partij zijn bij de Overeenkomst inzake de Europese Economische Ruimte, maar ook op eet- en drinkwaren uit Turkije. Dit laatste vloeit voort uit de artikelen 5 tot en met 7, en 66, van Besluit nr. 1/95 van de Associatieraad EG-Turkije van 22 december 1995 inzake de tenuitvoerlegging van de slotfase van de douane-unie (PbEG 1996, L 35). Voorts gelden voor eet- en drinkwaren uit die landen geen aanvullende etiketteringeisen meer.

Op grond van deze clausule is het Warenwetbesluit Gereserveerde aanduidingen niet van toepassing op levensmiddelen, geproduceerd in een andere lidstaat van de Europese Unie, in Turkije, of in Liechtenstein, IJsland of Noorwegen.

Bedrijfseffecten

Dit besluit heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger of het bedrijfsleven, en heeft ook verder geen bedrijfseffecten.

Regulier Overleg Warenwet

Het ontwerp van dit besluit is voorgelegd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW) 1. In dat oorspronkelijke ontwerpbesluit werd – na overleg met de NVC – nog voorgesteld roomijs als gereserveerde aanduiding te laten vervallen, aangezien daarmee geen wettelijke belemmering meer zou bestaan als roomijs aangeduid ijs met ten minste 5% melkvet te produceren en te verhandelen.

Het voornemen roomijs als gereserveerde aanduiding te schrappen, leidde tot bezwaren van alle belanghebbenden: van de Consumentenbond, de Nederlandse Zuivel Organisatie, het Productschap Zuivel, de Bond van Boerderij Zuivelbereiders, en van de Vereniging IJs van de boer. Al deze organisaties waren van oordeel dat het schrappen van wettelijke eisen zou leiden tot verwatering van de aanduiding roomijs en daarmee tot misleiding van de consument. Voor het laten vervallen van artikel 6 van het Warenwetbesluit Gereserveerde aanduidingen – zoals oorspronkelijk de bedoeling was – bestond derhalve geen enkel maatschappelijk draagvlak.

Op dringend verzoek van alle belanghebbenden is daarom besloten roomijs als gereserveerde aanduiding te handhaven, en het ten minste vereiste melkvetgehalte van een als zodanig aangeduide waar te verlagen van 8% naar 5%. Het aangepaste ontwerpbesluit geeft aldus gehoor aan een door alle belanghebbenden uitgesproken eensluidend verzoek.

Notificatie

Het ontwerpbesluit is op 12 november 2008 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen, ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204). Deze notificatie was noodzakelijk, aangezien artikel I van het ontwerpbesluit een technisch voorschrift is in de zin van richtlijn 98/34/EG.

Voor zover het ontwerpbesluit kwantitatieve invoerbeperkingen of maatregelen van gelijke werking bevat, worden deze maatregelen gerechtvaardigd ter bescherming van de consument.

Naar aanleiding van deze notificatie heeft Frankrijk een uitvoerig gemotiveerde mening uitgebracht. Frankrijk verkeerde in de veronderstelling dat het ontwerpbesluit regels stelt voor het verhandelen van «crème frêche» (Nederlands: room). Aan Frankrijk is medegedeeld dat die veronderstelling onjuist is: het ontwerpbesluit heeft uitsluitend betrekking op als roomijs aangeduid consumptie-ijs (Frans: crème glacée). De bezwaren van Frankrijk zijn hiermee weggenomen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink


XNoot
1

Aan het ROW nemen vertegenwoordigers deel van ondernemers (industrie en handel), van consumenten, van ministeries (met name van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en van Economische Zaken), van de Voedsel en Waren Autoriteit, en van product- en bedrijfschappen.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven