Besluit van 29 december 2008, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 29 december 2008 (Stb. 583), houdende vaststelling van een nieuwe Mediawet (Mediawet 2008) en van het besluit van 29 december 2008 (Stb. 584), houdende vaststelling van een nieuw Mediabesluit (Mediabesluit 2008)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 17 december 2008, nr. WJZ/84810 (6245), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 9.20, eerste lid, van de wet van 29 december 2008 (Stb. 583), houdende vaststelling van een nieuwe Mediawet (Mediawet 2008) en artikel 37 van het besluit van 29 december 2008 (Stb. 584), houdende vaststelling van een nieuw Mediabesluit (Mediabesluit 2008);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De wet van 29 december 2008 (Stb. 583), houdende vaststelling van een nieuwe Mediawet (Mediawet 2008) treedt in werking met ingang van 1 januari 2009, met uitzondering van de artikelen 2.32, eerste lid, onderdeel b, 2.33, eerste lid, onderdeel b, 2.46, eerste lid, onderdeel b, 2.47, eerste lid, onderdeel b, 2.65, derde lid, 2.67, eerste lid, onderdeel b, 3.3, eerste lid 3.4, eerste lid, onderdeel c, 6.10, tweede en derde lid, en 7.15.

Artikel 2

Het besluit van 29 december 2008 (Stb. 584), houdende vaststelling van een nieuw Mediabesluit (Mediabesluit 2008) treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 29 december 2008

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk

Uitgegeven de dertigste december 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Dit inwerkingtredingsbesluit regelt de inwerkingtreding van de nieuwe Mediawet en het nieuwe Mediabesluit. Voor de bepalingen in de nieuwe Mediawet die het weren van haatzaaiende media-instellingen betreffen, is echter nog geen tijdstip van inwerkingtreding vastgesteld. Naar aanleiding van de behandeling in de Eerste Kamer van het wetsvoorstel tot vaststelling van een nieuwe Mediawet, zal eerst nader beschouwd worden in hoeverre de bepalingen voldoende effectief en proportioneel zijn.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk

Naar boven