Besluit van 11 december 2008, houdende wijziging van het Besluit WWB 2007 in verband met demping van budgetwijzigingen bij de berekening van de uitkeringen voor het jaar 2009

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 12 november 2008, nr. WZB/SFI/08/30048;

Gelet op artikel 69, derde lid, van de Wet werk en bijstand;

De Raad van State gehoord (advies van 27 november 2008, W12.08.0490/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 5 december 2008, WZB/SFI/08/34213;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit WWB 2007 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 11 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11a. Minimumbescherming inkomensdeel voor het jaar 2009

  • 1. Het inkomensdeel voor een gemeente voor het jaar 2009 bedraagt ten minste 90 procent van het inkomensdeel dat voor de desbetreffende gemeente voor het jaar 2008 is berekend.

  • 2. Het bedrag dat nodig is voor de toepassing van het eerste lid wordt telkens in mindering gebracht op het inkomensdeel van de gemeenten waarvan het inkomensdeel niet wordt aangepast op grond van het eerste lid, naar rato van het aandeel van diens inkomensdeel op het totaal van de inkomensdelen voor de toepassing van het eerste lid.

B

Bijlage 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In tabel 1 wordt in onderdeel 6 «2007» vervangen door: 2005.

2. In tabel 1 wordt in de onderdelen 10, 11 en 12 «2006» vervangen door: 2005.

3. In tabel 1 wordt in onderdeel 11 «2004» vervangen door: 2003.

ARTIKEL II

Indien het Besluit participatiebudget eerder in werking is getreden dan dit besluit wordt in artikel I, onderdeel B, «Bijlage 2» vervangen door: Bijlage 1.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 11 december 2008

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de vierentwintigste december 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

In het Besluit WWB 2007 is, nadat de aanpassingen uit het Besluit van 22 augustus 2008, houdende wijziging van het Besluit WWB 2007 en het Besluit uitkeringen gemeenten IOAW en IOAZ in verband met de berekening van de uitkeringen voor het jaar 2009 (Stb. 349) daarin zijn verwerkt, vastgelegd op welke wijze de WWB-budgetten voor het uitvoeringsjaar 2009 over de gemeenten worden verdeeld. Met dit besluit wordt het Besluit WWB 2007, inclusief de genoemde aanpassingen, gewijzigd.

Bij de berekening van het inkomensdeel 2009 voor de gemeenten blijken aanzienlijke budgetwijzigingen ten opzichte van de inkomensdelen 2008 op te treden. Deze wijzigingen kennen twee belangrijke oorzaken:

  • Voor de berekening van de inkomensdelen voor 2008 is uitgegaan van uitgavencijfers over 2005, omdat recentere cijfers toen niet beschikbaar waren. Voor 2009 is dit wel het geval en kunnen uitgavencijfers over 2007 gebruikt worden. Dit betekent dat 1 uitgavenjaar wordt overgeslagen. Dit kan leiden tot grote budgetwijzigingen. Betrokken partijen zijn van mening dat zo actueel mogelijke uitgavencijfers gebruikt dienen te worden bij de verdeling. Er is dus sprake van een beoogd effect.

  • Van een aantal verdeelmaatstaven is de meetmethode gewijzigd. Van tevoren kon niet worden voorzien hoe groot het effect hiervan op de verdeling zou zijn. Thans is duidelijk dat dit bijdraagt aan grote budgetwijzigingen. Dit is een onvoorzien effect. Normaliter had dit moeten leiden tot herijking van de gewichten in het verdeelmodel. De tijd hiervoor ontbreekt evenwel. Daarom wordt door middel van artikel I, onderdeel B, teruggekomen op de actualisatie van de desbetreffende verdeelmaatstaven. In het verleden is eveneens afgezien van actualisatie van de betrokken verdeelmaatstaven wanneer sprake was van wijziging van meetmethodiek. Het gaat thans om de volgende verdeelmaatstaven:

    • o Banen handel en horeca in COROP-regio (als percentage van het totaal aantal banen in die regio) (de indeling in COROP-gebieden is aan het begin van de jaren zeventig opgesteld door de toenmalige Coördinatiecommissie Regionaal Onderzoeks Programma voor de beschikbaarstelling van statistische gegevens ten behoeve van het regionaal economisch beleid);

    • o Procentuele gemiddelde jaarlijkse banengroei in COROP-regio;

    • o Aantal banen in COROP-regio (als percentage van de totale beroepsbevolking in die regio); en

    • o Aantal huurwoningen als percentage van het aantal woningen.

Van het niet actualiseren van de verdeelmaatstaven waarvan de meetmethode is gewijzigd gaat een dempend effect uit op de uitschieters in de budgetwijzigingen. Desondanks blijft er voor een aantal gemeenten sprake van aanzienlijke budgetwijzigingen, met name als gevolg van het overslaan van 1 uitgavenjaar. De combinatie van relatief grote budgetwijzigingen en het late tijdstip waarop deze aan gemeenten bekend worden gemaakt – waardoor men er bij het opstellen van de begrotingen moeilijk rekening mee heeft kunnen houden – maakt het uit bestuurlijk oogpunt wenselijk om voor 2009 een eenmalige demping van de budgetwijzigingen te regelen, zonder dat daarmee afbreuk wordt gedaan aan het verdeelmodel. Deze eenmalige demping heeft derhalve geen consequenties voor het budget voor 2010.

Hiertoe geldt bij de budgetverdeling voor 2009 eenmalig de bepaling dat het inkomensdeel van een gemeente niet lager zal zijn dan 90% van het inkomensdeel van de desbetreffende gemeente voor 2008. Met deze bepaling is een bedrag van circa € 16 miljoen (circa 0,45% van het macrobudget) gemoeid. Aangezien de demping budgetneutraal geschiedt, wordt dit bedrag over de overige gemeenten verdeeld naar rato van hun aandeel in het macrobudget.

Tijdens het Bestuurlijk Overleg op 30 oktober 2008 heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten met de hierboven beschreven werkwijze ingestemd.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel a

Om te grote wijzigingen in het inkomensdeel van een gemeente voor 2009 ten opzichte van het inkomensdeel voor 2008 te voorkomen, wordt in artikel 11a, eerste lid, van het Besluit WWB 2007 voorzien in een zogenoemde garantiestelling. Deze houdt in dat gemeenten voor het jaar 2009 ten minste 90% van hun inkomensdeel voor het jaar 2008 ontvangen. De garantiestelling is gestoeld op onderlinge solidariteit en verloopt budgetneutraal.

Het bedrag, bedoeld in artikel 11a, tweede lid, wordt bepaald op basis van een iteratief proces. De term «telkens» brengt dit tot uitdrukking. In eerste instantie wordt het bedrag op nul gesteld en wordt voor alle gemeenten hun inkomensdeel berekend op grond van artikel 4. Voor de gemeenten die met de uitkomst onder de grens van de garantiestelling vallen zal compensatie worden geboden tot aan deze grens. Het bedrag dat nodig is om de garantiestelling mogelijk te maken komt ten laste van de inkomensdelen van de gemeenten die niet onder de 90% grens zijn gekomen. Dit naar rato van hun aandeel in het totale budget. Dit leidt ertoe dat voor die gemeenten het inkomensdeel lager zal worden. Als gevolg hiervan zal opnieuw een aantal gemeenten onder de grens van de garantiestelling komen. Voor die gemeenten zal compensatie worden geboden tot aan deze grens. Het bedrag dat hiervoor nodig is komt ten laste van de inkomensdelen van de gemeenten die na de eerdere verlaging van hun inkomensdeel niet onder de 90% grens zijn gekomen. Dit naar rato van hun aandeel in het totale budget. Als gevolg hiervan zal opnieuw een aantal gemeenten onder de grens van de garantiestelling komen waardoor een volgende stap in het iteratieve proces wordt gezet. Het opnieuw benodigde bedrag om de gemeenten, die hierdoor alsnog onder de grens van de garantiestelling komen tot aan die grens te compenseren, wordt steeds kleiner. Dit proces herhaalt zich tot er geen gemeente meer onder de 90% grens komt. Het gevolg van dit proces is dat alle gemeenten die in eerste instantie geen aanspraak maken op de garantiestelling, inleveren ten behoeve van de andere gemeenten.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. Aboutaleb


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in de Staatscourant.

Naar boven