Besluit van 5 juli 2008, houdende regels ter aanpassing van algemene maatregelen van bestuur aan de invoering van de Algemene douanewet (Aanpassingsbesluit Algemene douanewet)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de staatssecretaris van Financiën van 8 februari 2008, nr. DV2007/958M, gedaan mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op artikel XLVI van de Aanpassingswet Algemene douanewet, artikel 37, eerste lid, van de Wet op de economische delicten, de artikelen 8, vijfde lid, en 39 van de Wet op de omzetbelasting 1968, artikel 16, eerste en tweede lid, van de Prijzennoodwet, de artikelen 2, derde lid, 3, derde lid, en 85, eerste lid, van de Wet op de accijns, de artikelen 5, derde lid, 14, tweede lid, 33, eerste lid, en 37 van de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten, artikel 3.54, twaalfde lid, Wet IB 2001, artikel 14, eerste lid, van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992, artikel 8, derde lid, van de Drank- en Horecawet en artikel 31 van de Spoorwegwet;

De Raad van State gehoord 10 april 2008, nr. W06.08.005/III;

Gezien het nader rapport van de staatssecretaris van Financiën van 2 juli 2008, nr. DV 2008/329U, uitgebracht mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In artikel 3, onderdeel b, van het koninklijk besluit van 1 mei 1951 (Stcrt. 90) houdende aanwijzing ex artikel 37 van de Wet op de economische delicten wordt «bij en krachtens de artikelen 2, 5, 7, 17 en 18 van de In- en uitvoerwet» vervangen door: bij en krachtens de artikelen 1:4, eerste en tweede lid, en 3:1 van de Algemene douanewet.

ARTIKEL II

Het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 4, eerste lid, onderdeel c, wordt «artikel 1, tweede lid, van de Douanewet» vervangen door: artikel 7:3 van de Algemene douanewet.

B. In artikel 12, tweede lid, onderdelen d en e, wordt «artikel 98, eerste lid, onderdeel b» vervangen door: artikel 98, lid 1, onder b).

C. In artikel 13, onderdeel b, wordt «artikel 98, eerste lid, onderdeel b» vervangen door: artikel 98, lid 1, onder b).

D.Artikel 24a wordt als volgt gewijzigd:

D.1. In het eerste lid wordt «artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet» vervangen door: artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.

D.2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De in het eerste lid bedoelde goederen worden slechts vrijgegeven als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van het Communautair douanewetboek indien wordt aangetoond dat de in het eerste lid van dit artikel bedoelde aangifte is gedaan.

ARTIKEL III

In artikel 4 van het Aanwijzingsbesluit economische noodwetgeving wordt «de In- en uitvoerwet (Stb. 1988, 228)» vervangen door: de artikelen 1:4, eerste en tweede lid, en 3:1 van de Algemene douanewet.

ARTIKEL IV

Het Uitvoeringsbesluit accijns wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 3, derde en vierde lid, wordt «bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet» vervangen door: bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.

B. In artikel 4, eerste en tweede lid, wordt «bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet» vervangen door: bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.

C. In artikel 5 wordt «bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet» vervangen door: bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.

D. In artikel 30 wordt «bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet» vervangen door: bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.

E.Artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:

E.1. In de aanhef wordt «bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet» vervangen door: bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.

E.2. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. communautaire accijnsgoederen als bedoeld in artikel 4, onderdeel 7, van het Communautair douanewetboek die voor uitvoer zijn vrijgegeven en die in afwachting van het verlaten van de Gemeenschap worden opgeslagen in een douane-entrepot van het type B of C, met toepassing van artikel 106, eerste lid, onderdeel a, van het Communautair douanewetboek in samenhang met artikel 534 van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek.

ARTIKEL V

Het Uitvoeringsbesluit verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 4 wordt «bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet» vervangen door: bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.

B. In artikel 8, eerste en tweede lid, wordt «bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet» vervangen door: bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.

C. In artikel 9 wordt «bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet» vervangen door: bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.

D. In artikel 22 wordt «bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet» vervangen door: bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.

E.Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

E.1. In de aanhef wordt «bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet» vervangen door: bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.

E.2. In onderdeel b wordt «die met toepassing van hoofdstuk 4, paragraaf 2, van het Douanebesluit worden opgeslagen» vervangen door: die voor uitvoer zijn vrijgegeven en die in afwachting van het verlaten van de Gemeenschap worden opgeslagen in een douane-entrepot van het type B of C, met toepassing van artikel 106, eerste lid, onderdeel a, van het Communautair douanewetboek in samenhang met artikel 534 van de toepassingsverordening Communautair douanewetboek.

ARTIKEL VI

In artikel 1, tweede lid, onderdeel c, van het Uitvoeringsbesluit belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 wordt «artikel 1, tweede lid, van de Douanewet» vervangen door: artikel 7:3 van de Algemene douanewet.

ARTIKEL VII

Het Uitvoeringsbesluit belastingen op milieugrondslag wordt als volgt gewijzigd:

A. In artikel 14, eerste en derde lid, wordt «artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet» vervangen door: artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.

B. In artikel 15 wordt «artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet» vervangen door: artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.

ARTIKEL VIII

In artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet 1999 wordt «de Douanewet» vervangen door: de Algemene douanewet.

ARTIKEL IX

Artikel 12a van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt «als bedoeld in artikel 3.64, vierde lid, onderdeel b, van de wet» vervangen door: als bedoeld in artikel 3.54, twaalfde lid, onderdeel c, van de wet.

2. Onderdeel b, onder 2°, wordt vervangen door:

  • 2°. wat betreft de provincie Noord-Brabant: de Subsidieregeling Verplaatsingskosten Intensieve Veehouderijen 2006 (provinciaal blad 2005, nr. 203); de Beleidsregeling Verplaatsing Intensieve Veehouderij 2005 (provinciaal blad 2004, nr. 177);

ARTIKEL X

In artikel 3, onderdeel b, onder 3°, van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidsattest hoofdspoorwegen wordt «de artikelen 9, vierde lid, 11, eerste lid, 14, tweede lid, 17, tweede lid, 32, 44, eerste en tweede lid, 45 tot en met 47, 48, eerste, tweede en derde lid, 50 of 51 van de Douanewet,» vervangen door: de artikelen 1:11, 1:23, 1:27, 1:28, 1:32, tweede lid, 10:1, eerste en tweede lid, 10:2, 10:4, 10:5, eerste, tweede en derde lid, of 10:9 van de Algemene douanewet,.

ARTIKEL XI

In artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit vrijstelling energiebelasting op elektriciteit bij convenanten (Stb. 2007, 574) wordt «artikel 47, eerste lid, onderdeel t» vervangen door: artikel 47, eerste lid, onderdeel p.

ARTIKEL XII

  • 1. Gedurende vijf jaar na inwerkingtreding van dit besluit wordt voor de toepassing van artikel 4 van het Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet 1999 een onherroepelijke veroordeling tot een onvoorwaardelijke geldboete van € 500 of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, onderdeel a, van het Wetboek van Strafrecht wegens dan wel mede wegens overtreding van bepalingen van de Douanewet, voor zover het alcoholhoudende dranken betreft, aangemerkt als een onherroepelijke veroordeling wegens dan wel mede wegens overtreding van bepalingen van de Algemene douanewet.

  • 2. Gedurende vijf jaar na inwerkingtreding van dit besluit wordt voor de toepassing van artikel 3 van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidsattest hoofdspoorwegen een onherroepelijke veroordeling, al dan niet met toepassing van artikel 51 van het Wetboek van Strafrecht, wegens het herhaaldelijk of ernstig overtreden van de artikelen 9, vierde lid, 11, eerste lid, 14, tweede lid, 17, tweede lid, 32, 44, eerste en tweede lid, 45 tot en met 47, 48, eerste, tweede en derde lid, 50 of 51 van de Douanewet, aangemerkt als een onherroepelijke veroordeling wegens het herhaaldelijk of ernstig overtreden van de artikelen 1:11, 1:23, 1:27, 1:28, 1:32, tweede lid, 10:1, eerste en tweede lid, 10:2, 10:4, 10:5, eerste, tweede en derde lid, of 10:9 van de Algemene douanewet.

ARTIKEL XIII

  • 1. Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Algemene douanewet in werking treedt.

  • 2. In afwijking van het eerste lid werken de artikelen IX, onder 1, en XI terug tot en met 1 januari 2008.

  • 3. In afwijking van het eerste lid werkt artikel IX, onder 2, in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL XIV

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanpassingsbesluit Algemene douanewet.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 5 juli 2008

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

J. C. de Jager

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk

Uitgegeven de tweeëntwintigste juli 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Het Aanpassingsbesluit Algemene douanewet maakt deel uit van de algehele herziening van de nationale douanewetgeving die is ingezet met de Algemene douanewet (Adw). Voor de doelstellingen van de herziening wordt kortheidshalve verwezen naar de Inleiding van de memorie van toelichting op het wetsvoorstel Adw (Kamerstukken II 2005/06, 30 580, nr. 3).

De voordracht van het onderhavige besluit geschiedt mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken. Dit in verband met het feit dat de hier geregelde onderwerpen mede onderdeel uitmaken van de beleidsterreinen van deze bewindspersoon.

Door intrekking van de Douanewet en de In- en uitvoerwet bij artikel XLVI van de Aanpassingswet Adw is het noodzakelijk alle in de desbetreffende algemene maatregelen van bestuur opgenomen verwijzingen naar die wetten aan te passen. Hetzelfde geldt voor verwijzingen naar het vervallen Douanebesluit. Dit Douanebesluit is immers van rechtswege komen te vervallen als gevolg van genoemde intrekking van de Douanewet.

Het onderhavige Aanpassingsbesluit Adw strekt tot de hiervoor bedoelde noodzakelijke aanpassingen.

Dit besluit heeft geen effecten voor de administratieve lasten zoals deze in de nulmetingen zijn opgenomen. Voorts zijn aan dit besluit geen budgettaire gevolgen of uitvoeringskosten verbonden. Voor de goede orde wordt verwezen naar de paragrafen 7 en 8 van de memorie van toelichting op het wetsvoorstel Adw. Aldaar wordt nader ingegaan op de bedrijfseffecten en de aspecten van uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid.

Artikelsgewijs

Artikel I

Koninklijk besluit van 1 mei 1951 (Stcrt. 90) houdende aanwijzing ex artikel 37 van de Wet op de economische delicten

Doordat ingevolge artikel XLVI van de Aanpassingswet Adw de In- en uitvoerwet is ingetrokken, moet de verwijzing naar enkele bepalingen van die wet in artikel 3 worden aangepast. Artikel I strekt daartoe. De materie die bij of krachtens de artikelen 2, 5, 7, 17 en 18 van de In- en uitvoerwet kon worden geregeld, wordt voortaan krachtens de artikelen 1:4, eerste en tweede lid, en 3:1 van de Adw geregeld.

Artikel II

Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968

De wijziging van artikel 4, eerste lid, onderdeel c, betreft een technische wijziging. Artikel 7:3 van de Adw geeft dezelfde uitleg wat onder rechten bij invoer moet worden verstaan als artikel 1, tweede lid, van de Douanewet.

De wijzigingen van de artikelen 12 en 13 zijn van redactionele aard. Bij verwijzingen naar andere regelgeving, in casu Europese, wordt de in die regelgeving gehanteerde schrijfwijze gebruikt.

De wijziging van artikel 24a, eerste en tweede lid, zijn eveneens van technische aard met dien verstande dat de wijziging in het tweede lid tot gevolg heeft dat er een betere aansluiting met het Europese recht ter zake is ontstaan.

Artikel III

Aanwijzingsbesluit economische noodwetgeving

Doordat ingevolge artikel XLVI van de Aanpassingswet Adw de In- en uitvoerwet is ingetrokken, moet de verwijzing naar die wet in artikel 4 van het Aanwijzingsbesluit economische noodwetgeving worden aangepast. Artikel III strekt daartoe. De materie die krachtens de In- en uitvoerwet kon worden geregeld, wordt voortaan krachtens de artikelen 1:4, eerste en tweede lid, en 3:1 van de Adw geregeld.

Artikel IV

Uitvoeringsbesluit accijns

Wijzigingen van het type zoals doorgevoerd bij de Aanpassingswet Adw in de Wet op de accijns (artikel XI) moeten worden aangebracht in het Uitvoeringsbesluit accijns. Zoals al is aangegeven in de toelichting op genoemd artikel XI zijn de onderhavige wijzigingen van technische aard. Artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet is inhoudelijk hetzelfde als artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Adw.

De wijziging in onderdeel b van artikel 38 is eveneens geen inhoudelijke wijziging. De materiële inhoud van het in hoofdstuk 4, paragraaf 2, opgenomen vervallen artikel 37 van het Douanebesluit, is geïncorporeerd in het genoemde onderdeel.

Artikel V

Uitvoeringsbesluit verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten

Wijzigingen van het type zoals doorgevoerd bij de Aanpassingswet Adw in de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten (artikel XII) moeten worden aangebracht in het Uitvoeringsbesluit verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten. Zoals al is aangegeven in de toelichting op genoemd artikel XII zijn de onderhavige wijzigingen van technische aard. Artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet is inhoudelijk hetzelfde als artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Adw.

De wijziging in onderdeel b van artikel 29 is eveneens geen inhoudelijke wijziging. De materiële inhoud van het in hoofdstuk 4, paragraaf 2, opgenomen vervallen artikel 37 van het Douanebesluit, is geïncorporeerd in het genoemde onderdeel.

Artikel VI

Uitvoeringsbesluit belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992

De wijziging is van technische aard. Artikel 7:3 van de Adw geeft dezelfde uitleg wat onder rechten bij invoer moet worden verstaan als artikel 1, tweede lid, van de Douanewet.

Artikel VII

Uitvoeringsbesluit belastingen op milieugrondslag

In artikel 14, eerste en derde lid, en artikel 15 van het Uitvoeringsbesluit belastingen op milieugrondslag wordt verwezen naar artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Douanewet. Deze verwijzingen worden vervangen door een verwijzing naar artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet.

Artikel VIII

Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet 1999

Doordat ingevolge artikel XLVI van de Aanpassingswet Adw de Douanewet is ingetrokken, moet de verwijzing naar die wet in artikel 4 van het Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet 1999 worden aangepast. Artikel VIII strekt daartoe. Zoals aangegeven in de memorie van toelichting op de Adw (Kamerstukken II 2005/06, 30 580, nr. 3, blz. 135) zijn geen fundamentele wijzigingen aangebracht in het stelsel van strafrechtelijke sancties zoals die neergelegd waren in de ingetrokken Douanewet en – met betrekking tot overtreding van voorschriften neergelegd in algemene maatregelen van bestuur en in ministeriële regelingen – in de Algemene wet inzake rijksbelastingen. De enige wijziging betreft het strafbaar stellen, in artikel 10:1 van de Adw, van het wegvoeren van goederen zonder toestemming als bedoeld in artikel 47 van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PbEG L 302).

Artikel IX

Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001

Ingevolge Overige fiscale maatregelen 2008 is de omschrijving van het begrip overheidsingrijpen verplaatst van artikel 3.64 van de Wet inkomstenbelasting 2001 naar artikel 3.54 van de laatstgenoemde wet. Onder de reikwijdte van het begrip overheidsingrijpen valt ook de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen communautaire en nationale regelgeving die leidt tot herstructurering van een bedrijfstak (aanvankelijk via artikel 3.64, vierde lid, onderdeel b, en met ingang van 1 januari 2008 via artikel 3.54, twaalfde lid, onderdeel c). In artikel 12a van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 wordt verwezen naar deze regelgeving. De in dat artikel opgenomen verwijzing naar artikel 3.64, vierde lid, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt ingevolge artikel IX omgezet in een verwijzing naar artikel 3.54, twaalfde lid, onderdeel c, van de Wet inkomstenbelasting 2001. Verder wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 aan te passen aan de inmiddels vervangen VIV-regelingen van de provincie Noord-Brabant.

Artikel X

Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidsattest hoofdspoorwegen

Doordat ingevolge artikel XLVI van de Aanpassingswet Adw de Douanewet is ingetrokken, moet de verwijzing naar de Douanewet in artikel 3 van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidsattest hoofdspoorwegen worden aangepast. Artikel X strekt daartoe. Zoals hiervoor aangegeven zijn geen fundamentele wijzigingen aangebracht in het stelsel van strafrechtelijke sancties zoals die neergelegd waren in de ingetrokken Douanewet en – met betrekking tot overtreding van voorschriften neergelegd in algemene maatregelen van bestuur en in ministeriële regelingen – in de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

Artikel XI

Besluit vrijstelling energiebelasting op elektriciteit bij convenanten

Door een onjuistheid in artikel II, onderdeel B, van het Besluit van 20 december 2007, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit belastingen op milieugrondslag en het Besluit vrijstelling energiebelasting op elektriciteit bij convenanten (Stb. 2007, 574) staat er per 1 januari 2008 een verkeerde verwijzing in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit vrijstelling energiebelasting op elektriciteit bij convenanten. De definitie van een energie-intensief bedrijf staat niet opgenomen in artikel 47, eerste lid, onderdeel t, van de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm), maar in artikel 47, eerste lid, onderdeel p, van de Wbm. Dit artikel strekt ertoe deze onjuistheid te herstellen.

Artikel XII

Overgangsbepaling

Het met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit laten vervallen van de verwijzingen naar de Douanewet zou tot gevolg hebben dat de doelstelling van artikel 4 van het Besluit eisen zedelijk gedrag Drank- en Horecawet 1999, dat een leidinggevende niet binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk mag zijn veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van € 500 of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, onder a, van het Wetboek van Strafrecht wegens dan wel mede wegens overtreding van bepalingen van de Douanewet voor zover het alcoholhoudende dranken betreft, niet in alle gevallen zou kunnen worden gehaald. Immers bij het laten vervallen van de verwijzing naar de Douanewet zouden alle veroordelingen die na het vervallen van die verwijzing niet meer meetellen bij de beoordeling of een situatie zich voordoet als in genoemd artikel 4.

Dit gevolg wordt niet voorkomen door artikel XLVII, onderdeel b, van de Aanpassingswet Algemene douanewet. Dat artikel regelt onder meer dat voor strafbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór de dag van inwerkingtreding, de ingetrokken wetgeving nog van toepassing blijft. Dit artikel regelt echter niet dat met eventuele onherroepelijke veroordelingen die kunnen voortvloeien uit de vervolging van de begane strafbare feiten, rekening wordt gehouden bij het toepassen van genoemd artikel 4. Artikel 4 houdt geen rekening met de bestuursrechtelijke gevolgen van dergelijke veroordelingen.

Dit gevolg wordt voorkomen door de in onderhavig artikel genoemde onherroepelijke veroordelingen wegens dan wel mede wegens overtreding van bepalingen van de Douanewet aan te merken als onherroepelijke veroordelingen wegens dan wel mede wegens overtreding van bepalingen van de Algemene douanewet.

Dezelfde aanleiding heeft ten grondslag gelegen te komen tot het tweede lid. Aldaar is een soortgelijke bepaling getroffen voor artikel 3 van het Besluit bedrijfsvergunning en veiligheidsattest hoofdspoorwegen.

Artikel XIII

Inwerkingtredingbepaling

In het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 is een onjuiste verwijzing opgenomen. Wat betreft de onder de reikwijdte van het begrip overheidsingrijpen vallende bij algemene maatregel van bestuur aangewezen communautaire en nationale regelgeving die leidt tot herstructurering van een bedrijfstak wordt verwezen naar artikel 3.64, vierde lid, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001 terwijl dit met ingang van 1 januari 2008 artikel 3.54, twaalfde lid, onderdeel c, zou moeten zijn. Deze verwijzing dient daar met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2008 op te worden aangepast. Verder zijn de in het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 aangewezen VIV-regelingen van de provincie Noord-Brabant vervangen. De aanwijzing van deze regelingen als vorm van overheidsingrijpen kan na melding aan de Europese Commissie in werking treden. Om die reden is voorzien in inwerkingtreding bij koninklijk besluit. Voorts staat per 1 januari 2008 in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit vrijstelling energiebelasting op elektriciteit bij convenanten een onjuiste verwijzing. Ook deze onjuiste verwijzing wordt met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2008 hersteld.

De Staatssecretaris van Financiën,

J. C. de Jager


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven