Besluit van 22 november 2007, houdende wijziging van het Besluit WWB 2007 in verband met het behoud van actualiteit bij stabielere budgetten en voorkoming van negatieve uitkomsten bij budgetberekeningen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 oktober 2007, nr. W&B/SFI/07/32796;

Gelet op de artikelen 69, tweede en derde lid, van de Wet werk en bijstand;

De Raad van State gehoord (advies van 31 oktober 2007, nr. W12.07.0394/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 november 2007, nr. W&B/SFI/2007/36101;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit WWB 2007 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel d, wordt «2006» vervangen door: 2007.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Indien het aan de hand van het verdeelmodel, dat is opgenomen in bijlage 1 van dit besluit, bepaalde gewicht van de gemeente negatief is, wordt dat voor de toepassing van het eerste lid, onderdelen c en d, op nihil gesteld.

C

Aan artikel 4 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Indien de gemeentelijke bijstandslasten 2004 voor personen van 65 jaar en ouder negatief zijn, worden die voor de toepassing van het eerste lid, onderdelen e en f, op nihil gesteld.

D

In bijlage 2 wordt bij de verdeelmaatstaf «Aantal huishoudens 15–64 jaar» het peiljaar «2006» vervangen door: 2007.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 22 november 2007

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. Aboutaleb

Uitgegeven de vierde december 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

1. Wijziging peildatum huishoudens

Bij de verdeling van bijstandsmiddelen wordt ernaar gestreefd om op basis van zo actueel mogelijke gegevens te verdelen. Een belangrijke maatstaf daarbij is het aantal huishoudens in een gemeente, omdat hiermee rekening wordt gehouden met de groei van gemeenten. Deze maatstaf speelt zowel bij de objectieve als de historische verdeling een belangrijke rol. Een ander belangrijk criterium bij de budgetverdeling is stabiliteit, door zo snel mogelijk de relevante gegevens te kunnen gebruiken kan aan gemeenten tijdig een stabiel budget bekend worden gemaakt. In het bestuursakkoord tussen Rijk en gemeenten van 4 juni 2007 is afgesproken dat door de introductie van meerjarige budgetten de budgetten stabieler worden gemaakt en gemeenten de winst langer kunnen behouden. Het budget wordt meerjarig vastgesteld conform de Middenlangetermijn (MLT) raming van het CPB. Jaarlijks wordt het macrobudget alleen aangepast voor correcties rijksbeleid, loon-/prijsongevoeligheid (lpo) en – indien dit buiten een bepaalde bandbreedte treedt – conjunctuur. Het macrobudget wordt niet meer aangepast voor effecten van gemeentelijk beleid. VNG en SZW hebben voorts afgesproken bij de concrete uitwerking van deze meerjarige budgetten dat om de stabiliteit te vergroten de relatieve verdeling van het budget over gemeenten één keer per jaar plaatsvindt conform dit besluit in september voorafgaande aan het budgetjaar (september t-1). Gedurende het jaar wordt alleen nog gecorrigeerd voor de eventuele aanpassingen in het macrobudget.

Deze stabiliteitswinst kan wel ten koste gaan van de actualiteit van de verdeling. Om de actualiteit te waarborgen wordt bij de verdeling van het budget 2008 gebruik gemaakt van actuelere gegevens voor de maatstaf huishoudensaantallen. In de afgelopen jaren werd deze maatstaf gedurende het budgetjaar (t) geactualiseerd zodat bij de aanpassing van het macrobudget de huishoudensgegevens van 1 januari van het jaar voorafgaand aan het budgetjaar (t-1) konden worden gebruikt bij de (aangepaste) verdeling van dat budget over de gemeenten (voor het budgetjaar 2008 gaat het om huishoudensgegevens per 1 januari 2007). Het CBS heeft deze huishoudensgegevens, op verzoek van SZW, dit jaar eerder beschikbaar, waardoor het praktisch mogelijk is de gegevens van peildatum 1 januari van het jaar t-1 al bij de budgetbepaling voorafgaand aan het budgetjaar te gebruiken. Het besluit wordt daarom zo gewijzigd, dat voor het budgetjaar 2008 waar het gaat om de huishoudensgegevens in een gemeente de peildatum 1 januari 2007 wordt gebruikt. Hiermee wordt de actualiteit van de verdeling gewaarborgd. Het is nog onzeker of het CBS ook in de komende jaren deze gegevens eerder beschikbaar heeft; hierover wordt overlegd met het CBS.

2. Budget op nihil bij negatief budget

Het komt voor dat een budgetberekening een negatieve (deel)uitkomst oplevert. Een negatieve uitkomst zou betekenen dat er een betaling van gemeente aan Rijk zou moeten plaatsvinden. Dit is niet overeenkomstig het doel van de budgetverdeling. Het budget WWB Inkomensdeel voor huishoudens van 65 jaar en ouder kan bijvoorbeeld negatief uitvallen wanneer een gemeente (toevallig) veel terugontvangsten heeft gehad in het historisch uitgavenjaar. Met dit wijzigingsbesluit wordt het Besluit WWB 2007 daarom in technische zin gewijzigd. Voor die onderdelen waarbij het technisch mogelijk is dat een onderdeel van de berekening negatief uitkomt, wordt in het besluit geregeld dat indien dit het geval is, de uitkomst op nihil wordt gesteld.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. Aboutaleb


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven