Besluit van 12 september 2007 tot vaststelling van het tijdstip van
inwerkingtreding van de wet van 26 april 2007 tot wijziging van de
Politiewet 1993 in verband met het versterken van de bevoegdheden op
rijksniveau ten aanzien van de politie, alsmede de opheffing van de
Raad voor het Korps landelijke politiediensten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der
Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van
Justitie van 7 september 2007, directie Wetgeving,
nr. 5489753/07/6;
Gelet op
artikel IV van de wet van 26 april
2007 tot wijziging van de Politiewet 1993 in verband met het
versterken van de bevoegdheden op rijksniveau ten aanzien van de
politie, alsmede de opheffing van de Raad voor het Korps landelijke
politiediensten;
Hebben
goedgevonden en verstaan:
Enig Artikel
De wet van 26 april 2007 tot wijziging van de
Politiewet 1993 in verband met het versterken van de bevoegdheden op
rijksniveau ten aanzien van de politie, alsmede de opheffing van de
Raad voor het Korps landelijke politiediensten treedt in werking met
ingang van 15 september 2007, met uitzondering van de onderdelen
A, B, C, S, onder 2, en W, van artikel I, die in werking treden met
ingang van 1 januari
2008.
Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit
besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het
Staatsblad zal worden
geplaatst.
's-Gravenhage, 12
september
2007
Beatrix
De
Minister van
Justitie,
E.
M. H. Hirsch
Ballin
Uitgegeven de dertiende september 2007
De Minister van
Justitie,
E.
M. H. Hirsch
Ballin
NOTA VAN TOELICHTING
Artikel IV van de wet van 26 april 2007 tot
wijziging van de Politiewet 1993 in verband met het versterken van de
bevoegdheden op rijksniveau ten aanzien van de politie, alsmede de
opheffing van de Raad voor het Korps landelijke politiediensten (Stb.
2007, 180) voorziet in de mogelijkheid dat de artikelen van die wet in
werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat
voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan
worden vastgesteld. In het onderhavige besluit is van die mogelijkheid
gebruik gemaakt.
Met merendeel van de
artikelen treedt in werking met ingang van 15 september
2007.
De onderdelen A, B, C, S, onder 2, en W
van artikel I treden op een later tijdstip, namelijk met ingang van
1 januari 2008, in werking. Deze onderdelen hebben betrekking op
de benoeming van de korpsbeheerder of houden daarmee verband. De
looptijd van het Landelijk Kader Nederlandse Politie 2007 en de
onderliggende regionale convenanten zal eindigen op 31 december
2007. Met ingang van 1 januari 2008 zullen het landelijk kader
en de convenanten worden opgevolgd door de Gezamenlijke landelijke
prioriteiten politie 2008–2011, uitgewerkt in landelijke
doelstellingen per regio. Het ligt in de rede om de korpsbeheerders pas
te benoemen zodra de nieuwe systematiek met ingang van 1 januari
2008 feitelijk van kracht wordt en derhalve de betreffende bepalingen
eerst per die datum in werking te laten treden.
De Minister van
Justitie,
E.
M. H. Hirsch
Ballin