Besluit van 23 augustus 2007, houdende wijziging van enkele besluiten in verband met de invoering van single information en single audit voor specifieke uitkeringen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 14 juni 2007, nr. 2007-0000209273, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers voor Jeugd en Gezin, van Justitie, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, voor Wonen, Wijken en Integratie, en van Economische Zaken;

Gelet op artikel 22 van de Financiële-verhoudingswet, artikel 5, tweede lid, van de Brandweerwet 1985, artikel 39, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg, artikel 15.13, tweede lid, van de Wet milieubeheer, artikel 76g van de Wet bodembescherming, artikel 20 van de Wet stedelijke vernieuwing, artikel 81, tweede lid, van de Woningwet, artikel 50c van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

De Raad van State gehoord (advies van 4 juli 2007, nr. W04.07.0173/I);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 16 augustus 2007, nr. 2007-0000290288, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers voor Jeugd en Gezin, van Justitie, van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, voor Wonen, Wijken en Integratie, en van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 27 van het Besluit financiële verhouding 2001 wordt als volgt gewijzigd:

A

De aanhef van het eerste lid komt te luiden:

Gedeputeerde staten en het college van burgemeester en wethouders zenden de informatie ten behoeve van de verantwoording over de uitvoering van de regeling van een specifieke uitkering die zij moeten verstrekken aan Onze Minister wie het aangaat, aan Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in de vorm van

B

In het tweede lid wordt «verstrekken» vervangen door: verzenden.

ARTIKEL II

In artikel 5, vierde lid, onderdeel c, van het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten wordt «€ 1.00.000» vervangen door: € 100.000.

ARTIKEL III

In het Besluit doeluitkering bestrijding van rampen en zware ongevallen komen de artikelen 12 en 13 als volgt te luiden:

Artikel 12

Het bestuur van de regionale brandweer en het GHOR-bestuur zenden de verantwoordingsinformatie over de besteding van de bijdrage aan Onze Minister op de wijze en binnen de termijn, bedoeld in artikel 27, eerste lid, van het Besluit financiële verhouding 2001.

Artikel 13

  • 1. Indien de in artikel 12 bedoelde verantwoordingsinformatie niet tijdig is ingediend of niet in overeenstemming is met de regeling, bedoeld in artikel 58a van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten of met het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten, kan Onze Minister de betaling van de bijdrage voor een volgend jaar opschorten.

  • 2. Indien de accountant een afkeurende verklaring of een verklaring met beperking of oordeelsonthouding heeft gegeven, kan Onze Minister de bijdrage voor een volgend jaar verminderen.

ARTIKEL IV

Artikel 7 van het Tijdelijk besluit uitkeringen jeugdzorg komt te luiden:

Artikel 7

Gedeputeerde staten verstrekken ter verantwoording de informatie, bedoeld in artikel 32, tweede lid, onder a, van de wet, op de wijze, bedoeld in artikel 27 van het Besluit financiële verhouding 2001.

ARTIKEL V

In het Besluit milieusubsidies wordt na artikel 14 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 14a

Indien de subsidie-ontvanger een gemeente, provincie of een regionaal openbaar lichaam op grond van artikel 104 van de Wet gemeenschappelijke regelingen is, wordt in afwijking van artikel 14 de subsidievaststelling aangevraagd in het jaar na de voltooiing van de activiteit, door de verantwoordingsinformatie aan Onze Minister te verstrekken op de wijze, bedoeld in artikel 27 van het Besluit financiële verhouding 2001.

ARTIKEL VI

Artikel 7 van het Besluit financiële bepalingen bodemsanering wordt als volgt gewijzigd:

A

Het tweede en derde lid komen te luiden:

  • 2. Verantwoordingsinformatie over de besteding van het verleende budget wordt verstrekt op de wijze bedoeld in artikel 27 van het Besluit financiële verhouding 2001. In de bijlage bij de jaarrekening, bedoeld in artikel 58a, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, wordt na afloop van de budgetperiode een vergelijking opgenomen waarin de doelstellingen uit het in artikel 76c van de wet genoemde programma en de aan het budget verbonden verplichtingen worden vergeleken met de bereikte resultaten en de verschillen worden toegelicht.

  • 3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gegeven omtrent de aanvraag en de bij te voegen stukken.

B

Het vierde tot en met zevende lid vervallen.

ARTIKEL VII

Het Besluit impulsbudget stedelijke vernieuwing 2006 tot en met 2009 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 17 komt als volgt te luiden:

Artikel 17

  • 1. In het jaar na afloop van het gemeentelijk begrotingsjaar waarin de maatregelen zijn afgerond en het daarop bestrekking hebbende bedrag van de verleende subsidie in zijn geheel is besteed, verstrekt het college van burgemeester en wethouders verantwoordingsinformatie aan Onze Minister op de wijze, bedoeld artikel 27 van het Besluit financiële verhouding 2001.

  • 2. Het verstrekken van de verantwoordingsinformatie geldt als een aanvraag tot vaststelling van de verleende subsidie.

B

Artikel 18 vervalt.

C

In artikel 20, tweede lid, wordt voor «Onze Minister» ingevoegd: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in overeenstemming met.

D

De bijlagen II tot en met V vervallen.

ARTIKEL VIII

Het Besluit locatiegebonden subsidies 2005 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, vierde lid, vervalt: , alsmede het in bijlage 4, onder 3, tweede volzin, bij dit besluit, genoemde percentage,.

B

In artikel 7, eerste lid, wordt het zinsdeel «het eindrapport, bedoeld in artikel 16, eerste lid, en de accountantsverklaring , bedoeld in het derde lid van dat artikel» vervangen door: de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 16.

C

In artikel 13, eerste lid, wordt het zinsdeel «het eindrapport, bedoeld in artikel 16, eerste lid, en de accountantsverklaring, bedoeld in het derde lid van dat artikel» vervangen door: de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 16.

D

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt «het eindrapport» vervangen door «de verantwoordingsinformatie» en vervalt na «artikel 16»: , eerste lid,.

2. In het zesde lid wordt «na ontvangst van het aanvullend eindrapport, bedoeld in artikel 16, tweede lid, en de accountantsverklaring, bedoeld in het derde lid van dat artikel» vervangen door: na het verstrekken van de verantwoordingsinformatie bedoeld in artikel 16.

3. In het zevende lid wordt «blijkens het aanvullend eindrapport, bedoeld in artikel 16, tweede lid» vervangen door: blijkens de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 16.

E

De artikelen 16 en 17 komen te luiden:

Artikel 16

Een ontvanger verstrekt jaarlijks voor 15 juli verantwoordingsinformatie aan Onze Minister op de wijze, bedoeld in artikel 27 van het Besluit financiële verhouding 2001.

Artikel 17

  • 1. Indien de in artikel 16 bedoelde termijn voor indiening van de verantwoordingsinformatie is verstreken zonder dat de verantwoordingsinformatie door de ontvanger is verstrekt, kan Onze Minister, in afwijking van artikel 7, tweede lid, de verlening van de subsidie ten behoeve van het realiseren van eigenbouw intrekken of die subsidie lager vaststellen dan het bedrag bedoeld in dat artikellid.

  • 2. Indien de in artikel 16 bedoelde termijn voor indiening van de verantwoordingsinformatie is verstreken zonder dat de verantwoordingsinformatie door de ontvanger is verstrekt, kan Onze Minister, in afwijking van artikel 13, tweede lid, en artikel 14, zevende lid, de verlening van de subsidie ten behoeve van de toevoegingen aan de woningvoorraad intrekken of die subsidie ambtshalve vaststellen.

  • 3. Onze Minister gaat niet over tot intrekking, lagere vaststelling of ambtshalve vaststelling van een subsidie op voet van dit besluit, dan nadat de ontvanger in de gelegenheid is gesteld de verantwoordingsinformatie te verstrekken binnen een door Onze Minister te bepalen termijn.

F

De bijlagen 3, 4 en 5 vervallen.

ARTIKEL IX

In het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 wordt na artikel 38i een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 38ia

Indien de subsidie-ontvanger een gemeente, provincie of een regionaal openbaar lichaam op grond van artikel 104 van de Wet gemeenschappelijke regelingen is, wordt een subsidievaststelling aangevraagd in het jaar na de voltooiing van de activiteit, door de verantwoordingsinformatie aan Onze Minister te verstrekken, op de wijze, bedoeld in artikel 27 van het Besluit financiële verhouding 2001.

ARTIKEL X

Artikel 14 van het Besluit subsidies Topprojecten herstructurering bedrijventerreinen komt te luiden:

Artikel 14

De subsidie-ontvanger vraagt een subsidievaststelling aan door verantwoordingsinformatie aan Onze Minister te verstrekken, op de wijze, bedoeld in artikel 27 van het Besluit financiële verhouding 2001.

ARTIKEL XI

Artikel 27 van het Besluit financiële verhouding 2001, de artikelen 24, derde lid, aanhef en onderdeel c, en 58a van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, alsmede de artikelen 3a en 5, vierde lid, van het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten werken

a. ter zake van de in hoofdstuk 2 van het Besluit van 4 juli 2006, houdende wijziging van het Besluit financiële verhouding 2001 en enkele andere besluiten in verband met invoering van single-information en single-audit voor specifieke uitkeringen genoemde regelingen, ook ten aanzien van de jaarstukken en de controle op de jaarrekening over het begrotingsjaar 2007 en latere jaren, en

b. ter zake van de in dit besluit genoemde regelingen voor het eerst ten aanzien van de jaarstukken en de controle op de jaarrekening over het begrotingsjaar 2007.

ARTIKEL XII

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, met uitzondering van artikel VII, dat in werking treedt acht weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 23 augustus 2007

Beatrix

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

Uitgegeven de elfde september 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Achtergrond van dit besluit

Bij brief van 1 april 2005 is het kabinetsstandpunt over het rapport «Anders gestuurd, beter bestuurd: De specifieke uitkeringen doorgelicht» van de stuurgroep Brinkman naar de Staten-Generaal gezonden (Kamerstukken II 2004/05, 29 800 B, nr. 16). Het kabinet deelt het standpunt van de stuurgroep Brinkman dat het vertrouwen in decentrale overheden als uitgangspunt moet dienen voor de interbestuurlijke verhoudingen, alsmede de conclusie dat het Rijk bij de verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen overheden moet sturen op hoofdlijnen. Daartoe heeft het kabinet onder meer besloten dat met betrekking tot specifieke uitkeringen een systeem van verantwoording op hoofdlijnen wordt ingevoerd; het principe van single information en single audit (hierna ook: het sisa-principe). Het Rijk vraagt bij single information en single audit naar informatie die zo veel mogelijk aansluit bij de informatiebehoefte en verantwoordingsmomenten van de gemeenten en provincies zelf. Dat betekent dat het Rijk in principe voldoende heeft aan het jaarverslag en de jaarrekening van een gemeente, gemeenschappelijke regeling en provincie. Deze jaarstukken moeten ieder jaar volgend op het jaar waarover verantwoording wordt afgelegd, uiterlijk 15 juli aan het Rijk worden aangeleverd.

Gefaseerde invoering

Het sisa-principe voor specifieke uitkeringen wordt gefaseerd ingevoerd. Voor een aantal specifieke uitkeringen is het sisa-principe met ingang van het begrotingsjaar 2006 ingevoerd door middel van:

1. het Besluit van 4 juli 2006 houdende wijziging van het Besluit financiële verhouding 2001 en enkele andere besluiten in verband met invoering van single-information en single-audit voor specifieke uitkeringen (hierna: Besluit van 4 juli 2006; Stb. 2006, 328), en

2. een aantal ministeriële regelingen van verschillende departementen.

In de tweede fase, die zal aanvangen met de verantwoording over het begrotingsjaar 2007, zal voor zoveel mogelijk andere uitkeringen het sisa-principe worden ingevoerd. Dat gebeurt in de eerste plaats door middel van het voorliggende besluit Daaronder zijn ook enkele geldstromen waarvoor ook anderen dan overheden in aanmerking komen. In die gevallen wordt het sisa-principe daarop van toepassing verklaard voor zover provincies, gemeenten of zogenaamde plusregio’s de ontvangers daarvan zijn. Daarnaast zal een aantal ministeriële regelingen worden aangepast om het sisa-principe met ingang van het begrotingsjaar 2007 van toepassing te doen zijn op de daarin geregelde specifieke uitkeringen.

Er is een voorstel van wet in voorbereiding tot wijziging van de Financiële-verhoudingswet en enkele andere wetten in verband met het stellen van nadere regels over specifieke uitkeringen. Daarin wordt in de Financiële-verhoudingswet het uitgangspunt vastgelegd dat de verantwoording over de besteding van specifieke uitkeringen die blijven bestaan steeds geschiedt via de jaarrekening en het jaarverslag en de daarbij behorende verklaring en het verslag van de accountant. Door het principe van single information en single audit in de Financiële-verhoudingswet op te nemen zal het principe in de toekomst dus ook zijn vastgelegd voor specifieke uitkeringen die bij formele wet zijn geregeld. Voor zover nodig worden door middel van dat voorstel ook andere wetten op dit punt aangepast.

Voor alle nieuwe specifieke uitkeringen geldt dat met ingang van de datum van invoering voldaan moet worden aan het principe van single information single audit.

Inhoud van dit besluit

Het principe van single information en single audit is vastgelegd in artikel 27 van het Besluit financiële verhouding 2001. Daarin is vastgelegd welke verantwoordingsinformatie met betrekking tot de besteding van specifieke uitkeringen moet worden voorgelegd aan de rijksoverheid, wanneer en aan wie (de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is op basis van dat artikel gehouden de informatie door te zenden aan de ministers wie het aangaat. Daarbij gaat het concreet om de ministers die de bevoegdheid hebben te beslissen over de rechtmatigheid van de bestede uitkeringen, en de vaststelling daarvan.

Verder is van belang artikel 58a van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, waarin is bepaald dat bij de jaarrekening van de provincies en gemeenten een bijlage gevoegd moet worden met daarin de verantwoordingsinformatie over de besteding van specifieke uitkeringen. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelt een model vast voor die bijlage. Daarin staat voor welke specifieke uitkeringen dat geldt en welke indicatoren moeten worden gebruikt.

In het kader van de gefaseerde invoering van het sisa-principe is een en ander afgelopen zomer in werking getreden voor de specifieke uitkeringen die in het Besluit van 4 juli 2006 zijn gewijzigd. Dezelfde bepalingen gaan nu ook werken voor de in dit besluit opgenomen specifieke uitkeringsregelingen. Daarbij geldt voor zover nodig het verstrekken van de verantwoordingsinformatie als de aanvraag tot het vaststellen van de specifieke uitkering of subsidie.

Artikelsgewijs

Artikel I

De formulering van artikel 27 van het Besluit financiële verhouding 2001 wordt iets aangescherpt. De informatieverplichting heeft betrekking op de verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen. Tot dusverre was daar aan toegevoegd: in de vorm waarin die informatie is opgenomen in (de in artikel 27 genoemde documenten). De praktijk is echter dat de totale jaarstukken toegezonden moeten worden, omdat de verklaring en het verslag van de accountant daarop betrekking hebben. De tekst van het artikel is daarop aangepast. Verder is in het eerste lid «verstrekken» vervangen door «verzenden». De informatie moet worden verstrekt aan de Minister die verantwoordelijk is voor de betreffende specifieke uitkeringen, maar dat geschiedt door verzending daarvan naar de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, die zorgt voor doorzending naar de Minister wie het aangaat. Die verschillende rollen worden nu meer expliciet in de tekst van het artikel aangeduid.

Artikel IV

Ook voor de jeugdzorg gaat de sisa-systematiek van verantwoorden via de provinciale jaarrekening gelden. Dit betekent dat de provincie via indicatoren bij de jaarrekening verantwoording aflegt en dat de bij de provinciale jaarrekening te verstrekken accountantsverklaring ook over de in de bijlage opgenomen indicatoren gaat. Het specifieke controleprotocol tussen Rijk en provincies komt te vervallen. Daarvoor geldt het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten. Hiermee komen ook specifieke voorschriften en criteria over de accountantscontrole bij provincies te vervallen. Provincies blijven verplicht om het uitvoeringsprogramma in te dienen vóór 1 oktober.

Artikelen V en IX

Deze besluiten hebben betrekking op subsidies – zowel subsidies die bestemd zijn voor private (rechts)personen als subsidies voor openbare lichamen die krachtens het publiek recht zijn ingesteld. Voor de verantwoording van subsidies die ontvangen worden door gemeenten, provincies en regionale openbare lichamen op grond van artikel 104 van de Wet gemeenschappelijke regelingen wordt daarom middels dit nieuw in te voegen artikel een uitzondering gemaakt, zodat zij volgens het sisa-systeem verantwoording geven over de door hen ontvangen subsidies.

Artikel VI

In artikel 76g, tweede lid, van de Wet bodembescherming wordt bepaald dat er informatie in de vorm van een verantwoordingsverslag gevoegd moet worden bij de aanvraag tot vaststelling van het budget, bedoeld in artikel 76 van de Wet bodembescherming,ter financiering van het onderzoek van onderzoeksgevallen, het saneringsonderzoek en de sanering van gevallen van ernstige verontreiniging. In dat verantwoordingsverslag moet een vergelijking worden gemaakt tussen enerzijds het programma dat was gevoegd bij de aanvraag tot verlening, en de aan het budget verbonden verplichtingen, en anderzijds de bereikte resultaten en de verschillen. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld.

De voorliggende wijziging van het Besluit financiële bepalingen bodemsanering legt vast dat dit volgens het sisa-principe moet gebeuren. De bedoelde informatie maakt daarmee deel uit van de bijlage bij de jaarrekening, bedoeld in artikel 58a van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, in de vorm van een aantal van de daar bedoelde indicatoren.

Artikel VII

Ook voor de verantwoording over de besteding van subsidies op grond van het Besluit impulsbudget stedelijke vernieuwing 2006 tot en met 2009 gaat het principe van single information en single audit gelden. De aanvraag moest tot dusverre geschieden binnen zeven maanden na afloop van het jaar waarin de maatregelen zijn afgerond en dat wordt nu, op grond van artikel 27 van het Besluit Financiële verhouding 2001, voor 15 juli van het desbetreffende jaar. Welke informatie over de besteding van de subsidie bij die gelegenheid moet worden overgelegd zal worden vastgelegd in de ministeriële regeling op grond van artikel 58a van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

Een aparte accountantsverklaring en verslag van bevindingen waarover werd gesproken in het tweede lid, onderdeel c van het Besluit zoals dat tot dusverre luidde, is dan niet meer nodig. Daarin voorziet de reguliere accountantscontrole bij de gemeente, waarvan de bevindingen conform artikel 27 van het FV-besluit ook moeten worden overgelegd. Daarover zijn regels gesteld in de artikelen 3a en 5, vierde lid, van het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten.

Artikel VIII

Met het sisa-principe wordt de verantwoordingsinformatie over bijdragen die zijn ontvangen op grond van het Besluit locatiegebonden subsidies jaarlijks in de jaarrekening en de bijlage bij de jaarrekening meegenomen. De begrippen «eindrapport» en «aanvullend eindrapport» zijn daarom vervangen door: verantwoordingsinformatie. Een onderscheid tussen het eindrapport en aanvullend eindrapport is hierdoor overbodig geworden.

Gehandhaafd blijft het uitgangspunt dat de ontvangers, de provincies en de rechtstreekse regio’s, verantwoordelijk zijn voor het toezenden van de verantwoordingsinformatie, voor 15 juli 2010, ook met betrekking tot de niet-rechtstreekse regio’s en de gemeenten. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor het tijdig verzamelen van die informatie.

Artikelen XI en XII

In het kader van de gefaseerde invoering van het sisa-principe is hoofdstuk 1 van het Besluit van 4 juli 2006, houdende wijziging van het Besluit financiële verhouding 2001 en enkele andere besluiten in verband met invoering van single-information en single-audit in eerste instantie voor de in hoofdstuk 2 van dat besluit opgenomen specifieke uitkeringen alleen van toepassing verklaard ter zake van de jaarstukken over het begrotingsjaar 2006 (hoofdstuk 3, enig artikel, derde lid). Die werking wordt nu verlengd. Dezelfde bepalingen gaan met ingang van het begrotingsjaar 2007 nu ook gelden voor de regelingen die zijn gewijzigd door het thans voorliggende besluit.

Het besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het is geplaatst, met uitzondering van de wijziging, in artikel VII, van het Besluit impulsbudget stedelijke vernieuwing 2006 tot en met 2009. Dat treedt in werking acht weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit is geplaatst. Dat is het gevolg van het bepaalde in artikel 26, eerste lid, van de Wet stedelijke vernieuwing waarin dat is geregeld. Op grond van diezelfde bepaling zal de Staten-Generaal onverwijld op de hoogte worden gesteld van plaatsing van dit besluit in het Staatsblad.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven