Besluit van 14 december 2006, houdende de vaststelling van het tijdstip van
inwerkingtreding van de wet van 6 september 2006, houdende
wijziging van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen in verband
met onder andere het Protocol van 1997 tot wijziging van het Verdrag
ter voorkoming van verontreiniging door schepen (Trb. 1999, 169)
en richtlijn nr. 2005/33/EG van het Europees Parlement en de
Raad van de Europese Unie van 6 juli 2005 tot wijziging van
Richtlijn 1999/32/EG wat het zwavelgehalte van scheepsbrandstoffen
betreft (PbEU L 191) (Stb. 446) en het tijdstip van de
gedeeltelijke inwerkingtreding van het Besluit voorkoming
verontreiniging door schepen
Wij
Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de
voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van
12 december 2006, nr. HDJZ/SCH/2006-1901, Hoofddirectie
Juridische Zaken;
Gelet op
artikel III van de wet van
6 september 2006, houdende wijziging van de Wet voorkoming
verontreiniging door schepen in verband met onder andere het Protocol
van 1997 tot wijziging van het Verdrag ter voorkoming van
verontreiniging door schepen (Trb. 1999, 169) en richtlijn nr.
2005/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie
van 6 juli 2005 tot wijziging van Richtlijn 1999/32/EG wat het
zwavelgehalte van scheepsbrandstoffen betreft (PbEU L 191)
(Stb. 446) en artikel 46
van het Besluit voorkoming verontreiniging door
schepen;
Hebben goedgevonden en
verstaan:
Enig Artikel
De
wet van 6 september 2006, houdende wijziging van de Wet
voorkoming verontreiniging door schepen in verband met onder andere het
Protocol van 1997 tot wijziging van het Verdrag ter voorkoming van
verontreiniging door schepen (Trb. 1999, 169) en richtlijn nr.
2005/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie
van 6 juli 2005 tot wijziging van Richtlijn 1999/32/EG wat het
zwavelgehalte van scheepsbrandstoffen betreft (PbEU L 191)
(Stb. 446) en het Besluit voorkoming verontreiniging door
schepen treden in werking met ingang van 1 januari 2007 met
uitzondering van de artikelen 1, onderdelen g en p, 5, vijfde en zesde
lid, 12, vierde en vijfde lid, 16, eerste lid, onderdeel d, en tweede
lid, 31, 34 in samenhang met Bijlage VI van het Verdrag, 35, derde lid,
36, zesde lid, 43, derde lid, en 44 van het besluit die in werking
treden met ingang van 2 januari 2007, en met uitzondering van de
artikelen 1 onderdeel k, 3, 7, 13, 17, 23, tweede lid, en 43, vierde
lid, van het
besluit.
Onze Minister van Verkeer en Waterstaat is belast met de uitvoering
van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden
geplaatst.
’s-Gravenhage, 14
december
2006
Beatrix
De
Minister van Verkeer en
Waterstaat,
K. M.
H. Peijs
Uitgegeven de eenentwintigste december 2006
De Minister van
Justitie,
E.
M. H. Hirsch
Ballin
NOTA VAN TOELICHTING
In verband met de inwerkingtreding met ingang van
1 januari 2007, zowel internationaal als voor Nederland, van de
herziene Bijlagen I en II van het MARPOL-verdrag en de aanpassing van
de IBC-Code in verband met die herziene Bijlage II, zullen de wijziging
van de wet van 6 september 2006, houdende wijziging van de Wet
voorkoming verontreiniging door schepen, en het grootste gedeelte van
het Besluit voorkoming verontreiniging door schepen (Bvvs) met ingang
van diezelfde datum in werking treden.
De
artikelen van het Bvvs die dienen ter implementatie van het protocol
van 1997, waarmee de nieuwe Bijlage VI over de voorkoming van
luchtverontreiniging door schepen aan het MARPOL-verdrag is toegevoegd,
treden in werking met ingang van 2 januari 2007, de datum waarop
Bijlage VI voor Nederland in werking treedt.
De artikelen van het Bvvs die dienen ter implementatie van het
AFS-verdag zullen pas in werking treden indien de Staten-Generaal
goedkeuring aan het verdrag zullen hebben verleend en wanneer het
verdrag internationaal en voor Nederland in werking zal
treden.
De Minister
van Verkeer en
Waterstaat,
K. M.
H. Peijs