Besluit van 28 september 2006 tot wijziging van enige algemene maatregelen van bestuur in verband met de inwerkingtreding van de Wet wijziging WW-stelsel en in verband met enige technische verbeteringen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 juli 2006, nr. SV/WV/2006/54288;

Gelet op de artikelen 3, derde en vierde lid, 16, vijfde lid, 17a, derde lid, 19, zevende lid, 42a, zevende lid, 45, tweede lid, en 130 van de Werkloosheidswet, en 15, tweede lid, van de Ziektewet;

De Raad van State gehoord (advies van 10 augustus 2006, No. W 12.06.0287/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 september 2006, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/WV/2006/69298;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I. BESLUIT DAGLOONREGELS WERKNEMERSVERZEKERINGEN

Het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «de die dienstbetrekking» vervangen door: die dienstbetrekking.

2. In het tweede lid wordt «de op grond van» vervangen door «het op grond van» en wordt «vakantiebijslag» vervangen door «de vakantiebijslag».

B

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede en derde lid vervallen onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot het tweede en derde lid.

2. Het tweede lid (nieuw) komt te luiden:

  • 2. Indien de uitkering op grond van de WW in verband met niet volledig arbeidsurenverlies is vastgesteld, wordt het ZW-dagloon, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op 100/70 van het bedrag van de WW-uitkering per dag over de vier weken voorafgaande aan de dag van het ontstaan van de arbeidsongeschiktheid.

3. In het derde lid (nieuw) wordt «bedoeld in het eerste tot en met vierde lid» vervangen door: bedoeld in het eerste of tweede lid.

4. Het derde lid (nieuw) vervalt.

C

Aan artikel 24 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Artikel 12 zoals dat luidde op de dag voor inwerkingtreding van artikel I, onderdeel B, onder 1, 2, 3 of 4, van het besluit van 28 september 2006 tot wijziging van enige algemene maatregelen van bestuur in verband met de inwerkingtreding van de Wet wijziging WW-stelsel en in verband met enige technische verbeteringen (Stb. 435) blijft van toepassing met betrekking tot een recht op uitkering waarvan de eerste werkloosheidsdag is gelegen voor de dag van inwerkingtreding van het desbetreffende subonderdeel alsmede op een recht op vervolguitkering dat is ontstaan op grond van artikel 130h, eerste lid, aanhef en onderdelen b en c, van de WW.

ARTIKEL II. BESLUIT EXPERIMENTEN STAGEPLAATSEN VOOR JONGEREN IN DE WW

Het Besluit experimenten stageplaatsen voor jongeren in de WW wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a vervalt, onder vernummering van de onderdelen b tot en met e tot a tot en met d.

2. In onderdeel c (nieuw) wordt «de Werkloosheidswet» vervangen door: de WW.

B

In artikel 3, eerste lid, onderdeel b, wordt «hoofdstuk IIa of IIb van de WW» vervangen door: hoofdstuk II van de WW.

C

In artikel 7 wordt «de Centrale organisatie Werk en Inkomen» vervangen door: de CWI.

ARTIKEL III. BESLUIT EXTRAMURALE VRIJHEIDSBENEMING EN SOCIALE ZEKERHEID

In artikel 1 van het Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid wordt «19, achtste lid, van de Werkloosheidswet» vervangen door: 19, zevende lid, van de Werkloosheidswet.

ARTIKEL IV. BESLUIT LOONDAGEN WERKLOOSHEIDSWET EN WET WERK EN INKOMEN NAAR ARBEIDSVERMOGEN

Het Besluit loondagen Werkloosheidswet en Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «artikel 17, aanhef en onderdeel b, onder 1°, van de Werkloosheidswet» vervangen door: artikel 42, tweede lid, onderdeel a, van de Werkloosheidswet.

2. In het tweede lid wordt «hoofdstuk IIa of IIb van de Werkloosheidswet» vervangen door: hoofdstuk II van de Werkloosheidswet.

B

In de artikelen 2, 3, eerste lid, en 3a wordt «artikel 17, onderdeel b, onder 1°, van de Werkloosheidswet» vervangen door: artikel 42, tweede lid, onderdeel a, van de Werkloosheidswet.

ARTIKEL V. BESLUIT NADERE REGELING VERLIES VAN ARBEIDSUREN

Het Besluit nadere regeling verlies van arbeidsuren wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen» vervangen door: Het UWV.

2. In het derde lid wordt «hoofdstuk IIa» vervangen door: hoofdstuk II of IIa.

3. Het derde lid vervalt.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid wordt «het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen» vervangen door: het UWV.

2. Het derde lid vervalt, onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.

C

Artikel 5a vervalt.

ARTIKEL VI. BESLUIT PASSENDE ARBEID SCHOOLVERLATERS EN ACADEMICI

In artikel 1 van het Besluit passende arbeid schoolverlaters en academici wordt «artikel 17, aanhef en onderdeel a, van de Werkloosheidswet» vervangen door: artikel 17 van de Werkloosheidswet.

ARTIKEL VII. BESLUIT UITBREIDING EN BEPERKING KRING VERZEKERDEN WERKNEMERSVERZEKERINGEN 1990

In artikel 15 van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden werknemersverzekeringen 1990 wordt «Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen» vervangen door: Het UWV.

ARTIKEL VIII. BESLUIT VERLAAGDE WEKENEIS WW EN WET WIA

In artikel 1, eerste lid, van het Besluit verlaagde wekeneis WW en Wet WIA wordt «17, onderdeel a,» vervangen door: 17.

ARTIKEL IX. INWERKINGTREDING

De artikelen van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen en onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 28 september 2006

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Uitgegeven de negenentwintigste september 2006

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

In verband met de inwerkingtreding van de Wet wijziging WW-stelsel is het noodzakelijk een aantal algemene maatregelen van bestuur aan te passen. Het betreft louter technische aanpassingen van:

– het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen,

– het Besluit experimenten stageplaatsen voor jongeren in de WW,

– het Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid,

– het Besluit loondagen Werkloosheidswet en Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen,

– het Besluit nadere regeling verlies van arbeidsuren,

– het Besluit passende arbeid schoolverlaters en academici,

– het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden werknemersverzekeringen 1990, en

– het Besluit verlaagde wekeneis WW en Wet WIA.

Artikelsgewijs

Artikel I. Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen

Onderdeel A

Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om enige zuiver redactionele wijzigingen aan te brengen in artikel 9 van het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen.

Onderdeel B, onder 1, 2 en 3

De Wet wijziging WW-stelsel schaft de kortdurende uitkering af met ingang van 1 oktober 2006. Hiermee is ook artikel 35c van de WW vervallen. Artikel 12, tweede en derde lid, van het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen kan daarom eveneens vervallen. Het oude vijfde lid (en nieuwe derde lid) van artikel 12 is in verband hiermee aangepast.

Artikel 20 van de WW is met de Wet wijziging WW-stelsel zo aangepast dat er een uniforme systematiek van beëindiging van de uitkering bij werkhervatting ontstaat waarbij in alle gevallen de uitkering wordt beëindigd met het aantal uren dat de werknemer arbeid verricht. Hierdoor is het voormalige artikel 35 van de WW, dat een aparte regeling trof voor werkhervatting gedurende minder dan vijf en minder dan de helft van de arbeidsuren, vervallen. Het voormalige vierde lid (het nieuwe tweede lid) van artikel 12 is in verband hiermee aangepast. De inwerkingtredingsdatum van deze wijziging is eveneens 1 oktober 2006.

Onderdeel B, onder 4

Een aantal bepalingen met betrekking tot vakantiebonnen en daarmee overeenkomende aanspraken zijn vervallen vanaf 1 januari 2007 omdat vakantiebonnen niet langer als deel van de uitkering worden verstrekt. Het nieuwe derde lid van artikel 12 van het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen kan daarom met ingang van die datum eveneens vervallen.

Onderdeel C

Artikel I, onderdeel C, voegt een lid toe aan artikel 24 van het Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen, waarmee eerbiedigende werking wordt verleend met betrekking tot de wijzigingen op grond van artikel I, onderdeel B, van dit besluit. Op grond van artikel 24, vierde lid, van het Besluit dagloonregels blijft artikel 12 zoals dat luidde op de dag voor inwerkingtreding van artikel I, onderdeel B, onder 1, 2, 3 of 4, van dit besluit van toepassing met betrekking tot een recht op uitkering waarvan de eerste werkloosheidsdag is gelegen voor de dag van inwerkingtreding van het desbetreffende subonderdeel alsmede op een recht op vervolguitkering dat is ontstaan op grond van artikel 130h, eerste lid, aanhef en onderdelen b en c, van de WW. Dit betekent dus dat voor ieder afzonderlijk onderdeel van artikel I, onderdeel B, dit overgangsrecht geldt. De eerbiedigende werking heeft dus betrekking op de tekst van artikel 12 zoals die luidde voor respectievelijk 1 oktober 2006 (onderdelen 1, 2 en 3), en 1 januari 2007 (onderdeel 4). Met betrekking tot het overgangsrecht bij artikel 12, vierde lid, betekent dit uiteraard ook dat artikel 35 van de WW van toepassing is zoals dat luidde tot 1 oktober 2006 en niet artikel 35 zoals dat met ingang van 1 oktober 2006 is komen te luiden.

Artikel II. Besluit experimenten stageplaatsen voor jongeren in de WW

Onderdelen A en C

Aangezien in artikel 1 van de WW voor de WW zelf en eveneens voor de daarop berustende bepalingen de afkortingen zijn opgenomen voor het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) en de Centrale organisatie werk en inkomen (CWI) kan artikel 1, onderdeel a, van het Besluit experimenten stageplaatsen voor jongeren in de WW, vervallen en kan in artikel 7 van dat besluit de afkorting CWI worden gebruikt.

Onderdeel B

Dit betreft een technische wijziging in verband met het op grond van de Wet wijziging WW-stelsel vervallen van de kortdurende WW-uitkering (hoofdstuk IIB van de WW) en het in verband hiermee wijzigen van hoofdstuk IIA in hoofdstuk II. Overgangsrecht met betrekking tot deze wijziging is niet noodzakelijk vanwege het overgangsrecht dat is opgenomen in de Wet wijziging WW-stelsel in verband met de wijziging van artikel 130 van de WW (en de daarop berustende bepalingen), het artikel waarop het Besluit experimenten stageplaatsen voor jongeren in de WW berust.

Artikel III. Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid

Met de inwerkingtreding op 1 januari 2006 van artikel XII, onderdeel B, van de Verzamelwet sociale verzekeringen 2006 is artikel 19, zesde lid, van de WW vervallen en zijn het zevende en achtste lid van dat artikel vernummerd tot zesde en zevende lid. In artikel 1 van het Besluit extramurale vrijheidsbeneming en sociale zekerheid wordt nu nog verwezen naar artikel 19, achtste lid, in plaats van naar het zevende lid. De onderhavige wijziging ziet erop deze omissie te herstellen.

Artikel IV. Het Besluit loondagen Werkloosheidswet en Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

Onderdelen A en B

Met de inwerkingtreding van de Wet wijziging WW-stelsel heeft de zogenaamde «vier-uit-vijf-eis» (de werknemer moet aantonen dat hij in de periode van vijf kalenderjaren onmiddellijk voorafgaande aan het jaar waarin zijn eerste werkloosheidsdag is gelegen, in ten minste vier kalenderjaren over 52 of meer dagen per jaar loon heeft ontvangen) een andere rol gekregen (het is niet langer ontstaansvoorwaarde voor het recht op een loongerelateerde WW-uitkering, maar wel bepalend voor het vaststellen van de duur hiervan) en is hiermee verschoven van artikel 17, eerste lid, onderdeel b, onder 1, naar artikel 42, tweede lid, onderdeel a. De verwijzing naar de «vier-uit-vijf eis» in het Besluit loondagen Werkloosheidswet en Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen dient dan ook te worden aangepast in een verwijzing naar artikel 42, tweede lid, onderdeel a, van de WW. Dit betreft een wijziging van artikel 1, eerste lid, 2, 3, eerste lid, en 3a van het Besluit loondagen Werkloosheidswet en Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.

Artikel V. Besluit nadere regeling verlies van arbeidsuren

Onderdeel A, onder 2 en 3

Aangezien vanaf 1 oktober 2006 zich met betrekking tot een kortdurende uitkering niet alleen samenloop kan voordoen met een uitkering op grond van hoofdstuk IIa, maar eveneens met betrekking tot een uitkering op grond van hoofdstuk II, wordt in artikel 3, derde lid, van het Besluit nadere regeling verlies van arbeidsuren eveneens een verwijzing naar hoofdstuk II opgenomen. Deze wijziging dient per 1 oktober 2006 in werking te treden. Gedurende enige tijd kunnen er nog kortdurende uitkeringen blijven bestaan (mede als gevolg van een herleving hiervan). Vanaf 1 oktober 2006 zullen er evenwel geen rechten meer ontstaan op een uitkering op grond van hoofdstuk IIb. Vervolgens zou voor de toepasselijkheid van artikel 3, derde lid, van het Besluit nadere regeling verlies van arbeidsuren een herhaald arbeidsurenverlies zich moeten voordoen binnen 26 weken. Die situatie kan zich op 1 april 2007 in ieder geval niet meer voordoen. Artikel 3, derde lid, van het Besluit nadere regeling verlies van arbeidsuren kan vanaf die datum dan ook vervallen.

Onderdeel B, onder 2

De verwijzing in artikel 4, derde lid, heeft betrekking op de wekeneis zoals opgenomen in artikel 17. Om die reden hoeft dat lid in beginsel niet gewijzigd te worden (uit artikel 17 is immers alleen de zogenaamde 4-uit-5-eis geschrapt). Gedurende enige tijd kunnen er nog kortdurende uitkeringen blijven bestaan (mede als gevolg van een herleving hiervan). Vanaf 1 oktober 2006 zullen er evenwel geen rechten meer ontstaan op een uitkering op grond van hoofdstuk IIb. Vervolgens zou voor de toepasselijkheid van artikel 4, derde lid, van het Besluit nadere regeling verlies van arbeidsuren een herhaald arbeidsurenverlies zich moeten voordoen binnen 26 weken. Die situatie kan zich op 1 april 2007 in ieder geval niet meer voordoen. Artikel 4, derde lid, van het Besluit nadere regeling verlies van arbeidsuren kan vanaf die datum dan ook vervallen.

Onderdelen A, onder 1, en B, onder 1

Aangezien in artikel 1 van de WW voor de WW zelf en eveneens voor de daarop berustende bepalingen de afkorting is opgenomen voor het UWV, kan in artikel 3, eerste lid, en het oude vierde lid van artikel 4 (het nieuwe derde lid) van het Besluit nadere regeling verlies van arbeidsuren die afkorting worden gebruikt. Deze wijziging kan zo spoedig mogelijk na publicatie in werking treden, aangezien de inwerkingtreding van de desbetreffende wijziging in de WW reeds op 30 juni 2006 heeft plaatsgevonden.

Onderdeel C

Aangezien artikel 7 van de WW is vervallen met ingang van 1 januari 2007, kan artikel 5a van het Besluit nadere regeling verlies van arbeidsuren eveneens vervallen met ingang van die datum.

Artikel VI. Besluit passende arbeid schoolverlaters en academici

In artikel 1 van het Besluit passende arbeid schoolverlaters en academici wordt verwezen naar de voorwaarde, bedoeld in artikel 17, aanhef en onderdeel a, van de WW. Met de inwerkingtreding van de Wet wijziging WW-stelsel vervalt de onderverdeling van artikel 17 in onderdelen. De zogenaamde «vier-uit-vijf-eis» (neergelegd in onderdeel b van artikel 17) is immers niet langer ontstaansvoorwaarde voor het recht op een loongerelateerde uitkering, maar uitsluitend bepalend voor het vaststellen van de duur hiervan. Artikel 1 van het besluit wordt hieraan technisch aangepast. Vereiste blijft daarmee dat de werknemer in de 36 weken onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van werkloosheid in ten minste 26 weken als werknemer arbeid heeft verricht. De beoogde inwerkingtredingsdatum van deze wijziging is 1 oktober 2006.

Artikel VII. Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden werknemersverzekeringen 1990

Aangezien in artikel 1 van de WW voor de WW zelf en eveneens voor de daarop berustende bepalingen de afkorting is opgenomen voor het UWV wordt artikel 15 van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden werknemersverzekeringen 1990 in verband hiermee technisch aangepast.

Artikel VIII. Besluit verlaagde wekeneis WW en Wet WIA

Met de inwerkingtreding van de Wet wijziging WW-stelsel heeft de zogenaamde «vier-uit-vijf-eis» (de werknemer moet aantonen dat hij in de periode van vijf kalenderjaren onmiddellijk voorafgaande aan het jaar waarin zijn eerste werkloosheidsdag is gelegen, in ten minste vier kalenderjaren over 52 of meer dagen per jaar loon heeft ontvangen) een andere rol gekregen (het is niet langer ontstaansvoorwaarde, maar wel bepalend voor het vaststellen van de duur van de uitkering) en is hiermee verschoven van artikel 17, eerste lid, onderdeel b, onder 1, naar artikel 42, tweede lid, onderdeel a. De onderverdeling van artikel 17 in onderdelen is hiermee vervallen. Artikel 1, eerste lid, van het Besluit verlaagde wekeneis WW en Wet WIA wordt in verband hiermee technisch aangepast. Overgangsrecht is niet nodig met betrekking tot deze wijziging ten gevolge van het overgangsrecht dat is opgenomen in de Wet wijziging WW-stelsel in verband met de wijziging van artikel 17 van de WW.

Artikel IX. Inwerkingtreding

Aangezien de wijzigingen op grond van de Wet wijziging WW-stelsel, die aanleiding zijn voor het onderhavige wijzigingsbesluit, op verschillende data in werking zullen treden en daarnaast van de gelegenheid gebruik is gemaakt om enige andere technische wijzigingen aan te brengen in besluiten die betrekking hebben op de WW, is het wenselijk dat de artikelen van dit besluit in werking kunnen treden op verschillende tijdstippen. Het onderhavige artikel voorziet hierin.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven