Besluit van 2 september 2005, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerktreding van de wet van 13 juli 2002 tot wijziging van de Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen (voorwaardelijke machtiging en observatiemachtiging) (Stb. 431)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 augustus 2005, kenmerk CZ/GGZ-2611038, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Justitie;

Gelet op artikel VIII van de wet van 13 juli 2002 tot wijziging van de Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen (voorwaardelijke machtiging en observatiemachtiging) (Stb. 431);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig Artikel

Artikel I, onderdelen D, met betrekking tot § 1b, F, I en de artikelen VI en VII van de wet van 13 juli 2002 tot wijziging van de Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen (voorwaardelijke machtiging en observatiemachtiging) (Stb. 431) treden in werking met ingang van 1 januari 2006.

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 2 september 2005

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

Uitgegeven de achttiende oktober 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

Op grond van artikel III van de wet van 3 februari 2005 tot wijziging van de Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen in verband met het verbeteren van enkele onvolkomenheden in de regels over de voorwaardelijke machtiging en de observatiemachtiging (Stb. 95) treedt die wet tegelijkertijd in werking met de wet van 13 juli 2002 tot wijziging van de Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen (voorwaardelijke machtiging en observatiemachtiging) (Stb. 431).

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

Naar boven