Wet van 23 december 2004, houdende wijziging van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen in verband met wijziging van de taken en de werkwijze van de Raad voor werk en inkomen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de taken en de werkwijze van de Raad voor werk en inkomen te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN DE WET STRUCTUUR UITVOERINGSORGANISATIE WERK EN INKOMEN

De Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De Raad voor werk en inkomen heeft tot taak overleg te voeren met Onze Minister over voorstellen van deze Raad betreffende:

    a. het beleid met betrekking tot werk en inkomen;

    b. het arbeidsmarktbeleid;

    c. de bevordering van de kwaliteit en de transparantie van de reïntegratiemarkt.

2. Het tweede en vijfde lid vervallen, onder vernummering van het derde en vierde lid tot tweede en derde lid.

3. In het tot tweede lid vernummerde lid wordt «met de in het tweede lid bedoelde personen of vertegenwoordigers over de onderwerpen, genoemd in het eerste lid» vervangen door: over de in het eerste lid genoemde onderwerpen met personen of vertegenwoordigers van personen die als cliënt betrokken zijn bij uitvoering van die onderwerpen.

4. In het tot derde lid vernummerde lid komt «en derde» te vervallen.

B

Artikel 20 vervalt.

Ba

In artikel 77, derde lid, wordt na «het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen» ingevoegd: , de Raad voor werk en inkomen.

C

Na artikel 83c wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 83d. Overgangsrecht artikel 20

  • 1. Beschikkingen die de Raad voor werk en inkomen namens Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft genomen op grond van een regeling gebaseerd op artikel 20, zoals dat artikel luidde voor de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel B, van de Wet van 23 december 2004, houdende wijziging van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen in verband met wijziging van de taken en de werkwijze van de Raad voor werk en inkomen, blijven van kracht.

  • 2. Met betrekking tot de uitvoering van een regeling op grond van artikel 20, zoals dat artikel luidde voor de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel B, van de Wet van 23 december 2004, houdende wijziging van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen in verband met wijziging van de taken en de werkwijze van de Raad voor werk en inkomen, blijft het recht zoals dat voor die datum gold van toepassing.

  • 3. Met betrekking tot bezwaarschriften en bestuursrechtelijke gedingen inzake beschikkingen als bedoeld in het eerste lid dan wel gebaseerd op het tweede lid, blijft het recht zoals dat gold voor de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel B, van de Wet van 23 december 2004, houdende wijziging van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen in verband met wijziging van de taken en de werkwijze van de Raad voor werk en inkomen, van toepassing.

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. In dat besluit wordt zo nodig toepassing gegeven aan artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

's-Gravenhage, 23 december 2004

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H. A. L. van Hoof

Uitgegeven de twintigste januari 2005

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Kamerstuk 29 727

Naar boven