Besluit van 22 mei 2003 tot wijziging van het Besluit rijksexamen brandweeropleidingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 9 april 2003, no. EB2003/62376;

Gelet op artikel 15 van de Brandweerwet 1985;

De Raad van State gehoord (advies van 8 mei 2003, no. W04.03.0145/I);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van 13 mei 2003, no. EB2003/66273;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Artikel 1 van het Besluit rijksexamen brandweeropleidingen1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef komt de zinsnede «, eerste lid, » te vervallen.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van sub b, onderdeel 4, door een puntkomma, worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

5. veiligheidsmanager;

6. duikploegleider.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 september 2003.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 22 mei 2003

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

Uitgegeven de tiende juni 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

NOTA VAN TOELICHTING

In het Besluit rijksexamen brandweeropleidingen worden de brandweeropleidingen aangewezen die met een rijksdiploma worden afgesloten. In artikel 15 van de Brandweerwet 1985 staat dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor deze opleidingen een examenreglement vaststelt. Het onderhavige besluit heeft tot doel de opleiding tot veiligheidsmanager en de nog te ontwikkelen opleiding tot duikploegleider aan te wijzen als aanvullende opleiding, die met een rijksexamen wordt afgesloten.

In de oorspronkelijke toelichting op het besluit werd als reden om brandweeropleidingen in het Besluit rijksexamen brandweeropleidingen op te nemen genoemd dat bepaalde functies, met name leidinggevende functies en functies waarbij de veiligheid van de functionaris een rol speelt, meer bepalend worden geacht voor de kwaliteit van het functioneren van de organisatie dan andere functies. Deze reden is ook van toepassing op deze aanvullende opleidingen, in die zin dat bij de opleiding veiligheidsmanager het leidinggevend aspect een rol heeft gespeeld en bij de opleiding duikploegleider de veiligheidssituatie van de functionaris.

Veiligheidsmanager

In het Kabinetsstandpunt Enschede is aangegeven dat het kabinet aansluit bij de aanbeveling van de commissie Oosting om de brandweerkorpsen volgens vaste praktijk te betrekken bij gemeentelijke processen van vergunningverlening, opdat de brandweer adequater preventieve en preparatieve voorzieningen kan treffen. Deze aanbevelingen zijn opgenomen in actiepunt 34: Stimuleren van de uitbreiding van de capaciteit en deskundigheid bij de regionale brandweren op het gebied van pro-actie en preventie, onder andere ten behoeve van advisering bij vergunningverlening. Hiertoe is in 2001 het Project Versterking Pro-actie en Preventie (PVPP) van start gegaan.

Eén van de doelstellingen van het project is het totaal aantal beschikbare personen voor hoogwaardige pro-actie- en preventie-functies uit te breiden. Daarnaast richt het project zich op de verdieping en uniformering van kennis bij functionarissen op het gebied van pro-actie en preventie. Hiertoe heeft BZK het Nederlands instituut voor brandweer en rampenbestrijding (Nibra) de opdracht gegeven de opleiding tot veiligheidsmanager te ontwikkelen. Deze opleiding richt zich op een drietal functies binnen de regionale brandweer: de regionaal veiligheidsmanager, de district veiligheidsmanager en de veiligheidsconsultant. De opleiding is in maart 2003 van start gegaan. Door het opnemen van de opleiding tot Veiligheidsmanager in het Besluit rijksexamen brandweeropleidingen wordt gegarandeerd dat functionarissen die deze opleiding met succes hebben gevolgd in het bezit komen van het rijksdiploma.

Duikploegleider brandweer

Met ingang van 1 januari 2003 is het Arbeidsomstandighedenbesluit ten aanzien van het werken onder overdruk, waaronder ook brandweerduiken wordt begrepen, gewijzigd. De wijzigingen zijn erop gericht om het beschermingsniveau van de duiker te verbeteren. Het Arbeidsomstandighedenbesluit (Staatsblad 2002, 652) stelt dat de duikploegleider in het bezit dient te zijn van een certificaat duikploegleider (artikel 6.16, derde lid).

Voor de brandweerduiker bestaat reeds een rijksdiploma dat de minister van BZK afgeeft. Ter uitvoering van het gewijzigde Arbeidsomstandighedenbesluit zal ook voor de brandweer duikploegleider een rijksdiploma worden afgegeven. Afgezien van de bepalingen in het Arbeidsomstandighedenbesluit is het een functie met grote verantwoordelijkheden, waarbij de veiligheid van de werknemer in het geding is.

Het rijksdiploma duikploegleider is een nieuw diploma, waarvoor een examenreglement vastgesteld moet worden. Omdat dit examen nog niet bestaat is in artikel 9.2d Arbo-regeling een overgangstermijn van twee jaar voorzien, welke eindigt op 1 januari 2005. Tijdens de overgangsperiode wordt voor de brandweer duikploegleider een tijdelijk certificaat afgegeven door het Nederlands bureau brandweerexamens (Nbbe) aan degenen die blijk hebben gegeven te beschikken over voldoende relevante en actuele kennis en beroepservaring (zie circulaire EB2002/102247). Zodra voor het brandweerwezen het examenreglement duikploegleider is vastgesteld kunnen degenen die in het bezit zijn van een tijdelijk certificaat alsnog via het door het Nbbe ontwikkelde examen het rijksdiploma duikploegleider behalen.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

R. H. Hessing


XNoot
1

Stb. 1988, 545, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 20 november 2000, Stb. 503.

XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid jo vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven