Besluit van 25 januari 2002, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 12 december 2001 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering met het oog op het herstel van vormfouten bij vorderingen tot verlenging van de terbeschikkingstelling of van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (Stb. 2002, 14)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 21 januari 2002, nr. 5143287/02/6;

Gelet op artikel III van de wet van 12 december 2001 tot wijziging van van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering met het oog op het herstel van vormfouten bij vorderingen tot verlenging van de terbeschikkingstelling of van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (Stb. 2002, 14);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De wet van 12 december 2001 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering met het oog op het herstel van vormfouten bij vorderingen tot verlenging van de terbeschikkingstelling of van de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (Stb. 2002, 14) treedt in werking met ingang van 1 maart 2002.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 25 januari 2002

Beatrix

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de zevende februari 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven