Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Justitie | Staatsblad 2001, 465 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Justitie | Staatsblad 2001, 465 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, mede namens Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, van 18 juli 2001, nr. 5103463/01/6;
Gelet op artikel 2, vijfde lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften;
De Raad van State gehoord (advies van 23 augustus 2001, nr. W03.01.0392/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie, mede namens Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, van 9 oktober 2001, nr. 5121416/01/6;
Hebben goedgevonden en verstaan;
De bijlage komt als volgt te luiden:
Feitnr. | Omschrijving | Artikel | Tarieftekst | Tarief in Euro per feit en per categorie | ||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | 13 | 14 | 15 | 16 | 17 | ||||
Nummers K010-K155: Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) | ||||||||||||||||||||
Categorie-indeling B: | ||||||||||||||||||||
1. Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen; | ||||||||||||||||||||
2. Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen; | ||||||||||||||||||||
3. Bromfietsers, snorfietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met motor; | ||||||||||||||||||||
4. Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen zonder motor; | ||||||||||||||||||||
5. Voetgangers; | ||||||||||||||||||||
6. Overige weggebruikers; | ||||||||||||||||||||
7. Schippers; | ||||||||||||||||||||
8. Een ieder. | ||||||||||||||||||||
m K 010 | als weggebruiker geen gevolg geven aan een aanwijzing door een opsporingsambtenaar gegeven | 12 lid 1 WVW 1994 | 86 | 86 | 34 | 23 | 17 | 23 | ||||||||||||
m K 025 | als bestuurder van een motorrijtuig rijden terwijl het kentekenbewijs niet behoorlijk leesbaar is | 36 lid 3 sub d WVW 1994 | 28 | 28 | ||||||||||||||||
het kenteken niet behoorlijk zichtbaar aanwezig hebben op of aan | 40 lid 1 WVW 1994 | |||||||||||||||||||
m K 030 a | – het motorrijtuig | 57 | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m K 030 b | – de aanhangwagen | 57 | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m K 035 | het ongeldig verklaarde kentekenbewijs niet binnen de bepaalde termijn inleveren bij de minister van Verkeer en Waterstaat | 57 lid 3 WVW 1994 | 231 | |||||||||||||||||
als houder van een kentekenbewijs niet op eerste vordering van een daartoe aangewezen persoon dat bewijs of één of meer delen van dat bewijs overgeven, omdat (voor) het voertuig waarvoor het kentekenbewijs is afgegeven | ||||||||||||||||||||
m K 040 a | – de verschuldigde belastingen en rechten niet zijn voldaan | 60 lid 1 sub a WVW 1994 | 231 | |||||||||||||||||
m K 040 b | – niet voldoet aan de bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 gestelde eisen | 60 lid 1 sub b WVW 1994 | 231 | |||||||||||||||||
m K 040 c | – niet voldoet aan de gestelde eisen in de Wet personenvervoer wat betreft de inrichting en de uitrusting | 60 lid 1 sub c WVW 1994 | 231 | |||||||||||||||||
m K 040 d | – niet voldoet aan de gestelde eisen in de Wet ambulancevervoer wat betreft de inrichting en de uitrusting | 60 lid 1 sub c WVW 1994 | 231 | |||||||||||||||||
m K 040 e | – niet voldoet aan de in het kentekenbewijs vermelde voorschriften | 60 lid 2 WVW 1994 | 231 | |||||||||||||||||
voor een kentekenplichtig motorrijtuig van 3500 kg of minder | ||||||||||||||||||||
m K 045 a | – is geen keuringsbewijs afgegeven | 72 lid 1 WVW 1994 | 86 | 86 | ||||||||||||||||
m K 045 b | – heeft het keuringsbewijs zijn geldigheid verloren | 72 lid 2 sub b WVW 1994 | 86 | 86 | ||||||||||||||||
het afgegeven keuringsbewijs | ||||||||||||||||||||
m K 050 a | – voldoet niet aan de vastgestelde eisen inzake inrichting en uitvoering | 72 lid 2 sub a WVW 1994 | 28 | 28 | ||||||||||||||||
m K 050 b | – is niet behoorlijk leesbaar | 72 lid 2 sub c WVW 1994 | 28 | 28 | ||||||||||||||||
als bestuurder van een motorrijtuig rijden terwijl het rijbewijs | ||||||||||||||||||||
m K 060 a | – niet voldoet aan de gestelde eisen | 107 lid 2 sub a WVW 1994 | 28 | 28 | ||||||||||||||||
m K 060 b | – zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidsduur | 107 lid 2 sub b WVW 1994 | 28 | 28 | ||||||||||||||||
m K 060 c | – niet behoorlijk leesbaar is | 107 lid 2 sub c WVW 1994 | 28 | 28 | ||||||||||||||||
m K 060 d | – niet meer geldig is in Nederland | 108 lid 1 sub g en h WVW 1994 | 28 | 28 | ||||||||||||||||
m K 065 | als bestuurder beneden de 18 jaar een motorrijtuig besturen | 110 lid 1 WVW 1994 | 144 | 144 | ||||||||||||||||
m K 075 | rijonderricht geven voor rijbewijs A aan anderen dan aan de bestuurder op wiens motorrijtuig hij zich bevindt | 110b WVW 1994 jo. 7 sub a RR | 231 | |||||||||||||||||
op of in een ander motorrijtuig rijonderricht geven voor rijbewijs A: | ||||||||||||||||||||
m K 080 a | – zonder radiografisch contact aan meer dan één bestuurder | 110b WVW 1994 jo. 7 sub b RR | 231 | |||||||||||||||||
m K 080 b | – via radiografisch contact aan meer dan twee bestuurders | 110b WVW 1994 jo. 7 sub b RR | 231 | |||||||||||||||||
rijonderricht geven voor rijbewijs A: | ||||||||||||||||||||
m K 085 a | – terwijl tegelijkertijd rijonderricht wordt gegeven voor een andere rijbewijscategorie | 110b WVW 1994 jo. 7 sub c RR | 231 | |||||||||||||||||
m K 085 b | – terwijl het lesmotorrijtuig niet is voorzien van een op de voorgeschreven wijze aangebrachte aanduiding | 110b WVW 1994 jo. 7 sub d RR | 28 | |||||||||||||||||
rijonderricht geven voor rijbewijs B terwijl het les-motorrijtuig niet is voorzien van: | ||||||||||||||||||||
m K 090 a | – een dubbele bediening cq een onderbreker | 110b WVW 1994 jo. 8 sub a RR | 144 | |||||||||||||||||
m K 090 b | – een binnen en een buitenspiegel ten behoeve van de rij-instructeur | 110b WVW 1994 jo. 8 sub b RR | 144 | |||||||||||||||||
m K 090 c | – een op de voorgeschreven wijze aangebrachte aanduiding | 110b WVW 1994 jo. 8 sub c RR | 28 | |||||||||||||||||
rijonderricht geven voor rijbewijs C, D of E terwijl het lesmotorrijtuig niet is voorzien van: | ||||||||||||||||||||
m K 095 a | – een dubbele bediening cq een onderbreker | 110b WVW 1994 jo. 9 lid 1 sub a RR | 144 | |||||||||||||||||
m K 095 b | – twee of meer buitenspiegels ten behoeve van de rij-instructeur | 110b WVW 1994 jo. 9 lid 1 sub b RR | 144 | |||||||||||||||||
m K 095 c | – een op de voorgeschreven wijze aangebrachte aanduiding | 110b WVW 1994 jo. 9 lid 1 sub c RR | 28 | |||||||||||||||||
m K 100 | rijonderricht geven voor rijbewijs C of D terwijl de leerling niet in het bezit is van een rijbewijs B | 110b WVW 1994 jo. 9 lid 1 sub d RR | 144 | |||||||||||||||||
m K 105 | rijonderricht geven voor rijbewijs E terwijl de leerling niet in het bezit is van een rijbewijs geldig voor het besturen van het trekkende motorrijtuig | 110b WVW 1994 jo. 9 lid 1 sub e RR | 144 | |||||||||||||||||
m K 106 | rijonderricht geven terwijl de leerling de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt | 110b WVW 1994 | 144 | |||||||||||||||||
m K 120 | het niet inleveren van een rijbewijs waarvan de geldigheid is geschorst | 131 lid 3 sub b WVW 1994 | 231 | |||||||||||||||||
m K 130 | als bestuurder van een bromfiets rijden terwijl geen certificaat is afgegeven | 135 lid 1 WVW 1994 | 57 | |||||||||||||||||
m K 135 | als bestuurder van een bromfiets rijden terwijl het afgegeven certificaat onjuist is ingericht en uitgevoerd dan wel niet behoorlijk leesbaar is | 135 lid 3 WVW 1994 | 28 | |||||||||||||||||
m K 140 | als houder van een ongeldig verklaard bromfietscertificaat dit certificaat niet inleveren zodra de ongeldigverklaring van kracht is geworden | 141 lid 3 WVW 1994 | 57 | |||||||||||||||||
m K 145 a | als bestuurder handelen in strijd met een of meer aan een ontheffing verbonden voorschriften, niet betrekking hebbende op de lengte / breedte / hoogte / massa en/of begeleiding | 150 lid 2 WVW 1994 | 86 | |||||||||||||||||
als bestuurder van een motorrijtuig niet op eerste vordering behoorlijk ter inzage afgeven: | 160 lid 1/2/3 WVW 1994 | |||||||||||||||||||
m K 150 a | – het kentekenbewijs | 28 | 28 | |||||||||||||||||
m K 150 b | – het keuringsbewijs | 28 | ||||||||||||||||||
m K 150 c | – het rijbewijs | 28 | 28 | |||||||||||||||||
m K 150 d | – het bromfietscertificaat dan wel het rijbewijs | 17 | ||||||||||||||||||
m K 150 e | – de ontheffing | 28 | ||||||||||||||||||
m K 155 | niet meewerken aan het voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht | 160 lid 5 WVW 1994 | 86 | 86 | 69 | 57 | 86 | |||||||||||||
zich zodanig gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd door: | 5 WVW 1994 | |||||||||||||||||||
m K 175 a | – onvoldoende zicht door de voorruit | 69 | 69 | |||||||||||||||||
m K 175 b | – onvoldoende zicht door de achterruit | 46 | 46 | |||||||||||||||||
m K 175 c | – onvoldoende zicht door voor- en achterruit | 92 | 92 | |||||||||||||||||
m K 175 d | – onvoldoende zicht door voor-achter- en zijruiten | 121 | ||||||||||||||||||
m K 175 e | – onvoldoende zicht door zijruit(en) | 69 | ||||||||||||||||||
Categorie-indeling A: (Voertuigreglement) | ||||||||||||||||||||
2. Personenauto's; | ||||||||||||||||||||
3. Bedrijfsauto's; | ||||||||||||||||||||
4. Motorfietsen; | ||||||||||||||||||||
5. Driewielige motorrijtuigen; | ||||||||||||||||||||
6. Bromfietsen; | ||||||||||||||||||||
7. Motorrijtuigen met beperkte snelheid; | ||||||||||||||||||||
8. Landbouwtrekkers; | ||||||||||||||||||||
9. Fietsen; | ||||||||||||||||||||
10. Gehandicaptenvoertuigen, utgerust met een verbrandingsmotor of een elektromotor en voorzien van een gesloten categorie; | ||||||||||||||||||||
11. Gehandicaptenvoertuigen, uitgerust met een elektromotor en niet voorzien van een gesloten carrosserie; | ||||||||||||||||||||
12. Aanhangwagens met een toegestane maximum massa van meer dan 750 kg achter personenauto's, bedrijfsauto's en driewielige motorrijtuigen; | ||||||||||||||||||||
13. Aanhangwagens met een toegestane maximummassa van niet meer dan 750 kg achter personenauto's, bedrijfsauto's en driewielige motorrijtuigen; | ||||||||||||||||||||
14. Aanhangwagens achter landbouwtrekkers en achter motorrijtuigen met beperkte snelheid; | ||||||||||||||||||||
15. Aanhangwagens achter motorfietsen (15a) of bromfiets (15b) | ||||||||||||||||||||
16. Aanhangwagens achter fietsen op twee wielen; | ||||||||||||||||||||
17. Wagens. | ||||||||||||||||||||
nummers N004-P600: Voertuigreglement (VR) | ||||||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig rijden terwijl: | ||||||||||||||||||||
0-Algemeen | ||||||||||||||||||||
m N 004 | dan wel stilstaan terwijl ten onrechte een gele, een oranje of een daarop lijkende plaat wordt gevoerd dan wel vlakken wordt gevoerd | 5.1.4 VR | 57 | 57 | 57 | |||||||||||||||
m N 010 a | het niet in overeenstemming is met de gegevens op het kentekenbewijs of met de in het kentekenregister vermelde gegevens | 5.*.1 VR | 144 | 144 | 144 | 144 | 144 | |||||||||||||
m N 010 b | het identificatienummer niet is ingeslagen of goed leesbaar is | 5.*.1 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | 23 | 57 | 57 | 23 | 57 | |||||||||
m N 010 c | de kentekenpla(a)t(en) niet voorzien is/zijn van het goedkeuringsmerk, dan wel niet deugdelijk aan de voor en/of achterzijde is/zijn bevestigd | 5.*.1 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | |||||||||||||
m N 010 d | het kenteken niet goed leesbaar is | 5.*.1 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | |||||||||||||
m N 010 e | het na 31-12-1995 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed leesbare constructieplaat, waarvan de gegevens in overeenstemming zijn met het kentekenregister | 5.*.1 VR | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m N 010 f | het merk of de fabrieksaanduiding niet aanwezig is | 5.4.1 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N 010 k | het niet is voorzien van een gele of oranje plaat dan wel vlakken | 5.6.1 VR | 23 | |||||||||||||||||
m N 010 l | nog geen kentekenbewijs is afgegeven en niet de bevoegdheid tot het voortbewegen in het kentekenbewijs van het trekkend voertuig is aangegeven en de aanhangwagen niet geheel beantwoordt aan deze aanduiding | 16 WVR gelet op 9.4 lid 1 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N 010 m | de brommobiel is voorzien van een gele of oranje plaat dan wel vlakken | 5.6.1 VR | 57 | |||||||||||||||||
1-Algemene bouwwijze van het voertuig | ||||||||||||||||||||
m N 020 a | het meerassig is | 5.15.2 lid 1 VR | 86/34 | |||||||||||||||||
m N 020 b | het wiel niet zodanig is bevestigd dat het uitsluitend draaibaar is om de eigen as | 5.15.2 lid 2 VR | 86/34 | |||||||||||||||||
m N 030 a | het chassis dan wel de mee of zelfdragende carrosserie breuken en of scheuren vertoont | 5.*.3 VR | 86 | 132 | 86 | 86 | 86 | 132 | 86 | 86 | 86/34 | 86 | ||||||||
m N 030 b | het chassis dan wel de mee of zelfdragende carrosserie is zodanig bevestigd, vervormd of door corrosie aangetast dat de stijfheid en de sterkte in gevaar worden gebracht | 5.*.3 VR | 86 | 132 | 86 | 86 | 86 | 132 | 86 | 86 | 86/34 | 86 | ||||||||
het frame of de zelfdragende constructie alsmede de voor- en achtervork | ||||||||||||||||||||
m N 030 c | – breuken en of scheuren vertoont | 5.*.3 lid 1 VR | 86 | 34 | ||||||||||||||||
m N 030 d | – is doorgeroest | 5.*.3 lid 1 VR | 86 | 34 | ||||||||||||||||
m N 030 e | – is vervormd | 5.*.3 lid 1 VR | 86 | 34 | ||||||||||||||||
m N 030 f | de onderdelen van het frame of de zelfdragende constructie niet deugdelijk zijn bevestigd | 5.*.3 VR | 86 | 86 | 34 | 34 | ||||||||||||||
m N 030 g | het frame met voor- en achtervork breuken en of scheuren vertonen, is doorgeroest of is vervormd | 5.5.3 lid 2 VR | 86 | |||||||||||||||||
het frame | ||||||||||||||||||||
m N 030 h | – breuken en of scheuren vertoont | 5.9.3 VR | 23 | |||||||||||||||||
m N 030 i | – is doorgeroest | 5.9.3 VR | 23 | |||||||||||||||||
m N 030 j | – is vervormd | 5.9.3 VR | 23 | |||||||||||||||||
het chassis, de zelfdragende constructie of het frame met vooren achtervork | ||||||||||||||||||||
m N 030 k | – breuken en of scheuren vertoont | 5.10.3 VR | 34 | |||||||||||||||||
m N 030 l | – is doorgeroest | 5.10.3 VR | 34 | |||||||||||||||||
m N 030 m | – is vervormd | 5.10.3 VR | 34 | |||||||||||||||||
het frame dan wel de daarvoor in de plaats tredende delen of het frame met voor- en achtervork | ||||||||||||||||||||
m N 030 n | – breuken en of scheuren vertoont | 5.11.3 VR | 34 | |||||||||||||||||
m N 030 o | – is doorgeroest | 5.11.3 VR | 34 | |||||||||||||||||
m N 030 p | – is vervormd | 5.11.3 VR | 34 | |||||||||||||||||
m N 030 q | de onderdelen van het frame of de daarvoor in de plaats tredende constructie niet deugdelijk zijn bevestigd | 5.11.3 lid 3 VR | 34 | |||||||||||||||||
m N 040 a | de bovenbouw ondeugdelijk op het onderstel is bevestigd | 5.*.4 VR | 86 | 132 | 86 | 86 | 34 | 132 | 86 | 86 | 86/34 | 86 | ||||||||
m N 040 b | de ondersteuning van de laadvloer/laadruimte niet deugdelijk is | 5.*.4 VR | 132 | 86 | 132 | 86 | 86 | 86/34 | 86 | |||||||||||
m N 040 c | de gekoppelde zijspanwagen niet deugdelijk is bevestigd | 5.*.4 VR | 86 | 34 | ||||||||||||||||
m N 050 | de bedrading niet deugdelijk is bevestigd en niet goed is geïsoleerd | 5.*.5 VR | 57 | 57 | 57 | |||||||||||||||
2-Afmetingen en massa's | ||||||||||||||||||||
m N 060 a | het langer is dan 12 meter (cat. 5; ingebruikname voor 1-11-1997) | 5.*.6 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | ||||||||||||
m N 060 b | het breder is dan 2,55 meter (cat. 5; ingebruikname voor 1-11-1997) | 5.*.6 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | |||||||||||||
m N 060 c | het hoger is dan 4 meter (cat. 5; ingebruikname voor 1-11-1997) | 5.*.6 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | |||||||||
m N 060 d | het rijdende werktuig langer is dan 20 meter | 5.3.6 lid 2 VR | 86 | |||||||||||||||||
m N 060 e | de gelede bus langer is dan 18 meter | 5.3.6 lid 2 VR | 86 | |||||||||||||||||
m N 060 f | het kermis- of circusvoertuig langer is dan 14 meter | 5.*.6 lid 2 VR | 86 | 86 | ||||||||||||||||
m N 060 g | het geconditioneerde voertuig breder is dan 2,60 meter | 5.*.6 VR | 86 | 86 | ||||||||||||||||
m N 060 h | het rijdende werktuig breder is dan 3 meter | 5.*.6 VR | 86 | 86 | ||||||||||||||||
m N 060 m | het breder is dan 2,60 meter | 5.*.6 VR | 86 | 86 | ||||||||||||||||
m N 060 n | het breder is dan 3 meter | 5.8.6 VR | 86 | |||||||||||||||||
m N 060 o | het langer is dan 3,50 meter | 5.*.6 VR | 34 | 34 | ||||||||||||||||
m N 060 p | het breder is dan 1,10 meter, geldt niet voor motorrijtuigen (cat. 10) die voor 1-01-2000 in het verkeer zijn gebracht | 5.*.6 VR | 34 | 34 | ||||||||||||||||
m N 060 q | het hoger is dan 2 meter | 5.*.6 VR | 34 | 34 | ||||||||||||||||
m N 060 r | het breder is dan 0,75 meter | 5.9.6 lid 1 VR | 23 | |||||||||||||||||
m N 060 s | het op meer dan twee wielen of met zijspanwagen breder is dan 1,50 meter | 5.9.6 lid 2 VR | 23 | |||||||||||||||||
m N 060 t | het langer is dan 4 meter (cat. 5; ingebruikname na 31-10-1997) | 5.*.6 VR | 86 | 86 | 34 | |||||||||||||||
m N 060 u | het breder is dan 2 meter (cat. 5; ingebruikname na 31-10-1997, cat. 6; op meer dan 2 wielen) | 5.*.6 VR | 86 | 86 | 34 | |||||||||||||||
m N 060 v | het hoger is dan 2,5 meter (cat. 5; ingebruikname na 31-10-1997) | 5.*.6 VR | 86 | 86 | 34 | |||||||||||||||
m N 060 w | de tweewielige bromfiets breder is dan 1 meter | 5.6.6 VR | 34 | |||||||||||||||||
m N 061 a | het, niet zijnde een oplegger, langer is dan 12 meter | 5.12.6 lid 1 VR | 86 | |||||||||||||||||
m N 061 c | de middenasaanhangwagen die voor 1-07-1967 in gebruik is genomen langer is dan 10 meter | 5.12.6 lid 3 VR | 86 | |||||||||||||||||
m N 061 d | de middenasaanhangwagen die na 30-06-1967 maar voor 1-01-1987 in gebruik is genomen en waarvan de toegestane maximum massa meer bedraagt dan 2500 kg maar niet meer dan 3500 kg langer is dan 10 meter | 5.12.6 lid 3 VR | 86 | |||||||||||||||||
m N 061 e | bij de oplegger niet zijnde een kermis- of circusvoertuig de horizontaal gemeten afstand tussen het hart van de koppelingspen en enig deel aan de voorzijde van de oplegger meer bedraagt dan 2,04 meter en de horizontaal gemeten afstand tussen het hart van de koppelingspen en de achterzijde van de oplegger meer bedraagt dan 12 meter | 5.12.6 lid 4 VR | 132 | |||||||||||||||||
m N 061 g | de horizontaal gemeten afstand tussen het hart van de koppelingspen en de achterzijde van de oplegger, van het kermisof circusvoertuig dat na 30-04-1993 in gebruik is genomen, meer bedraagt dan 17,50 meter | 5.12.6 lid 5 VR | 86 | |||||||||||||||||
m N 061 h | de aanhangwagen, niet zijnde een middenasaanhangwagen, langer is dan 12 meter | 5.13.6 VR | 86 | |||||||||||||||||
m N 061 i | de middenasaanhangwagen langer is dan 8 meter | 5.13.6 VR | 86 | |||||||||||||||||
m N 061 j | de aanhangwagen ten behoeve van de landbouw breder is dan 3 meter | 5.14.6 VR | 86 | |||||||||||||||||
m N 061 k | het breder is dan 1 meter | 5.*.6 VR | 86/34 | 23 | ||||||||||||||||
m N 061 l | het hoger is dan 1 meter | 5.15.6 VR | 86/34 | |||||||||||||||||
m N 061 m | die bespannen is, breder is dan 2,60 meter | 5.17.6 lid 1 VR | 86 | |||||||||||||||||
m N 061 n | die onbespannen is, breder is dan 1,50 meter | 5.17.6 lid 2 VR | 86 | |||||||||||||||||
de toegestane asdruk of massa wordt overschreden met | ||||||||||||||||||||
m N 070 a | – meer dan 10% | 5.*.7 VR | 115 | 115 | 115 | 115 | ||||||||||||||
m N 070 b | – meer dan 25% | 5.*.7 VR | 173 | 173 | 173 | 173 | ||||||||||||||
m N 070 c | – meer dan 50% | 5.*.7 VR | 231 | 231 | 231 | 231 | ||||||||||||||
m N 070 d | – meer dan 75% | 5.*.7 VR | 289 | 289 | 289 | 289 | ||||||||||||||
de toegestane wieldruk of massa wordt overschreden met | ||||||||||||||||||||
m N 070 e | – meer dan 10% | 5.*.7 VR | 115 | 115 | 115 | |||||||||||||||
m N 070 f | – meer dan 25% | 5.*.7 VR | 173 | 173 | 173 | |||||||||||||||
m N 070 g | – meer dan 50% | 5.*.7 VR | 231 | 231 | 231 | |||||||||||||||
m N 070 h | – meer dan 75% | 5.*.7 VR | 289 | 289 | 289 | |||||||||||||||
van het rijdende werktuig de toegestane maximum massa wordt overschreden met | ||||||||||||||||||||
m N 071 a | meer dan 5% en t/m 10% | 5.3.7 lid 2 VR | 121 | |||||||||||||||||
m N 071 b | meer dan 10% en t/m 15% | 5.3.7 lid 2 VR | 237 | |||||||||||||||||
3-Motor | ||||||||||||||||||||
de bromfiets (constructiesnelheid max. 45 km/h) de maximumconstructiesnelheid overschrijdt | ||||||||||||||||||||
m N 081 a | t/m 10 km/h | 5.6.8 lid 1 VR | 28 | |||||||||||||||||
m N 081 b | meer dan 10 en t/m 15 km/h | 5.6.8 lid 1 VR | 40 | |||||||||||||||||
m N 081 c | meer dan 15 en t/m 20 km/h | 5.6.8 lid 1 VR | 63 | |||||||||||||||||
m N 081 d | meer dan 20 en t/m 25 km/h | 5.6.8 lid 1 VR | 86 | |||||||||||||||||
m N 081 e | meer dan 25 en t/m 30 km/h | 5.6.8 lid 1 VR | 115 | |||||||||||||||||
de bromfiets (constructiesnelheid max. 25 km/h) de maximumconstructiesnelheid overschrijdt | ||||||||||||||||||||
m N 082 a | t/m 10 km/h | 5.6.8.lid 2 VR | 28 | |||||||||||||||||
m N 082 b | meer dan 10 en t/m 15 km/h | 5.6.8 lid 2 VR | 40 | |||||||||||||||||
m N 082 c | meer dan 15 en t/m 20 km/h | 5.6.8 lid 2 VR | 63 | |||||||||||||||||
m N 082 d | meer dan 20 en t/m 25 km/h | 5.6.8 lid 2 VR | 86 | |||||||||||||||||
m N 082 e | meer dan 25 en t/m 30 km/h | 5.6.8 lid 2 VR | 115 | |||||||||||||||||
m N 090 a | het brandstofsysteem niet veilig is of deugdelijk is bevestigd | 5.*.9 lid 1 VR | 115 | 115 | 115 | 115 | 115 | |||||||||||||
m N 090 b | het brandstofsysteem of de elektrische aandrijving niet veilig is of deugdelijk is bevestigd | 5.*.9 lid 1 VR | 115 | 34 | 34 | |||||||||||||||
m N 090 c | het brandstofsysteem lekkage vertoont | 5.*.9 lid 2 VR | 115 | 115 | 115 | 115 | 34 | 115 | 115 | 34 | ||||||||||
m N 090 d | het brandstofsysteem niet deugdelijk is afgesloten | 5.*.9 lid 3 VR | 115 | 115 | 115 | 115 | 34 | 115 | 115 | 34 | ||||||||||
m N 090 e | het niet is voorzien van een gaspedaal/gashendel | 5.10.9 lid 4 VR | 34 | |||||||||||||||||
m N 090 f | het niet is voorzien van een brandstofniveaumeter (niet verplicht indien voertuig is voorzien van brandstoftank met reservestand) | 5.10.9 lid 4 VR | 34 | |||||||||||||||||
m N 090 g | het voertuig dat is uitgerust met een elektromotor niet is voorzien van de vereiste schakelaars en indicatoren | 5.*.9 VR | 34 | 34 | ||||||||||||||||
m N 090 h | de elektrische aandrijving niet veilig is of deugdelijk is bevestigd | 5.11.9 lid 1 VR | 34 | |||||||||||||||||
m N 100 | de LPG-installatie niet voldoet aan de eisen | 5.*.10 VR | 132 | 132 | 132 | 132 | ||||||||||||||
m N 110 a | deze niet is voorzien van een over de gehele lengte gasdichte uitlaat | 5.*.11 lid 1 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 34 | 86 | 86 | 34 | ||||||||||
m N 110 b | het uitlaatsysteem niet deugdelijk is bevestigd | 5.*.11 lid 2 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | 34 | |||||||||||
m N 110 c | het niet voldoet aan de eisen gesteld ten aanzien van luchtverontreiniging, geluidsproductie, geluidsniveau, uitlaatgassen of het stationaire mengsel (geluidsniveau cat. 4 en 6 zie N110 h t/m k) | 5.*.11 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 34 | |||||||||||||
m N 110 d | de vereiste symbolen niet aanwezig of goed leesbaar zijn | 5.*.11 VR | 86 | 86 | ||||||||||||||||
m N 110 e | het uitlaatsysteem niet behoorlijk geluiddempend is | 5.*.11 VR | 86 | 86 | 86 | 34 | ||||||||||||||
m N 110 f | de uitmonding van de uitlaat hoger is gelegen dan de bovenkant van de zitplaats | 5.6.11 lid 2 VR | 34 | |||||||||||||||||
m N 110 g | de uitstroomrichting van de uitlaatleiding niet horizontaal en evenwijdig aan het mediaanlangsvlak is | 5.6.11 lid 3 VR | 34 | |||||||||||||||||
het niet voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van het geluidsniveau | ||||||||||||||||||||
m N 110 h | – overschrijding van het niveau tot en met 9 dB(A) | 5.4.11 VR | 86 | |||||||||||||||||
m N 110 j | – overschrijding tot en met het niveau van 101 dB(A) | 5.6.11 VR | 34 | |||||||||||||||||
m N 120 a | de accu of tractiebatterij niet deugdelijk is bevestigd | 5.*.12 lid 1 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | 34 | 34 | ||||||||||
m N 120 b | de bedrading niet deugdelijk is bevestigd/goed is geïsoleerd | 5.*.12 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 34 | 86 | 86 | 34 | 34 | |||||||||
m N 120 c | het voertuig, dat is uitgerust met een elektrische aandrijving, niet is voorzien van een beveiliging tegen overbelasting, die door middel van een binnen bereik bevindende schakelaar de stroomvoorziening herstelt | 5.*.12 lid 3 VR | 14 | 14 | ||||||||||||||||
m N 130 a | de motorsteunen niet deugdelijk zijn bevestigd/in ernstige mate zijn beschadigd | 5.*.13 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 34 | |||||||||||||
m N 130 b | de rubbers zijn doorgescheurd/de vulcanisatie is losgeraakt | 5.*.13 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 34 | |||||||||||||
m N 130 c | de motor niet deugdelijk is bevestigd | 5.*.13 VR | 86 | 34 | ||||||||||||||||
4-krachtoverbrenging | ||||||||||||||||||||
m N 140 a | het met een ledige massa van meer dan 400 kg niet is voorzien van een achteruitrijdinrichting | 5.7.14 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N 140 b | het niet is voorzien van een achteruitrijdinrichting | 5.*.14 VR | 57 | 23 | ||||||||||||||||
m N 150 a | het na 30-06-1967 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende, ook bij nacht, afleesbare snelheidsmeter | 5.*.15 VR | 28 | 28 | ||||||||||||||||
m N 150 e | het na 26-11-1975, doch voor 31-12-1994 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende, ook bij nacht afleesbare snelheidsmeter | 5.*.15 VR | 28 | 28 | ||||||||||||||||
m N 160 a | de onderdelen van de aandrijving of transmissie niet deugdelijk bevestigd zijn | 5.*.16 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | 23 | 57 | 57 | 23 | ||||||||||
m N 160 b | de koppeling niet deugdelijk is | 5.*.16 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | ||||||||||||||
m N 170 a | de krachtoverbrenging niet op eenvoudige wijze kan worden onderbroken | 5.10.17 VR | 23 | |||||||||||||||||
m N 170 b | de snelheid niet regelbaar is | 5.11.17 VR | 23 | |||||||||||||||||
5-Assen | ||||||||||||||||||||
m N 180 | de assen niet deugdelijk (bevestigd) zijn | 5.*.18 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | 23 | 57 | 57 | 23 | 57 | 57 | 57 | 57/23 | ||||||
m N 190 | de fuseeonderdelen en overige draaipunten niet deugdelijk (bevestigd) zijn | 5.*.19 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | |||||||||||||
m N 200 | de wiellagers niet deugdelijk zijn | 5.*.20 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | |||||||||||||
m N 210 | de wielbasis te veel afwijkt | 5.*.21 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | ||||||||||||||
m N 220 | de afstanden tussen de fuseedraaipunten en het chassis en de carrosserie te veel verschillen | 5.*.22 VR | 86 | 86 | ||||||||||||||||
m N 230 | de spoorbreedte te groot is | 5.*.23 VR | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m N 240 a | de wielen/de velgen niet deugdelijk (bevestigd) zijn | 5.*.24 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | 86/34 | |||||||||||
m N 240 b | de wielen/de velgen/de wielnaven/stabilisatoren niet deugdelijk (bevestigd) zijn | 5.3.24–26 VR | 132 | |||||||||||||||||
m N 240 c | de wielen, alsmede de onderdelen niet deugdelijk (bevestigd) zijn | 5.*.24 VR | 86 | 34 | 34 | |||||||||||||||
m N 240 d | de wielen/de velgen/stabilisatoren niet deugdelijk (bevestigd) zijn | 5.12.24 en 26 VR | 132 | |||||||||||||||||
m N 250 | de wielnaven niet deugdelijk bevestigd zijn | 5.*.25 VR | 86 | 86 | ||||||||||||||||
6-Ophanging | ||||||||||||||||||||
de wielen niet voorzien zijn van luchtbanden | 5.*.27 VR | |||||||||||||||||||
m N 270 a | – 1 band | 57 | 57 | 57 | 57 | 23 | 23 | 57/23 | ||||||||||||
m N 270 b | – 2 banden | 115 | 115 | 115 | 115 | 46 | 46 | 115/46 | ||||||||||||
m N 270 c | – 3 banden | 173 | 173 | 173 | 173 | 69 | 69 | |||||||||||||
m N 270 d | – 4 banden | 231 | 231 | 92 | ||||||||||||||||
een band/de banden beschadigd of versleten is/zijn. | 5.*.27 VR | |||||||||||||||||||
m N 270 e | – 1 band | 57 | 57 | 57 | 23 | 57 | 57 | 23 | 57 | 57/23 | ||||||||||
m N 270 f | – 2 banden | 115 | 115 | 115 | 46 | 115 | 115 | 46 | 115 | 115/46 | ||||||||||
m N 270 g | – 3 banden | 173 | 173 | 173 | 69 | 173 | 173 | 69 | 173 | |||||||||||
m N 270 h | – 4 banden | 231 | 231 | 231 | 92 | 231 | ||||||||||||||
het loopvlak uitstekende metalen elementen bevat. Per (band) beschadiging | 5.*.27 VR | |||||||||||||||||||
m N 270 i | – 1 band | 57 | 57 | 57 | 57 | 23 | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | |||||||||
m N 270 j | – 2 banden | 115 | 115 | 115 | 115 | 46 | 115 | 115 | 115 | 115 | 115 | |||||||||
m N 270 k | – 3 banden | 173 | 173 | 173 | 173 | 69 | 173 | 173 | 173 | 173 | 173 | |||||||||
m N 270 l | – 4 banden | 231 | 231 | 231 | 231 | 231 | 231 | 231 | ||||||||||||
de band(en) beschadigd of versleten is/zijn of de daarop vermelde load-index kleiner is dan toegestaan | 5.*.27 VR | |||||||||||||||||||
m N 270 m | – 1 band | 80 | 80 | |||||||||||||||||
m N 270 n | – 2 banden | 138 | 138 | |||||||||||||||||
m N 270 o | – 3 banden | 196 | 196 | |||||||||||||||||
m N 270 p | – 4 banden | 254 | 254 | |||||||||||||||||
de wielen niet voorzien zijn van luchtbanden/rupsbanden | 5.*.27 VR | |||||||||||||||||||
m N 271 a | – 1 band | 57 | 57 | |||||||||||||||||
m N 271 b | – 2 banden | 115 | 115 | |||||||||||||||||
m N 271 c | – 3 banden | 173 | 173 | |||||||||||||||||
m N 271 d | – 4 banden | 231 | 231 | |||||||||||||||||
de wielen zijn voorzien van niet toegestane banden | 5.*.27 VR | |||||||||||||||||||
m N 271 e | – 1 band | 57 | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m N 271 f | – 2 banden | 115 | 115 | 115 | ||||||||||||||||
m N 271 g | – 3 banden | 173 | 173 | 173 | ||||||||||||||||
m N 271 h | – 4 banden | 231 | 231 | 231 | ||||||||||||||||
de banden op een as niet dezelfde karkasstructuur hebben | 5.*.27 VR | |||||||||||||||||||
m N 271 i | – 1 as | 57 | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m N 271 j | – 2 assen | 115 | 115 | |||||||||||||||||
de luchtbanden op een as niet dezelfde karkasstructuur hebben | 5.12.27 VR | |||||||||||||||||||
m N 271 k | – 1 as | 57 | ||||||||||||||||||
m N 271 l | – 2 assen | 115 | ||||||||||||||||||
m N 271 m | de wielen zijn voorzien van metalen banden met uitstekende delen (geldt niet voor landbouwwerktuigen met een massa van maximaal 750 kg) | 5.17.27 VR | 28 | |||||||||||||||||
m N 280 | het veersysteem, de onderdelen daarvan of de schokdemper (indien vereist) niet deugdelijk (bevestigd) is/zijn | 5.*.28 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 34 | 86 | 34 | 86 | 86 | |||||||||
7-Stuurinrichting | ||||||||||||||||||||
m N 290 | deze niet is voorzien van een deugdelijke stuurinrichting | 5.*.29–30 VR | 144 | 144 | 144 | 144 | 57 | 144 | 144 | 23 | 57 | 57 | 144 | |||||||
8-Reminrichting | ||||||||||||||||||||
m N 310 a | de onderdelen van de reminrichting niet deugdelijk zijn (bevestigd) | 5.*.31 VR | 115 | 115 | 115 | 115 | 46 | 115 | 115 | 46 | 115 | 115 | ||||||||
m N 310 b | het niet is voorzien van een gelijkmatig werkende reminrichting | 5.13.31 VR | 115 | |||||||||||||||||
m N 320 a | het remsysteem van het na 30-06-1967 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een deugdelijke waarschuwingsinrichting | 5.*.32/33 VR | 28 | 28 | 28 | |||||||||||||||
m N 320 b | het remsysteem niet is voorzien van een deugdelijke waarschuwingsinrichting (indien verplicht) | 5.10.32 VR | 14 | |||||||||||||||||
m N 340 | de veerrem van het na 30-09-1975 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een deugdelijke waarschuwingsinrichting | 5.3.34 VR | 28 | |||||||||||||||||
m N 350 a | het drukluchtremsysteem niet is voorzien van een goed functionerend meerkringsbeveiligingsventiel bij na 30-09-1975 in gebruik genomen voertuigen | 5.3.35 lid 1 VR | 115 | |||||||||||||||||
m N 350 b | het drukluchtremsysteem niet is voorzien van drukmeetpunten | 5.*.35 lid 1 VR | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m N 350 c | de drukluchtremkrachtregelaars niet goed functioneren | 5.*.35 lid 2 VR | 167 | 167 | ||||||||||||||||
m N 350 d | het na 30-09-1981 in gebruik genomen voertuig met drukluchtremkrachtregelaars niet is voorzien van de vereiste plaat | 5.*.35 lid 3 VR | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m N 350 e | de drukluchtremkrachtregelaars van het na 30-09-1981 in gebruik genomen voertuig niet aanwezig zijn, dan wel niet zijn afgesteld zoals op de plaat staat vermeld | 167 | 167 | |||||||||||||||||
m N 360 | de slag van de drukluchtremcylinders onjuist is afgesteld | 5.*.36 VR | 167 | 167 | ||||||||||||||||
m N 370 a | het één- of tweeleidingremsysteem niet de juiste aansluitdruk heeft | 5.3.37 VR | 115 | |||||||||||||||||
m N 370 b | het na 31-12-1997 in gebruik genomen voertuig is voorzien van een éénleidingremsysteem ten behoeve van een aanhangwagen | 5.3.37 VR | 115 | |||||||||||||||||
m N 370 c | het na 31-12-1997 in gebruik genomen voertuig is voorzien van een afzonderlijke inrichting voor de bediening van de remmen van de aanhangwagen | 5.3.37 VR | 115 | |||||||||||||||||
m N 370 d | de afzonderlijke inrichting voor de bediening van de remmen van de aanhangwagen van het, na 31-03-1990 in gebruik genomen, voertuig een hogere aansluitdruk doorstuurt dan toegestaan | 5.3.37 VR | 115 | |||||||||||||||||
m N 380 m | de bedrijfsrem niet op alle wielen remt (uitgezonderd driewielige motorrijtuigen met een ledige massa van 400 kg of minder), dan wel het voertuig op een (nagenoeg) droge weg uitbreekt ten gevolge van een verschil in remwerking tussen de wielen van elke as, of tengevolge van overberemming van de achteras | 5.*.38 VR | 167 | 167 | 167 | 57 | 167 | |||||||||||||
m N 380 n | niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging | 5.*.38 VR | 86 | 167 | 167 | 86 | ||||||||||||||
m N 380 o | de bedrijfsrem niet gelijkmatig op de wielen van één as remt | 5.*.38 VR | 167 | 167 | 57 | |||||||||||||||
m N 380 p | het niet is voorzien van een goed werkende reminrichting | 5.9.38 VR | 23 | |||||||||||||||||
m N 380 q | de reminrichting of de onderdelen hiervan niet deugdelijk is/zijn (bevestigd) | 5.11.38 VR | 46 | |||||||||||||||||
niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging (categorie 12 particulier gebruik) de vermindering bedraagt | 5.*.38 VR | |||||||||||||||||||
m N 381 a | – 0 t/m 0,5 m/s2 | 144 | 144 | 144 | 144 | |||||||||||||||
m N 381 b | – 0,51 t/m 1,0 m/s2 | 190 | 190 | 190 | 190 | |||||||||||||||
m N 381 c | – 1,01 t/m 1,5 m/s2 | 237 | 237 | 237 | 237 | |||||||||||||||
m N 381 d | – 1,51 t/m 2,0 m/s2 | 286 | 286 | 286 | 286 | |||||||||||||||
niet wordt voldaan aan de vereiste remvertraging (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik) de vermindering bedraagt | 5.*.38 VR | |||||||||||||||||||
m N 381 f | – 0 t/m 0,5 m/s2 | 237 | 237 | |||||||||||||||||
m N 390 a | de parkeerrem niet aan de eisen voldoet | 5.*.39 VR | 28 | 28 | 28 | 28 | 28 | |||||||||||||
m N 390 b | van de (brom)fiets op meer dan twee wielen zonder afzonderlijk vastzetinrichting één van de remmen niet kan worden vastgezet | 5.*.39 VR | 14 | 14 | ||||||||||||||||
m N 390 c | de parkeerrem niet aan de eisen voldoet, geldt niet voor motorrijtuigen die voor 1-01-2000 in het verkeer zijn gebracht | 5.10.39 VR | 14 | |||||||||||||||||
m N 390 d | het niet voorzien is van een goed bereikbare vastzetinrichting | 5.11.39 VR | 14 | |||||||||||||||||
m N 390 e | de vastzetinrichting of de veerrem niet aan de eisen voldoet | 5.12.39 VR | 57 | |||||||||||||||||
het afzonderlijke hulpremsysteem van voertuigen die na 30-06-1967 in gebruik zijn genomen | 5.*.40 VR | |||||||||||||||||||
m N 400 a | – niet goed functioneert | 144 | 144 | 144 | ||||||||||||||||
m N 400 b | – niet voldoet aan de vereiste remvertraging | 144 | 144 | 144 | ||||||||||||||||
m N 400 c | de reminrichting van de aanhangwagen (niet zijnde een middenasaanhangwagen met een toegestane maximum massa van ten hoogste 1500 kg) niet automatisch in werking treedt bij het verbreken van de verbinding, dan wel niet automatisch in de bedrijfstoestand komt bij het koppelen met het trekkende voertuig | 5.12.40 VR | 144 | |||||||||||||||||
m N 400 d | niet is voorzien van een goed functionerende losbreekreminrichting (indien aanwezig) | 5.12.40 VR | 144 | |||||||||||||||||
m N 400 e | die een motor heeft niet is voorzien van een dodemansknop | 5.17.40 VR | 57 | |||||||||||||||||
9-Carrosserie | ||||||||||||||||||||
m N 410 a | de deuren en de laadbakkleppen van bedrijfsauto's (cat.3) niet goed sluiten of de deuren die direkt toegang geven tot de personenruimte niet op normale wijze vanaf de binnenzijde of vanaf de buitenzijde konden worden geopend. | 5.*.41 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | 23 | ||||||||||||
m N 410 b | het slot of de scharnieren aan de voorzijde geen goede sluiting waarborgen | 5.*.41 VR | 57 | 57 | 57 | 23 | 57 | |||||||||||||
m N 410 c | de scharnieren ernstig zijn gecorrodeerd | 5.*.41 VR | 57 | 57 | 57 | |||||||||||||||
m N 410 d | de windschermen en stroomlijnkappen de bediening belemmeren | 5.*.41 VR | 57 | 23 | ||||||||||||||||
m N 410 e | de windschermen, stroomlijnkappen en inrichtingen om ladingen mee te vervoeren niet deugdelijk zijn bevestigd | 5.*.41 VR | 57 | 23 | ||||||||||||||||
m N 410 f | de gesloten cabines niet zijn voorzien van tenminste twee deuren dan wel één deur en één nooduitgang | 5.*.41 VR | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m N 410 g | de nooduitgang niet voldoet aan de vereiste afmetingen | 5.*.41 VR | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m N 410 h | het slot of de scharnieren van de deuren of laadbakkleppen geen goede sluiting waarborgen | 5.*.41 VR | 57 | 57 | 57/23 | |||||||||||||||
de voorruit, de zijruiten dan wel het windscherm (indien vereist) en bij afwezigheid van een rechterbuitenspiegel de achterruit | ||||||||||||||||||||
m N 420 a | – is beschadigd of verkleurd | 5.*.42 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | 23 | ||||||||||||
m N 420 b | – is voorzien van onnodige voorwerpen die het uitzicht belemmeren | 5.*.42 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | 23 | ||||||||||||
m N 420 c | de ruiten niet voldoen aan de eisen | 5.10.42 lid 1 VR | 23 | |||||||||||||||||
m N 430 a | niet is voorzien van een goed werkende ruitenwisserinstallatie | 5.*.43 VR | 57 | 57 | 14 | |||||||||||||||
m N 430 b | het voertuig niet is voorzien van een goed werkende ruitenwisserinstallatie(m.u.v. voertuigen in gebruik genomen voor 27-11-1975 met een ledige massa van niet meer dan 400 kg) | 5.5.43 lid 1 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N 430 c | niet is voorzien van een goed werkende automatische ruitenwisserinstallatie | 5.*.43 VR | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m N 430 d | het na 30-09-1971 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende ruitensproeierinstallatie voor de voorruit | 5.2.43 lid 2 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N 430 e | het na 31-12-1997 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende ruitensproeierinstallatie voor de voorruit | 5.3.43 lid 2 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N 430 f | de na 30-06-1985 in gebruik genomen bus niet is voorzien van een goed werkende ruitensproeierinstallatie | 5.3.43 lid 3 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N 430 g | het na 31-12-1994 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende ruitensproeierinstallatie voor de voorruit | 5.5.43 lid 3 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N 430 h | het niet is voorzien van een goedwerkende ruitensproeierinstallatie | 5.10.43 VR | 14 | |||||||||||||||||
m N 440 a | het na 30-09-1971 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende installatie ter ontdooiing en ontwaseming van de voorruit | 5.*.44 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N 440 b | het na 31-12-1997 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een goed werkende installatie ter ontdooiing en ontwaseming van de voorruit | 5.3.44 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N 440 c | de na 30-06-1985 in gebruik genomen bus niet is voorzien van een goed werkende installatie ter ontdooiing en ontwaseming van de voorruit | 5.3.44 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N 440 d | deze niet is voorzien van een goed werkende installatie ter ontdooiing en ontwaseming van de voorruit | 5.10.44 VR | 14 | |||||||||||||||||
m N440 e | het na 16-6-2003 in gebruik genomen voertuig met een voorruit of het na 31-12-1994, doch voor 17-6-2003 in gebruik genomen voertuig met een gesloten carrosserie niet voorzien is van een goedwerkende installatie ter ontdooiing en ontwaseming van de voorruit | 5*44 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N 450 a | deze niet is voorzien van de noodzakelijke spiegels die aan de eisen voldoen | 5.*.45 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | 23 | |||||||||||||
m N 450 b | het na 26-11-1975, doch voor 17-6-2003 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van de linkerbuitenspiegel die aan de eisen voldoet | 5.4.45 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N 450 c | het na 31-12-1996, doch voor 17-6-2003 in gebruik genomen voertuig dat 100 km/h of sneller kan, niet is voorzien van een rechterbuitenspiegel die aan de eisen voldoet | 5.4.45 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N 450 d | het voor 27-11-1975 in gebruik genomen voertuig waarvan de ledige massa meer bedraagt dan 400 kg en waarbij de bestuurder een zodanige plaats inneemt dat hij vanaf zijn zitplaats het achter hem gelegen weggedeelte niet kan overzien niet is voorzien van een linkerbuitenspiegel | 5.5.45 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N 450 e | het na 17-6-2003 in gebruik genomen voertuig met een gesloten carrosserie waarvan de ledige massa meer bedraagt dan 400 kg en waarbij de bestuurder een zodanige plaats inneemt dat hij vanaf zijn zitplaats het achter hem gelegen weggedeelte niet kan overzien, niet is voorzien van een binnenspiegel | 5.5.45 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N 450 f | het niet is voorzien van een rechterbuitenspiegel terwijl met de binnenspiegel het achter het voertuig gelegen weggedeelte niet voldoende kan worden overzien | 5.5.45 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N450 g | het na 17-6-2003 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een linker- of rechterbuitenspiegel | 57 | ||||||||||||||||||
m N 460 a | de zitplaatsen niet deugdelijk bevestigd zijn | 5.*.46 VR | 57 | 57 | 57 | 23 | 23 | |||||||||||||
m N 460 b | de zitplaatsen of de verstelbare rugleuning van het na 30-09-1971 in gebruik genomen voertuig niet aan de eisen voldoen | 5.2.46 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N 460 c | de zitplaatsen of de verstelinrichtingen niet deugdelijk (bevestigd) zijn | 5.*.46 VR | 57 | 57 | 57 | 23 | ||||||||||||||
m N 460 d | de voetsteunen niet deugdelijk zijn bevestigd | 5.4.46 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N 460 e | de zitplaatsen of de verstelbare rugleuning van het na 30-09-1971 in gebruik genomen voertuig met een ledige massa van meer dan 400 kg niet aan de eisen voldoen | 5.5.46 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N 460 f | de trappers of de voetsteunen niet deugdelijk zijn bevestigd | 5.6.46 VR | 23 | |||||||||||||||||
m N 460 g | de trappers niet deugdelijk zijn (bevestigd) | 5.9.46 VR | 17 | |||||||||||||||||
m N 470 a | de autogordels voor alle naar voren gerichte zitplaatsen van na 31-12-1989 in gebruik genomen voertuigen niet aanwezig zijn | 5.2.47 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N 470 b | de autogordels voor de voorzitplaatsen die aan een portier grenzen van tussen 1-01-1971 en 1-01-1990 in gebruik genomen voertuigen niet aanwezig zijn | 5.*.47 VR | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m N 470 c | de autogordels niet deugdelijk zijn (bevestigd) | 5.*.47 VR | 57 | 57 | 57 | |||||||||||||||
m N 470 d | de autogordels voor alle naar voren gerichte zitplaatsen, van na 31-12-1997 in gebruik genomen voertuigen niet aanwezig zijn | 5.3.47 lid 1 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N 470 e | de autogordels voor alle naar voren gerichte zitplaatsen, van op of na 1 januari 1990 en voor 1 januari 1998 in gebruik genomen voertuigen die beurtelings voor het vervoer van personen of goederen kunnen worden ingericht ,niet aanwezig zijn | 5.3.47 lid 3 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N 470 f | de autogordels voor de voorzitplaatsen, die aan een portier grenzen, van na 1-01-1971 en voor 1-01-1990 in gebruik genomen voertuigen die beurtelings voor het vervoer van personen of goederen kunnen worden ingericht, niet aanwezig zijn | 5.3.47 lid 4 VR | 57 | |||||||||||||||||
m N 470 g | de naar voren gerichte zitplaatsen van na 31-12-1989 in gebruik genomen voertuigen met gesloten carrosserie niet voorzien zijn van autogordels of de naar achteren gerichte zitplaatsen van na 16-6-2003 in gebruik genomen voertuigen met gesloten carrosserie niet voorzien zijn van autogordels. 5.5.47 VR | 57 | ||||||||||||||||||
m N 480 a | het voertuig scherpe delen heeft | 5.*.48 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 34 | 86 | 86 | 23 | 34 | 34 | 86 | 86 | 86 | 86/34 | 86 | |||
m N 480 b | het voertuig uitstekende niet afgeschermde delen heeft | 5.*.48 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | 34 | 86 | 86 | 86 | 86/34 | 86 | |||||||
m N 480 c | de wielen niet goed afgeschermd zijn, aanlopen of te ver buiten de afscherming uitsteken | 5.*.48 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 34 | 34 | 86 | 86 | 86/34 | |||||||||
m N 480 d | de reservewielhouder niet deugdelijk is (bevestigd) | 5.*.48 VR | 86 | 86 | 86 | 34 | 86 | 86 | 86/34 | |||||||||||
m N 480 e | gevaar bestaat voor het losraken van enig deel van de buitenzijde | 5.*.48 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 34 | 86 | 86 | 34 | 86 | 86 | 86 | 86/34 | ||||||
m N 480 f | de wielen/banden aanlopen | 5.14.48 VR | 86 | |||||||||||||||||
m N 480 g | de uitschuifbare aanhangwagen die is ingericht voor het vervoer van ondeelbare lading niet is voorzien van de vereiste zijdelingse afscherming | 5.12.48 VR | 86 | |||||||||||||||||
m N 490 | het na 30-06-1967 in gebruik genomen voertuig niet is voorzien van een stootbalk die aan de vereisten voldoet | 5.*.49 VR | 121 | 121 | ||||||||||||||||
m N 500 | aan de achterzijde niet is voorzien van een mogelijkheid tot bevestiging van een kentekenplaat | 5.*.50 VR | 28 | 28/- | ||||||||||||||||
10-Verlichting het niet is voorzien van goed werkende/op de juiste plaats aangebrachte | ||||||||||||||||||||
m N 510 a | – richtingaanwijzer(s) | 5.*.51–63 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | 14 | 57 | 57 | 57 | 57/- | ||||||||
m N 510 b | – richtingaanwijzer(s) (indien verplicht) | 5.*.51–63 VR | 57 | 14 | ||||||||||||||||
m N 510 c | – richtingaanwijzer(s) (indien aanwezig) | 5.*.51–63 VR | 14 | |||||||||||||||||
m N 510 d | – waarschuwingsknipperlichten | 5.*.51–63 VR | 28 | 28 | 28 | 28 | 28 | |||||||||||||
m N 510 e | – waarschuwingsknipperlichten (indien verplicht) | 5.*.51–63 VR | 14 | |||||||||||||||||
m N 510 f | – waarschuwingsknipperlichten (indien aanwezig) | 5.*.51–63 VR | 28 | 14 | 28 | |||||||||||||||
m N 510 g | – zijrichtingaanwijzer(s) | 5.*.51–63 VR | 28 | 28 | 28 | |||||||||||||||
m N 510 h | – zijrichtingaanwijzer(s) (indien aanwezig) | 5.*.51–63 VR | 28 | 28 | ||||||||||||||||
m N 510 i | – remlichten | 5.*.51–63 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | 14 | 57 | 57 | 57 | 57/- | ||||||||
m N 510 j | – remlichten (indien verplicht) | 5.*.51–63 VR | 57 | 14 | ||||||||||||||||
m N 510 k | – remlichten (indien aanwezig) | 5.*.51–63 VR | 14 | |||||||||||||||||
m N 510 l | – kentekenplaatverlichting | 5.*.51–63 VR | 28 | 28 | 28 | 28 | 28 | 28 | ||||||||||||
m N 510 m | – rode retroreflectoren | 5.*.51–63 VR | 28 | 28 | 28 | 28 | 28 | 28 | 28 | 17 | 28 | 28 | 28 | 28 | 28 | 28/28 | 17 | 28 | ||
m N 510 n | – achteruitrijlichten | 5.*.51–63 VR | 28 | 28 | 28 | |||||||||||||||
m N 510 o | – achteruitrijlichten (indien aanwezig) | 5.*.51–63 VR | 28 | 28 | 14 | 28 | 28 | 28 | ||||||||||||
m N 510 p | – markeringslichten (voor- en achterzijde) | 5.*.51–63 VR | 28 | 28 | 28 | |||||||||||||||
m N 510 q | – markeringslichten (voor- en achterzijde) (indien verplicht) | 5.*.51–63 VR | 28 | 28 | 28 | |||||||||||||||
m N 510 r | – markeringslichten (voor- en achterzijde) (indien aanwezig) | 5.*.51–63 VR | 28 | 28 | ||||||||||||||||
m N 510 s | – zijmarkeringslichten | 5.*.51–63 VR | 28 | 28 | ||||||||||||||||
m N 510 t | – zijmarkeringslichten (indien verplicht) | 5.*.51–63 VR | 28 | 28 | ||||||||||||||||
m N 511 a | – zijreflectoren | 5.*.51–63 VR | 28 | 28 | ` | 28 | 28 | 28 | 28/14 | |||||||||||
m N 511 b | – zijreflectoren (indien verplicht) | 5.*.51–63 VR | 28 | |||||||||||||||||
m N 511 c | – zijreflectoren (indien aanwezig) | 5.*.51–63 VR | 28 | 14 | 14 | 28 | ||||||||||||||
m N 511 d | – witte retroreflectoren | 5.*.51–63 VR | 28 | 28 | 28 | |||||||||||||||
m N 511 e | – witte retroreflectoren (indien verplicht) | 5.*.51–63 VR | 17 | |||||||||||||||||
m N 511 f | – witte retroreflectoren (indien aanwezig) | 5.*.51–63 VR | 28 | 14 | 14 | 28 | ||||||||||||||
m N 511 g | – achtermarkering bij meer dan 3500 kg | 5.*.51–63 VR | 28 | 28 | ||||||||||||||||
m N 511 h | – achtermarkering bij meer dan 3500 kg (indien verplicht) | 5.*.51–63 VR | 28 | |||||||||||||||||
m N 511 i | – richtlicht (indien aanwezig) | 5.*.51–63 VR | 28 | 28 | 28 | 28 | 28 | 28 | 14 | |||||||||||
m N 511 j | – bermlicht (indien aanwezig) | 5.*.51–63 VR | 28 | 28 | 28 | 28 | 28 | 28 | 14 | |||||||||||
m N 511 k | – wielreflectie | 5.*.51–63 VR | 17 | 17 | ||||||||||||||||
m N 511 l | – trapreflectie (indien verplicht) | 5.*.51–63 VR | 14 | 17 | ||||||||||||||||
m N 512 a | de verlichting/retroreflecterende voorzieningen niet de vereiste kleur hebben | 5.*.51–59 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 34 | 86 | 86 | 23 | 34 | 34 | 86 | 86 | 86 | 86/34 | 23 | 86 | ||
m N 512 b | de glazen van de verlichtingsarmaturen niet aan de gestelde eisen voldoen | 5.*.55 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 34 | 86 | 86 | 34 | 86 | 86 | 86 | 86/34 | ||||||
m N 513 | het niet is voorzien van een rode retroreflector in de vorm van een afgeknotte driehoek | 5.*.51 VR | 86 | 86 | 86 | |||||||||||||||
m N 560 | de dimlichten niet aan de eisen voldoen | 5.*.56 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | 23 | |||||||||||
m N 620 | niet is voorzien van een controlelampje voor ingeschakelde mistlichten | 5.*.62 VR | 28 | 28 | 28 | 28 | 28 | 28 | 14 | |||||||||||
m N 640 | het is voorzien van verblindende/knipperende verlichting | 5.*.64 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | 23 | 57 | 57 | 17 | 23 | 23 | 57 | 57 | 57 | 57/23 | 17 | 57 | ||
m N 650 | het is voorzien van meer lichten of retroreflecterende voorzieningen dan is toegestaan | 5.*.65 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | 23 | 57 | 57 | 17 | 23 | 23 | 57 | 57 | 57 | 57/23 | 17 | 57 | ||
11-verbinding tussen trekkend voertuig en aanhangwagen | ||||||||||||||||||||
m N 660 a | de koppeling niet deugdelijk is (bevestigd) of niet voldoet aan de daaraan gestelde eisen | 5.*.66 VR | 115 | 115 | 115 | 115 | 80 | 115 | 115 | |||||||||||
m N 660 b | de (hulp)koppeling, trekdriehoek, trekboom of onderdelen daarvan niet aanwezig is, deugdelijk is (bevestigd) of niet voldoet aan de daaraan gestelde eisen | 5.*.66–70 VR | 115 | 115 | 115 | |||||||||||||||
m N 660 c | de middenasaanhangwagen, die is voorzien van een losbreekreminrichting, tevens is voorzien van een hulpkoppeling | 5.*.66 lid 5 VR | 28 | 28 | ||||||||||||||||
m N 660 d | de koppeling, dissel, of onderdelen daarvan niet deugdelijk is (bevestigd) of niet voldoet aan de daaraan gestelde eisen | 5.15.66–70 VR | 115/46 | |||||||||||||||||
12-Diversen | ||||||||||||||||||||
m N 710 a | het niet is voorzien van een goed werkende geluidssignaalinrichting | 5.*.71 VR | 28 | 28 | 28 | 28 | 28 | 28 | ||||||||||||
m N 710 b | het niet is voorzien van een goed werkende bel of hoorn met vaste toonhoogte | 5.*.71 VR | 14 | 14 | ||||||||||||||||
m N 710 c | het niet is voorzien van een goed werkende bel | 5.9.71 VR | 14 | |||||||||||||||||
m N 710 d | het niet is voorzien van een goed werkende hoorn met vaste toonhoogte | 5.10.71 VR | 14 | |||||||||||||||||
m N 720 | het aan de voorzijde niet is voorzien van een sleepbevestigingspunt | 5.*.72 VR | 28 | 28 | ||||||||||||||||
voor 1-01-2000 in het verkeer gebrachte voor het vervoer van gehandicapten ingerichte motorrijtuigen met een elektromotor of met een verbrandingsmotor van ten hoogste 250 cm2, niet zijnde invalidenvoertuigen | 9.1 VR | |||||||||||||||||||
m N 800 a | – gebruikt door een valide | 144 | ||||||||||||||||||
m N 800 b | – gebruikt buiten de bebouwde kom | 57 | ||||||||||||||||||
0-Algemeen | ||||||||||||||||||||
m P 010 a | meer dan één aanhangwagen wordt voortbewogen | 5.18.1 lid 1 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 34 | |||||||||||||
m P 010 b | met de gelede bus een aanhangwagen wordt voortbewogen | 5.18.1 lid 2 VR | 86 | |||||||||||||||||
m P 010 c | met het gehandi- captenvoertuig een aanhangwagen wordt voortbewogen | 5.18.1 lid 3 VR | 34 | 34 | ||||||||||||||||
m P 010 d | met de motorfiets met onberemde zijspanwagen een aanhangwagen wordt voortbewogen | 5.18.1 lid 4 VR | 86 | |||||||||||||||||
m P 020 a | met het motorrijtuig meer dan één motorrijtuig of samenstel van voertuigen wordt voortbewogen | 5.18.2 lid 1 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 34 | 86 | 86 | |||||||||||
m P 020 b | met het motorrijtuig een tweewielig motorrijtuig wordt voortbewogen | 5.18.2 lid 2 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 34 | 86 | 86 | |||||||||||
m P 020 c | met het tweewielig motorrijtuig, de gelede bus of het samenstel van voertuigen, een motorrijtuig of een samenstel van voertuigen wordt voortbewogen | 5.18.2 lid 3 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 34 | 86 | 86 | |||||||||||
m P 030 | hij wordt gehinderd door passagiers, lading of op andere wijze | 5.18.3 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | 23 | 57 | 57 | 17 | 23 | 23 | 57 | 57 | 57 | 57/23 | 17 | 57 | ||
m P 040 | het niet zodanig is beladen dat hij voldoende uitzicht naar voren, opzij en naar achteren heeft | 5.18.4 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | 23 | 57 | 57 | 17 | 23 | 23 | ||||||||
m P 050 | het niet is voorzien van de vereiste buitenspiegels, indien het zicht door lading achter het voertuig of door een achter het voertuig gekoppelde aanhangwagen is beperkt | 5.18.5 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | 23 | 57 | 57 | 17 | 23 | |||||||||
m P 060 | het zodanig is beladen dat er gevaar bestaat voor het op de weg vallen van lading | 5.18.6 VR | 115 | 115 | 115 | 115 | 46 | 115 | 115 | 34 | 46 | 46 | 115 | 115 | 115 | 115/46 | 34 | 115 | ||
bij het vervoer van goederen aan de achterzijde van een personenauto, bedrijfsauto met een toegestane maximum massa van niet meer dan 3500 kg of een driewielig motorrijtuig: | 5.18.7 lid 1 VR | |||||||||||||||||||
m P 070 a | – de goederen niet deugdelijk zijn bevestigd op, in of aan een deugdelijke lastdrager | 115 | 115 | 115 | ||||||||||||||||
m P 070 b | – de lastdrager niet deugdelijk is bevestigd | 115 | 115 | 115 | ||||||||||||||||
m P 070 c | – de lastdrager inclusief lading meer dan 0,20 meter buiten de zijkanten uitsteekt | 86 | 86 | 86 | ||||||||||||||||
m P 070 d | – meer specifieke goederen worden vervoerd dan waarvoor de lastdrager is geconstrueerd | 86 | 86 | 86 | ||||||||||||||||
m P 070 e | – de lastdrager aan de achterzijde niet op de voorgeschreven wijze is voorzien van twee rode achterlichten, twee rode remlichten, twee niet driehoekige rode retroreflectoren en twee ambergele richtingaanwijzers aangezien de verlichting en retroreflectoren van het voertuig worden afgeschermd | 57 | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m P 070 f | – de lastdrager niet is voorzien van een goed leesbare, van een goedkeuringsmerk voorziene en niet afgeschermde kentekenplaat met het kenteken van het voertuig waarop de lastdrager is aangebracht aangezien de op het voertuig aangebrachte kentekenplaat wordt afgeschermd | 57 | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m P 070 g | – de koppelingsdruk van de op de trekhaak bevestigde lastdrager meer bedraagt dan voorgeschreven of meer dan 50 kg | 57 | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m P 070 h | – de lastdrager het wegdek kan raken | 57 | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m P 070 i | – de achter gebleven bevestigingsdelen van de lastdrager de bewegingsvrijheid van een aangekoppelde aanhangwagen beperken | 57 | 57 | 57 | ||||||||||||||||
bij het vervoer van goederen op het dak van een personenauto, bedrijfsauto met een toegestane maximum massa van niet meer dan 3500 kg of een driewielig motorrijtuig | 5.18.7 lid 2 VR | |||||||||||||||||||
m P 070 j | – de goederen niet deugdelijk zijn bevestigd op, in of aan een deugdelijke lastdrager | 115 | 115 | 115 | ||||||||||||||||
m P 070 k | – de lastdrager niet deugdelijk is bevestigd | 115 | 115 | 115 | ||||||||||||||||
m P 070 l | – de maximale daklast wordt overschreden | 86 | 86 | 86 | ||||||||||||||||
m P 070 m | – meer specifieke goederen worden vervoerd dan waarvoor de lastdrager is geconstrueerd | 86 | 86 | 86 | ||||||||||||||||
m P 080 | de lading van voertuig scherpe delen heeft | 5.18.8 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 34 | 86 | 86 | 23 | 34 | 34 | 86 | 86 | 86 | 86/34 | 23 | 86 | ||
m P 090 | de opgeklapte delen niet deugdelijk vergrendeld zijn | 5.18.9 VR | 86 | 86 | 86 | 86 | 34 | 86 | 86 | 23 | 34 | 34 | 86 | 86 | 86 | 86/34 | 23 | 86 | ||
m P 100 a | de aanhangwagen niet is voorzien van het kenteken van het trekkend motorrijtuig | 5.18.10 lid 1 VR | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m P 100 b | de aanhangwagen niet is voorzien van een deugdelijk bevestigde, goed leesbare, niet afgeschermde en van een goedkeuringsmerk voorziene, kentekenplaat | 5.18.10 lid 2–3 VR | 57 | 57 | ||||||||||||||||
1-afmetingen en massa's | ||||||||||||||||||||
Lengte samenstel (onbeladen) cq. indien geen sprake is van uitstekende lading | ||||||||||||||||||||
de maximum lengte van het samenstel van voertuigen wordt overschreden, met een overschrijding | 5.18.11 VR | |||||||||||||||||||
m P 111 a | t/m 0,25 m | 5.18.20 VR | 121 | 121 | 121 | 121 | 121 | |||||||||||||
m P 111 b | van meer dan 0,25 m en t/m 0,50 m | 237 | 237 | 237 | 237 | 237 | ||||||||||||||
lengte; uitstekende lading voorzijde | ||||||||||||||||||||
m P 120 | de lengte van het voertuig of samenstel van voertuigen, niet zijnde een samenstel van kermis- of circusvoertuigen, met inbegrip van de lading niet meer bedraagt dan de lengte van het voertuig of samenstel van voertuigen in onbeladen toestand vermeerderd met 1 meter, waarbij de lading voor het voertuig uitsteekt | 5.18.12 VR, 5.18.21 VR | 86 | 57 | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | |||||||||||
de lading van het voertuig of samenstel van voertuigen, niet zijnde een samenstel van kermis- of circusvoertuigen met inbegrip van in lengte ondeelbare lading: | 5.18.13 VR | |||||||||||||||||||
m P 130 b | – meer dan 3,5 meter voor het hart van het stuurwiel uitsteekt | 86 | 86 | 86 | ||||||||||||||||
m P 130 c | – voor de voorzijde van de aanhangwagen, niet zijnde een oplegger, uitsteekt | 57 | 57 | |||||||||||||||||
m P 130 d | – die voor of meer dan 1 meter achter het voertuig uitsteekt aan de voor- of achterzijde niet is voorzien van een markering die aan de eisen voldoet | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | ||||||||||||||
de lading van een beladen samenstel van bedrijfsauto en aanhangwagen, niet zijnde een oplegger, dat wordt gebruikt voor het vervoer van voertuigen, niet langer dan 20 meter: | 5.18.13 VR | |||||||||||||||||||
m P 130 f | – meer dan 2 meter achter de aanhangwagen en meer dan 5 meter achter de achterste as van de aanhangwagen uitsteekt | 57 | ||||||||||||||||||
m P 130 g | – meer dan 0,50 meter voor de voorzijde van de bedrijfsauto uitsteekt | 57 | ||||||||||||||||||
m P 130 h | – die voor of meer dan 1 meter achter het voertuig uitsteekt, aan de voor- of achterzijde niet is voorzien van een markering die voldoet aan de eisen | 57 | ||||||||||||||||||
de lading van een beladen samenstel van bedrijfsauto en aanhangwagen, niet zijnde een oplegger, dat wordt gebruikt voor het vervoer van voertuigen, langer dan 20 meter: | 5.18.13 VR | |||||||||||||||||||
m P 130 i | t/m 0,25 m | 121 | 121 | |||||||||||||||||
m P 130 j | van meer dan 0,25 m en t/m 0,50 m | 237 | 237 | |||||||||||||||||
lengte; uitstekende lading achterzijde | ||||||||||||||||||||
de lading (meer dan de toegestane lengte) achter (de achterste as van) het voertuig uitsteekt en/of de vereiste stootbalk meer dan 0,60 meter van de uiterste achterzijde is aangebracht (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding | 5.18.12 VR, 5.18.21 VR | |||||||||||||||||||
m P 121 a | t/m 0,25 m | 121 | 121 | |||||||||||||||||
m P 121 b | van meer dan 0,25 m en t/m 0,50 m | 237 | 237 | |||||||||||||||||
m P 121 f | de lading meer dan de toegestane lengte achter (de achterste as van) het voertuig in gebruik genomen na 30-06-1967 en voor 01-01-1996 uitsteekt en de vereiste stootbalk niet op de juiste wijze is aangebracht (categorie 12 particulier gebruik) | 5.18.12 VR, 5.18.21 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | |||||||||||
lengte; ondeelbare lading | ||||||||||||||||||||
de lading meer dan de toegestane lengte achter (de achterste as van) het voertuig uitsteekt (categorie 12 bedrijfsmatig gebruik), een overschrijding | 5.18.13 VR, 5.18.21 VR | |||||||||||||||||||
m P 131 a | t/m 0,25 m | 121 | 121 | |||||||||||||||||
m P 131 b | van meer dan 0,25 m en t/m 0,50 m | 237 | 237 | |||||||||||||||||
m P 131 f | de lading meer dan de toegestane lengte achter (de achterste as van) het voertuig uitsteekt (categorie 12 particulier gebruik) | 5.18.13 VR, 5.18.21 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | |||||||||||
breedte; deelbare lading | ||||||||||||||||||||
het voertuig met inbegrip van de (deelbare) lading de maximum breedte overschrijdt, een overschrijding | 5.18.14 VR, 5.18.22 VR | |||||||||||||||||||
m P 141 a | t/m 0,20 m | 92 | 92 | 92 | 92 | 92 | 92 | 92 | 92 | |||||||||||
m P 141 b | van meer dan 0,20 m en t/m 0,45 m | 144 | 144 | 144 | 144 | 144 | 144 | 144 | 144 | |||||||||||
m P 141 c | van meer dan 0,45 m en t/m 0,70 m | 237 | 237 | 237 | 237 | 237 | 237 | 237 | 237 | |||||||||||
breedte; ondeelbare lading | ||||||||||||||||||||
m P 140 d | de in de breedte ondeelbare lading, die meer dan 0,10 meter buiten de zijkant van het voertuig uitsteekt, niet is voorzien van de vereiste markering (geldt niet voor fietsen op een lastdrager) | 5.18.14 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | |||||||||||||
m P 140 e | de lading meer dan 0,20 meter buiten elke zijkant van de personenauto of van het driewielig motorrijtuig, dat na 31-10-1997 in gebruik is genomen, uitsteekt | 5.18.14 VR | 86 | 86 | ||||||||||||||||
het voertuig met inbegrip van de (ondeelbare) lading de maximum breedte overschrijdt, een overschrijding | 5.18.14 VR | |||||||||||||||||||
m P 142 a | t/m 0,25 m | 190 | 190 | 190 | 190 | 190 | 190 | 190 | 190 | |||||||||||
m P 142 b | van meer dan 0,25 m en t/m 0,50 m | 286 | 286 | 286 | 286 | 286 | 286 | 286 | 286 | |||||||||||
Hoogte | ||||||||||||||||||||
het voertuig met inbegrip van de lading hoger is dan 4,00 meter, een overschrijding: | 5.18.15 VR, 5.18.23 VR. | |||||||||||||||||||
m P 150 a | t/m 0,10 m | 92 | 92 | 92 | 92 | 92 | 92 | 92 | 92 | |||||||||||
m P 150 b | van meer dan 0,10 m en t/m 0,20 m | 190 | 190 | 190 | 190 | 190 | 190 | 190 | 190 | |||||||||||
Massa | ||||||||||||||||||||
het voertuig zodanig is beladen dat de toegestane maximum last van enige as of asstel, dan wel de toegestane maximum massa wordt overschreden met | 5.18.17 VR | |||||||||||||||||||
m P 170 a | – meer dan 10% | 115 | 115 | 115 | 115 | 115 | ||||||||||||||
m P 170 b | – meer dan 25% | 173 | 173 | 173 | 173 | 173 | ||||||||||||||
m P 170 c | – meer dan 50% | 231 | 231 | 231 | 231 | 231 | ||||||||||||||
m P 170 d | – meer dan 75% | 289 | 289 | 289 | 289 | 289 | ||||||||||||||
m P 170 e | het voertuig zodanig is beladen dat de toegestane maximum last onder de koppeling wordt overschreden | 5.18.17 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | |||||||||||||
de totale massa van de aanhangwagen meer bedraagt dan in het kentekenregister of op het kentekenbewijs van het trekkend motorrijtuig vermeld | 5.18.18 VR | |||||||||||||||||||
m P 180 a | – meer dan 10% | 115 | 115 | |||||||||||||||||
m P 180 b | – meer dan 25% | 173 | 173 | |||||||||||||||||
m P 180 c | – meer dan 50% | 231 | 231 | |||||||||||||||||
m P 180 d | – meer dan 75% | 289 | 289 | |||||||||||||||||
de totale massa van de aanhangwagen meer bedraagt dan de maximum massa die volgt uit het op de koppeling van het trekkend voertuig aangebrachte identificatie kenmerk of goedkeuringsmerk, of indien zo'n merk niet aanwezig is, de massa meer bedraagt dan 750 kg en meer dan de ledige massa van het trekkend motorrijtuig of meer dan de massa in bedrijfsklare toestand van het trekkend motorrijtuig indien het een personenauto betreft die na 31-12-1994 in gebruik is genomen | 5.18.18 VR | |||||||||||||||||||
m P 180 e | – meer dan 10% | 115 | 115 | |||||||||||||||||
m P 180 f | – meer dan 25% | 173 | 173 | |||||||||||||||||
m P 180 g | – meer dan 50% | 231 | 231 | |||||||||||||||||
m P 180 h | – meer dan 75% | 289 | 289 | |||||||||||||||||
de totale massa van het samenstel van voertuigen meer bedraagt dan in het kentekenregister vermelde toegestane maximum massa | 5.18.18 lid 2a VR | |||||||||||||||||||
m P 180 i | – meer dan 10% | 115 | 115 | 115 | ||||||||||||||||
m P 180 j | – meer dan 25% | 173 | 173 | 173 | ||||||||||||||||
m P 180 k | – meer dan 50% | 231 | 231 | 231 | ||||||||||||||||
m P 180 l | – meer dan 75% | 289 | 289 | 289 | ||||||||||||||||
de totale massa van het samenstel van voertuigen meer bedraagt dan vijf maal de maximum toegestane last onder de aangedreven as(sen) van het trekkend motorrijtuig | 5.18.18 lid 2b VR | |||||||||||||||||||
m P 180 m | – meer dan 10% | 115 | 115 | 115 | ||||||||||||||||
m P 180 n | – meer dan 25% | 173 | 173 | 156 | ||||||||||||||||
m P 180 o | – meer dan 50% | 231 | 231 | 231 | ||||||||||||||||
m P 180 p | – meer dan 75% | 289 | 289 | 289 | ||||||||||||||||
de totale massa van het van het voertuig of samenstel van voertuigen meer bedraagt dan 50 000 kg of indien het een rijdend werktuig is 60 000kg. | 5.18.18 lid 2 VR | |||||||||||||||||||
m P 180 q | – tot en met 10% | 289 | 289 | 289 | ||||||||||||||||
m P 181 a | de last onder de bestuurde as(sen) van een motorrijtuig in beladen toestand minder bedraagt dan 1/5 deel van de massa van het voertuig in beladen toestand | 5.18.18 VR | 121 | 121 | 121 | |||||||||||||||
m P 181 b | de last onder de bestuurde as(sen) van een geleed motorrijtuig minder bedraagt dan 1/5 deel van de massa van het voorste deel van het motorrijtuig in beladen toestand | 5.18.18 VR | 121 | |||||||||||||||||
m P 181 c | de last onder de gestuurde as(sen), niet zijnde zelfsturende assen, van aanhangwagens in beladen toestand, niet zijnde middenasaanhangwagens of opleggers, minder bedraagt dan 1/5 deel van de massa van de aanhangwagen in beladen toestand | 5.18.18 en 24 VR | 121 | 121 | 121 | |||||||||||||||
m P 181 d | de last onder de koppeling van opleggers in beladen toestand minder bedraagt dan 1/5 deel van de massa van de oplegger in beladen toestand | 5.18.18 VR | 121 | |||||||||||||||||
m P 190 a | de breedte of de hoogte van de gekoppelde aanhangwagen met inbegrip van de lading meer bedraagt dan 1 meter | 5.18.19 VR | 86/- | |||||||||||||||||
m P 190 b | de totale massa van de aanhangwagen meer bedraagt dan de helft van de ledige massa van de trekkende motorfiets | 5.18.19 VR | 86/- | |||||||||||||||||
m P 190 c | de afstand van de achteras van de trekkende motorfiets tot de achterzijde van de aanhangwagen, met inbegrip van de lading, meer bedraagt dan 2,50 meter | 5.18.19 VR | 86/- | |||||||||||||||||
bij vervoer van lading die redelijkerwijs niet in de lengte deelbaar is, de lading van het voertuig of samenstel: | 5.18.21 VR | |||||||||||||||||||
m P 210 e | meer dan 3,5 meter voor het hart van het stuurwiel van het voertuig uitsteekt | 57 | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m P 210 f | meer dan 1 meter achter het voertuig uitsteekt, terwijl de achterzijde niet is voorzien van de vereiste markering | 57 | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m P 240 a | de last onder de bestuurde as(sen) van landbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid minder bedraagt dan 1/5 deel van de ledige massa | 5.18.24 lid 1 VR | 121 | 121 | ||||||||||||||||
de totale massa van samenstellen van landbouwtrekker of motorrijtuig met beperkte snelheid en een of meer aanhangwagens mag in beladen toestand niet meer bedragen dan 50 000 kg. | 5.18.25 VR | |||||||||||||||||||
m P 250 a | – tot en met 10% | 289 | 289 | |||||||||||||||||
m P 260 a | de bromfiets op twee wielen met inbegrip van de lading breder is dan 1 meter | 5.18.26 lid 1 VR | 34 | |||||||||||||||||
m P 260 b | de bromfiets op meer dan twee wielen met inbegrip van de lading breder is dan 2 meter | 5.18.26 lid 2 VR | 34 | |||||||||||||||||
de gekoppelde aanhangwagen met inbegrip van de lading | ||||||||||||||||||||
m P 270 a | – breder is dan 1 meter | 5.18.27 en 29 VR | -/34 | 23 | ||||||||||||||||
m P 270 b | – hoger is dan 1 meter | 5.18.27 VR | -/34 | |||||||||||||||||
m P 270 c | de totale massa van de aanhangwagen meer bedraagt dan de helft van de ledige massa van de trekkende bromfiets | 5.18.27 VR | -/34 | |||||||||||||||||
m P 270 d | de afstand van de achteras van de trekkende bromfiets tot de achterzijde van de aanhangwagen, met inbegrip van de lading, meer bedraagt dan 2 meter | 5.18.27 VR | -/34 | |||||||||||||||||
m P 280 a | de fiets op twee wielen met inbegrip van de lading breder is dan 0,75 meter | 5.18.28 lid 1 VR | 23 | |||||||||||||||||
m P 280 b | de fiets op meer dan twee wielen of voorzien van een zijspanwagen met inbegrip van de lading breder is dan 1,50 meter | 5.18.28 lid 2 VR | 23 | |||||||||||||||||
het voertuig met inbegrip van de lading: | ||||||||||||||||||||
m P 300 a | – breder is dan 1,10 meter | 5.18.30 lid 1 VR | 34 | 34 | ||||||||||||||||
m P 300 b | – breder is dan 1,50 meter | 5.18.30 lid 2 VR | 86 | |||||||||||||||||
m P 300 c | – in bespannen toestand breder is dan 2,60 meter of indien de lading bestaat uit losse veldgewassen breder is dan 3,50 meter | 5.18.30 lid 3 VR | 86 | |||||||||||||||||
m P 300 d | – hoger is dan 2 meter | 5.18.30 lid 4 VR | 34 | 34 | ||||||||||||||||
m P 300 e | – hoger is dan 4 meter | 5.18.30 lid 5 VR | 86 | |||||||||||||||||
de som van de aslasten van de aangekoppelde middenasaanhangwagen met een toegestane maximum massa van meer dan 12 000 kg meer bedraagt dan de som van aslasten van het trekkend motorrijtuig | 5.18.31 VR | |||||||||||||||||||
m P 310 a | – meer dan 10% | 121 | ||||||||||||||||||
m P 310 b | – meer dan 25% | 237 | ||||||||||||||||||
m P 310 e | de koppelingsdruk van de middenasaanhangwagen met een massa van niet meer dan 750 kg meer bedraagt dan 50 kg dan wel niet neerwaarts is gericht | 5.18.31 VR | 57 | |||||||||||||||||
m P 310 f | de koppelingsdruk van de middenasaanhangwagen met een toegestane massa van meer dan 750 kg minder bedraagt dan 1 % van de toegestane maximum massa van dat voertuig (de koppelingsdruk behoeft niet meer dan 50 kg te bedragen) | 5.18.31 VR | 57 | |||||||||||||||||
3-Reminrichting | ||||||||||||||||||||
de aanhangwagen, niet is voorzien van een reminrichting, terwijl de massa van de aanhangwagen meer bedraagt dan: | 5.18.33 VR | |||||||||||||||||||
m P 330 a | – de helft van de massa in bedrijfsklare toestand van de na 31-12-94 in gebruik genomen personenauto | 167 | 167 | |||||||||||||||||
m P 330 b | – de helft van de ledige massa vermeerdert met 50 kg van de voor 01-01-95 in gebruik genomen personenauto | 167 | 167 | |||||||||||||||||
m P 330 c | – 750 kg | 86 | ||||||||||||||||||
m P 330 d | – de helft van de ledige massa van het trekkend bedrijfsvoertuig / driewielig motorrijtuig | 86 | 86 | |||||||||||||||||
m P 340 a | de aanwezige reminrichting van de aanhangwagen niet in werking treedt bij het bedienen van de bedrijfsrem van het trekkend voertuig | 5.18.34 lid 1 VR | 144 | 144 | 144 | 144 | 144 | |||||||||||||
m P 340 b | de losbreekreminrichting niet op de vereiste wijze met het trekkend voertuig is verbonden | 5.18.34 lid 2 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | |||||||||||||
niet wordt voldaan aan de minimale remvertraging van de bedrijfsrem van het samenstel, de vermindering bedraagt | 5.18.35 lid 1 VR | |||||||||||||||||||
m P 350 a | – 0 t/m 0,5 m/s2 | 144 | 144 | 144 | ||||||||||||||||
m P 350 b | – 0,51 t/m 1,0 m/s2 | 190 | 190 | 190 | ||||||||||||||||
m P 350 c | – 1,01 t/m 1,5 m/s2 | 237 | 237 | 237 | ||||||||||||||||
m P 350 d | – 1,51 t/m 2,0 m/s2 | 286 | 286 | 286 | ||||||||||||||||
niet wordt voldaan aan de minimale remvertraging van de bedrijfsrem van het samenstel de, vermindering bedraagt | 5.18.35 lid 1 VR | |||||||||||||||||||
m P 350 f | – 0 t/m 0,5 m/s2 | 237 | ||||||||||||||||||
de remvertraging van het samenstel niet voldoet aan die van het trekkend voertuig, de vermindering bedraagt | 5.18.35 lid 2 VR | |||||||||||||||||||
m P 351 a | – 0 t/m 0,5 m/s2 | 144 | 144 | |||||||||||||||||
m P 351 b | – 0,51 t/m 1,0 m/s2 | 190 | 190 | |||||||||||||||||
m P 351 c | – 1,01 t/m 1,5 m/s2 | 237 | 237 | |||||||||||||||||
m P 351 d | – 1,51 t/m 2,0 m/s2 | 286 | 286 | |||||||||||||||||
m P 360 | de parkeerrem het samenstel op een helling van 10% niet in stilstand kan houden | 5.18.36 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | |||||||||||||
4-verlichting, lichtsignalen en retroreflecterende voorzieningen | ||||||||||||||||||||
m P 370 | een aanhangwagen wordt voortbewogen zonder dat iedere zijkant van het trekkend voertuig is voorzien van een zijrichtingaanwijzer | 5.18.37 VR | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | |||||||||||||
m P 380 | de verlichtingsinstallatie van de aanhangwagen niet zodanig is aangesloten, dat de lichtsignalen overeenkomen met die van het trekkend voertuig | 5.18.38 VR | 57 | 57 | 57 | 57/23 | 17 | |||||||||||||
5-verbinding tussen voertuigen | ||||||||||||||||||||
m P 540 | de aanhangwagen niet middels een deugdelijke koppeling met het trekkend voertuig is verbonden | 5.18.54 VR | 115 | 115 | 115 | 115 | 46 | 115 | 115 | 34 | ||||||||||
m P 550 | het bewegen van de aanhangwagen ten opzichte van het trekkend voertuig wordt in een uiterste stand tot 90 graden begrensd door delen van de reminrichting, de elektrische installatie, de koppeling, besturingsonderdelen of, indien aanwezig, de hulpkoppeling | 5.18.55 VR | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m P 560 a | het trekoog of de kogelkoppeling van de gekoppelde aanhangwagen niet nagenoeg horizontaal ligt op een horizontaal wegdek | 5.18.56 lid 1 VR | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m P 560 b | de koppelinrichting op het trekkend voertuig niet verticaal beweegbaar is indien de gekoppelde aanhangwagen is voorzien van een trekdriehoek met verzet | 5.18.56 lid 2 VR | 57 | 57 | 57 | |||||||||||||||
m P 560 c | geen hoekverdraaiing van de opleggerschotel naar boven en naar beneden mogelijk is indien het samenstel van trekker en oplegger zich op een horizontaal wegdek bevindt | 5.18.56 lid 3 VR | 57 | |||||||||||||||||
m P 570 | de hulpkoppeling van een middenasaanhangwagen met een toegestane maximum massa van niet meer dan 1500 kg. niet op de vereiste wijze is aangebracht | 5.18.57 VR | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m P 580 | de koppeling van de gekoppelde aanhangwagen geen bewegingen toelaat om een horizontale en een verticale as, loodrecht op de lengteas van het trekkend voertuig | 5.18.58 VR | 57/23 | |||||||||||||||||
m P 590 | de gekoppelde aanhangwagen niet goed is verbonden | 5.18.59 VR | 17 | |||||||||||||||||
6-diversen | ||||||||||||||||||||
m P 600 | het niet is voorzien van het vereiste bord of vlak met de aanduiding 45 niet op de achterzijde van de drie of meer wielige bromfiets met gesloten carrosserie | 5.18.60 VR | 23 | |||||||||||||||||
Nummers R701-R703: Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) | ||||||||||||||||||||
m R 701 | zonder daartoe krachtens het Besluit bevoegd te zijn verkeerstekens op, langs of boven de wegen aan te brengen, te doen aanbrengen, aangebracht houden, te verwijderen, dan wel de zichtbaarheid daarvan weg te nemen | 1a BABW | 57 | |||||||||||||||||
m R 702 | voorwerpen, inrichting of borden, van welke aard ook, die het verkeer in verwarring zouden kunnen brengen op, langs of boven de wegen aan te brengen, te doen aanbrengen of aangebracht houden | 2 BABW | 57 | |||||||||||||||||
m R 703 | niet zo spoedig mogelijk op de juiste wijze inleveren van ongeldige gehandicaptenparkeerkaart | 55 jo 51 BABW | 57 | |||||||||||||||||
nummers K 405-K550: Kentekenreglement | ||||||||||||||||||||
m K 405 | de kentekenplaat voldoet niet aan de gestelde eisen | 5 lid 1 en 3 Kr | 57 | |||||||||||||||||
Wijziging van de tenaamstelling; overdracht tussen particulieren | ||||||||||||||||||||
m K 415 a | – deel II en het overschrijvingsbewijs niet terstond aan de nieuwe eigenaar of houder overdragen | 26 lid 1 sub a Kr | 28 | |||||||||||||||||
m K 415 b | – deel I afgeven terwijl het vrijwaringsbewijs en het oude deel II nog niet is ontvangen | 26 lid 1 sub b Kr | 115 | |||||||||||||||||
m K 415 c | – het ontvangstbewijs afgeven terwijl het vrijwaringsbewijs en het oude deel II nog niet is ontvangen | 26 lid 1 sub b jo. 18 Kr | 115 | |||||||||||||||||
m K 420 | als nieuwe eigenaar of houder niet binnen een week op de voorgeschreven wijze het kentekenbewijs overschrijven | 26 lid 2 Kr | 231 | |||||||||||||||||
m K 425 | het vrijwaringsbewijs en het oude deel II niet terstond aan de vorige eigenaar of houder afgeven | 26 lid 4 Kr | 28 | |||||||||||||||||
m K 430 | deel I niet terstond aan de nieuwe eigenaar of houder afgeven na ontvangst van het vrijwaringsbewijs en het oude deel II | 26 lid 5 Kr | 28 | |||||||||||||||||
m K 435 | het ontvangstbewijs niet terstond aan de nieuwe eigenaar of houder afgeven na ontvangst van het vrijwaringsbewijs en het oude deel II | 26 lid 5 jo. 18 Kr | 28 | |||||||||||||||||
wijziging van de tenaamstelling: overdracht ten behoeve van een bedrijfsvoorraad | ||||||||||||||||||||
m K 440 a | – deel II en het overschrijvingsbewijs niet terstond aan het erkende bedrijf overdragen | 27 lid 2 sub a Kr | 28 | |||||||||||||||||
m K 440 b | – deel I afgeven terwijl het vrijwaringsbewijs en het oude deel II nog niet is ontvangen | 27 lid 2 sub b Kr | 115 | |||||||||||||||||
m K 440 c | – het ontvangstbewijs afgeven terwijl het vrijwaringsbewijs en het oude deel II nog niet is ontvangen | 27 lid 2 sub b jo. 18 Kr | 115 | |||||||||||||||||
m K 445 | deel I niet terstond aan het erkende bedrijf afgeven na ontvangst van het vrijwaringsbewijs en het oude deel II | 27 lid 6 Kr | 28 | |||||||||||||||||
m K 450 | het ontvangstbewijs niet terstond aan het erkende bedrijf afgeven na ontvangst van het vrijwaringsbewijs en het oude deel II | 27 lid 6 jo. 18 Kr | 28 | |||||||||||||||||
wijziging van de tenaamstelling: overdracht van een voertuig uit bedrijfsvoorraad | ||||||||||||||||||||
bedrijfsvoorraad deel II en het overschrijvingsbewijs niet terstond overdragen aan | 28 lid 1 jo. | |||||||||||||||||||
m K 455 a | – de nieuwe eigenaar of houder (particulier) | – 26 lid 1 sub a Kr | 57 | |||||||||||||||||
m K 455 b | – het erkende bedrijf | – 27 lid 2 sub a Kr | 57 | |||||||||||||||||
als erkend bedrijf deel I afgeven terwijl het vrijwaringsbewijs en het oude deel II nog niet is ontvangen, van | 28 lid 1 jo. | |||||||||||||||||||
m K 460 a | – een particulier | – 26 lid 1 sub b Kr | 144 | |||||||||||||||||
m K 460 b | – een erkend bedrijf | – 27 lid 2 sub b Kr | 144 | |||||||||||||||||
m K 465 | als nieuwe eigenaar of houder (particulier) niet binnen een week op de voorgeschreven wijze het kentekenbewijs overschrijven | 28 lid 1 jo. 26 lid 2 Kr | 231 | |||||||||||||||||
m K 470 | als particulier het vrijwaringsbewijs en het oude bedrijfsvoorraad deel II niet terstond aan de vorige eigenaar of houder afgeven | 28 lid 1 jo. 26 lid 4 Kr | 28 | |||||||||||||||||
deel I na ontvangst van het vrijwaringsbewijs en het oude bedrijfsvoorraad deel II niet terstond afgeven aan | 28 lid 1 jo. | |||||||||||||||||||
m K 475 a | – de nieuwe eigenaar of houder (particulier) | – 26 lid 5 Kr | 57 | |||||||||||||||||
m K 475 b | – het erkende bedrijf | – 27 lid 6 Kr | 57 | |||||||||||||||||
m K 480 | als erkend bedrijf niet binnen een week op de voorgeschreven wijze het kentekenbewijs overschrijven (voertuig bestemd voor eigen gebruik) | 28 lid 2 Kr | 231 | |||||||||||||||||
wijziging van de tenaamstelling: overlijden van een kentekenhouder | ||||||||||||||||||||
m K 485 | als meerderjarige eigenaar of houder na overlijden van de kentekenhouder niet binnen vijf weken op de voorgeschreven wijze het kentekenbewijs op zijn naam overschrijven | 29 lid 1 Kr | 231 | |||||||||||||||||
Verval van de tenaamstelling: overdracht van een voertuig aan een persoon in het buitenland | ||||||||||||||||||||
m K 490 a | – het (bedrijfsvoorraad) deel II en het overschrijvingsbewijs niet terstond aan de nieuwe eigenaar of houder overdragen | 31 lid 1 sub a en 31 lid 6 jo lid 1 Kr | 28 | |||||||||||||||||
m K 490 b | – deel I afgeven terwijl het afschrift van de uitvoerverklaring nog niet is ontvangen | 31 lid 1 sub b Kr | 115 | |||||||||||||||||
m K 490 c | – het ontvangstbewijs afgeven terwijl het afschrift van de uitvoerverklaring nog niet is ontvangen | 31 lid 1 sub b jo. 18 Kr | 115 | |||||||||||||||||
m K 495 | als nieuwe eigenaar of houder niet binnen een week de vereiste documenten bij de Minister van Verkeer en Waterstaat inleveren | 31 lid 2 en 31 lid 6 jo lid 2 Kr | 231 | |||||||||||||||||
m K 500 | als nieuwe eigenaar of houder het afschrift van de uitvoerverklaring niet terstond aan de vorige eigenaar of houder afgeven | 31 lid 4 Kr | 28 | |||||||||||||||||
m K 505 | als eigenaar of houder deel I niet terstond aan de nieuwe eigenaar of houder afgeven na ontvangst van het afschrift van de uitvoerverklaring | 31 lid 5 Kr | 28 | |||||||||||||||||
m K 510 | als eigenaar of houder het ontvangstbewijs niet terstond aan de nieuwe eigenaar of houder afgeven na ontvangst van het afschrift van de uitvoerverklaring | 31 lid 5 jo. 18 Kr | 28 | |||||||||||||||||
m K 515 | als nieuwe eigenaar of houder niet terstond een aangewezen legitimatiebewijs en de uitvoerverklaring inleveren bij het erkende bedrijf dat de uitvoer geautomatiseerd registreert | 32 lid 2 Kr | 231 | |||||||||||||||||
m K 520 | als kentekenhouder/bij overlijden zijn erfgenaam, niet de vereiste documenten inleveren bij de Minister van Verkeer en Waterstaat, wanneer het voertuig voorgoed buiten Nederland wordt gebracht | 33 lid 1 Kr en 33 lid 3 jo lid 1 KR | 231 | |||||||||||||||||
Aanvraag nieuw deel I | ||||||||||||||||||||
m K 525 | niet op de voorgeschreven wijze een nieuw deel I aanvragen, indien het voertuig niet meer overeenstemt met de gegevens op het afgegeven deel I | 34 lid 1 Kr | 144 | |||||||||||||||||
Handelaarskenteken(bewijs) | ||||||||||||||||||||
m K 535 | als kentekenhouder het handelaarskenteken niet op de voorgeschreven wijze gebruiken | 44 Kr | 144 | |||||||||||||||||
m K 540 | het ongeldig verklaarde handelaarskentekenbewijs niet onverwijld inleveren | 45 lid 2 Kr | 231 | |||||||||||||||||
Intrekking erkenning | ||||||||||||||||||||
m K 545 | de verstrekte formulieren en bedrijfsvoorraadpassen niet onverwijld inleveren | 49 lid 1 Kr | 231 | |||||||||||||||||
Inleverplicht oude bewijzen (overgangsbepaling) | ||||||||||||||||||||
m K 550 | kentekenbewijzen en duplicaten afgegeven op basis van de (oude) Wegenverkeerswet en die hun geldigheid hebben verloren, niet onverwijld inleveren | 54 lid 2 Kr | 231 | |||||||||||||||||
Nummer K 600 Reglement rijbewijzen (RR) | ||||||||||||||||||||
m K 600 | als bestuurder van een motorrijtuig van de rijbewijscategorie A niet op eerste vordering het theoriecertificaat dan wel de oproep voor het examen ter inzage geven | 2 lid 2 RR | 28 | |||||||||||||||||
nummers S 005-S340 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) | ||||||||||||||||||||
Categorie-indeling C (maximum snelheid) | ||||||||||||||||||||
1. Motorvoertuigen (uitgezonderd categorie 2: vrachtauto's, autobussen en motorvoertuigen met aanhangwagen en bromfietsen); | ||||||||||||||||||||
2. Vrachtauto's, autobussen en motorvoertuigen met aanhangwagen; | ||||||||||||||||||||
3. bromfietsen, snorfietsen en gehandicaptenvoertuigen met motor; | ||||||||||||||||||||
4. Landbouwtrekkers en motorvoertuigen met beperkte snelheid; | ||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 2. Verkeersregels | ||||||||||||||||||||
VIII. Maximum snelheid | ||||||||||||||||||||
a. Algemeen | ||||||||||||||||||||
als bestuurder niet in staat zijn, zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is: | 19 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m S 005 a | – bij snelheden tot en met 80 km/h | 132 | 132 | 52 | ||||||||||||||||
als bestuurder niet in staat zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is. De gedraging/overtreding is geconstateerd met behulp van het Videocontrole systeem (VCS) | ||||||||||||||||||||
m S 010 a | bij snelheden tot en met 80 km/h | 132 | 132 | |||||||||||||||||
b. binnen de bebouwde kom | ||||||||||||||||||||
overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom (gedragsregel) | 20 sub a RVV 1990 (cat 1/2), 20 sub b/d RVV 1990 (cat 3) | |||||||||||||||||||
m S 100 a | – tot en met 10 km/h | 22 sub b RVV 1990 (cat 4) | 28 | 28 | 28 | 28 | ||||||||||||||
m S 100 b | – meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h | 40 | 52 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m S 100 c | – meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h | 63 | 80 | 63 | 63 | |||||||||||||||
m S 100 d | – meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h | 92 | 104 | 92 | 92 | |||||||||||||||
m S 100 e | – meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h | 115 | 132 | 115 | 115 | |||||||||||||||
overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom (verkeersbord A1) | 62 jo. bord A1 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m S 110 a | – tot en met 10 km/h | 28 | 28 | 28 | 28 | |||||||||||||||
m S 110 b | – meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h | 40 | 52 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m S 110 c | – meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h | 63 | 80 | 63 | 63 | |||||||||||||||
m S 110 d | – meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h | 92 | 104 | 92 | 92 | |||||||||||||||
m S 110 e | – meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h | 115 | 132 | 115 | 115 | |||||||||||||||
overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom (verkeersbord A3) | 62 jo. bord A3 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m S 120 a | – tot en met 10 km/h | 28 | 28 | 28 | 28 | |||||||||||||||
m S 120 b | – meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h | 40 | 52 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m S 120 c | – meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h | 63 | 80 | 63 | 63 | |||||||||||||||
m S 120 d | – meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h | 92 | 104 | 92 | 92 | |||||||||||||||
m S 120 e | – meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h | 115 | 132 | 115 | 115 | |||||||||||||||
overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden (verkeersbord A1) | 62 jo. bord A1 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m S 130 a | – tot en met 10 km/h | 52 | 80 | 52 | 52 | |||||||||||||||
m S 130 b | – meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h | 80 | 104 | 80 | 80 | |||||||||||||||
m S 130 c | – meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h | 104 | 132 | 104 | 104 | |||||||||||||||
m S 130 d | – meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h | 132 | 156 | 132 | 132 | |||||||||||||||
m S 130 e | – meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h | 156 | 185 | 156 | 156 | |||||||||||||||
overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden (verkeersbord A3) | 62 jo. bord A3 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m S 140 a | – tot en met 10 km/h | 52 | 80 | 52 | 52 | |||||||||||||||
m S 140 b | – meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h | 80 | 104 | 80 | 80 | |||||||||||||||
m S 140 c | – meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h | 104 | 132 | 104 | 104 | |||||||||||||||
m S 140 d | – meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h | 132 | 156 | 132 | 132 | |||||||||||||||
m S 140 e | – meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h | 156 | 185 | 156 | 156 | |||||||||||||||
c. (auto) wegen buiten de bebouwde kom | ||||||||||||||||||||
overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom (gedragsregel) | 21 sub a RVV 1990 (cat 1), 22 sub a RVV 1990 (cat 2) | |||||||||||||||||||
m S 200 a | – tot en met 10 km/h | 21 sub b RVV 1990 (cat 3) | 28 | 28 | 28 | 28 | ||||||||||||||
m S 200 b | – meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h | 22 sub b/d RVV 1990 (cat 4) | 40 | 52 | 40 | 40 | ||||||||||||||
m S 200 c | – meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h | 63 | 80 | 63 | 63 | |||||||||||||||
m S 200 d | – meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h | 92 | 104 | 92 | 92 | |||||||||||||||
m S 200 e | – meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h | 115 | 132 | 115 | 115 | |||||||||||||||
overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom (verkeersbord A1) | 62 jo. bord A1 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m S 210 a | – tot en met 10 km/h | 28 | 28 | 28 | 28 | |||||||||||||||
m S 210 b | – meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h | 40 | 52 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m S 210 c | – meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h | 63 | 80 | 63 | 63 | |||||||||||||||
m S 210 d | – meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h | 92 | 104 | 92 | 92 | |||||||||||||||
m S 210 e | – meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h | 115 | 132 | 115 | 115 | |||||||||||||||
overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom (verkeersbord A3) | 62 jo. bord A3 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m S 220 a | – tot en met 10 km/h | 28 | 28 | 28 | 28 | |||||||||||||||
m S 220 b | – meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h | 40 | 52 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m S 220 c | – meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h | 63 | 80 | 63 | 63 | |||||||||||||||
m S 220 d | – meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h | 92 | 104 | 92 | 92 | |||||||||||||||
m S 220 e | – meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h | 115 | 132 | 115 | 115 | |||||||||||||||
overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden (verkeersbord A1) | 62 jo. bord A1 RVV 1990, 22 sub a RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m S 230 a | – tot en met 10 km/h | 52 | 80 | |||||||||||||||||
m S 230 b | – meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h | 80 | 104 | |||||||||||||||||
m S 230 c | – meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h | 104 | 132 | |||||||||||||||||
m S 230 d | – meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h | 132 | 156 | |||||||||||||||||
m S 230 e | – meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h | 156 | 185 | |||||||||||||||||
overschrijding van de maximumsnelheid op (auto)wegen buiten de bebouwde kom bij wegwerkzaamheden (verkeersbord A3) | 62 jo. bord A3 RVV 1990, 22 sub a RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m S 240 a | – tot en met 10 km/h | 52 | 80 | |||||||||||||||||
m S 240 b | – meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h | 80 | 104 | |||||||||||||||||
m S 240 c | – meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h | 104 | 132 | |||||||||||||||||
m S 240 d | – meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h | 132 | 156 | |||||||||||||||||
m S 240 e | – meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h | 156 | 185 | |||||||||||||||||
d. Autosnelwegen | ||||||||||||||||||||
overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen (gedragsregel) | 21 sub a RVV 1990 (cat 1), 22 sub a RVV 1990 (cat 2) | |||||||||||||||||||
m S 300 a | – tot en met 10 km/h | 28 | 28 | |||||||||||||||||
m S 300 b | – meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h | 40 | 52 | |||||||||||||||||
m S 300 c | – meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h | 52 | 80 | |||||||||||||||||
m S 300 d | – meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h | 80 | 104 | |||||||||||||||||
m S 300 e | – meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h | 104 | 132 | |||||||||||||||||
m S 300 f | – meer dan 30 km/h en tot en met 35 km/h | 132 | ||||||||||||||||||
m S 300 g | – meer dan 35 km/h en tot en met 40 km/h | 156 | ||||||||||||||||||
overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen (verkeersbord A1) | 62 jo. bord A1 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m S 310 a | – tot en met 10 km/h | 28 | 28 | |||||||||||||||||
m S 310 b | – meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h | 40 | 52 | |||||||||||||||||
m S 310 c | – meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h | 52 | 80 | |||||||||||||||||
m S 310 d | – meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h | 80 | 104 | |||||||||||||||||
m S 310 e | – meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h | 104 | 132 | |||||||||||||||||
m S 310 f | – meer dan 30 km/h en tot en met 35 km/h | 132 | ||||||||||||||||||
m S 310 g | – meer dan 35 km/h en tot en met 40 km/h | 156 | ||||||||||||||||||
overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen (verkeersbord A3) | 62 jo. bord A3 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m S 320 a | – tot en met 10 km/h | 28 | 28 | |||||||||||||||||
m S 320 b | – meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h | 40 | 52 | |||||||||||||||||
m S 320 c | – meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h | 52 | 80 | |||||||||||||||||
m S 320 d | – meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h | 80 | 104 | |||||||||||||||||
m S 320 e | – meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h | 104 | 132 | |||||||||||||||||
overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen bij wegwerkzaamheden (verkeersbord A1) | 62 jo. bord A1 RVV 1990, 22 sub a RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m S 330 a | – tot en met 10 km/h | 52 | 80 | |||||||||||||||||
m S 330 b | – meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h | 80 | 104 | |||||||||||||||||
m S 330 c | – meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h | 104 | 132 | |||||||||||||||||
m S 330 d | – meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h | 132 | 156 | |||||||||||||||||
m S 330 e | – meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h | 156 | 185 | |||||||||||||||||
overschrijding van de maximumsnelheid op autosnelwegen bij wegwerkzaamheden (verkeersbord A3) | 62 jo. bord A3 RVV 1990, 22 sub a RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m S 340 a | – tot en met 10 km/h | 52 | 80 | |||||||||||||||||
m S 340 b | – meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h | 80 | 104 | |||||||||||||||||
m S 340 c | – meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h | 104 | 132 | |||||||||||||||||
m S 340 d | – meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h | 132 | 156 | |||||||||||||||||
m S 340 e | – meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h | 156 | 185 | |||||||||||||||||
nummers S 400a tot en met S 400e. | ||||||||||||||||||||
Tijdelijke verlaging van de maximumsnelheid bij verstoring van de olie-aanvoer. Maximumsnelheid 90 km per uur (cat 1.) | 86b jo, 86a RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m S 400 a | – tot en met 10 km/h | 28 | ||||||||||||||||||
m S 400 b | – meer dan 10 km/h en tot en met 15 km/h | 40 | ||||||||||||||||||
m S 400 c | – meer dan 15 km/h en tot en met 20 km/h | 63 | ||||||||||||||||||
m S 400 d | – meer dan 20 km/h en tot en met 25 km/h | 92 | ||||||||||||||||||
m S 400 e | – meer dan 25 km/h en tot en met 30 km/h | 115 | ||||||||||||||||||
nummers R301-R630 Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990) | ||||||||||||||||||||
Categorie-indeling B: | ||||||||||||||||||||
1. Bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en bestuurders van brommobielen voor zover het de bepalingen van het RVV 1990 betreft: | ||||||||||||||||||||
2. Bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen; | ||||||||||||||||||||
3. Bromfietsen, snorfietsen en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met motor; | ||||||||||||||||||||
4. Fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen zonder motor; | ||||||||||||||||||||
5. Voetgangers; | ||||||||||||||||||||
6. Overige weggebruikers; | ||||||||||||||||||||
7. Schippers; | ||||||||||||||||||||
Een ieder; | ||||||||||||||||||||
Hoofdstuk 2. Verkeersregels | ||||||||||||||||||||
I. Plaats op de weg | ||||||||||||||||||||
m R 301 | als bestuurder van een motorvoertuig niet zoveel mogelijk rechts houden op een autoweg of autosnelweg | 3 lid 1 RVV 1990 | 86 | 86 | ||||||||||||||||
m R 303 | als bestuurder van een motorvoertuig niet zoveel mogelijk rechts houden op een andere weg dan autoweg of autosnelweg | 3 lid 1 RVV 1990 | 86 | 86 | ||||||||||||||||
m R 304 | als bestuurder van een ander voertuig niet zoveel mogelijk rechts houden op een andere weg dan autoweg of autosnelweg | 3 lid 1 RVV 1990 | 34 | 23 | 14 | |||||||||||||||
m R 305 | als voetganger niet het voetpad of trottoir gebruiken | 4 lid 1 RVV 1990 | 14 | |||||||||||||||||
m R 306 | als voetganger bij gebreke van een voetpad of trottoir niet het fietspad of het fiets/bromfietspad gebruiken | 4 lid 2 RVV 1990 | 14 | |||||||||||||||||
m R 307 | als voetganger bij gebreke van een voetpad, een trottoir en een fietspad of fiets/bromfietspad niet de berm of de uiterste zijde van de rijbaan gebruiken | 4 lid 3 RVV 1990 | 14 | |||||||||||||||||
m R 308 | als(snor) fietser niet het verplichte fietspad of fiets/bromfietspad gebruiken | 5 lid 1 RVV 1990 | 34 | 23 | ||||||||||||||||
m R 309 | als (snor) fietser bij gebreke van een verplicht fietspad of fiets/bromfietspad niet de rijbaan gebruiken | 5 lid 2 RVV 1990 | 34 | 23 | ||||||||||||||||
m R 310 | als bromfietser niet het fiets/bromfietspad gebruiken | 6 lid 1 RVV 1990 | 34 | |||||||||||||||||
m R 311 | als bromfietser bij gebreke van een fiets/bromfietspad niet de rijbaan gebruiken | 6 lid 2 RVV 1990 | 34 | |||||||||||||||||
m R 312 b | als snorfietser met ingeschakelde motor het onverplichte fietspad gebruiken | 5 lid 3 RVV 1990 | 34 | |||||||||||||||||
m R 313 | als ruiter niet het ruiterpad gebruiken | 8 lid 1 RVV 1990 | 14 | |||||||||||||||||
m R 314 | als ruiter bij gebreke van een ruiterpad niet de berm of de rijbaan gebruiken | 8 lid 2 RVV 1990 | 14 | |||||||||||||||||
als bestuurder van een motorvoertuig niet de rijbaan gebruiken | 10 lid 1 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m R 315 a | – rijdend | 57 | 57 | |||||||||||||||||
m R 315 b | – stilstaand | 40 | 40 | |||||||||||||||||
m R 316 | als bestuurder van een bespannen wagen niet de rijbaan gebruiken | 10 lid 1 RVV 1990 | 23 | |||||||||||||||||
m R 317 | als bestuurder van een onbespannen wagen niet de rijbaan gebruiken | 10 lid 1 RVV 1990 | 23 | |||||||||||||||||
m R 318 | als geleider van rij- of trekdieren of vee niet de rijbaan gebruiken | 10 lid 1 RVV 1990 | 14 | |||||||||||||||||
m R 319 | als bestuurder van een motorvoertuig een met een doorgetrokken streep gemarkeerde fietsstrook gebruiken | 10 lid 2 RVV 1990 | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m R 320 | als bestuurder van een bespannen wagen een met een doorgetrokken streep gemarkeerde fietsstrook gebruiken | 10 lid 2 RVV 1990 | 23 | |||||||||||||||||
m R 321 | als bestuurder van een onbespannen wagen een met een doorgetrokken streep gemarkeerde fietsstrook gebruiken | 10 lid 2 RVV 1990 | 14 | |||||||||||||||||
m R 322 | als geleider van rij- of trekdieren of vee een met een doorgetrokken streep gemarkeerde fietsstrook gebruiken | 10 lid 2 RVV 1990 | 14 | |||||||||||||||||
m R 323 | als bromfietser een met een doorgetrokken streep gemarkeerde fietsstrook gebruiken | 10 lid 2 RVV 1990 | 34 | |||||||||||||||||
II. Inhalen | ||||||||||||||||||||
m R 326 | als bestuurder niet links inhalen | 11 lid 1 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 327 | als bestuurder een andere bestuurder die links heeft voorgesorteerd en een teken geeft linksaf te willen slaan, links inhalen | 11 lid 2 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 328 | als bestuurder een voertuig inhalen vlak voor of op een voetgangersoversteekplaats | 12 RVV 1990 | 144 | 144 | 57 | 23 | 23 | |||||||||||||
IV. Oprijden van kruispunten | ||||||||||||||||||||
m R 331 | als bestuurder een kruispunt blokkeren | 14 RVV 1990 | 28 | 28 | 23 | 23 | 14 | |||||||||||||
V. verlenen van voorrang | ||||||||||||||||||||
m R 336 | als bestuurder op een kruispunt geen voorrang verlenen aan bestuurders van rechts | 15 lid 1 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 337 | als bestuurder op een onverharde weg geen voorrang verlenen aan bestuurders op een verharde weg | 15 lid 2 sub a RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 338 | als bestuurder geen voorrang verlenen aan bestuurders van een tram | 15 lid 2 sub b RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 340 a | als weggebruiker een overweg opgaan, terwijl men niet direct kan doorgaan en de overweg niet geheel vrij kan maken | 15a lid 1 RVV 1990 | 57 | 57 | 34 | 23 | 57 | |||||||||||||
m R 340 b | als weggebruiker bij een overweg een railvoertuig niet voor laten gaan en daarbij de overweg niet geheel vrij laten | 15a lid 2 RVV 1990 | 57 | 57 | 34 | 23 | 57 | |||||||||||||
VI. doorsnijden militaire kolonnes | ||||||||||||||||||||
m R 341 | als weggebruiker een militaire kolonne doorsnijden | 16 RVV 1990 | 28 | 28 | 23 | 23 | 14 | 23 | ||||||||||||
VII. Afslaan | ||||||||||||||||||||
m R 346 | als bestuurder afslaan zonder een teken met de richtingaanwijzer of met de arm te geven | 17 lid 2 RVV 1990 | 28 | 28 | 23 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 347 a | als bestuurder bij het afslaan niet het verkeer voor laten gaan, dat hen op dezelfde weg tegemoet komt | 18 lid 1 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 347 b | als bestuurder bij het afslaan niet het verkeer voor laten gaan, dat naast dan wel links dicht achter hen bevindt | 18 lid 1 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 347 c | als bestuurder bij het afslaan niet het verkeer voor laten gaan, dat naast dan wel rechts dicht achter hen bevindt | 18 lid 1 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 348 | als bestuurder links afslaan zonder tegemoetkomende bestuurders die op hetzelfde kruispunt rechts afslaan, voor laten gaan | 18 lid 2 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
IX. Stilstaan | ||||||||||||||||||||
een voertuig op een zodanige wijze laten staan waardoor op de weg | 5 WVW 1994 | |||||||||||||||||||
m R 395 a | – gevaar wordt veroorzaakt | 63 | 63 | 63 | ||||||||||||||||
m R 395 b | – gevaar kan worden veroorzaakt, dan wel het verkeer wordt/kan worden gehinderd | 40 | 40 | 40 | ||||||||||||||||
als bestuurder een voertuig laten stilstaan: | 23 lid 1 | |||||||||||||||||||
m R 396 a | – op een kruispunt | sub a RVV 1990 | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m R 396 b | – op een fietsstrook | sub b RVV 1990 | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m R 396 c | – op de rijbaan langs een fietsstrook | sub b RVV 1990 | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m R 396 d | – op een oversteekplaats of binnen een afstand van vijf meter daarvan | sub c RVV 1990 | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m R 396 e | – in een tunnel | sub d RVV 1990 | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m R 396 f | – bij een bord bushalte ter hoogte van de geblokte markering | sub e RVV 1990 | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m R 396 g | – bij een bord bushalte op een afstand van minder dan twaalf meter van dat bord terwijl de geblokte markering niet is aangebracht | sub e RVV 1990 | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m R 396 h | – op de rijbaan langs een busstrook | sub f RVV 1990 | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m R 396 i | – langs een gele doorgetrokken streep | 62 jo. 23 lid 1 sub g RVV 1990 | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m R 396 j | – op een overweg | 23 lid 1 sub a RVV 1990 | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
X. Parkeren | ||||||||||||||||||||
als bestuurder een voertuig parkeren: | 24 lid 1 | |||||||||||||||||||
m R 397 a | – bij een kruispunt op een afstand van minder dan vijf meter daarvan | sub a RVV 1990 | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m R 397 b | – voor een inrit of uitrit | sub b RVV 1990 | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m R 397 c | – buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg | sub c RVV 1990 | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m R 397 d | – op een parkeergelegenheid, terwijl blijkens de aanduiding onder het bord, dat voertuig niet behoort tot de aangegeven categorie of groep voertuigen | sub d RVV 1990 | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m R 397 e | – op een parkeergelegenheid, terwijl blijkens de aanduiding onder het bord, dat voertuig staat geparkeerd op een andere dan de aangegeven wijze | sub d RVV 1990 | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m R 397 f | – op een parkeergelegenheid, terwijl blijkens de aanduiding onder het bord, dat voertuig staat geparkeerd op dagen of uren waarop dit blijkens het onderbord is verboden | sub d RVV 1990 | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m R 397 g | – langs een gele onderbroken streep | 62 jo 24 lid 1 sub e RVV 1990 | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m R 397 h | – op een gelegenheid bestemd voor onmiddellijk laden en lossen van goederen | 24 lid 1 sub f RVV 1990 | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m R 397 i | – op een parkeerplaats voor vergunninghouders aangeduid door verkeersbord E9, zonder dat voor dat voertuig een vergunning tot parkeren op die plaats was verleend | 24 lid 1 sub g RVV | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m R 397j | – op een parkeergelegenheid (borden E4 tot en met E13), buiten de aangegeven parkeervakken | 24 lid 4 RVV 1990 | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m R 398 | als bestuurder een voertuig dubbel parkeren | 24 lid 3 RVV 1990 | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m R 400a | Als bestuurder van een motorvoertuig op meer dan twee wielen parkeren op plaatsen die zijn voorzien van een blauwe streep, terwijl dat motorvoertuig niet is vorzien van een duidelijk zichtbare parkeerschijf, waarop het tijdstip staat aangegeven waarop met parkeren is begonnen en de toegestane parkeertijd niet is verstreken | 25 lid 2 RVV 1990 | 40 | |||||||||||||||||
m R 401 | als bestuurder een voertuig parkeren in een parkeerschijfzone (geldt niet voor parkeerplaatsen, die als zodanig zijn aangeduid of aangegeven of die zijn voorzien van een blauwe streep) | 25 lid 1 RVV 1990 | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m R 402 a | als bestuurder op een gehandicaptenparkeerplaats parkeren anders dan met een gehandi- captenvoertuig | 26 RVV 1990 | 63 | 63 | 63 | |||||||||||||||
m R 402 b | als bestuurder op een gehandicaptenparkeerplaats parkeren anders dan met een motorvoertuig op meer dan twee wielen waarin duidelijk zichtbaar is aangebracht een geldige gehandi- captenparkeerkaart | 26 RVV 1990 | 63 | 63 | 63 | |||||||||||||||
m R 402 c | als bestuurder op een gehandicaptenparkeerplaats parkeren anders dan met een voertuig dat voor die gereserveerde gehandi- captenparkeerplaats bestemd is | 26 RVV 1990 | 63 | 63 | 63 | |||||||||||||||
m R 403 a | als bestuurder een motorvoertuig op meer dan twee wielen parkeren bij een parkeermeter tijdens een aangegeven tijdvak, terwijl de parkeermeter niet in werking is gesteld of aangeeft dat de parkeerduur is verstreken | Pl.V. | 40 | |||||||||||||||||
m R 403 b | als bestuurder een motorvoertuig op meer dan twee wielen parkeren bij een parkeermeter tijdens een aangegeven tijdvak, terwijl aldaar reeds een motorvoertuig staat geparkeerd | Pl.V. | 40 | |||||||||||||||||
m R 404 | een muntstuk in een parkeermeter werpen op een tijdstip dat niet samenvalt met of onmiddellijk volgt op de feitelijke aanvang van het parkeren | Pl.V. | 40 | |||||||||||||||||
m R 405 | als bestuurder een motorvoertuig op twee wielen, een bromfiets dan wel een fiets parkeren op een parkeervak behorende bij een parkeermeter | Pl.V. | 40 | 17 | 17 | |||||||||||||||
m R 406 | een voertuig te doen of laten staan in een park of plantsoen, op openbare beplantingen of groenstroken | Pl.V. | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
als bestuurder een voertuig parkeren op een parkeerterrein waar dit slechts met gebruikmaking van een ter plaatse aangebrachte parkeerautomaat is toegestaan: | Pl.V. | |||||||||||||||||||
m R 409 a | – anders dan voorzien van een door de parkeerautomaat afgegeven parkeerkaart, aangebracht op de voorgeschreven wijze | 40 | 40 | 40 | ||||||||||||||||
m R 409 b | – terwijl de op de parkeerkaart aangegeven parkeertijd is verstreken | 40 | 40 | 40 | ||||||||||||||||
m R 409 c | – zonder de aangebrachte parkeerautomaat in werking te stellen | 40 | 40 | 40 | ||||||||||||||||
m R 409 d | – terwijl de op de parkeerautomaat aangegeven parkeertijd is verstreken | 40 | 40 | 40 | ||||||||||||||||
een voertuig dat, met inbegrip van de lading, | ||||||||||||||||||||
m R 414 a | – langer is dan 6 meter of hoger is dan 2,4 meter parkeren op een plaats, die als schadelijk voor het aanzien van de gemeente is aangewezen. | Pl.V. | 40 | 40 | ||||||||||||||||
m R 414 b | – langer is dan 6 meter, buiten de vastgestelde tijden, parkeren op een aangewezen weg, waar dit parkeren buitensporig is met het oog op de verdeling van de beschikbare parkeerruimte | Pl.V. | 40 | 40 | ||||||||||||||||
als bestuurder een voertuig parkeren op een parkeergelegenheid voor vergunninghouders | 26a RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m R 415 a | – zonder een geldige krachtens plaatselijke verordening afgegeven vergunning | 40 | 40 | 40 | ||||||||||||||||
m R 415 b | – terwijl de vergunning niet op de juiste wijze is aangebracht | 40 | 40 | 40 | ||||||||||||||||
m R 592 | als bestuurder een voertuig parkeren op een parkeerplaats voor vergunninghouders zonder (duidelijk zichtbare) parkeervergunning, dan wel in strijd met de aan de parkeervergunning verbonden voorwaarden | Pl.V. | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
XII. Signalen | ||||||||||||||||||||
m R 419 | signalen geven in andere gevallen of op andere wijze dan is toegestaan | 31 RVV 1990 | 57 | 57 | 23 | 14 | 57 | 57 | ||||||||||||
XIII. gebruik van lichten tijdens het rijden | ||||||||||||||||||||
als bestuurder van een motorvoertuig, bromfietser, snorfietser of als bestuurder van een gehandicaptenvoertuig geen dim- of grootlicht voeren | 32 lid 1 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m R 421 a | – bij nacht, binnen de bebouwde kom | 28 | 28 | 23 | ||||||||||||||||
m R 421 b | – bij nacht, buiten de bebouwde kom | 57 | 57 | 34 | ||||||||||||||||
m R 421 c | – bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd | 57 | 57 | 34 | ||||||||||||||||
m R 425 | als bestuurder van een motorvoertuig, bromfietser, snor- fietser of als bestuur- der van een gehandi- captenvoertuig groot licht voeren bij dag, bij het tegenkomen van een andere weggebruiker, dan wel bij het op korte afstand volgen van een ander voertuig | 32 lid 2 RVV 1990 | 57 | 57 | 34 | |||||||||||||||
als bestuurder van een motorvoertuig, bromfietser, snorfietser of als bestuurder van een gehandicaptenvoertuig rijden terwijl niet gelijktijdig met het groot licht, het dimlicht, het stadslicht of het mistlicht, het achterlicht brandt | 32 lid 3 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m R 426 a | – bij nacht, binnen de bebouwde kom | 28 | 28 | 23 | ||||||||||||||||
m R 426 b | – bij nacht, buiten de bebouwde kom | 57 | 57 | 34 | ||||||||||||||||
m R 426 c | – bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd | 57 | 57 | 34 | ||||||||||||||||
als bestuurder rijden terwijl niet gelijktijdig met het groot licht, het dimlicht, het stadslicht of het mistlicht, de verlichting van de achterkentekenplaat brandt | ||||||||||||||||||||
m R 428 a | – van een motorvoertuig | 32 lid 3 RVV 1990 | 28 | 28 | ||||||||||||||||
m R 428 b | – van een motorvoertuig met aanhangwagen | 33 RVV 1990 | 28 | 28 | ||||||||||||||||
als bestuurder van een motorvoertuig met aanhangwagen geen achterlicht voeren | 33 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m R 431 d | – bij nacht, binnen de bebouwde kom | 28 | 28 | |||||||||||||||||
m R 431 e | – bij nacht, buiten de bebouwde kom | 57 | 57 | |||||||||||||||||
m R 431 f | – bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd | 57 | 57 | |||||||||||||||||
als bestuurder van een motorvoertuig met aanhangwagen niet het in het Voertuigreglement voorgeschreven stadslicht voeren | 33 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m R 432 d | – bij nacht, binnen de bebouwde kom | 28 | 28 | |||||||||||||||||
m R 432 e | – bij nacht, buiten de bebouwde kom | 57 | 57 | |||||||||||||||||
m R 432 f | – bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd | 57 | 57 | |||||||||||||||||
m R 434 | als bestuurder van een motorvoertuig of een gehandicaptenvoertuig anders dan bij mist, sneeuwval of regen, die het zicht ernstig belemmert mistlicht(en) aan de voorzijde voeren | 34 lid 1 RVV 1990 | 57 | 57 | 34 | |||||||||||||||
m R 436 | als bestuurder van een motorvoertuig of een gehandicaptenvoertuig mistachterlicht voeren, indien het zicht door mist of sneeuwval niet beperkt is tot een afstand van minder dan 50 meter | 34 lid 2 RVV 1990 | 57 | 57 | 34 | |||||||||||||||
bij nacht of bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd geen voorlicht, dan wel achterlicht voeren | 35 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m R 437 d | – als fietser | 14 | ||||||||||||||||||
m R 437 g | – als bestuurder van een wagen | 14 | ||||||||||||||||||
bij nacht of bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd geen voor- en achterlicht voeren | 35 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m R 438 d | – als fietser | 23 | ||||||||||||||||||
m R 438 g | – als bestuurder van een wagen | 23 | ||||||||||||||||||
bij nacht of bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd niet een lantaarn meevoeren die naar voren wit of geel licht en naar achteren rood licht straalt | 36 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m R 445 c | – als ruiter | 14 | ||||||||||||||||||
m R 445 d | – als geleider van rij-, trekdieren of vee | 14 | ||||||||||||||||||
XIV. gebruik van lichten tijdens het stilstaan | ||||||||||||||||||||
bij nacht of bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd buiten de bebouwde kom op de rijbaan en op langs autosnelwegen en autowegen gelegen parkeerstroken, parkeerhavens, vluchtstroken en vluchthavens geen stadslicht en achterlicht voeren | ||||||||||||||||||||
m R 451 c | – als bestuurder van een stilstaand motorvoertuig | 38 RVV 1990 | 57 | |||||||||||||||||
m R 451 d | – op een stilstaande aanhangwagen | 39 RVV 1990 | 57 | |||||||||||||||||
m R 453 | bij nacht of bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd op de rijbaan buiten de bebouwde kom geen voor- en achterlicht voeren op een stilstaande wagen | 40 RVV 1990 | 23 | |||||||||||||||||
XV. Bijzondere lichten | ||||||||||||||||||||
als bestuurder van een motorvoertuig aan de voorzijde naast het dimlicht of het mistlicht andere verlichting voeren dan bermlicht, richtlicht of markeringslichten | 41 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m R 456 a | – bij nacht | 28 | ||||||||||||||||||
m R 456 b | – bij dag, indien het zicht ernstig wordt belemmerd | 57 | ||||||||||||||||||
XVI. Autosnelwegen en autowegen | ||||||||||||||||||||
a. Autosnelwegen | ||||||||||||||||||||
m R 461 | anders dan als bestuurder van een motorvoertuig waarmee sneller mag of kan worden gereden dan 60 kilometer per uur, een autosnelweg gebruiken | 42 lid 1 RVV 1990 | 86 | 86 | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | |||||||||||
als bestuurder van een motorvoertuig op een autosnelweg | ||||||||||||||||||||
m R 462 | – keren | 43 lid 1 RVV 1990 | 144 | 144 | ||||||||||||||||
m R 463 | – achteruitrijden | 43 lid 1 RVV 1990 | 144 | 144 | ||||||||||||||||
m R 464 | – deze op de rijbaan laten stilstaan | 43 lid 2 RVV 1990 | 86 | 86 | ||||||||||||||||
behoudens in noodgevallen als weggebruiker op een autosnelweg: | 43 lid 3 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m R 465 a | – over de vluchtstrook of vluchthaven rijden | 144 | 144 | |||||||||||||||||
m R 465 b | – gebruik maken van de berm | 86 | 86 | |||||||||||||||||
m R 465 c | – op de vluchtstrook of vluchthaven stilstaan | 86 | 86 | |||||||||||||||||
m R 466 | als bestuurder van een samenstel van voertuigen dat langer is dan 7 meter, op een autosnelweg met drie of meer rijstroken in dezelfde richting een andere dan de twee meest rechts gelegen rijstroken gebruiken | 43 lid 4 RVV 1990 | 86 | |||||||||||||||||
m R 467 | als bestuurder van een vrachtauto, op een autosnelweg met drie of meer rijstroken in dezelfde richting een andere dan de twee meest rechts gelegen rijstroken gebruiken | 43 lid 4 RVV 1990 | 86 | |||||||||||||||||
b. Autowegen | ||||||||||||||||||||
m R 468 | anders dan als bestuurder van een motorvoertuig waarmee sneller mag of kan worden gereden dan 50 kilometer per uur, een autoweg gebruiken | 42 lid 2 RVV 1990 | 86 | 86 | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | |||||||||||
als bestuurder van een motorvoertuig op een autoweg | ||||||||||||||||||||
m R 469 | – keren | 43 lid 1 RVV 1990 | 144 | 144 | ||||||||||||||||
m R 470 | – achteruitrijden | 43 lid 1 RVV 1990 | 144 | 144 | ||||||||||||||||
m R 471 | – deze op de rijbaan laten stilstaan | 43 lid 2 RVV 1990 | 86 | 86 | ||||||||||||||||
behoudens in noodgevallen als weggebruiker op een autoweg: | 43 lid 3 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m R 472 a | – over de vluchtstrook of vluchthaven rijden | 144 | 144 | |||||||||||||||||
m R 472 b | – gebruik maken van de berm | 86 | 86 | |||||||||||||||||
m R 472 c | – op de vluchtstrook of vluchthaven stilstaan | 86 | 86 | |||||||||||||||||
XVII. Erven | ||||||||||||||||||||
m R 476 | als bestuurder binnen een erf sneller rijden dan stapvoets | 45 RVV 1990 | 57 | 57 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 478 | als bestuurder een motorvoertuig binnen een erf parkeren anders dan op parkeerplaatsen die als zodanig zijn aangeduid of aangegeven | 46 RVV 1990 | 40 | 40 | ||||||||||||||||
XIX. Voetgangers | ||||||||||||||||||||
m R 481 a | als bestuurder een blinde, voorzien van een blindenstok niet voor laten gaan | 49 lid 1 RVV 1990 | 115 | 115 | 40 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 481 b | als bestuurder een blinde, die zich moeilijk voortbeweegt niet voor laten gaan | 49 lid 1 RVV 1990 | 115 | 115 | 40 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 482 | als bestuurder een voetganger, die op een voetgangersoversteekplaats oversteekt of kennelijk op het punt staat over te steken, niet voor laten gaan | 49 lid 2 RVV 1990 | 115 | 115 | 40 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 483 | als bestuurder een bestuurder van een gehandicaptenvoer- tuig, die op een voetgangersoversteekplaats oversteekt of kennelijk op het punt staat over te steken, niet voor laten gaan | 49 lid 2 RVV 1990 | 115 | 115 | 40 | 23 | 23 | |||||||||||||
XX. Voorrangsvoertuigen | ||||||||||||||||||||
m R 486 | als weggebruiker een voorrangsvoertuig niet voor laten gaan | 50 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 14 | 23 | ||||||||||||
XXI. Loslopend vee | ||||||||||||||||||||
m R 491 | rij-, trekdieren of vee zonder toezicht op de weg los laten lopen | 51 lid 1 RVV 1990 | 57 | |||||||||||||||||
XXII. in- en uitstappende passagiers | ||||||||||||||||||||
m R 492 | als bestuurder een tram of autobus voorbij rijden aan de zijde waar passagiers in- en uitstappen zonder hen daartoe de gelegenheid te geven | 52 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
XXIII. Slepen | ||||||||||||||||||||
m R 501 | als bestuurder van een motorvoertuig een ander motorvoertuig slepen, terwijl de onderlinge afstand meer dan vijf meter bedraagt | 53 RVV 1990 | 28 | 28 | ||||||||||||||||
m R 505 | als bestuurder wegrijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan | 54 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
XXIV. Bijzondere manoeuvres | ||||||||||||||||||||
m R 506 | als bestuurder achteruitrijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan | 54 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 507 | als bestuurder uit een uitrit de weg oprijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan | 54 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 508 | als bestuurder vanaf een weg een inrit oprijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan | 54 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 509 | als bestuurder keren zonder het overige verkeer voor te laten gaan | 54 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 510 | als bestuurder van de invoegstrook de doorgaande rijbaan oprijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan | 54 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 511 | als bestuurder van de doorgaande rijbaan de uitrijstrook oprijden zonder het overige verkeer voor te laten gaan | 54 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 512 | als bestuurder van rijstrook wisselen zonder het overige verkeer voor te laten gaan | 54 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 513 | als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het wegrijden geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven | 55 RVV 1990 | 28 | 28 | 23 | |||||||||||||||
m R 514 | als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het inhalen van een ander voertuig geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven | 55 RVV 1990 | 28 | 28 | 23 | |||||||||||||||
m R 515 | als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het oprijden van de doorgaande rijbaan geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven | 55 RVV 1990 | 28 | 28 | 23 | |||||||||||||||
m R 516 | als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het verlaten van de doorgaande rijbaan geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven | 55 RVV 1990 | 28 | 28 | 23 | |||||||||||||||
m R 517 | als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij het wisselen van rijstrook geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven | 55 RVV 1990 | 28 | 28 | 23 | |||||||||||||||
m R 518 | als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser bij een andere belangrijke zijdelingse verplaatsing geen teken met de richtingaanwijzer of arm geven | 55 RVV 1990 | 28 | 28 | 23 | |||||||||||||||
m R 519 | als bestuurder binnen de bebouwde kom geen gelegenheid geven aan een autobus weg te rijden van een halte wanneer de bestuurder van die autobus door het geven van een teken met zijn richtingaanwijzer zijn voornemen daartoe kenbaar maakt | 56 lid 1 RVV 1990 | 28 | 28 | 23 | 14 | 23 | |||||||||||||
XXV. Onnodig geluid | ||||||||||||||||||||
m R 522 | als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser c.q. snorfietser onnodig geluid veroorzaken | 57 RVV 1990 | 86 | 86 | 86 | |||||||||||||||
XXVI. Gevarendriehoek | ||||||||||||||||||||
m R 526 | het niet plaatsen van een gevarendriehoek in de voorgeschreven gevallen, op de voorgeschreven wijze bij een stilstaand motorvoertuig op meer dan twee wielen en aanhangwagens, zijnde een obstakel, terwijl geen knipperend waarschuwingslicht wordt gevoerd | 58 RVV 1990 | 28 | 28 | ||||||||||||||||
XXVII. Autogordels | ||||||||||||||||||||
m R 533 | als bestuurder van een motorvoertuig of als naast hem gezeten passagier geen gebruik maken van de voor hem beschikbare autogordel | 59 lid 1 RVV 1990 | 40 | 40 | ||||||||||||||||
m R 534 | als niet naast de bestuurder van een motorvoertuig gezeten passagier, geen gebruik maken van de voor hem beschikbare autogordel | 59 lid 2 RVV 1990 | 40 | |||||||||||||||||
als bestuurder | ||||||||||||||||||||
m R 535 a | – de naast hem gezeten passagier(s) jonger dan 12 jaren en korter dan 1.50 meter vervoeren, zonder dat er gebruik wordt gemaakt van een voor hem/hen geschikt en goedgekeurd kinderbeveiligingssysteem | 59 lid 4 jo. 59 lid 1 RVV 1990 | 40 | |||||||||||||||||
m R 535 b | – de niet naast hem gezeten passagier(s) jonger dan 12 jaren en korter dan 1.50 meter vervoeren, zonder dat er gebruik wordt gemaakt van een voor hem/hen geschikt en goedgekeurd kinderbeveiligingssysteem, terwijl dit aanwezig is | 59 lid 4 jo. 59 lid 2 RVV 1990 | 40 | |||||||||||||||||
m R 535 c | – de niet naast hem gezeten passagier(s) van 3 tot 12 jaren en korter dan 1.50 meter vervoeren, zonder dat er gebruik wordt gemaakt van de voor hem/hen beschikbare autogordel omdat voor hem/hen geen geschikt en goedgekeurd kinderbeveiligingssysteem aanwezig is | 59 lid 4 jo. 59 lid 2 RVV 1990 | 40 | |||||||||||||||||
m R 535 d | – passagier(s) jonger dan 12 jaren met een lengte van 1.50 meter of meer vervoeren, zonder dat er gebruik wordt gemaakt van de voor hem/hen beschikbare autogordel | 59 lid 4 jo. 59 lid 1 en 2 RVV 1990 | 40 | |||||||||||||||||
XXVIII. Helmen | ||||||||||||||||||||
m R 536 a | als bestuurder of passagier van een bromfiets op twee wielen geen goedpassende helm dragen, die middels een sluiting op deugdelijke wijze is bevestigd en die is voorzien van een goedkeuringsmerk | 60 lid 1 RVV 1990 | 40 | 40 | ||||||||||||||||
m R 536 c | als bestuurder of passagier van een motorfiets dan wel een driewielig motorvoertuig geen goedpassende helm dragen, die middels een sluiting op deugdelijke wijze is bevestigd en die is voorzien van een goedkeuringsmerk | 60 lid 1 RVV 1990 | 52 | 52 | ||||||||||||||||
m R 537 a | als bestuurder van een bromfiets op twee wielen een passagier beneden de twaalf jaren vervoeren, die geen goedpassende helm draagt, die middels een sluiting op deugdelijke wijze is bevestigd en die is voorzien van een goedkeuringsmerk | 60 lid 3 RVV 1990 | 40 | |||||||||||||||||
m R 537 b | als bestuurder van een motorfiets dan wel een driewielig motorvoertuig een passagier beneden de twaalf jaren vervoeren, die geen goedpassende helm draagt, die middels een sluiting op deugdelijke wijze is bevestigd en die is voorzien van een goedkeuringsmerk | 60 lid 3 RVV 1990 | 52 | |||||||||||||||||
XXIX. zitplaats kinderen op fietsen en bromfietsen | ||||||||||||||||||||
m R 541 | als bromfietser of fietser een kind beneden acht jaren vervoeren anders dan op een doelmatige en veilige zitplaats met voldoende steun voor rug, handen en voeten | 61 RVV 1990 | 23 | 17 | ||||||||||||||||
Hoofdstuk 3 verkeerstekens | ||||||||||||||||||||
II. Verkeersborden | ||||||||||||||||||||
m R 548 | als bestuurder in strijd met bord B6 geen voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg | 62 jo. bord B6 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
als bestuurder in strijd met bord B7 | 62 jo. bord B7 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m R 549 a | – niet stoppen | 57 | 57 | 34 | 23 | 23 | ||||||||||||||
m R 549 b | – geen voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | ||||||||||||||
m R 549 c | – niet stoppen en geen voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | ||||||||||||||
als bestuurder een weg gebruiken in strijd met bord C1 (gesloten in beide richtingen voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij-, trekdieren of vee) | 62 jo. bord C1 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m R 550 a | – een weg gebruiken | 28 | 28 | 23 | 17 | 23 | ||||||||||||||
m R 550 b | – een weg(gedeelte) bestemd voor aangewezen categorie(ën) voertuigen gebruiken (doelgroepstroken) | 57 | 57 | 34 | 23 | 34 | ||||||||||||||
als bestuurder een weg gebruiken in strijd met bord C2 (eenrichtingsweg, in deze richting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij-, trekdieren of vee) | 62 jo. bord C2 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m R 551 b | – op andere weg dan autoweg of autosnelweg | 28 | 28 | 23 | 17 | 23 | ||||||||||||||
als bestuurder een weg gebruiken in strijd met bord | ||||||||||||||||||||
m R 552 a | – C3 (eenrichtingsweg) | 62 jo. bord C3 RVV 1990 | 28 | 28 | 23 | 17 | 23 | |||||||||||||
m R 552 b | – C4 (eenrichtingsweg) | 62 jo. bord C4 RVV 1990 | 28 | 28 | 23 | 17 | 23 | |||||||||||||
als bestuurder van een motorvoertuig op meer dan twee wielen in strijd met bord C6 (geslotenverklaring voor motorvoertuig op meer dan twee wielen) | 62 jo. bord C6 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m R 553 b | – een weg gebruiken | 28 | ||||||||||||||||||
m R 553 c | – een weg(gedeelte) bestemd voor carpoolen gebruiken | 57 | ||||||||||||||||||
m R 554 | als bestuurder van een vrachtauto een weg gebruiken in strijd met bord C7 (geslotenverklaring voor vrachtauto's) | 62 jo. bord C7 RVV 1990 | 28 | |||||||||||||||||
m R 555 | als bestuurder van een motorvoertuig dat niet sneller kan of mag rijden dan 25 kilometer per uur een weg gebruiken in strijd met bord C8 (geslotenverklaring voor motorvoertuig dat niet sneller kan of mag rijden dan 25 kilometer per uur) | 62 jo. bord C8 RVV 1990 | 28 | |||||||||||||||||
m R 556 | als ruiter, geleider van rij-, trekdieren of vee, bestuurder van een wagen, een motorvoertuig dat niet sneller kan of mag rijden dan 25 kilometer per uur, een brommobiel, een fiets, een bromfiets of een gehandicaptenvoertuig in strijd met bord C9 een weg gebruiken (geslotenverklaring) | 62 jo. bord C9 RVV 1990 | 28 | 23 | 17 | 23 | ||||||||||||||
m R 557 | als bestuurder van een motorvoertuig met aanhangwagen een weg gebruiken in strijd met bord C10 (geslotenverklaring voor motorvoertuig met aanhangwagen) | 62 jo. bord C10 RVV 1990 | 28 | 28 | ||||||||||||||||
m R 558 | als bestuurder van een motorfiets een weg gebruiken in strijd met bord C11 (geslotenverklaring motorfiets) | 62 jo. bord C11 RVV 1990 | 28 | |||||||||||||||||
m R 559 | als bestuurder van een motorvoertuig een weg gebruiken in strijd met bord C12 (geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen) | 62 jo. bord C12 RVV 1990 | 28 | 28 | ||||||||||||||||
m R 560 | als bestuurder van een bromfiets, snorfiets of gehandi- captenvoertuig met motor een weg gebruiken in strijd met bord C13 (geslotenverklaring voor bromfiets, snorfiets of gehandi- captenvoertuig met motor) | 62 jo. bord C13 RVV 1990 | 23 | |||||||||||||||||
m R 561 | als bestuurder van een fiets of gehandi- captenvoertuig zonder motor een weg gebruiken in strijd met bord C14 (geslotenverklaring voor fiets of gehan- dicaptenvoertuig zonder motor) | 62 jo. bord C14 RVV 1990 | 17 | |||||||||||||||||
m R 562 | als bestuurder van een fiets, een bromfiets of gehan- dicaptenvoertuig een weg gebruiken in strijd met bord C15 (geslotenverklaring voor fiets, bromfiets of gehandicaptenvoertuig) | 62 jo. bord C15 RVV 1990 | 23 | 17 | ||||||||||||||||
m R 563 | als voetganger een weg gebruiken in strijd met bord C16 (geslotenverklaring voor voetgangers) | 62 jo. bord C16 RVV 1990 | 14 | |||||||||||||||||
m R 564 | als bestuurder van een voertuig of samenstel van voertuigen een weg gebruiken in strijd met bord C17 (geslotenverklaring voor voertuigen en samenstellen van voertuigen die, met inbegrip van de lading, langer zijn dan op het bord C17 is aangegeven) | 62 jo. bord C17 RVV 1990 | 86 | 86 | ||||||||||||||||
m R 565 | als bestuurder van een voertuig een weg gebruiken in strijd met bord C18 (geslotenverklaring voor voertuigen die, met inbegrip van de lading, breder zijn dan op het bord C18 is aangegeven) | 62 jo. bord C18 RVV 1990 | 86 | 86 | ||||||||||||||||
m R 566 | als bestuurder van een voertuig een weg gebruiken in strijd met bord C19 (geslotenverklaring voor voertuigen die, met inbegrip van de lading, hoger zijn dan op het bord C19 is aangegeven) | 62 jo. bord C19 RVV 1990 | 86 | 86 | ||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig een weg gebruiken in strijd met bord C20 (geslotenverklaring voor voertuigen waarvan de aslast hoger is dan op het bord C20 is aangegeven) met een overschrijding van: | 62 jo. bord C20 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m R 567 a | – niet meer dan 10% | 86 | 86 | |||||||||||||||||
m R 567 b | – 11% tot en met 20% | 115 | 115 | |||||||||||||||||
m R 567 c | – 21% tot en met 30% | 289 | 289 | |||||||||||||||||
als bestuurder van een voertuig een weg gebruiken in strijd met bord C21 (geslotenverklaring voor voertuigen en samenstellen van voertuigen waarvan de totaalmassa hoger is dan op het bord C21 is aangegeven) met een overschrijding van: | 62 jo. bord C21 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m R 568 a | – niet meer dan 10% | 86 | 86 | |||||||||||||||||
m R 568 b | – 11% tot en met 20% | 115 | 115 | |||||||||||||||||
m R 568 c | – 21% tot en met 30% | 289 | 289 | |||||||||||||||||
als bestuurder van een samenstel van voertuigen een weg gebruiken in strijd met bord C21 (geslotenverklaring voor voertuigen en samenstellen van voertuigen waarvan de totaalmassa hoger is dan op het bord C21 is aangegeven) met een overschrijding van: | 62 jo. bord C21 RVV 1990 | |||||||||||||||||||
m R 569 a | – niet meer dan 10% | 86 | 86 | |||||||||||||||||
m R 569 b | – 11% tot en met 20% | 115 | 115 | |||||||||||||||||
m R 569 c | – 21% tot en met 30% | 289 | 289 | |||||||||||||||||
m R 574 | als bestuurder rijden in strijd met de door bord D1 aangegeven rijrichting (rotonde; verplichte rijrichting) | 62 jo. bord D1 RVV 1990 | 28 | 28 | 23 | 17 | 23 | |||||||||||||
m R 575 | als bestuurder rijden in strijd met bord D2 aan de andere zijde dan het bord aangeeft (gebod voor alle bestuurders het bord D2 voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft) | 62 jo. bord D2 RVV 1990 | 28 | 28 | 23 | 17 | 23 | |||||||||||||
m R 576 | als bestuurder in strijd met bord D4 een andere rijrichting volgen dan op het bord is aangegeven (gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord D4 is aangegeven) | 62 jo. bord D4 RVV 1990 | 28 | 28 | 23 | 17 | 23 | |||||||||||||
m R 577 | als bestuurder in strijd met bord D5 een andere rijrichting volgen dan op het bord is aangegeven (gebod tot het volgen van de rijrichting die op het bord D5 is aangegeven) | 62 jo. bord D5 RVV 1990 | 28 | 28 | 23 | 17 | 23 | |||||||||||||
m R 578 | als bestuurder in strijd met bord D6 een andere rijrichting volgen dan op het bord is aangegeven (gebod tot het volgen van één van de rijrichtingen die op het bord D6 zijn aangegeven) | 62 jo. bord D6 RVV 1990 | 28 | 28 | 23 | 17 | 23 | |||||||||||||
m R 579 | als bestuurder in strijd met bord D7 een andere rijrichting volgen dan op het bord is aangegeven (gebod tot het volgen van één van de rijrichtingen die op het bord D7 zijn aangegeven) | 62 jo. bord D7 RVV 1990 | 28 | 28 | 23 | 17 | 23 | |||||||||||||
m R 580 | als bestuurder in strijd met bord 46/47 linksaf slaan op autoweg of autosnelweg | 62 jo. bord 46/47 Rvv 1966 | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m R 581 | als bestuurder in strijd met bord 46/47 linksaf slaan op andere weg dan autoweg of autosnelweg | 62 jo. bord 46/47 Rvv 1966 | 28 | 28 | 23 | 17 | 23 | |||||||||||||
m R 582 | als bestuurder in strijd met bord 46/47 rechtsaf slaan op autoweg of autosnelweg | 62 jo. bord 46/47 Rvv 1966 | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m R 583 | als bestuurder in strijd met bord 46/47 rechtsaf slaan op andere weg dan autoweg of autosnelweg | 62 jo. bord 46/47 RVV 1966 | 38 | 28 | 23 | 17 | 23 | |||||||||||||
m R 584 | als bestuurder een voertuig parkeren in strijd met bord E1 (parkeerverbod) | 62 jo. bord E1 RVV 1990 | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m R 585 | als bestuurder een voertuig laten stilstaan in strijd met bord E2 (verbod stilstaan) | 62 jo. bord E2 RVV 1990 | 40 | 40 | 40 | |||||||||||||||
m R 593 | als bestuurder van een motorvoertuig in strijd met bord F1 een motorvoertuig inhalen (verbod voor motorvoertuigen om elkaar onderling in te halen) | 62 jo. bord F1 RVV 1990 | 86 | 86 | ||||||||||||||||
m R 594 | als bestuurder van een vrachtauto in strijd met bord F3 een motorvoertuig inhalen (verbod voor vrachtauto's om motorvoertuigen in te halen) | 62 jo. bord F3 RVV 1990 | 86 | |||||||||||||||||
m R 595 | als bestuurder in strijd met bord F5 doorgaan bij nadering van verkeer uit tegengestelde richting (verbod voor bestuurders door te gaan bij nadering van verkeer uit tegengestelde richting) | 62 jo. bord F5 RVV 1990 | 28 | 28 | 23 | 17 | 23 | |||||||||||||
m R 596 | als bestuurder in strijd met bord F7 keren | 62 jo. bord F7 RVV 1990 | 28 | 28 | 23 | 17 | 23 | |||||||||||||
m R 597 | als bestuurder in strijd met bord F10 niet stoppen | 62 jo. bord F10 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
III. verkeerslichten | ||||||||||||||||||||
m R 601 | als weggebruiker niet doorgaan bij groen licht bij een driekleurig verkeerslicht | 62 jo. 68 lid 1 sub a RVV 1990 | 57 | 57 | ||||||||||||||||
m R 602 | als weggebruiker niet stoppen voor rood licht bij een driekleurig verkeerslicht | 62 jo. 68 lid 1 sub c RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 17 | 23 | ||||||||||||
m R 603 | als fietser, bromfietser of bestuurder van een gehandicaptenvoertuig bij geel of rood licht bij een driekleurig verkeerslicht rechts afslaan zonder het overige verkeer ter plaatse voor te laten gaan | 62 jo. 68 lid 6 RVV 1990 | 23 | 23 | ||||||||||||||||
m R 604 | als weggebruiker niet stoppen voor rood licht bij tweekleurig verkeerslicht | 62 jo. 69 lid 1 sub b RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 17 | 23 | ||||||||||||
m R 605 | als fietser, bromfietser of bestuurder van een gehandicaptenvoertuig bij geel of rood licht bij een tweekleurig verkeerslicht rechts afslaan zonder het overige verkeer ter plaatse voor te laten gaan | 62 jo. 69 lid 2 ivm 68 lid 6 RVV 1990 | 23 | 23 | ||||||||||||||||
m R 606 | als bestuurder van een tram of bus niet stoppen voor rood tram-/buslicht | 62 jo. 70 lid 1 sub c ivm 70 lid 3 RVV 1990 | 86 | 86 | ||||||||||||||||
m R 607 | als bestuurder van een tram niet stoppen voor rood licht bij een driekleurig verkeerslicht | 62 jo 68 lid 1 sub c RVV 1990 | 86 | |||||||||||||||||
m R607a | als bestuurder van een autobus (geen lijnbus) op een busstrook of busbaan niet stoppen voor rood tram/buslicht | 62. jo 70 lid 4 RVV 1990 | 86 | |||||||||||||||||
m R 608 | als weggebruiker niet stoppen voor rood knipperlicht bij overweglichten | 62 jo. 71 sub b RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 17 | 23 | ||||||||||||
m R 609 | als weggebruiker niet stoppen voor rood (knipper)licht bij bruglichten | 62 jo. 72 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 17 | 23 | ||||||||||||
m R 610 | als weggebruiker bij verlicht rood kruis een rijstrook gebruiken | 62 jo. 73 sub b RVV 1990 | 86 | 86 | ||||||||||||||||
m R 611 | als bestuurder van een ander voertuig dan een lijnbus een door een verlichte afbeelding van «BUS» gemarkeerde rijstrook gebruiken | 62 jo. 73 sub D RVV 1990 | 57 | 57 | 34 | 23 | 34 | |||||||||||||
m R 612 | als voetganger of bestuurder van een gehandicaptenvoertuig beginnen over te steken bij rood voetgangerslicht | 62 jo. 74 lid 1 sub c RVV 1990 | 17 | 17 | 17 | |||||||||||||||
m R 613 | als voetganger of bestuurder van een gehandicaptenvoertuig bij het oversteken het overige verkeer ter plaatse niet voor laten gaan, indien het rode licht is vervangen door een geel knipperlicht als bedoeld in artikel 75 van het RVV 1990 | 62 jo. 74 lid 2 RVV 1990 | 17 | 17 | 17 | |||||||||||||||
m R 614 | als weggebruiker niet stoppen voor rood licht bij toeritdosering | 62 jo 68 lid 1 sub c RVV 1990 | 40 | 40 | ||||||||||||||||
IV. verkeerstekens op het wegdek | ||||||||||||||||||||
m R 616 a | als bestuurder de doorgetrokken streep tussen rijstroken dan wel op paden met verkeer in beide richtingen naar links overschrijden | 62 jo. 76 lid 1 sub a RVV 1990 | 115 | 115 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 616 b | als bestuurder zich bevinden links van de doorgetrokken streep tussen rijstroken dan wel op paden met verkeer in beide richtingen | 62 jo. 76 lid 1 sub a RVV 1990 | 115 | 115 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 617 | als bestuurder de doorgetrokken streep tussen rijstroken dan wel op paden met verkeer in één richting overschrijden | 62 jo. 76 lid 1 sub b RVV 1990 | 115 | 115 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 618 | als bestuurder een verdrijvingsvlak gebruiken | 62 jo. 77 RVV 1990 | 115 | 115 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 619 | als bestuurder van een motorvoertuig of als bromfietser die de rijbaan volgt op een kruispunt niet de richting volgen die de voorsorteerstrook waarop zij zich bevinden aangeeft | 62 jo. 78 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | |||||||||||||||
m R 620 | als bestuurder niet stoppen voor stopstreep daar waar dit op grond van het RVV 1990 verplicht is | 62 jo. 79 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 621 | als bestuurder in strijd met op het wegdek aangebrachte haaietanden geen voorrang verlenen aan bestuurders op de kruisende weg | 62 jo. 80 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 23 | |||||||||||||
m R 622 | als weggebruiker, anders dan als bestuurder van een lijnbus of autobus, gebruik maken van een busbaan of -strook, aangeduid met «Bus» | 62 jo. 81 RVV 1990 | 57 | 57 | 34 | 23 | 17 | 23 | ||||||||||||
m R 622a | als weggebruiker anders dan als bestuurder van een lijnbus, gebruik maken van een busbaan of – strook aangeduid met «lijnbus» | 62 jo. 81 RVV 1990 | 57 | 57 | 34 | 23 | 17 | 23 | ||||||||||||
Hoofdstuk 4. Aanwijzingen | ||||||||||||||||||||
m R 628 a | als weggebruiker niet stoppen voor een stopteken, gegeven door middel van een rode lamp | 83 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 17 | 23 | ||||||||||||
m R 628 b | als weggebruiker niet stoppen voor een stopteken, gegeven met een aan een politievoertuig aangebrachte transparant | 83 RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 17 | 23 | ||||||||||||
als weggebruiker niet opvolgen van de in de Bijlage II RVV 1990 vastgestelde aanwijzingen | ||||||||||||||||||||
m R 630 a | – gegeven door daartoe bevoegde en als zodanig kenbare ambtenaren | 82 lid 1 ivm Bijlage II RVV 1990 | 86 | 86 | 34 | 23 | 17 | 23 |
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij horende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnootDe Minister van Justitie,
A. H. Korthals
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
T. Netelenbos
Uitgegeven de drieëntwintigste oktober 2001
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
Dit besluit, waarbij de bijlage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV, ofwel de Wet Mulder) wordt gewijzigd en omwille van de leesbaarheid in zijn geheel opnieuw wordt vastgesteld, heeft het volgende als achtergrond.
Op 28 januari 2002 zal de gulden als wettig betaalmiddel worden vervangen door de euro. Als gevolg daarvan zal de regelgeving waarin nog bedragen in guldens worden genoemd, worden aangepast. Immers, alle bedragen in guldens zullen worden omgerekend naar bedragen in euro's. Wat betreft de formele wetgeving, waaronder ook de Wet Mulder zelf, is voorzien in een aanpassingswet (Aanpassing van wetgeving in verband met de euro)(Kamerstukken II 1999–2000, 27 472). Het onderhavige besluit voorziet in de aanpassing van de bijlage bij de Wet Mulder.
Daarbij is als volgt te werk gegaan. Het onafgeronde (basis)bedrag in guldens is eerst technisch omgerekend naar euro's. Vervolgens is op dat bedrag in euro's een indexering toegepast van 3,5%, zijnde het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie per 1 januari 2002. Deze indexering vloeit voort uit het meerjarenkader van de begroting van het Ministerie van Justitie. Het nieuwe onafgeronde tarief in euro's is vervolgens steeds naar beneden afgerond op hele euro's. Een voorbeeld ter illustratie: stel dat het afgeronde tarief van f 40 is gebaseerd op het niet afgeronde (basis)bedrag van f 36,94. Dit laatste bedrag is technisch omgerekend naar euro's. Na indexering van dit bedrag met 3,5% ontstaat een bedrag van 17,35 euro. Dit bedrag wordt vervolgens naar beneden afgerond op hele euro's, derhalve op 17 euro. Volledigheidshalve merken wij op, dat hiermee geheel in lijn is gehandeld overeenkomstig de systematiek welke in de brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is neergelegd (brief van 30 mei 2001 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, kenmerk 5099497/01/04).
Nu in de bijlage de euro-bedragen zelf zijn opgenomen, bestaat er ook geen behoefte meer aan de voorheen gehanteerde systematiek, waarbij de tarieven werden uitgedrukt in nummers, die correspondeerden met veelvouden van f 10.
Tijdelijke verlaging maximumsnelheid
Bij besluit van 22 mei 2001, houdende wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 tot opneming van de mogelijkheid van tijdelijke verlaging van de maximumsnelheid bij verstoring van de olie-aanvoer (Stb. 258), zijn aan het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) onder meer de artikelen 86a en 86b toegevoegd. Ingevolge deze artikelen kan de maximumsnelheid bij verstoring van de olie-aanvoer worden verlaagd tot 90 kilometer per uur. Een overtreding van deze maximumsnelheid wordt via de Wet Mulder gesanctioneerd. Daartoe zijn in de onderhavige bijlage de feitcodes S 400 a tot en met S 400 e ingevoegd.
Ten slotte is de bijlage aangepast aan:
– het besluit van 20 april 2001 tot wijziging van het Voertuigreglement in verband met een aantal technische wijzigingen (Stb. 219). De wijzigingen in de bijlage betreffen de feitcodes N 370 b, N 410 a, N 430 e, N 440 b, en P 210 e en f;
– het besluit van 27 maart 2001 (Stb. 201). Het betreft de omschrijving van de categorieën A, B en C, de aanhef van de feitcodes N 800 a en b, alsmede de feitcodes P 010 c, R 398, R 402 a tot en met c, de aanhef van de feitcodes R 421 a en R 426 a, R 425, R 434, R 436, R 483, R 556, R 560, R 561, R 562, R 603, R 605, R 612, R 613 en R 703. Hierbij is «invalide» steeds vervangen door «gehandicapte»;
– het besluit van 22 juni 2001 tot wijziging van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer met betrekking tot busbanen, busstroken en de aanduiding van parkeergelegenheid (Stb. 329). De wijzigingen in de bijlage betreffende de feitcodes R 397 d, e, f, h, i en j alsmede R 607a, R 622 en R 622 a;
– het besluit van 5 juli 2001 tot wijziging van het Voertuigreglement in verband met de invoering van de verplichte EG-typegoedkeuring van twee of driewielige motorrijtuigen (Stb. 354). De wijzigingen in de bijlage betreffen de feitcodes N 150 e, N 430 b, N 430 g, N 440 a, N 440 e, N 450 a tot en met c, e en g, N 470 g en N 660 a.
Deze aanpassingen worden summier toegelicht in een bijlage bij deze toelichting.
De inwerkingtreding van dit besluit is voorzien op 1 januari 2002.
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
T. Netelenbos
In onderstaand overzicht zijn de wijzigingen opgenomen ten opzichte van de bijlage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, zoals die gold vanaf 15 januari 2001. In de linkerkolom zijn de betreffende feitcodes opgenomen, in de rechterkolom wordt de wijziging kort omschreven.
K 175 a tot en met e | Deze feitcodes, die betrekking hebben op het hebben van onvoldoende zicht door de voorruit, de achterruit en of de zijruiten, zijn toegevoegd. De terminologie is ontleend aan die van de bijlage bij het Transactiebesluit 1994. |
N 150 e | In de feitomschrijving is tussen «26-11-1975» en «in gebruik genomen», ingevoegd: doch voor 31-12-1994. |
N 370 b | In de feitomschrijving is «na 31-12-1995» vervangen door: na 31-12-1997. |
N 410 a | In de feitomschrijving is het woord «laadkleppen», vervangen door: laadbakkleppen. |
N 430 b | De oude tekst van de feitomschrijving is vervangen door: het voertuig niet is voorzien van een goedwerkende ruitenwisserinstallatie ( m.u.v. voertuigen in gebruik genomen voor 27-11-1975 met een ledige massa van niet meer dan 400 kg). |
N 430 e | In de feitomschrijving is «na 31-12-1995» vervangen door: na 31-12-1997. |
N 430 g | In de feitomschrijving is «26-11-1975» vervangen door: 31-12-1994. |
N 440 a | Het bedrag in categorie 5 is vervallen in verband met de toevoeging van de nieuwe feitcode N 440 e. |
N 440 b | In de feitomschrijving is «na 31-12-1995» vervangen door: na 31-12-1997. |
N 440 e | Deze feitcode ontbrak voorheen. Voor de hoogte van het tarief is aangesloten bij feitcode N 440 a. |
N 450 a | Categorie 5 is geschrapt vanwege vermelding onder de feitcodes 450 d, e en f. |
N 450 b | In de feitomschrijving is tussen «26-11-1975» en « in gebruik genomen» ingevoegd: doch voor 17–6-2003. |
N 450 c | In de feitomschrijving is tussen «31-12-1996» en « in gebruik genomen ingevoegd: doch voor 17–6-2003. |
N 450 e | In de feitomschrijving is tussen het eerste woord «het» en «voertuig» ingevoegd: na 17-6-2003 in gebruik genomen. |
N 450 g | Deze feitcode ontbrak voorheen. Voor de hoogte van het tarief bij categorie 4 is aangesloten bij dat van feitcodes N 450 b en N 450 c. |
N 470 d | De aanduiding van het jaartal 1995 is vervangen door een aanduiding van het jaar 1997, overeenkomstig artikel 5.3.47, eerste lid, van het Voertuigreglement. |
N 470 e | De woorden «van tot en met 1996» zijn vervangen door de woorden: op of na 1-1-1990 en voor 01-01-1998. Dit is overeenkomstig het Voertuigreglement. |
N 470 f | De zinsnede «tussen tot en met 1990» is vervangen door: na 1 januari 1971 en voor 1 januari 1990. |
N 470 g | De tekst van de feitomschrijving is aangepast als volgt: «de naar voren gerichte zitplaatsen van na 31-12-1989 in gebruik genomen voertuigen met gesloten carrosserie niet voorzien zijn van autogordels of de naar achteren gerichte zitplaatsen van na 16–6-2003 in gebruik genomen voertuigen met gesloten carrosserie niet voorzien zijn van autogordels» |
N 480 g | De artikelaanduiding bij deze feitcode wordt: 5.12.48 VR. |
N 660 a | De categorieën 4 en 6 zijn toegevoegd. Bij categorie 6 wordt de gedraging minder gevaarzettend geacht en is derhalve voorzien van een lager tarief dan de overige categorieën. |
N 800 a en b | In de aanhef is «invalide» vervangen door: gehandicapte. Dit gelet op het besluit van 27 maart 2001 (Stb. 201). |
P 010 c | De term «invalide» is vervangen door: gehandicapte. Dit gelet op het besluit van 27 maart 2001 (Stb. 201). |
P 210 e en f | Naar aanleiding van Stb. 2001, 219 is in de kop boven deze feitcodes de tekst «in de lengte ondeelbare lading» vervangen door de woorden: lading die redelijkerwijs niet in de lengte deelbaar is. |
S 010 a | S 010 a is een nieuwe feitcode, die kan worden toegepast indien de gedraging is geconstateerd met het zogenaamde Videocontrole systeem (VCS). De gedragingen die met behulp van VCS kunnen worden geconstateerd betreffen het zogenaamde kleven. Dat wil zeggen, zodanig dicht achter de weggebruiker rijden, dat de bestuurder niet in staat is zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is. Ofwel: er wordt onvoldoende afstand gehouden. Dergelijk weggebruik levert een overtreding op van artikel 19 van het RVV 1990. Bij snelheden boven de 80 km per uur neemt het gevaar op de weg zodanig toe, dat afdoening via de onderhavige wet niet langer geschikt is. Om die reden zal bij snelheden hoger dan 80 km per uur strafrechtelijke afdoening volgen en worden deze feiten strafrechtelijk afgedaan. |
S 400 a tot en met e | Dit betreft nieuw ingevoegde feitcodes, die betrekking hebben op de overschrijding van de tijdelijke maximumsnelheid als bedoeld in de artikelen 86a en 86b van het RVV 1990. |
R 309 | Voor het woord «fietser» wordt ingevoegd: «(snor)». |
R 339 | De feitcode R 339 vervalt met ingang 1 mei 2001. Dit houdt verband met het nieuw geformuleerde artikel 15 van het RVV 1990, waarbij de voorrangsregeling voor voorrang van rechts is gewijzigd. |
R 397 d | In de tekst is het woord «parkeerplaats» vervangen door: parkeergelegenheid. Voorts is de punt na het woord «categorie» vervallen en zijn ingevoegd de woorden: of groep van voertuigen. |
R 397 e | In de tekst is het woord «parkeerplaats» vervangen door: parkeergelegenheid. |
R 397 f | De oude tekst is vervangen door: op een parkeergelegenheid, terwijl blijkens de aanduiding onder het bord, dat voertuig staat geparkeerd op dagen of uren waarop dit blijkens het onderbord is verboden. |
R 397 h | De feitcode is nieuw toegevoegd als gevolg van het nieuwe artikel 24, onder f, van het RVV 1990. Voor wat betreft de hoogte van de tarieven is aansluiting gezocht bij de voorgaande parkeerfeiten. |
R 397 i | De feitcode is nieuw toegevoegd als gevolg van het nieuwe artikel 24, onder g, van het RVV 1990. Voor wat betreft de hoogte van de tarieven is aansluiting gezocht bij de voorgaande parkeerfeiten. |
R 397 j | De feitcode is nieuw toegevoegd als gevolg van het nieuwe artikel 24, vierde lid, van het RVV 1990. Voor wat betreft de hoogte van de tarieven is aansluiting gezocht bij de voorgaande parkeerfeiten. |
R 398 | De term «invalide» is vervangen door: gehandicapte. Dit gelet op het besluit van 27 maart 2001 (Stb. 201). |
R 399 en 400 | De feitcodes R 399 en R 400 zijn samengevoegd tot een nieuwe feitcode R 400 a. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de wens die binnen de parketten leeft, om eenzelfde feitcode te gebruiken voor de twee gedragingen. |
R 402 a tot en met c | De term «invalide» is vervangen door: gehandicapte. Dit gelet op het besluit van 27 maart 2001 (Stb. 201). |
R 421 a | In de aanhef is de term «invalide» vervangen door: gehandicapte. Dit gelet op het besluit van 27 maart 2001 (Stb. 201). |
R 426 a | In de aanhef is de term «invalide» vervangen door: gehandicapte. Dit gelet op het besluit van 27 maart 2001 (Stb. 201). |
R 425 | De term «invalide» is vervangen door: gehandicapte. Dit gelet op het besluit van 27 maart 2001 (Stb. 201). |
R 434 | De term «invalide» is vervangen door: gehandicapte. Dit gelet op het besluit van 27 maart 2001 (Stb. 201). |
R 436 | De term «invalide» is vervangen door: gehandicapte. Dit gelet op het besluit van 27 maart 2001 (Stb. 201). |
R 476 | De artikelaanduiding «45 lid 1 RVV 1990» in feitcode R 476 wordt: 45 RVV 1990. |
R 477 | De feitcode R 477 vervalt met ingang van 1 mei 2001. Dit houdt verband met het nieuw geformuleerde artikel 15 van het RVV 1990, waarbij de voorrangsregeling voor voorrang van rechts is gewijzigd. |
R 483 | De term «invalide» is vervangen door: gehandicapte. Dit gelet op het besluit van 27 maart 2001 (Stb. 201). |
R 535 a tot en met c | In de omschrijving van de feitcodes R 535 a tot en met c is «kinderbeveiligingsmiddel» steeds vervangen door: kinderbeveiligingssysteem. Hiermee wordt de terminologie in lijn gebracht met die welke wordt gebruikt na de inwerkingtreding van het besluit van 15 mei 2001, houdende wijziging van het Voertuigreglement en van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens in verband met de implementatie van Richtlijn nr. 2000/3/EG tot aanpassing aan de stand van de techniek van Richtlijn nr. 77/541/EG van de Raad betreffende veiligheidsgordels en bevestigingssystemen in motorvoertuigen (zie voor dit besluit Stb. 243). |
R 536 a | In feitcode R 536 a is « behoort tot een goedgekeurde soort» vervallen. Dit houdt verband met de redactie van het nieuwe artikel 60 van het RVV 1990. |
R 536 c | In feitcode R 536 c is na «motorfiets» ingevoegd: driewielig motorvoertuig. Voorts is «behoort tot een goedgekeurde soort» geschrapt in verband met de redactie van het nieuwe artikel 60 van het RVV 1990. |
R 537 a | De artikelaanduiding in de feitcode R 537 a wordt: artikel 60 lid 3 RVV 1990. Dit houdt verband met de redactie van het nieuwe artikel 60 van het RVV 1990. Voorts is om die reden «behoort tot een goedgekeurde soort» geschrapt. |
R 537 b | De artikelaanduiding wordt artikel 60 lid 3 RVV 1990. Dit houdt verband met de redactie van het nieuwe artikel 60 van het RVV 1990. Voorts is om die reden «behoort tot een goedgekeurde soort» geschrapt. Na «motorfiets» is ingevoegd: driewielig motorvoertuig. |
R 556 | De term «invalide» is vervangen door: gehandicapte. Dit gelet op het besluit van 27 maart 2001 (Stb. 201). |
R 560 tot en met 562 | De term «invalide» is steeds vervangen door: gehandicapte. Dit gelet op het besluit van 27 maart 2001 (Stb. 201). |
R 588 | Deze feitcode is vervallen als gevolg van de wijzigingen in artikel 24 van het RVV 1990. |
R 590 | Deze feitcode is vervallen als gevolg van de wijzigingen in artikel 24 van het RVV 1990. |
R 591 | Deze feitcode is vervallen als gevolg van de wijzigingen in artikel 24 van het RVV 1990. |
R 603 | De term «invalide» is vervangen door: gehandicapte. Dit gelet op het besluit van 27 maart 2001 (Stb. 201). |
R 605 | De term «invalide» is vervangen door: gehandicapte. Dit gelet op het besluit van 27 maart 2001 (Stb. 201). |
R 607 | Feitcode R 607, dat betrekking heeft op het als bestuurder van een tram niet stoppen voor rood licht bij een driekleurig verkeerslicht, ontbrak. |
R 607 a | De feitcode is nieuw toegevoegd als gevolg van het nieuwe artikel 70, vierde lid, van het RVV 1990. Voor wat betreft de tariefhoogte is aansluiting gezocht bij feitcode R 606. |
R 612 | De term «invalide» is vervangen door: gehandicapte. Dit gelet op het besluit van 27 maart 2001 (Stb. 201). |
R 613 | In de omschrijving is, overeenkomstig de tekst van de artikelen 62 en 74, tweede lid, van het RVV 1990, na «verkeer» opgenomen: ter plaatse. Bovendien is de term «invalide» vervangen door: gehandicapte. Dit gelet op het besluit van 27 maart 2001 (Stb. 201). |
R 619 | In de omschrijving is na «voorsorteerstrook» opgenomen: waarop zij zich bevinden. |
R 622 | De oude tekst is vervangen door de tekst: als weggebruiker, anders dan als bestuurder van een lijnbus of autobus, gebruik maken van een busbaan of – strook aangeduid met «Bus». |
R 622 a | De feitcode is nieuw toegevoegd als gevolg van het gewijzigde artikel 81 van het RVV 1990. Voor wat betreft de tariefhoogte is aansluiting gezocht bij feitcode R 622. |
R 703 | De term «invalide» is vervangen door: gehandicapte. Dit gelet op het besluit van 27 maart 2001 (Stb. 201). |
Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Justitie.
Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 13 november 2001, nr. 220.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2001-465.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.