Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatsblad 2000, 94 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | Staatsblad 2000, 94 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 30 december 1999, kenmerk GVM/Vz/2029994 in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Onze Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid;
Gelet op artikel 10a, eerste tot en met vierde lid, van de Welzijnswet 1994;
De Raad van State gehoord (advies van 20 januari 2000, nr. W13.00.0004/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 februari 2000 in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Onze Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid;
Hebben goedgevonden en verstaan:
De bijlage behorende bij het Besluit specifieke uitkeringen maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingsbeleid1 wordt vervangen door de bij dit besluit behorende bijlage.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnootDe Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers
Uitgegeven de vierentwintigste februari 2000
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals
A. Gemeenten waaraan een uitkering maatschappelijke opvang wordt verstrekt
Alkmaar
Almelo
Almere
Amersfoort
Amsterdam
Apeldoorn
Arnhem
Assen
Bergen op Zoom
Beverwijk
Breda
Delft
Den Bosch
Den Haag
Den Helder
Deventer
Doetinchem
Dordrecht
Ede
Eindhoven
Emmen
Enschede
Geleen
Gouda
Groningen
Haarlem
Harderwijk
Heerlen
Helmond
Hengelo
Hilversum
Hoorn
Leeuwarden
Leiden
Lelystad
Maastricht
Nijmegen
Oss
Purmerend
Roermond
Rotterdam
Smallingerland
Spijkenisse
Terneuzen
Tilburg
Utrecht
Venlo
Vlaardingen
Vlissingen
Zaanstad
Zwolle
B. Gemeenten waaraan een uitkering vrouwenopvang wordt verstrekt
Alkmaar
Almere
Amersfoort
Amsterdam
Apeldoorn
Arnhem
Beverwijk
Breda
Delft
Den Bosch
Den Haag
Den Helder
Dordrecht
Ede
Eindhoven
Emmen
Enschede
Gouda
Groningen
Haarlem
Heerlen
Helmond
Hengelo
Hilversum
Leeuwarden
Leiden
Maastricht
Nijmegen
Rotterdam
Spijkenisse
Tilburg
Utrecht
Venlo
Vlaardingen
Vlissingen
Zaanstad
Zoetermeer
Zwolle
C. Gemeenten waaraan een uitkering verslavingsbeleid wordt verstrekt
Almelo
Almere
Alkmaar
Amersfoort
Amsterdam
Apeldoorn
Arnhem
Assen
Breda
Delft
Den Bosch
Den Haag
Den Helder
Deventer
Dordrecht
Eindhoven
Emmen
Enschede
Gouda
Groningen
Haarlem
Heerlen
Hilversum
Hoorn
Leeuwarden
Leiden
Middelburg
Nijmegen
Rotterdam
Terneuzen
Tilburg
Utrecht
Venlo
Vlissingen
Zaanstad
Zwolle
Bij brief van 22 september 1999 hebben de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en voor Grote Steden- en Integratiebeleid (GSI) de Tweede Kamer het standpunt over het advies van de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) aangeboden.1 Het kabinet had de Rfv advies gevraagd over het aantal en de gemeenten welke in aanmerking komen voor uitkeringen op de terreinen van maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingsbeleid. De aanleiding daarvoor was dat zowel met betrekking tot de aanwijzing van gemeenten als met betrekking tot de hoogte van de uitkering, gekomen moest worden tot hantering van andere, objectieve maatstaven.
Overeenkomstig de bestaande regio-indeling voor de Wet ziekenhuisvoorzieningen (Wzv) heeft de Rfv een keuze voor de centrumgemeenten gemaakt. Het advies behelst een aantal toevoegingen, maar ook een aantal schrappingen. In bovengenoemde brief hebben de ministers van VWS en voor GSI aangegeven dat zij het advies van de Rfv over de aanwijzing van gemeenten die in aanmerking komen voor uitkeringen op de terreinen van maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingsbeleid overnemen, zij het dat Ede centrumgemeente vrouwenopvang blijft omdat de keuze van de Rfv om Ede niet op te nemen is gebaseerd op de uitkomst van een technische verfijning van de omschrijving van een stadskern, terwijl het qua inwoneraantal wel voldoet aan de gestelde criteria.
Hoewel de Rfv adviseerde om in het deelgebied Westelijk Noord-Brabant Roosendaal aan te wijzen als centrumgemeente voor de uitkering maatschappelijke opvang is besloten vooralsnog de bestaande situatie te handhaven, aangezien daarover op dit moment met de betrokken gemeenten nog geen overeenstemming bestaat.
In het onderhavige besluit is een en ander neergelegd.
Voorzover het advies van de Rfv schrapping van gemeenten betreft zou(den) ingevolge de brief van 22 september 1999 de uitkering(en) aan die gemeenten met ingang van 1 januari 2001 gestopt moeten worden. Op 4 november 1999 heeft over deze brief een Algemeen Overleg plaatsgevonden met de vaste commissies voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De Tweede Kamer heeft ingestemd met de keuze om vanaf 1 januari 2000 gemeenten toe te voegen. Ten aanzien van de keuze om een aantal gemeenten vanaf 1 januari 2001 niet langer een uitkering te verstrekken is de discussie met de Tweede Kamer nog niet afgerond. In verband hiermee bevat het onderhavige besluit geen wijzigingen op dit punt.
De onderhavige aanpassing betreft derhalve alleen de toevoeging van een aantal gemeenten aan de lijst van de gemeenten die in aanmerking komen voor deze uitkeringen, zoals opgenomen in de Bijlage behorend bij het Besluit specifieke uitkeringen, zij het dat de gemeenten Helmond en Maastricht niet meer zijn opgenomen als centrumgemeente voor verslavingsbeleid. Helmond en Maastricht waren met andere gemeenten in de lijst opgenomen in verband met de tijdelijke toevoeging van de middelen voor het overlastbeleid. Van verstrekking van middelen voor het overlastbeleid is, zoals reeds uit bovengenoemde brief blijkt, immers geen sprake meer.
Er is echter in feite voor Maastricht en Helmond in feite geen sprake van achteruitgang. In het kabinetstandpunt op het advies van de Rfv is aangegeven dat de middelen die bestemd waren voor gemeentelijke overlastprojecten ter beschikking blijven van de gemeenten. Gemeenten zijn, wanneer zij dat willen, in staat deze projecten voort te zetten, hetzij op basis van de ophoging van het budget voor de specifieke uitkeringen, hetzij op basis van de Bijdrageregeling sociale integratie en veiligheid G25. Dat laatste is het geval met Helmond en Maastricht.
De overige gemeenten die in verband met de tijdelijke toevoeging van de middelen voor het overlastbeleid aan de specifieke uitkering verslavingsbeleid zijn opgenomen in de lijst van gemeenten die in aanmerking komen voor een uitkering verslavingsbeleid, zijn overeenkomstig het advies van de Rfv aangewezen als centrumgemeente verslavingsbeleid. Zij blijven daarom opgenomen in deze lijst.
Ingevolge artikel 10a, zesde lid, van de Welzijnswet 1994 is het ontwerp-besluit overgelegd aan beide kamers der Staten-Generaal. Hierop is niet gereageerd.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2000-94.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.