Wet van 22 juni 2000, houdende een aantal wijzigingen van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen op technische punten onder meer naar aanleiding van de evaluatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het naar aanleiding van de evaluatie van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen en reacties uit de praktijk wenselijk is gebleken de Wet op een aantal punten te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, wordt onderdeel f vervangen door:

f. gevaar:

1°. gevaar voor degene, die het veroorzaakt, hetgeen onder meer bestaat uit:

a. het gevaar dat betrokkene zich van het leven zal beroven of zichzelf ernstig lichamelijk letsel zal toebrengen;

b. het gevaar dat betrokkene maatschappelijk te gronde gaat;

c. het gevaar dat betrokkene zichzelf in ernstige mate zal verwaarlozen;

d. het gevaar dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen zal oproepen.

2°. gevaar voor een of meer anderen, hetgeen onder meer bestaat uit:

a. het gevaar dat betrokkene een ander van het leven zal beroven of hem ernstig lichamelijk letsel zal toebrengen;

b. het gevaar voor de psychische gezondheid van een ander;

c. het gevaar dat betrokkene een ander, die aan zijn zorg is toevertrouwd, zal verwaarlozen.

3°. gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen;.

B

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin van het eerste lid wordt de komma achter «betrokken was» gewijzigd in een punt, terwijl het resterende deel van de zin wordt vervangen door een zin luidende: In het geval, bedoeld in artikel 2, vierde lid, moet worden overgelegd een verklaring van de geneesheer-directeur van het ziekenhuis waarin betrokkene verblijft, die:

a. indien hij niet bij de behandeling betrokken was, betrokkene met het oog daarop kort tevoren heeft onderzocht of doen onderzoeken door een psychiater die niet bij de behandeling betrokken was, of

b. indien hij bij de behandeling betrokken was, betrokkene met het oog daarop kort tevoren heeft doen onderzoeken door een psychiater die niet bij de behandeling betrokken was.

2. De laatste twee volzinnen van artikel 5, eerste lid, komen als volgt te luiden:

De geneeskundige verklaring verschaft inzicht in de actuele situatie van de betrokkene. De verklaring moet met redenen zijn omkleed en zijn ondertekend.

3. In de eerste volzin van het derde lid wordt «bedoeld in de aanhef» vervangen door: bedoeld in de eerste volzin, terwijl aan het slot een volzin wordt toegevoegd, luidende: In het geval bedoeld in artikel 2, vierde lid, pleegt degene die het onderzoek uitvoert tevoren overleg met de behandelend psychiater.

C

Aan artikel 8 wordt een tiende lid toegevoegd, luidende:

  • 10. Kosten van getuigen en deskundigen in verband met de toepassing van het zesde lid, komen ten laste van 's Rijks kas.

D

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Met betrekking tot de verklaring van de geneesheer-directeur zijn de artikelen 5, eerste lid, tweede volzin, 5, derde lid, derde volzin en 14 van overeenkomstige toepassing.

2. De tweede volzin van het vierde lid komt te luiden:

Bij die verklaring is een afschrift gevoegd van de in artikel 37a bedoelde aantekeningen en van het in artikel 38 bedoelde behandelingsplan. Indien het behandelingsplan nog niet tot stand is gekomen wordt daarvan bij de verklaring mededeling gedaan, onder vermelding van de daarvoor bestaande redenen. Indien artikel 38, vijfde lid, derde volzin, toepassing heeft gevonden wordt daarvan, onder vermelding van de redenen, bij de verklaring mededeling gedaan.

E

In artikel 22, eerste lid, worden de woorden «uiterlijk vanaf het tijdstip» vervangen door: binnen 24 uur na het tijdstip.

F

In artikel 29, tweede lid, tweede volzin, wordt het woord «en» na «achtste» vervangen door een komma en wordt na «negende» ingevoegd: en tiende.

G

Na artikel 37 wordt een artikel 37a ingevoegd, luidende:

Artikel 37a

De geneesheer-directeur draagt er zorg voor dat voor een patiënt aantekening wordt gehouden van diens geestelijke en lichamelijke toestand, van de op hem toegepaste behandeling en de effecten ervan. De aantekening wordt gehouden op een zodanige manier en met zodanige regelmaat dat zij duidelijk inzicht geeft in het ziekteverloop.

H

Aan het slot van artikel 38, zesde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:

Van de beëindiging van een zodanige behandeling geeft hij kennis aan de inspecteur.

I

In artikel 39, eerste lid, wordt «middelen en maatregelen» vervangen door: middelen of maatregelen.

J

Na artikel 39 wordt een artikel 39a ingevoegd, luidende:

Artikel 39a

De kennisgeving van de geneesheer-directeur aan de inspecteur bedoeld in de artikelen 38, zesde lid, en 39, derde lid, geschiedt op een daartoe door Onze Minister voorgeschreven formulier.

K

Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Het bestuur van een ziekenhuis belast een commissie met de behandeling van en de beslissing op klachten als bedoeld in het eerste lid. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gegeven met betrekking tot de samenstelling van de commissies en met betrekking tot de wijze waarop klachten worden behandeld.

2. In het vierde lid wordt «Het bestuur» vervangen door: De commissie.

3. In het zesde lid wordt de zinsnede «Het bestuur geeft uiterlijk op de tweede dag na die waarop de behandeling door de commissie moet zijn afgerond» vervangen door: De commissie geeft binnen twee weken na ontvangst van de klacht of, indien het betreft een klacht tegen een beslissing die ten tijde van de indiening geen gevolg meer heeft of waaraan in de tijd dat de klacht bij de commissie aanhangig is het gevolg is komen te vervallen, binnen vier weken na ontvangst van de klacht.

4. Het zevende lid komt te luiden:

  • 7. Indien de commissie niet tijdig een beslissing heeft genomen of indien de beslissing van de commissie niet inhoudt dat de klacht gegrond is, kan de klager de inspecteur schriftelijk vragen een verzoekschrift in te dienen ter verkrijging van de beslissing van de rechter over de klacht. De klager voegt bij dit verzoek afschrift van de klacht en van de beslissing van de commissie of van de mededeling dat de klacht niet in behandeling is genomen.

5. De tweede volzin van het veertiende lid komt te luiden: Tegen de beslissing staat geen hoger beroep open.

L

In artikel 45, eerste lid, wordt na «psychiatrisch ziekenhuis» ingevoegd: niet zijnde een zwakzinnigeninrichting of verpleeginrichting,

M

Na artikel 46, wordt een artikel 46a ingevoegd, luidende:

Artikel 46a

De geneesheer-directeur geeft een met toepassing van hoofdstuk II in een zwakzinnigeninrichting of verpleeginrichting opgenomen patiënt verlof voor zover en voor zolang het verantwoord is hem buiten de inrichting te laten verblijven.

N

Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «De artikelen» ingevoegd: 10, tweede lid,

2. In het tweede lid vervalt in de eerste volzin de zinsnede «de in het eerste lid bedoelde personen en», terwijl aan het slot een volzin wordt toegevoegd, luidende:

Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing op degenen die op grond van deze wet en tevens met toepassing van artikel 15, vijfde lid, van de Penitentiaire beginselenwet in een psychiatrisch ziekenhuis verblijven.

O

In artikel 61, eerste lid, wordt na «41 tot en met 44,» ingevoegd: 46a.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, welk tijdstip voor de verschillende onderdelen verschillend kan zijn.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te 's-Gravenhage, 22 juni 2000

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E. Borst-Eilers

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Uitgegeven de dertiende juli 2000

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

Stb. 1995, 290, laatstelijk gewijzigd bij de wet van 28 januari 1999, Stb. 30.

XHistnoot

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Kamerstukken II 1998/1999, 1999/2000, 26 527.

Handelingen II 1999/2000, blz. 3357–3373; 3376–3394; 3418.

Kamerstukken I 1999/2000, 26 527 (169, 169a, 169b, 169c).

Handelingen I 1999/2000, blz. 1467–1473.

Naar boven